KEBRA MEUBEL B.V.
Tijd voor nieuw tapijt
en gordijnen
Een oud-eilandbewoner
weet te vertellen(Deel 1)
„Jae, 'k heve vol hóóis en êêl Heers-
diek daeverde!" Deze al legendarische
woorden, voorgoed verbonden met
Geersdijk, sprak eens wijlen Pieter Kas
telein Dit was omtrent 1927-'28. Kaste
lein had, als concessie aan de moderne
tijd, hit en groentekar verwisseld met
een „Chevrolet". Met de kruiwagen eens
begonnen in het rondventen van groen
tewaar, vervolgens de Noord-Beveland-
se klanten bedienend met behulp van
paard en wagen, was toen voorlopig het
einde van de mobiele vooruitgang voor
zijn zaak bereikt.
Eigenlijk zijn dit historische feiten van
ons voormalig eiland. Waarover te wei
nig bewaard bleef. Veel wetenswaardigs
ging al verloren. Zeker, grote lijnen blij
ven wel voortleven in kronieken. Maar
het detail, soms ex-g komisch of tragisch,
dan weer hartverwarmend, verdwijnt
in het grote meer der vergetelheid. Dat
met aller begin begon, mede, dus zéér
oud is.
Hieriïi te mogen vissen vergt veel ge
duld en bi-engt vaak geen beet naar
wens. Men is dan geneigd gebruik te
maken van niet geheel juiste gegevens.
Voorbeeld soms te over in dagelijkse
berichtgeving.
Wij hopen dit te vermijden.
Vermelden wij nog volledigheidshalve
dat Pieter Kastelein, 82 jaar oud zijnde,
in 1985 kwam te overlijden. Wij blijven
hem herinneren als een altijd evenwich
tig en vriendelijk mens, zéér betrouw
baar in zijn dienstverlening aan zijn
Noord-Bevelandse eilandbewoners. Zijn
zonen hebben deze traditie tot de tach
tiger jaren éven bekwaam voortgezet.
In „Kamperland in oude ansichten, deel
2". blz. 53 ziet men Rinus Kastelein, weer
met kar en paard, in de Molenweg al
daar.
Twee vragen staan nu centraal: le.
Hoe is eigenlijk de voorgeschiedenis van
de auto? en 2e Hoe en wanneer kwam
(en) de eerste auto('s) op Noord-Beve
land?
Wij zullen trachten dit samen met u
te bezien.
Voorgeschiedenis van de auto.
Zo wij ons hierin verdiepen, mijns in
ziens de moeite waard, ook omdat dit
voertuig voortdurend een grote rol blijft
spelen in het dagelijks leven, ontmoet
men ware verrassingen.
Wij raadplegen de Algemene Winkler
Prins deel 1, bl-z. 500 en citeren dan. Als
„ideaal" is de auto(mobiel) zéér oud. Fa
rao Amenemhat III liet ca 1830 vóór
Christus reeds zeilwagens bouwen en
koning Philippus van Macedonië ge
bruikte in de 4e eeuw vóór Christus
reeds gevechtswagens met wielen, die
door menselijke kracht via een trap-
mechanisme in beweging werden ge
bracht.
Dit beginsel werd de gehele middel
eeuwen door tot eind 17e eeuw gevolgd.
Hetzij in fantastische ontwerpen, hetzij
in de praktijk. Modellen van stoomau-
to's werden in die tijd gebouwd. Door
de missionaris F. Verbiest in Peking
(1678) en door D. Papin (1697). N. J.
Cugnot bouwde in 1769 (als geschuts-
trekker) de eerste stoomauto die, zij het
kortstondig, werkelijk liep. In de eerste
decennia der 19e eeuw werden vooral in
Engeland talrijke stoomauto's en -omni
bussen gebouwd, waarvan verschillende
daadwerkelijk dienst deden. Construc
ties die nog steeds op auto's voorkomen
(gangwissels, cardan-as, diffex'entieel)
werden voor deze voertuigen bedacht.
