Geef.V
§cjd.
Geef lucht.
KRONIEK VAN
NOORD BEVELAND
Raadsvergadering Kortgene
Een oud-eilandbewoner
weet te vertellen(Oeel 1)
Steun het Astma Fonds.
Posfciro 55055.
$sg -v
Het is me het weekje wel geweest, beste vrienden. Ik bedoel dan
de verkiezingen en de naweeën daarvan. Wat kunnen we met ons
allen toch lekker keuvelen over uitslagen en over hoe het wel
en niet moet. Ook de venijnige steekjes die zo links en rechts
worden uitgedeeld, horen daar nu eenmaal bij.
Een roerige week dus, wat de politiek betreft. Toch wil ik het
in de Kroniek niet over politiek hebben. En wanneer het toch
een ietsje op politiek zou trekken, dan zo discreet mogelijk.
Vandaar:
Anonimus Politiekus.
Den heer S. te Kamperland
is bie de heméénte hoei-je klant.
Mè dat kan hlad hin kwaed,
want ie zit in de raed.
Naemen doe'k nie noeme,
mè op Kamperland doe z'n roeme.
Nie zo zeer vanwehe de poletiek,
di m'n trouwens toch nie over in de Kroniek.
Ni-je, die meneer S. te K. is éél bekend,
da's vanwehe z'n vitemine-tent.
Appels en peren en zo meer,
dirom is S. zó'n bekende meneer.
En oe hoed bekend is wee hebleke
mee de verkieziengen voruhe weke.
Want toen s'aevens de stemmen wiere heteld,
stienge ze di toch wat versteld.
Di stieng op ut stempepier z'n naem voluut heschreve,
je za tut toch mè beleve.
S. z'n naem voluut mee een röö-je stip,
van ontroerieng kwam d'r een snik.
As nieuwe kandidaat vo't parlement,
di was'tun toch zó mè nie an hewent.
Burhemééster W. te W. was ök hlad van streek,
toen die nae dat pepiertje keek.
Wat most di noe mee hebeure,
dat kó-je toch zó mè nie verscheure.
Toen bin ze nie langer bluuve kliere;
ze zouwe't 6k mee nae Den Aag opstiere.
Die stemmer ei netuurluk hedocht: ze bin toch oal ziek;
dan kriehe m'n meschien hezonde vitemine-poletiek.
Mè zó a'k a zei: hin poletiek en naemen dus, da kan noe éénmael
nie;
mè kom'tun éénmael in Den Aag, dan zie-je wè wie.
Zo ver ik weet, beste vrienden, heeft de heer S. te K. helemaal
geen aspiraties om in Den Haag te komen. Maar er zijn blijkbaar
mensen die daar anders over denken.
Een oude Peelandse spreuk is hier daarom zeker op zijn plaats:
Ze kun beter over je praete,
dan da ze't laete.
Want a ter niks mi te praeten is,
dan is ter mee joe wat mis.
CeeBee.
De installatie van de gemeenteraad van
Kortgene in de nieuwe samenstelling vond
plaats op dinsdag 7 september j.l.
Nadat de burgemeester van Kortgene de
3 nieuwe raadsleden: mevr. E. M. R. Heyers-
Bakker, dhr. W. Huibregtse en dhr. P.
Geelhoed, extra had verwelkomd, wees hij
er op dat we nog steeds met een econo
mische teruggang te maken hebben. We
zijn met een groeiende economie opge
groeid en daarom is het niet eenvoudig
om zich bij een teruggang aan te passen,
aldus de burgemeester.
Hij wees er verder op, dat er in een
gemeente 3 bestuursorganen zijn, t.w. de
gemeenteraad, het college van b. en w.
en de burgemeester. Het college van b. en w.
moet niet gezien worden als de tegenpartij
van de raad. Het is het dagelijks bestuur
dat door de raad is gekozen. Momenteel
zijn er 2 raadsleden uit Kats, 3 uit Co-
lijnsplaat en 6 uit Kortgene. Ze zijn echter
niet alleen lid van de raad om alleen hun
eigen plaats te behartigen. Het jongste lid
is mevr. Heyers van het CDA. Ze is niet
alleen de jongste, maar ze is nog maar
7 maanden op Kortgene woonachtig.
