VOORLICHTINGS-RUBRIEK
Gemeente Wissenkerke
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. donderdag 2 februari 1984 no. 4104
Bijstandsnormen voor de algemeen
noodzakelijke bestaanskosten
SCHOOL-
valcanties
Redaktie: Gemeente-secretarie Wissenkerke, Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke, Telefoon 01107 -16 55, toestel 24.
Vanaf 1 januari 1984 zijn de netto be
dragen als volgt vastgesteld:
GEZINNEN.
Normbedrag
Echtpaar zonder en met kinderen
per week f 333.90
per maand f 1446.90
Eén-oudergezin per week f 300.50
per maand f 1302.20
PLUS:
De premie voor een vrijwillige verzeke
ring of een bejaardenverzekering bij
een ziekenfonds. Maar niet de aanvul
lende premie
PLUS:
Vakantiegeld
Echtpaar zonder en met kinderen
per week f 17.54
per maand f 76.01
Eén-oudergezin per week f 15.79
per maand f 68.41
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
ALLEENSTAANDEN.
Normbedrag.
23 jaar of ouder per week f 233.75
per maand f 1012.85
22 jaar per week f 204.20
per maand f 884.95
21 jaar per week f 177.50
per maand f 769.20
18 t.e.m. 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend):
per week f 163.30
per maand f 707.55
PLUS:
De premie voor een vrijwillige verzeke
ring of een bejaardenverzekering bij
een ziekenfonds. Maar niet de aanvul
lende premie.
PLUS:
Vakantiegeld
23 jaar of ouder..per week f 12.28
per maand f 53.21
22 jaar per week f 12.22
per maand f 52.96
21 jaar per week f 11.86
per maand f 51.41
18 t/m 20 jaar (werkloos en niet thuis
inwonend):
20 jaar per week 10,23
per maand 44,34
19 jaar per week 8,81
per maand 38,18
18 jaar per week 7,64
per maand 33,10
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
In zeer bijzondere gevallen komt het
voor, dat jongeren beneden 18 jaar niet
meer thuis kunnen wonen. De gemeente
beslist of, en voor hoelang, hiervoor
bijstand wordt gegeven.
THUIS-INWONENDE KINDEREN
(WERKLOOS)
Normbedrag.
20 jaar per week 98,35
per maand 426,15
19 jaar per week 78,60
per maand 340,50
18 jaar per week 76,65
per maand f 332,25
PLUS: vakantiegeld.
20 jaar per week 10,23
per maand 44,34
19 jaar per week 8,81
per maand 38,18
18 jaar per week 7,64
per maand 33,10
Het vakantiegeld wordt in juni uit
betaald.
BEWONERS VAN BEJAARDEN
TEHUIZEN.
Uitkering.
De kosten van verzorging of verpleging.
PLUS:
De premie voor een bejaardenver
zekering of een vrijwillige verzekering
bij een ziekenfonds. Maar niet de aan
vullende premie.
PLUS:
Per maand een bedrag voor persoon
lijke uitgaven. Voor een alleenstaande
is dat 242,85 en voor een echtpaar
417,25.
Als er door persoonlijke omstandig
heden weinig privé-uitgaven kunnen
worden gedaan, wordt de uitkering la
ger, maar niet minder dan 95,30 voor
een alleenstaande en 171,25 voor een
echtpaar.
PLUS:
Vakantiegeld dat gelijk is aan dat van
de AOW. Dit bedraagt voor een alleen
staande 53,21 en voor een echtpaar
f 76,01 per maand.
Het vakantiegeld wordt in mei uit
betaald.
PLUS:
Een bedrag per maand van 91,90
voor een alleenstaande en 183,80 voor
een echtpaar als de broodmaaltijden
niet in de verzorging zijn opgenomen.
MAAR:
De bijstand wordt verleend voorzover
de eigen inkomsten niet voldoende zijn
om bovenstaande kosten te betalen.
Hebt u als inkomsten naast de AOW
echter nog een pensioen, dan mag u
daarvan als alleenstaande 25,en als
echtpaar 50,per maand houden.