(Ter verduidelijking: differentieel be
tekent tandwielconstructie in de as van
een auto, waardoor de wielen met ver
schillende snelheid kunnen draaien).
Wettelijke bepalingen sloten verdere
ontwikkelingen af in Engeland.
In Frankrijk ging deze echter voort.
A. Bollée en L. Serpolet waren daar
beroemde pioniers. Nog in 1906 wist
een stoomauto, mei'k Stanley, het we-
reidsnel'neidsrecox'd te bemachtigen met
bijna 196 km per uur. Ook elektrische
auto's leverden mei-kwaai-dige presta
ties. Het eerste patent op een auto met
benzinemotor (en elektrische ontsteking)
was die van S. Marcus (1875).
G. Daimler en K. Benz ecliter bouw
den de eerste inderdaad enigermate
bruikbare auto's van dit type (1891) en
daarna ging de ontwikkeling in steeds
sneller tempo.
Zo was het aantal personenauto's per
1000 inwoners in 1953 in Nederland al
1789 stuks!
Auto's komen naar Noord-Beveland.
Buiten ons eiland beschouwden velen
ons hier nog als een beetje achtergeble
ven gebied. Hoe vergiste men zich hier-
mede!
Dat Nooi'd-Beveland, eei'st nog ge-
remd door gebrekkige veerverbindingen,
er spoedig bij was met de komst van het
gemotoriseerd verkeer, zullen wij trach
ten aan te tonen. En volgen dan deze
draad.
Op een foto, genomen tijdens een
landbouwfeest te Middelbux-g, dit was
in 1912, woi-den al auto's gesignaleerd.
Die waren er dus toen in de provincie!
Zelfs in „Middelburg in oude ansichten"
blz. 140, zien wij een foto van de „Eer
ste Zeeuwsche Automobiel Gax-age" en
lezen op dezelfde bladzijde het volgen
de: ..De nieuwe tijd doet zijn intree. Zo
1902-1903 kwamen de eerste autohande-
laax's: het is moeilijk te zeggen wie nu
precies de eei'ste was. Voor alle zekex--
hoid noemde de zaak van Caljouw en
Blaas in de Noordstraat zich maar: De
Eerste Zeeuwsche Garage".
In 1914 worden in verband met de
mobilisatie te Middelbux-g auto's ge
keurd. Het aantal moet dus die keuring
vaa-d ^emaakt hebben! Doch omstreeks
die tijd ï-ijdt te Goes en omstreken nog
een omnibus, getrokken door een paard.
Op deze bus had men geschildex*dGoes-
Wolfaarsdijk-sche veer (let u op de
spelling Wolfaarsdijksche) en hieronder:
Tram-Omnibus Onderneming.
Door deze summiere gegevens mag
men misschien aannemen dat wij voor
het begin van de eex-ste wereldbrand
(1914-T8) in onze x-egio nog maar aar
zelend aan de overgangsperiode waren
begonnen van paard- naar motortx-actie.
Die daax-na, tot 1918, ook door de oor
log werd vertx-aagd. Aan bx-andstof-
schaarste voor de auto moest tol betaald
wox-den. Het benodigde materiaal voor
de auto-industrie werd ook wel, inter
nationaal, opgeslokt door de oorlogs
machine.
Vermeld zij nu dat burgemeester D.
R. Wijckerheld Bisdom te Kortgene in
1900 al een motorfiets (stöömfiets!) met
zijspan bezat. Wat later maakten arts,
veearts, notax-is. gx-aanhandelaar, land
bouwer e.a. op het eiland hiervan ook
gebruik. Als voorloper van de latere
auto.
Uit onze jeugd herinneren wij dat
landbouwer Van Ax-enthals-aan de Px-in-
sendijk te Kortgene een auto merk Ford
bezat met kenteken K 51. Een laag num
mer dus! (K of KZ is (zijn) de kenletters
van de provincie Zeeland geweest). Wij
leefden toen in de tweede decennia dezer
eeuw. Logisch toch dat wij bij deze fa
milie op infox-matie gingen te Kats. Wij
zochten telefonisch contact met de al
hoogbejaax-de, maar nog altijd even be
hulpzame mijnheer M. W. van Arenthals.