Hierna werden de raadsleden beëdigd,
waarbij dhr. Blankenstijn, dhr. De Smit,
mevr. De Looff, mevr. Heyers, dhr. Van der
Weele en dhr. Van Noort, de eed aflegden.
En dhr. Van Damme, mevr. Van Oeveren,
dhr. W. Huibregtse, dhr. J. Dobbelaar en
dhr. P. Geelhoed de belofte. Het nieuwe
raadslid, dhr. W. Huibregtse, zei hierna
het volgende:
Voorzitter, als kersvers raadslid hoop ik
van ganser harte, dat ik in de komende
raadsperiode met u en met mijn kollega-
volksvertegenwoordigers, in het bijzonder
die van mijn fraktie, op een uitermate
prettige, konstruktieve en vooral kreatieve
wijze mag samenwerken.
Juist door het samenwerken, door het
bevorderen van nieuwe samenwerkingsvor
men, kan wellicht een bijdrage geleverd
worden aan het oplossen van met name
de steeds verslechterende economische si
tuatie, die zo langzamerhand dwars door
alle geledingen van onze maatschappij voel
baar wordt.
Vanzelfsprekend kan dit alleen slagen,
wanneer wij niet alleen de mening van
anderen respekteren, maar er ook terdege
rekening mee houden.
Voorzitter, staat u mij toe dat ik vanaf
deze plaats van de gelegenheid gebruik
maak, de kiezers die op de 2de juni in
een zo'n grote getale op de P.v.d.A. hebben
gestemd, te danken. Zij hebben er voor
gezorgd, dat de P.v.d.A.-fraktie wederom
in dezelfde sterkte in de nieuwe raad kan
terugkeren. Hierin klinkt tevens de waar
dering door, voor de wijze waarop de
P.v.d.A.-fraktie de afgelopen 4 jaar haar
taak heeft verricht.
Kiezers, dank hiervoor. Het brengt mij
in de verleiding u te vragen dit stemsucces
morgen te herhajen. Ik dank u.
Na felicitaties van de burgemeester,
waarbij hij opmerkte er tevreden mee te
zijn, dat geen enkele partij de meerderheid
heeft, werden de heren J. van Noort en
L. M. van der Weele met algemene stemmen
tot wethouder gekozen.
Dhr. Blankenstijn was blij met zo'n grote
vertrouwensbasis en mevr. Van Oeveren
hoopt, dat de WD, hoewel geen lid in het
college hebbend, van alles op de hoogte
zal worden gehouden.
Na een korte schorsing werd door de
burgemeester bekend gemaakt, hoe de ver
schillende funkties in het college zijn ver
deeld. De burgemeester heeft: personeels
zaken, voorlichting, openbare orde en vei
ligheid (w.o. brandweer en politie), ruim
telijke ordening (w.o. volkshuisvesting,
dorpsvernieuwing en recreatie), onderwijs
(na 2 jaar wethouder Van Noort) en voor
zitter bestuurdersoverleg. Wethouder Van
der Weele: loco-burgemeester, openbare
werken (w.o. sportakkommodaties), econo
mische zaken (w.o. vismijn en middenstand)
en milieuzaken. Wethouder Van Noort: alle
welzijnszaken (w.o. sociale zaken), welzijns
beleid, volksgezondheid, cultuur, jeugd en
jongerenwerk, dorpshuizen en onderwijs (na
2 jaar over te nemen van burgemeester).
Hierna volgde de benoeming van leden
van de raadscommissie en vertegenwoordi
gers in diverse instellingen.
Bij de behandeling van de commissie
„handel, ambacht en diensten" maakte dhr.