ALGEMENE BEPALINGEN.
Normbedragen.
De bijstandsuitkering is afgeleid van
het minimumloon. Dat is het loon, waar
op elke werknemer van 23 jaar en ou
der tenminste recht heeft. Van dit loon
worden loonbelasting en premies voor
sociale verzekeringen afgetrokken. Dan
blijft het netto-minimumloon over.
De uitkering voor een echtpaar is ge
lijk aan het netto-minimumloon. Één
oudergezinnen krijgen 90% en alleen
staanden 70% daarvan, omdat de nood
zakelijke kosten van het bestaan voor
hen lager zijn. Voor alleenstaanden be
neden 23 jaar gelden lagere bedragen,
afgeleid van de minimumjeugdlonen.
Let wel:
Net als iemand die het minimumloon
verdient, moet de bijstandsontvanger uit
zijn of haar uitkering de normale kos
ten van het bestaan betalen. Dit zijn
de kosten voor bijvoorbeeld eten, drin
ken, wonen, licht en verwarming, kle
ding, meubilair en ontspanning.
Woonkosten.
Woont u in een huurhuis met een kale
huur tussen 232,90 en 735,per mnd.
(voor alleenstaanden jonger dan 30 jaar
is dat 495,dan komt u als bijstands
ontvanger in het algemeen voor huur
subsidie in aanmerking. De gemeente
kan hierover inlichtingen geven.
Als u op bijstand aangewezen raakt
en nog niet voor huursubsidie in aan
merking komt, past de bijstand op de
zelfde manier in de huur bij als de
huursubsidie zou doen. Woont u in een
eigen woning, dan komt u natuurlijk
niet in aanmerking voor huursubsidie.
Bedragen hypotheekrente, eigenaars-
onderhoud, belasting op onroerend goed,
e.d. bij elkaar minder dan 232,90 per
maand, dan moet u die kosten uit het
uitkeringsbedrag betalen.
Liggen de kosten tussen 232,90 en
735,per maand, dan krijgt u boven
het gewone bijstandsbedrag nog een toe
slag. Deze toeslag is even groot als de
huursubsidie voor een huurhuis van die
prijs.
Let wel:
Als u in een eigen huis woont, waar
van de waarde na aftrek van de hy
potheek hoger is dan het vrij te laten
vermogen (zie „Vrij te laten vermogen"),
dan kunt u eventueel bijstand te leen
krijgen op onderpand van uw huis (kre
diet-hypotheek).
Woonkosten boven 735,per maand.
Voor huren boven 735,per maand
wordt geen huursubsidie gegeven en dus
ook geen bijstand (voor alleenstaanden
jonger dan 30 jaar geldt een bedrag van
495,per maand). Als u zo duur woont
zult u een goedkoper huis moeten zoe
ken. Om daarvoor de tijd te hebben,
kunt u voorlopig voor een jaar
een toeslag krijgen. Die is gelijk aan
de woonkosten, verminderd met 295,
Woont u in een eigen huis met hogere
kosten dan 735,per maand, dan geldt
hetzelfde. U zult ook naar een goed
koper huis moeten uitkijken.
Regels voor bü stand en andere
inkomsten.
Bijstand wordt gegeven als er geen of
te weinig inkomsten zijn. Zijn er hele
maal geen inkomsten, dan krijgt u de
normbedragen, die op de bladzijden
hiervoor staan vermeld.
Zijn er wel inkomsten, zoals alimen
tatie of een sociale uitkering, dan wor
den deze van het normbedrag afge
trokken.
Gaat het om inkomsten uit (deeltijd) -
arbeid, onderverhuur of kostgeld, dan
ligt de zaak anders. De regels hiervoor
zijn:
Inkomsten uit (deeltyd)-arbeid.
Van wat wordt verdiend, mag 25%
worden behouden. Dit geldt voor een
periode van twee jaar, die in sommige
gevallen kan worden verlengd. Bij één
oudergezinnen wordt de eerste 72,35
van wat de ouder per maand verdient,
vrijgelaten.