Deze nam, om misvex-stand te voorko
men, voor de goede zaak telefonisch
contact op met de nog even hoger be
jaarde mijnheer M. J. de Looff te
xi.ortgene. i\a deze hengelpartij nu in
net ai genoemde meer kwam het vol
gende aan dé oppervlakte.
Of de familie Van Arenthals of de fa
milie L. van Oeveren, beiden te Kort
gene, mijnheer M. J. de Looff behoorde
tot de familie Van Oevex-en, is tweede
autooezitter op Nooi'd-Beveland geweest
Dit was, volgens mijnheer Van Arenthals
omtrent iyi9. Eveneens bezat de fa
milie Van Oeveren het merk Ford. Het
kenteken van deze auto was K 3624.
Al gauw begrepen wij dat in ons ge
val met afgegaan kon worden op de
volgorde der oenummering van kente
kens Tussen K 51 en K 3624 bevond zich
net kenteken K 707, lang in bezit van
de fii-ma K. H. Schippers Co. te Kort
gene. Op de bijDenorende auto komen
wij terug. In „Kamperland in oude an-
sienten" deel 2, blz. 64, treffen wij een
auto aan van de busdienst De Koster-
Lamain, met het kenteken K 644. Gin
gen wij door het een en ander een beet
je moed verliezen? Gelukkig niet. Maar
deze werd later nog wel meer op de
proef gesteld.
De familie Van Arenthals was uit het
Zeeuwsvlaamse land, door oversti-oming
aldaar verdreven, naar Noord-Beveland
gekomen. Maar bezat in het land van
hei-komst de auto al! Zo bevond zich in
1919 onder ons toch maar K 51, dit was
dus de 51e gei-egistreerde auto in de
provincie. Dit staat vast. Als een paal
boven water, zeggen dan oude schip
pers. Even vast staat dat Noord-Beve
land zich heus aansloot bij de rest van
Nederland wat gemotoriseerd verkeer
aangaat. Deze vooruitgang bleef heus
niet aan de Zuid-Bevelandse oever van
de Zandki-eek hangen! Aan het „drie-
wielertje" van De Koster te Colijnsplaat
komen wij ook toe.
Wie dan wel, volgens de met veel
moeite verkregen gegevens, de eerste
autobezitter op ons voormalig eiland
was? Dit is, volgens de heren Van A-
renthals en De Looff, dit werd later be
vestigd door meerdere oude ingezetenen
te Kortgene, de heer Johannes Moer
land, in overlevering beter bekend als
Jo van de Loco, geweest te Kox-tgene.
Ook met het mei'k Ford. Die op Noord-
Beveland deze nieuwigheid als taxi pro
beerde te exploiteren. De juiste datum
van deze start kon jammer genoeg niet
meer achterhaald worden. Daar de eer
ste stalen veerboot „Zuidvliet", een mo
torschip, in 1914 werd gebouwd, andere
zéér vage verkregen gegevens hierom
trent lang werden gewikt en gewogen en
toen ook deze veronderstelling benader
den, zal dit in elk geval vóór 1919 zijn
geweest. Het kenteken van deze, dus
eerste taxi op Nooi-d-Beveland, weten
wij niet.
Dat die taxi een feit was, bevestigde
in een gesprek mevr. J. Swenne-Mai-is,
heden wonend te Ki-uiningen, destijds
op een hofstede bij haar ouders te Geers-
dijk. Als dan Moerland, een gewezen
boerenzoon, met die auto aankwam, ver
telde zij, liet zelfs de dienstbode het
werk rusten, liep naar raam of deur,
om dat rijdend wonder te aanschouwen.
Dit onderstreept ons vei-moeden, dat de
eerste auto's op Noord-Beveland een
sensatie moeten zijn geweest!