De Smit bezwaar tegen de gevolgde proce
dure. Ook sprak hij er zijn verwondering
over uit, dat dhr. Van Damme was voor
gesteld in de plaats van dhr. Boot in de
gemeenschappelijke regeling „Het Veerse
Meer". De burgemeester zei, dat de poli
tieke afkomst geen rol heeft gespeeld bij
het voorstel.
Mevr. Van Oeveren vroeg hoe lang de
vertegenwoordiger van Wissenkerke nog aan
bod is in de schoolartsendienst. Ze vond
het geen bezwaar, dat Wissenkerke nog
blijft zitten, maar in het vervolg moet
Kortgene aan bod komen.
Na de rondvraag, die niets opleverde,
sloot de burgemeester de vergadering met
de hoop uit te spreken, dat de komende
periode voor de gemeente een gunstige
periode zal zijn.
BEURS POSTZEGELS EN MUNTEN
De Commissie Ruildag 1982 organiseert
op 25 september a.s. een grote beurs voor
postzegels en munten, uitgaande van de
samenwerkende verenigingen I.V. Philate-
lica afd. Middelburg, P.V. Delta-West en de
Numismatische Kring Zeeland.
Deze beurs zal worden gehouden in het
gebouw „De Schakel", Bachtensteene 14
te Middelburg en voor het publiek toe
gankelijk zijn van 10.00 tot 17.00 uur.
Er is volop handel aanwezig en een
grote verloting.
P.V. "DE BLAUWE DOFFER"
KORTGENE
Uitslag wedvlucht Maastricht op 11 sept.
Deelname 310 duiven.
1 H. Verburg en zn. 11.47.32 159.
2 H. J. v/d Moere
3 M. van Belzen
4 idem
5 W. C. Leenpoel
6 P. J. Kesteloo
7 idem
8 J. L. F. Minneboo
9 L. de Fouw en zn.
10 W. M. Bouwense
50.07 161.
50.43 160.
51.19 2
53.38 161.
47.46 154.
47.54 2
47.46 153.
48.12 154.
48.22 153.
.201 171.6
.012 169.4
.960 167.2
165
185 162.8
.473 160.6
158.4
.866 156.2
112 154
.883 151.8
GROEP VAN EN VOOR ÉÉN-OUDER
GEZINNEN TE VLISSINGEN
Enkele alleenstaande ouders, in samen
werking met het Algemeen Maatschappelijk
Werk Vlissingen en Fiom-Zeeland, willen
in Vlissingen een groep van en voor één
oudergezinnen oprichten.
Het doel is om over specifieke problemen
te praten, thema-avonden te houden, maar
ook gezamenlijk, al dan niet met de kin
deren, een avond of middag door te brengen
in ontspannen sfeer.
Door ervaringen uit te wisselen merkt
men dat men niet alleen staat en dat ook
anderen in een soortgelijke situatie ver
keren, wat ertoe kan leiden, dat men zich
gesteund voelt en elkaar onderling hulp
en advies kan geven.
De bijeenkomsten worden gehouden ie
dere woensdagavond om 20.30 uur in de
„Breehof', Breestraat 8 te Vlissingen. De
kennismakingsavond is op 29 september a.s.
om 20.30 uur.
Inlichtingen en aanmeldingen bij Fiom-
Zeeland, Loskade 17, Middelburg, Telef.
01180 - 27311.
OUDERAVOND VAN SCOUTING
NOORD-BEVELAND
Het Groepsbestuur van Scouting Noord-
Beveland, Zandkreekgroep, organiseert op
woensdag 22 september a.s. een ouderavond.
Het adres is: C.N.S. „De Pijler", Juliana-
straat 32 te Wissenkerke en het begint
om 20.00 uur.
Het programma vermeldt de volgende
onderdelen: ontmoetingsspel; mededelingen:
winterprogramma; dia's; bingo; rondvraag.
Heeft u nog SRV- of winkeliersvereni
gingszegels, die niet opgeplakt zijn? Wilt
u die dan aan ons geven? Wij plakken ze
met plezier op en leveren ze in voor Scou
ting. En... oh ja, heeft u nog iets staan,
hangen of liggen, dat u toch nooit ge
bruikt, brengt u dat dan even mee alstu
blieft. Wij zitten dringend om prijsjes ver
legen.