Onderverhuur.
Ook hier geldt dat 25% van de netto
inkomsten uit onderverhuur mag wor
den behouden. Deze netto inkomsten
worden gesteld op 40% van het over
eengekomen bedrag voor huur, gas/elek
tra e.d.
Kostgangers.
Wie minder dan drie kostgangers
houdt, mag 25% van de netto inkomsten
behouden.
Deze netto inkomsten worden gesteld
op 40% van het kostgeld, maar min
stens op f 51.15 per week of f 221.70 per
maand per kostganger.
Zijn er drie of meer kostgangers, dan
wordt dat beschouwd als een pensionbe-
drijf en worden de inkomsten volledig
gekort.
Van al deze verdiensten samen mag niet
meer worden behouden dan:
echtpaar/éénoudergezin: f 217.05 in-
klusief de eerder genoemde f 72.35
voor éénoudergezinnen
alleenstaande 23 jaar of ouder f 151.95
alleenstaande 22 jaar f 132.75
alleenstaande 21 jaar f 115.40
alleenstaande 20 jaar f 106.15
alleenstaande 19 jaar f 76.65
thuis-inwonende 20 jaar f 64.00
thuis-inwonende 19 jaar f 51.15
thuis-inwonende 18 jaar f 49.80
Bgdrage van inwonende kinderen.
Van kinderen die inkomsten hebben,
kan redelijk kostgeld worden verwacht.
Daarin zit ook een bijdrage in de vaste
gezinslasten. Daarom wordt in dat ge
val op de uitkering minstens f 13.45
per week of f 58.30 per maand voor een
meerderjarig kind, en f 9.00 per week
of f 38.90 per maand voor een minder
jarig kind in mindering gebracht.
Vrü te laten vermogen.
Hebt u vermogen bijvoorbeeld geld
op een spaarrekening of in een eigen
huis dan hoeft dat niet eerst hele
maal te worden opgemaakt, voordat u
voor bijstand in aanmerking komt. Een
zogenaamd bescheiden vermogen wordt
vrijgelaten. Dit bescheiden vermogen
bedraagt:
f 15.200.voor gezinnen;
f 7.600.— voor alleenstaanden en
thuis-in wonenden
f 9.200.— voor bejaarde echtparen in
bej aardentehuizen
f 4.600.voor bejaarde alleenstaan
den in bejaardentehuizen.
De rente van dit vermogen is ook vrij.
Vanaf 1 januari 1983 (vorig jaar) is
er een extra vrijlating voor het vermo
gen in een eigen huis. Deze geldt voor
wie in een eigen huis woont, jonger is
dan 65 jaar en bijstand krijgt tot een
normbedrag voor de algemene bestaans
kosten. Deze extra vrijlating is f 15.000.-
plus de helft van het meerdere vermo
gen.
De vrijlating van het bescheiden ver
mogen en de extra vrijlating van het
vermogen in een eigen huis kunnen te
zamen niet meer zijn dan f 75.000.
voor gezinnen en f 67.400,voor alleen
staanden.
Let wel:
Er is ook nog een extra vrijlating van
vermogen mogelijk voor oudere ex-zelf
standigen en ondere langdurig werkloze
werknemers (50 t/m 64 jaar), zie verder.
BIJZONDERE UITGAVEN.
Hiertoe behoren niet:
de grotere aankopen die iedereen wel
eens moet doen, bijvoorbeeld kleding,
meubels of een kachel. Deze moeten
uit het normbedrag worden betaald. Dat
geldt ook voor verhuiskosten en kosten
van woninginrichting. Maar het kan
zijn dat u noodzakelijke extra kosten
hebt, die ontstaan zijn door bijzondere
omstandigheden zoals bijvoorbeeld ziek
te en gebreken. Hiervoor kan bijstand
worden gegeven, waarbij rekening ge
houden wordt met de draagkracht die u
hebt.