Toen mijnheer M. W. van Arenthals
te Kats de naam Moerland noemde, her
innerden wij ons het volgende. Aan
Verbui-gs Achterwegje (nu Weststraat),
naast de timmermanswerkplaats van L.
Vogelaar, dit te Kortgene, bevond zich
een schuur in de rij, met geteerd voor
front. Deze schuur, misschien eens zo
breed gebouwd om een „gerijtje" te her-
bergen, behoorde bij een pand in de
Voorstraat (nu Hoofdstraat) naast de
doeld pand werd toen bewoond door de
z.g. gemeentekamer-, die behoorde bij
het gebouw „De Stadswijnkelder". Be-
familie Moerland. In deze schuur, eens
ook i-epax-atiewei'kplaats van de heer
Steutel (deze werd later buschauffeur
bij busonderneming Krijger te Goes)
vond bedoelde auto onderdak. Eens was
op de schuurdeur een bulletin geprikt
met punaises, vermeldend dat hier een
automobiel met bestuurder gehuurd kon
worden.
Een exemplaar van dit bulletin zou
nu een historisch document zijn. De
laatste exemplaren hiervan zullen in
de watei-snoodramp van 1953 wel zijn
vergaan. Helaas!
Aan de andere zijde van genoemde
timmermanswerkplaats, met nog een
schuur hiertussen, grensde de schilders
werkplaats van G. v.d. Linde. De ge
bouwen daar zijn nog intact. Aan de
ovex-zijde van de weg hier (nu straat),
heden het begin van de Wilhelmina-
straat, bevond zich een dam over een
afwatei-ingssloot voor overtollig polder
water. Tevens voor afvalwater der be
woners. Daarna kwam een witgeschil
derd hek, vol gekerfd met minder bij
zondere bijzonderheden, doorpriemde
harten enz., want ook toen had men
hiermede van doen. Dit hek had ook
een horizontaal geplaatst draaiend hou
ten kruis op een paal als doorlaat voor
voetgangers. Die, een voetpad volgend
over de „Pompweie", zo de Torendijk
konden bereiken. Deze „Pompweie" be
hoorde bij de boerderij „De Koren
schoof". Deze werd gepacht door land
bouwer C. P. Kallewaard van de familie
Danckaerts, die on en om Kortgene
meerdere boerderijen bezat. Dat voet
pad was eigenlijk een privilege van deze
familie aan de „Kurtjeennaers", inzon
derheid de bewoners van de „Torendiek"
De „Pompweie" bezat een drinkput
voor „de béésten", met een houten loop
bruggetje, zodat huismoeders uit de om
geving, „achterlangs", daar een emmer
tje water konden scheppen. Was er de
periodieke brandspuitoefening, toen nog
met de handpompspuit, dan werd bij
geschikt jaargetijde (het mocht geen
droog seizoen zijn) water „gepompt" uit
deze put. Het water-leidingnet was nog
niet doorgetrokken over de Zandki-eek.
Dit vond pas plaats in de vijftiger jaren
Door deze brandspuitoefeningen nu is de
naam „Pompweie" ontstaan, wellicht
spontaan in de volksmond. Deze bena
ming leeft voort in de aanduiding van
het huidige dorpshuis te Kortgene.
Om volledig te zijn, vermelden wij
nog dat genoemde brandspuitoefening
ook wel bij de „Kaoievaete" plaats
vond. Meestal op zaterdagavond, want
dan waren alle betrokkenen voor oefe
ning vrij. De vrije zaterdag hing toen
nog in de mist van de toekomst! Bij
langdurige droogte ook wel met zout
water uit de Spuikom, die uit voorzorg
in de zomermaanden „vol" bleef staan,
om bij kalamiteiten met brand verze
kerd te zijn van bluswater, daar de
droogvallende getijhaven toen bij laag
'water dit niet voorradig had. Nog een
andere functie had deze Spuikom. Hier
op hopen wij in een volgend verhaal te
rug te komen.
Zo zwommen wij jongeren vooral,
maar ook ouderen, hier veel. Het water
in de „Spuië" was ook altijd enkele gra
den warmer dan het buitenwater.