Bij verhindering op deze avond gaarne
een berichtje sturen aan de secretaresse
van de Zandkreekgroep, M. J. Loendersloot-
Fiegel, Voorstraat 12, Wissenkerke, Tel.
01107 -1219.
ÉÉN-OUDERGROEP - MIDDELBURG
De één-oudergroep Middelburg, een zelf
hulpgroep waaraan een ieder die gescheiden
is of in scheiding ligt kan deelnemen, begint
vanaf oktober a.s. iedere woensdag om
20.00 uur. Het adres is voortaan: Londense-
kaai 37 te Middelburg.
Het principe van de zelfhulpgroep is, dat
mensen die een gezamenlijke problematiek
hebben, hierover met elkaar kunnen praten,
elkaar kunnen steunen en elkaar onderling
hulp en kontakt kunnen bieden.
In dit groepsproces ziet men het zelf
vertrouwen weer terugkomen, wat ertoe
leidt dat men zelf weer initiatieven gaat
ontplooien.
Voor nadere telefonische inlichtingen kan
men zich wenden tot Fiom-Zeeland, Tel.
01180 - 27311.
THEMABIJEENKOMSTEN VOOR
ALLEENSTAANDE OUDERS
Fiom-Zeeland (instelling voor hulpver
lening bij zwangerschap en alleenstaand
ouderschap) organiseert drie themabijeen
komsten voor alleenstaande ouders. Aan de
hand van een inleiding zal gesproken wor
den over de specifieke vragen waarmee
deze ouders worden gekonfronteèrd. De
bijeenkomsten vinden plaats in het gebouw
van Jeugd Gezin, Londensekaai 37 te
Middelburg.
Het eerste thema is „Opvoeden in je
eentje" en zal worden ingeleid door Constan
Jansen, psycholoog. Deze avond wordt ge
houden op maandag 4 oktober, aanvang
20.00 uur.
Het tweede thema is „Voel je je wel
lekker?" en zal worden ingeleid door Anne-
tien Heering, fysiotherapeute. Deze avond
wordt gehouden op maandag 1 november,
aanvang 20.00 uur.
Het derde thema is „Een nieuwe relatie?"
en zal worden ingeleid door Wim Goedman,
maatschappelijk werker. Deze avond wordt
gehouden op maandag 15 november, aan
vang 20.00 uur.
Opgave voor deelname aan deze bijeen
komsten bij Fiom-Zeeland, Loskade 17 te
Middelburg, Telefoon 01180-273111. Ook
is hier een folder met nadere inlichtingen
te verkrijgen. Een kleine bijdrage ad. 1,50
voor de koffie zal per avond worden
gevraagd.
Het is weer al lang geleden, dat ik op
een zaterdagavond, beroepshalve vertoevend
in een toeristen-bergstadje aan de Rijn in
Duitsland, onder het genot van een goed
glas wijn, bekomend van de drukke achter
mij liggende week, aan een tafeltje zat in
een gezellig wijnhuis. Tevens luisterde ik
naar de eigenaar van deze zaak, die gitaar
spelend en zingend daarbij, zijn gasten
trachtte te amuseren. Wat hem wonderwel
gelukte. Deze man, mij bekend, was naast
wijnboer en zakenman, ook een waar artiest.
Het kunstfluiten beheerste hij ook tot in
de perfektie.
In een te correct Duits werd mij op
een zeker ogenblik gevraagd of de stoel
naast mij soms bezet was? Dit was zicht
baar n'iet het geval. Hoewel het te waar
deren valt en blijk geeft van welvoeglijk
heid, dat in een dergelijke situatie de stoel
dan niet zonder meer wordt weggenomen.
Toen werd verzocht of bedoelde stoel dan
meegenomen mocht worden naar een zo
juist gearriveerd gezelschap, waarbij de
vragensteller ook behoorde, bestaande uit
evenveel dames als heren. Echtparen zo te
zien.