Hiervoor gelden landelijke regels. Voor
kleinere uitgaven, die in totaal niet bo
ven f 171.05 per kalenderjaar uitkomen,
wordt geen bijstand verleend. Voor het
meerdere boven deze f 171.05 echter
wel.
Bent u jonger dan 65 jaar, dan dient u
voor uitgaven in verband met invalidi
teit een voorziening te vragen op grond
van de Algemene Arbeidsongeschikt
heidswet (AAW).
Het individuele karakter van de bij
stand.
De bijstand wordt afgestemd op om
standigheden en mogelijkheden van
persoon en gezin. Dit kan tot gevolg
hebben, dat van bovenstaande normen
en regels wordt afgeweken. Bijvoor
beeld wanneer iemand naast de nood
zakelijke kosten van het gewone le
vensonderhoud bijzondere kosten heeft,
die hij niet kan betalen, maar die voor
hem wel noodzakelijk zijn.
De bijstand is op deze manier een
duidelijke individuele uitkering en kan
van persoon tot persoon verschillen.
IlIJKSGROEPSREGELINGEN.
Voor werkloze werknemers.
Deze regeling is van toepassing op
personen van 18 tot 65 jaar die onvrij
willig werkloos zijn en niet of niet meer
in aanmerking komen voor een uitke
ring krachtens de Werkloosheidswet
(WW) of de Wet Werkloosheidsvoorzie
ning (WWV). Hiertoe behoren ook:
ex-zelfstandigen die nog geen 65 jaar
zijn en hun bedrijf hebben moeten
opgeven;
schoolverlaters vanaf 18 jaar, die nog
geen werk hebben kunnen vinden.
Voor minderjarige werkloze school
verlaters vanaf 18 jaar gaat de eigen
uitkering niet direct in nadat de studie
is geëindigd. Zij gaat eerst in, nadat
twee volle kalenderkwartalen zijn ver
streken. Dit is in de meeste gevallen 1
januari na het jaar, waarin de studie
is geëindigd. Wel hebben de ouders in
deze periode in beginsel recht op kin
derbijslag. Bij een laag inkomen kunnen
ouders van schoolverlaters, die zelfstan
dig wonen, dan bovendien een aanvul
ling met bijstand krijgen. Dit kan ech
ter alleen, als de schoolverlater tijdens
de studie al zelfstandig woonde en een
rijksstudietoelage ontving.
Voor meerderjarige werkloze school
verlaters kan de uitkering ingaan, als
er geen aanspraak meer is op studiefi
nanciering. Dat geldt ook, als de ou
ders de studie zelf hebben betaald.
Let wel:
Zorg voor tijdige inschrijving bij het
gewestelijk arbeidsbureau liefst vóór
het eindigen van de studie.
Bijstand voor de algemene bestaans
kosten kan in deze gevallen worden ver
leend onder voorwaarde dat men:
als Werkzoekende ingeschreven staat
bij het arbeidsbureau en dat ook
blijft;
het mogelijke doet om werk te krij
gen en passende arbeid die wordt
aangeboden aanvaardt;
meewerkt aan een eventueel medisch
onderzoek, scholing, her- of omscho
ling of opleiding.
Als men zonder geldige redenen deze
voorwaarden niet nakomt, volgt verla
ging of stopzetting van de bijstand. De
bijstand wordt berekend volgens de op
voorgaande hoofdstukken vermelde bij
standsnormen en regels.
Voor zelfstandigen.
Zelfstandigen die een levensvatbaar
bedrijf hebben maar met financiële pro
blemen zitten, b.v. omdat de inkomsten
tijdelijk wegvallen of noodzakelijke in
vesteringen niet gedaan kunnen worden,
kunnen een beroep op deze regeling
doen, als men bij de bank of anderszins
niet afdoende kan worden geholpen. Er
wordt dan nagegaan, of het nodig en
verantwoord is de zelfstandige dat be
drijfskapitaal van gemeentewege te ver
strekken. Als dit wordt toegekend, ge
beurt dat meestal in de vorm van een
lening. Het is de bedoeling, dat zo het
bedrijf weer op peil wordt gebracht,
waardoor men weer in z'n bestaan kan
voorzien. Aan de hulpverlening kunnen
voorwaarden worden verbonden zoals
b.v. de begeleiding op bepaalde punten.