Na een zoutwateroefening nu werden
spuit en slangen nagespoeld met zoet
water uit de „Kaoievaete". Nadien hin
gen de slangen, verzorgd door smid Jac.
Kesteloo, te drogen.aan de dorpstoren.
Door dit stukje dorpsgeschiedenis
dwaalden wij af van ons eigenlijk on
derwerp, waar wij vlug naar terugkeren
Naast bovengenoemd wit hek bevond
zich een ruim met stenenmuurtjes om-
metseld vierkant. Als vuilstortplaats.
Door de dorpsen „assiebak" genoemd.
Dit was een trekpleister voor ons als
dox-psjongens. Want niets wat van onze
gading was bleef daar liggen
Zo zijn wij met onze vx-iendjes van
daar -eens thuisgekomen, elk ruim voor-
zien van vierkante blokjes grijs-groene
zeep. Ja, zeep.
Die wij in een sloot natuurlijk allang
geprobeerd hadden. Het was nadien of
de handen met schuurpapier behandeld
waren. Het bleek een eenheidswasmid
del geweest te zijn tijdens de oorlog van
'14-'18. Iemand had het restant hiervan
eindelijk eens opgeruimd. Onze vondst
werd thuis niet in dank ontvangen
Moest netjes retour naar de „assiebak".
Op een keer nu vonden wij daar een
stapeltje van die Moexiand taxi-foimu-
lieren, boven als bulletin vermeld. Wij
hebben dit stapeltje verscheurd over de
vuilnisbelt, geholpen door de wind. Zo
als dit door jongenshand kan gebeuren.
Spijtig, jawel!
Wij vermelden nu eerst wie deze Jo
hannes Moexdand was. Raadplegen hier
voor mede „Noord-Beveland in oude an
sichten". Zien op blz. 32 een oude foto
en lezen hieronder het volgende, bijna
letterlijk weei-gegeven„Hondex-d jaar
geleden was J. H. Bijbau bux'gemeester
van (ook) Kortgene. Het was toen 1875.
Op 14 februari 1900 werd dat Dirk Ru
dolph Wijckex-held Bisdom, die op 28
augustus 1873 te 's-Gravenhage was ge-
boren. Hij was gehuwd met jonkvrouwe
Cornelia Levina Max'ia Schorer en hij
bleef hier tot 15 november 1905 burger-
vadei'. Een bijzonderheid voor die tijd
was, dat de burgemeester al in het bezit
was van een motor met zijspan. Op
deze zeldzame plaat, vervaardigd tus
sen 1900 en 1905 (wij moeten hier dus
over vijf jaar gissen) zien we veldwach
ter M. J. Bakker en, zittend, burgemees
ter D. R. Wijckerheld Bisdom. De man
rechts, met mooie witte ringbaard en de
bolhoed op, is gemeentebode Liefbroer
en voor hem zit loco-burgemeester G.
P. N. Moerland. De laatste was tevens
wethouder en landbouwer. Hij woonde
op de boerderij aan de Frederiksdijk no.
3, die nu (let wel, het was toen 1953)
wordt bewoond door F. G. Israël.
Daar deze G. P. N. Moerland, die la
ter in de Voor-straat te Kortgene kwam
wonen, eens loco-burgemeester was, te
vens de vader van Johannes Moerland,
een en dezelfde persoon bleek te zijn,
weten wij nu waar Jo van de Loco van
daan is gekomen. Wij zullen deze per
soonsaanduiding verder niet gebruiken.
Johannes was de jongste zoon in het ge
zin Moerland.
De directe opvolger van Moerland op
die boerderij is de Zuid-Bevelander F.
van Hoorn geweest. Die, evenals zijn
vrouw, het Zuid-Bevelandse costuum
bij ons trouw bleef.