De gitarist had juist zijn optreden on
derbroken en dit gaf mij, na het applaus,
gelegenheid en moed aan de vragensteller
'te verzoeken of wij het gesprek in het
Nederlands voort konden zetten
Dit was in de roos gemikt, want wij
waren landgenoten. Viruly, de oud KLM-
gezagvoerder en schrijver, zou dit bij „Ver
rassende ontmoetingen" onderbrengen.
Mijn tweede veronderstelling was minder
zeker. „Of," zei ik, „u komt uit het wes
telijk gedeelte van Noord-Brabant of uit
Zeeland?"
Het was Zeeland en wel Goes. Of de
wereld nog steeds klein was! Maar hij
woonde al jaren in de stad Utrecht en
werkte in de provincie met dezelfde naam.
Zijn vrouw kwam uit Bergen op Zoom, was
in het verleden verpleegster in het zieken
huis te Goes. En zo was hun huwelijk
gekomen.
„Maar," zei hij, „altijd ben ik Zeeland
trouw gebleven. Zit in het bestuur van
de Zeeuwse vereniging in de Domstad;
maakte als amateur voor deze vereniging
onlangs nog een film te Walcheren en
Schouwen-Duiveland."
„Prachtig," zei ik, „en hoe maakt jullie
erelid, mej. C. J. Swenne, afkomstig van
Wissenkerke en gepensioneerd onderwijzeres
te Utrecht, het?"
„Zij is pas nog geridderd door jullie
burgemeester, Jhr. De Ranitz, die ik eens
met het oude opleidingsschip „Prins Hen
drik", met het voltallig gemeentebestuur
uit Utrecht, vervoerde wegens het openen,
door hem, van een scheepvaartafdeling aan
de Jaarbeurs!"
Verbazing, verbazing. Hoe ik dat van
mej. Swenne zo precies wist?
„Ja," antwoordde ik, „ik kom van Noord-
Beveland en jullie erelid is toevallig een
•tante van mijn vrouw!"
Door al deze verrassingen beging de
Domstad-bewoner toen een vergissing. Pein
zend kijkend naar de zich weer installerende
gitarist, ontviel hem: „Jammer, dat jullie
op Noord-Beveland geen humor bezitten!"
Muziek en zang noodde tot stilte en
mijn nieuwe kennis begaf zich met een
handgroet weerom naar zijn gezelschap. Die
hem met enige verwondering ontving.
Bij de volgende muziekpauze kwam de
uitnodiging aan mijn adres om aan de
landgenotentafel te komen aanzitten. Bij
het aan elkander voorstellen bleek, op een
uitzondering na, dat wij provincialen onder
elkander waren. Ergens in mijn achterhoofd
'kriebelde een komische gedachte. Hier, in
de bergen, zijnde in het buitenland, voelde
ik mij verplicht ons goede Noord-Bevelandje
te moeten verdedigen.
In onze dreven zou geen humor zijn?
Hier was zeker de beste verdediging de
aanval. Ik vroeg dus mijn gastheer waarom
de Utrechtenaren altijd weer denken de
wijsheid in pacht te hebben?
Daar hij nu zeker een addertje onder
het gras zag wiebelen, zweeg hij wijselijk,
met een afwachtend lachje.
„Dan zal ik het u zeggen," zei ik, „om
dat er maar één Dom is!"
Hilariteit, wat het ijs ineens brak. Toen
vroeg ik hem zijn stelling over ons te
bewijzen.
Ja, nu moest i'k zijn uitlating niet al
te serieus opvatten. Hij had de „peelan-
ders" altijd wel fijne mensen gevonden,
doch nogal zwaar op de hand; een beetje
zwarte-kousen-achtig. Vandaar zijn verspre
king, althans in mijn ogen. Al voorzichtig
geworden, verzocht hij mij erg diplomatiek
het tegendeel te bewijzen. Dat wij dus op
Noord-Beveland, die vruchtbare kleiklont,
wel humor bezaten. Zijn gezelschap viel hem
bij en daar zit je dan.