Zo nodig kan ook een priodieke uitke
ring voor de normale bestaanskosten
worden toegekend.
Voor oudere zelfstandigen.
Deze regeling is van toepassing op
zelfstandigen van 58 tot 65 jaar, die uit
hun bedrijf wel inkomsten hebben, maar
niet voldoende om in de noodzakelijke
kosten van het bestaan te kunnen voor
zien.
Ze kan een aanvulling geven tot de
bijstandsnorm, als aan een aantal voor
waarden is voldaan. Zo moet men:
minstens 58 jaar zijn, maar de leef
tijd van 65 jaar nog niet hebben be
reikt;
in staat zijn om ook in de toekomst
uit het bedrijf of beroep een inkomen
te halen van tenminste de helft van
hetvoor dat jaar berekende minimum
inkomen voor zelfstandigen. Per 1
januari '84 is dat tenminste 15.300,
Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast;
er rekening mee houden dat indien
het eigen vermogen (zakelijk en pri
vé) voor 1984 meer bedraagt dan
f 166.500.de aanvulling in de vorm
van een rentedragende lening wordt
verstrekt. Beneden deze grens wordt
de aanvulling meestal gratis gegeven.
de arbeidstijd geheel of vrijwel ge
heel gebruiken om het beroep of be
drijf uit te oefenen;
voldoen aan de wettelijke vereisten
voor het beroep of bedrijf, dat men
bovendien al minstens vijf jaar moet
uitoefenen;
over een goede boekhouding beschik
ken.
Vrylating oudedagsvoorziening bijzon
dere groepen.
Deze regeling is van toepassing op ex-
zelfstandigen en langdurig werklozen
van 50 tot en met 64 jaar, die voor de
noodzakelijke kosten van het bestaan
op bijstand zijn aangewezen.
Zij mogen boven het „vrij te laten
vermogen" (zie eerder) een extra bedrag
voor de oude dag bewaren.
Voorwaarden voor deelname aan de
regeling zijn o.a.:
men moet onvrijwillig werkloos zijn;
ex-zelfstandigen mogen piet of niet
meer voor een bedrijfsbeëindigings
regeling in aanmerking komen;
langdurig werklozen mogen niet meer
voor een uitkering krachtens de
Werkloosheidswet (WW) of de Wet
Werkloosheidsvoorziening (WWV) in
aanmerking komen;
men moet de garantie geven, dat het
geld voor de oude dag zal worden
gebruikt;
indien men naast de AOW reeds pen
sioenrechten heeft opgebouwd, dient
de waarde daarvan op de extra vrij
lating in mindering te worden ge
bracht.
De bedragen, die men extra mag hou
den, lopen van ongeveer f 19.900.op
50-jarige tot f 53.100.op 64-jarige leef
tijd.
Voor oorlogsslachtoffers '40-'45.
Als u in '40-'45 door oorlogshandelin
gen in Nederland of in het vroegere Ne-
derlands-Indië invalide bent geworden,
kan bijstand aangevraagd worden. Ook
de weduwe en/of minderjarige kinderen
van een oorlogsslachtoffer kunnen dat.
Tenminste wanneer zij niet in eigen on
derhoud kunnen voorzien. Deze uitke
ring is een deel van het laatst ontvan
gen inkomen (minimaal f 2.666. en ten
hoogste f 3.626.per maand) en wel:
80% voor echtparen en echtparen
met hun minderjarige kinderen;
75% voor een alleenstaande man of
vrouw met minderjarige kinderen;
70% voor een alleenstaande.
Daarnaast kan een extra uitkering
worden gegeven voor b.v. prothesen, rol
stoelen enz.
BEZWAAR EN BEROEP.
Burgemeester en weethouders.