In zoverre wij ons kunnen herinneren
ook de Zuid-Bevelandse geaax-dheid. Sa
men met Joost Klompe, die later met
het gezin Klompe verhuisde naar „een
spulletje" onder de rook van Middel
burg. In de buurt van de familie Arie
Munter, die ook eens migreerde van
Kortgene naar Walcheren, zijn wij wel
eens op die boerderij geweest. Het echt
paar Van Hoorn, menen wij, bezat twee
dochters, die toen te Kortgene school
gingen.
Moerland nu was ter hofstede gaan
boeren met een eigen kapitaal van
40.000,Voor die tijd niet gering. Ve
len werden in deze omstandigheden ren
tenier. Door zijn bestuurlijke aspiraties
bevond hij zich meer van dan op de
boerderij. Men moet wel kwaliteit be
zitten om bij een dergelijke splitsing van
werkzaamheden nog op de juiste wijze
een boerenbedi'ijf te runnen. Wij kennen
hem verder in deze maar ten dele.
Gezien de spreiding van beroepen zij
ner zonen, rijst het vermoeden, dat bij
hen de agrarische belangstelling niet
groot is geweest. Lag dit misschien aan
het ontbreken van de strak leidende
vaderhand? Het feit, dat de oudste doch
ter „mee de peewaegen naer de kaoie"
kwam, terwijl er vier zonen aan de
Moerland-dis aanzaten, pleit voor haar,
minder voor de broers.
Daar velen nog belangstelling toonden
voor deze familie, hebben wij ons moei
ten getroost van deze voor hen een
ovei-zichtelijk beeld samen te stellen.
Geholpen met flinke steun van de heren
D. C. Schippers en M. van Halst, beiden
te Kortgene. Hiervoor aan hen grote
dank.
Eerst memoreren wij een beeld van
de sfeer in dit gezin. Wijlen mevr. M.
Jacobs - Maas, eens schoolvriendin van
gezusters Moerland, was eens, met meer
dere vriendinnen, op een verjaardags
feestje ter boerderij uitgenodigd. Wij
hoorden haar hierover vertellen: „En
toen zouden wij in de huiskamer gaan
dansen. Het vloerkleed kreeg hier en
daar een trap en kwam op een hoop in
een hoek terecht. Niet zachtzinnig ging
de tafel aan de kant en hierop de stoe
len. De protesterende moeder, zacht van
aard, werd uit de huiskamer „gezet".
Vader was, als altijd, afwezig. Zo ging
dat daar!"
Het kon uiteindelijk niet uitblijven,
dat de financiële strop steeds knellender
om de hals van deze boerderij kwam.
Om deze redenen is de familie toen, met
veel verdriet, vex'huisd naar de dorps
kern, Kortgene.
Het oude echtpaar Moerland had vier
zonen en vier dochters. Hun gezin werd
aangevuld met de komst van een ouder
loos geworden kleinkind.
De namen van de zonen waren: Bram,
Piet, Nico en Jo. De namen van de doch
ters waren: Jans, Neeltje, Jannetje en
Mina. Het kleinkind heette: Cor Boone.
Wij zullen trachten uit de vergaarde
gegevens van elk een (korte) biografie
samen te stellen. Dit doen wij dan met
veel reserve. Mochten wij hiermede ge
deeltelijk falen, hiervoor vragen wij bij
voorbaat uw klementie.
Bram Moerland.
Eerst was deze zoon boerenknecht op
de hofstede van zijn vader. Is vertrok
ken naar Canada, waar hij vier jaren
is gebléven. Na zijn terugkomst is hij
„zetboer" geworden bij een boerin er
gens op Schouwen-Duiveland. Dan valt
het doek over deze Moerland-telg.
Piet Moerland.
Deze zoon heeft het timmermansvak
geleerd. Heeft nog bij het timmermans-
en aannemersbedrijf van Gebr. J. A.
Schippers te Kortgene gewerkt. Voer
ook ter koopvaardij als scheepstimmer
man. Denkelijk bij de H.A.L. (Holland
Amerika Lijn) te Rotterdam. Trouwde
in de Maasstad met een Rottex'damse,
werd vader en is daar ook overleden.