Hoe moest ik nu, zo ver van honk, hier
op reageren? Ik besloot dan de handschoen
maar op te rapen. Nadat aan onze tafel
wijn was geserveerd, de muziek werd nu
verzorgd, zachtjes, door apparatuur, de
eigenaar hielp nu achter de tapkast, stak
ik van wal.
Zeker had het gezelschap wel eens ge
hoord van de bekende Nederlander Eduard
Flipse, geboren te Wissenkerke, dirigent
van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Zijn broer, Marinus Flipse, pianist, eveneens
aan hetzelfde orkest in vaste dienst ver
bonden, -was ook voldoende bekend! Deze
was op tournee door Amerika.
Een even goede zoon van Wissenkerke,
Jaap Back, was in die tijd gezagvoerder bij
de KLM en met zijn machine vervoerde hij
van de ene naar de andere Amerikaanse
stad ook pianist Flipse. Tijdens de vlucht
hadden gezagvoerder en passagier geen kon-
takt met elkander gehad, wat Flipse speet.
Hij zou na de landing trachten hieraan
iets te doen.
Na zijn debarkatie zag en hoorde hij,
dat gezagvoerder Back aan zijn bemanning,
in het Engels uiteraard, verdere orders
stond te geven bij het vliegtuig.
Flipse naderde hem „op de rug", klopte
hem op de schouder en zei: „Dat mot je
noe's op z'n Nöörd-Bevelans zégge!"
Kijk, dames en heren. Dit is nu een
staaltje van onze humor en die nemen
wij desnoods mee naar Amerika.
Nu een ander bewijs, als dit mag?
Op een morgen arriveerde bij ons te
Kortgene een weer nieuwe straatmuzikant.
Hij kwam van verre, met een fiets zonder
kettingkast. Die fiets was een „doorloper".
Via de opzij aan de as van het achferwiel
aangebrachte „opstap", besteeg die man
zijn ros. Met een klem werd de broekspijp
aan het rechterbeen vanonder in een zijde
linkse vouw vastgehouden, zodat de broek
niet in de fietsketting zou geraken en zou
stuk gaan. Hij droeg een Belgische schip
perspet en een zwart pak met vest, waarop
een zilveren horlogeketting prijkte. Met een
koord hing een bugel (blaastrompet) op
zijn rug, die zelden meer gepoetst werd.
Daar deze muzikant ons dorp niet kende,
dacht hij, voor de vergunningaanvrage dit
ten gemeentehuize, beter eerst zijn licht
eens op te moeten steken bij de plaatselijke
bevolking. Over de muzikale interesse hier
en de geaardheid.
Het was een milde lentemorgen in een
wereld van nieuwe beloften. Aan het begin
van de Kaaistraat bevond zich een timmer
manswerkplaats en de werkenden daar, in
familieverband, hadden wegens het goede
weer de deur van de werkplaats opengezet.
Deze uitnodiging werd door de vreemdeling
benut. Hij zette zijn fiets tegen de muur
en kwam naar binnen. In afwachting werd
het timmerwerk even onderbroken. De tim
merlieden waren toevallig ook werkende
leden van de plaatselijke muziekvereniging
E.M.M. Eigenlijk kwam dus die muzikant
bij collega's binnen. Beter kon het niet
treffen.
Nu, Kortgene heeft dit geweten! Want
na het beleefde goede morgen verzocht de
vreemdeling of men hem wilde vertellen
hoe het hier met de dorpsgeest gesteld was?
Was deze aan de luchtige kant of zwaar
op de hand? Dit naar aanleiding van zijn
te kiezen repertoire.