Tegen de behandeling van de aan
vraag kan bezwaar worden gemaakt
door een bezwaarschrift te sturen naar
burgemeester en weethouders dat wil
zeggen: een eenvoudige brief waarin de
bezwaren worden opgesomd.
Dat kan:
als u na één maand nog geen beslis
sing hebt ontvangen, binnen de twee
de maand na de aanvraag en
binnen één maand:
als u een beslissing op de aanvraag
hebt ontvangen, waarmee u het niet
eens bent;
als een beslissing niet, of niet zoals
het behoort, wordt uitgevoerd, of is
verminderd of stopgezet.
Gedeputeerde Staten en de Kroon.
Bij gedeputeerde staten kan in beroep
worden gegaan:
als u het niet eens bent met het ant
woord van de gemeente op dat be
zwaarschrift (maar dan wel binnen
één maand na verzending van dat
antwoord);
als u in de tweede maand na het
sturen van een bezwaarschrift nog
geen antwoord hebt ontvangen.
Iemand die in beroep gaat, stuurt een
brief naar gedeputeerde staten van zijn
provincie, waarin de bezwaren nog eens
worden genoemd. Na verloop van enige
tijd doen gedeputeerde staten uitspraak.
Bent u het daar nog steeds niet mee
eens, dan is het mogelijk om in hoger
beroep te gaan bij de Kroon. In dat ge
val moet binnen één maand na verzen
ding van de uitspraak van gedeputeer
de staten een brief worden gezonden
aan de Koningin. Adres: Aan de Raad
van State, Afdeling voor de Geschillen
van Bestuur, 's-Gravenhage.
Let wel: er dient binnen de genoemde
termijn te worden gereageerd, wilt u uw
rechten niet verspelen.
A Aan de inhoud van dit artikel kunt
u geen rechten ontlenen.
Er bestaan speciale folders over bij
stand en:
gescheiden vrouwen
schoolverlaters
zelfstandigen
oudere zelfstandigen
bezwaar en beroep
draagkracht bij bijzondere be
staanskosten
werkloze werknemers (Rww)
het eigen huis
Inlichtingen.
De Algemene Bijstandswet wordt uit
gevoerd door de gemeenten. Voor in
lichtingen dient u zich te wenden tot de
afdeling sociale zaken ter secretarie of
bel 01107 - 1655 toestel 17/26.
Met de Kerstvakantie net achter de
rug is het voor scholieren en hun ouders
misschien handig te weten wanneer de
volgende vakanties dit schooljaar zijn.
Voor alle soorten van onderwijs in
de provincie is zoveel mogelijk uitge
gaan van gelijke perioden, zodat leer
lingen van het kleuter- en lager onder
wijs dezelfde dagen vakantie hebben als
leerlingen uit het voortgezet onderwijs.
Het schema voor de vakantiedagen is
vastgesteld door de provinciale onder
wijsraad en aan alle Zeeuwse scholen
aanbevolen.
Voorjaarsvakantie.
De voorj aars- of krokusvakantie is
voor alle scholen van 5 t/m 9 maart.
Paasvakantie.
De kleuter- en de lagere scholen be
ginnen de paasvakantie op 20 april, ter
wijl het voortgezet onderwijs de school
deuren al op 16 april sluit. Voor alle
scholen eindigt de paasvakantie op vrij
dag 27 april, maar men hoeft pas dins
dag 1 mei op school te verschijnen, want
aansluitend aan het weekeinde is het
's maandags Koninginnedag.
Hemelvaartsdag.
Op Hemelvaartsdag (31 mei) hebben
alle scholen vrijin het kleuter- en lager
onderwijs is ook de daarop volgende
vrijdag een vakantiedag. De leerlingen
uit het voortgezet onderwijs worden die
vrijdag echter weer op school verwacht.
Pinkstervakantie.
De pinkstervakantie voor het kleuter
en lager onderwijs is op 11, 12 en 13
juni; het voortgezet onderwijs heeft al
leen de elfde juni.
Zomervakantie.
De zomervakantie begint voor alle
scholen op 9 juli en duurt tot en met
17 augustus.