Het kan ook zijn, dat zijn zeemans
carrière zich heeft afgespeeld bij de
Rotterdamse rederij Nievelt Goudriaan
Co. Tijdens zijn verlofperiodes, ver-*
blijvend te Kortgene, was Piet vaak in
de buurt van vader.
Weer volgt, even tussendoor, een an
der brokje dorpsgeschiedenis. Mede
door bemoeiing van dokter L. G. Gel-
dex-man, al heeft dit jaren geduurd, ver
dwenen. Die aan de open riooldorps-
afvoer, met behuizing van waterrat, enz.
waax-op hij vaak met zijn buks heeft
geschoten, veelal raak, zo zijn medische
bezwaren had i.v.b. met de volksge
zondheid.
Piet Moerland dan, herinneren jvij ons
uit onze prille jeugd, hielp met anderen
vader een nieuwe loopbrug over de
„waetergang" voor ons huisje te tim
meren. Houten liggers waren over de
sloot aangebracht, waaraan dwax-splan-
lcen en houten leuningen werden vast
gespijkerd. Deze sloot, dezelfde die langs
de „assiebak" liep, werd in latere jaren
eindelijk gedempt.
Piet had toen nogal „schoot-an" ge
houden. Sloeg telkens met zijn hamer
naast de spijkers en vroeg dan aan va
der of hij zo goed timmerdeMoeder,
even toeziende, had met bezorgde stem
vader al eens gemaand: „Laet die veint
van die brugge ofkomme, ie is zó zat as
meugelik is!"
Adriaan van Damme, de oudste zoon
van C. J. van Damme (is later douane
ambtenaar geworden, afd. recherche)
stond, leunend op zijn fiets (wij herin
neren ons nog het ANWB-insigne aan
het voox'front van zijn fietspet gespeld).
Piet toen een beetje te jennen. Op een
zeker moment vloog toen de hamer van
Piet rinkelend tegen de fietsspaken van
Adriaan. Hoe dit verder is afgelopen,
ik weet het heus niet! Als zeer bang
jongetje vluchtte ik toen in huis achter
moeders rokken.
Nico Moerland.
Over deze zoon is mij weinig nieuws
bekend. Vast staat dat hij een zeemans
carrière heeft gevolgd, bracht het tot
officier ter koopvaardij. De ene lezing
zegt als stuurman, de andere lezing zegt
als machinist. Hij heeft "in elk geval ge
varen bij de Rotterdamse rederij Nievelt
Goudriaan Co.
Na zijn pensionering vertoefde hij wel
te Kortgene. Met zijn jongste broer en
anderen bleek hij een liefhebber te zijn
van stevige wandeltochten. Verder kun
nen wij over hem, voor het doek valt,
nog berichten dat hij ongehuwd is ge
bleven.
P. C. Noordhoek.
(Wordt vervolgd)
HET WETEN WAARD
Cantarellen kunt u ook bewaren als u
ze in het zuur inmaakt. De cantarellen
goed wassen en met een laagje zout
wegzetten tot de volgende dag. Dan
droogt u ze af en doet u ze met één
spaanse peper, of pepei-korrels, wat lau
rier-bladeren en eventueel een paar
schijfjes mierikswortel in de gekookte
azijn in een fles. De cantarellen moeten
goed onder staan. Sluit de fles goed,
zodat de azijn niet kan verdampen.
Is de jus te vet, maar wel smakelijk;
schep de bovenste laag vet er dan af,
inplaats van er water aan toe te voegen.
U kunt uw katten en honden van be
delen afhouden, door ze hun voedsel te
geven voor u met uw gezin aan tafel
gaat.
Nieuwe theedoeken zet u een nacht in
water-, waarin ammonia is opgelost. Ze
drogen daarna veel beter af.
Voorjaar!
GROTE SCHOONMAAK IN AANTOCHT
(GRATIS GELEGD)
Alle prijzen zijn:
inclusief meet-
en maakloon.
Bij aankoop van gordijnen
worden de railsen zonder
loonkosten geplaatst.
GOES - ZUIDVLIETSTRAAT 120 - TEL. 01100-12934