Zonder een spier te verrekken keken de
timmerlieden elkander heel even aan. Eén
hunner antwoordde: „Ja, het is hier een
zéér christelijk dorp, daar zijn zelfs twee
kerken. U doet er goed aan uw liederen
hierop aan te passen. Het vrolijkste lied
mag enkel het „Wilhelmus" zijn1"
Met deze wetenschap ging de muzikant
zijn vergunning aanvragen om op het dorp,
in het openbaar, te mogen spelen. Wat zel
den werd geweigerd.
Uw verteller moest als jongeman in de
loop van die morgen ook ten gemeente
huize zijn. Wij hadden toen mr. J. D. Koster
als burgemeester en de latere burgemeester,
de heer A. A. Schuit, was toen sekretaris.
Deze zat aan zijn bureau, met geopende
ramen, toen ik bij hem kwam. Daar rolden
nu de klanken van „Daar ruist langs de
wolken" naar binnen. De voor zijn boter
ham blazende vreemdeling deed uitstekend
zijn best!
Toen zuchtte de sekretaris eens en liet
zich ontvallen: „Dat op deze mooie vrolijke
morgen nu juist een muzikant moest komen
met deze zwaar op het gemoed vallende
muziekI"
Dit is, dames en heren, ook een staaltje
van onze humor. Hoewel van ander gehalte.
Vertel nog eens iets, werd door de dames
voorgesteld.
Goed, moet ik gezegd hebben, nu komt
er een kort verhaal uit de tijd van de
bovengrondse telefoonverbinding. U weet
wel, met die landelijk dominerende groen-
verweerde palen langs dreef en weg. Boven
aan zaten die wit-porseleinen draadhouders.
Vaak legden wij als kind het oor tegen
zo'n paal en dan hoorde je het heelal
zingen.
Een groep „opgeschoten" dorpsjongens
besloten op een herfstavond een grap uit
te halen. Eén hunner zou zich als „vreem
deling" verkleden. Toen dit gerealiseerd
was, zag hij er ook erg buitennissig uit.
Een breedgerande hoed van bruine pluche
sierde zijn schedel en daaronder keken zijn
ogen door een zonnebril de duisternis in.
Een lange donkere jas hing scheef om zijn
schouders, de lege mouwen fladderend op
de wind.
Een kinderloos echtpaar, beiden al jaren
getogen in de veldarbeid, gingen altijd al
vroeg ter bedstede. Deze mensen waren als
„slachtoffer" uitverkoren, want de rijpere
jeugd was in die dingen niet altijd even
mild.
Goed, het huisje waar de grap uitgehaald
zou worden, was in de buurt, ook al in
ruste. De gordijnen, achter de hor, waren
alvast geopend met ter bedde gaan, wegens
de altijd weer komende dag van morgen.
Het was nog de tijd van de petroleumlamp,
die eenmaal 's avonds gedoofd, niet weer
gauw werd ontstoken.
De „vreemdeling" timmerde nu met zijn
vuist op een raam van de huiskamer met
bedsteden. Na een tijdje kwam er gerucht
uit één van zo'n slaapplaats. Toen de herrie
daarbuiten zich bleef herhalen, verliet de
vrouw, getooid met slaapmuts, de koets
en stak op „de blaeker", een altijd gereed
staande kaars aan.
Niet bang uitgevallen kwam zij naar het
bewuste raam en na wat gemanipuleer met
het flakkerende kaarslicht zag zij daarbuiten
die vreemdeling. „Bèl, bèl, wat gae me noe
beleve?" zei ze duidelijk hoorbaar.
De vreemdeling vroeg in een koeterwaals
van woorden de weg van Kortgene naar
Wissenkerke. Want daar moest hij bij de
burgemeester zijn.
En wat antwoordde die pientere vrouw
daar, terwijl haar man ook aanstalten
maakte om zijn bed te verlaten? „Menêêr,"
riep zij naar buiten, „je volgt de tillefon-
draed mè, dan kom je d'r vanzèlf!"
Kijk, dit was de humor, praktisch en
wel van een veldarbeidersvrouw van Noord-
Beveland. Zo voor de vuist weg, na een
korte gestoorde slaap.
(Wordt vervolgd) P. C. Noordhoek.