Taaipraatje W issenkerke Bijbanen zijn onmisbaar voor de samenleving KRONIEK VAN N OORD BEVE L AN D MARKUSSE Eerste deel PRETPARADIJS DE ROOMPOT" geopend 'SV;, Weinig schokkende plaatselijke gebeurtenissen deze week, beste vrienden. Een weinig schokkende, maar toch een leuke afwisselende gebeurtenis vindt a.s. zaterdag op Wissenkerke plaats. Dan komt namelijk het muziekgezelschap uit Zonnemaire op bezoek. Vrolijke noten dus zaterdag op Wissenkerke. Vorige Kroniek zijn de „olieneuten" al even ter sprake gekomen. Het verhaal van deze week heeft er alles mee te maken. De verhete olieneuten. Olieneutjes kocht Jewanna elke weke. Een oalf pond, ze dee ut nooit verhete. Hin neutjes in de dop, want die waere te vlug op. Ni-je hepelde, mee zout nog wè, die wouwe ze oal hraeg Een oalf pond was toch eihenluk nie vee, want ze dee-je d'r mè tot weunsdag mee. 'k Za mè us een pond kööpe, docht Jewanna op een keer. Mè jae, dat d'r staet, ete ze ök meer. Ze docht: Weet je wat, 'k za dat oalf pond wegsteke, dan kun ze d'r ök nie van éte. Mè wi most ze die neutjes douwe, meschien achter de klokke op de schouwe. Ni-je, di zouwe ze de neutjes wè vinde en 't oalf pond zö verslinde. Afijn, Jewanna piekerde d'r eihe 't oapezuur, toen kreeg ze toch een hoei-je hedachte op d'n duur. Ze docht: zö'n plekje vin alléén een vrouwe; 'k za ze in't wasmesjien douwe. En zö hezeid, zö hedae; de neutjes bin't wasmesjien in hehae. Di bleve de neutjes mooi uut ut zicht, wan't mesjien bleef dicht. Tot zaeterdag, wan toen most Jewanna wasse, dan lag 's maendags oalus wee schoon in de kasse. Dat ei ze laeter wè hewete, want ze was d'r zak neutjes hlad verhete. Een dag of wat laeter kwam Izak van 't werk; ie riep: da's toch sterk. 'k E een éélen dag joekte hehoa, riep Izak uut en ie sprong op en neer as een puut. Lae kieke, zei Jewanna toen, trek uut dat boezeroen. Dat dee um toen vlug, mè di oa Jewanna nie van trug. Want di vlohe de pinda's in't rond; di laehe d'r een berg op de hrond. Izak keek verwonderd nae benee en zei: was jie di tehenwoordug mee? Ni-je dat nie, zei Jewanna wat verlehe, 'k za ze houw bie mekoare vehe. Zö waere de neutjes nog een strop en 't oare oalf pond was twi daehen op. Jewanna doet tegenwoordig alleen de was nog in het machien, beste vrienden. Ondertussen zijn ook de pinda's allemaal uit het apperaat verwijderd. Hoewel de wasmachine lang het geluid van een koffiemolen heeft geproduceerd. Vandaar deze oude Pee- landse spreuk: Wat verhete da's menseluk, mè nie oaltied wenseluk. CeeBee. De slechte economische situatie in Nederland heeft ertoe geleid dat men in vele kringen is gaan zoeken naar middelen om uit het dal te komen. De grootste meerderheid onder ons volk beseft dat de grote werkloosheid funest is voor een goed funktioneren van het maatschappelijk leven. Een goede re medie om de werkloosheid om te buigen naar volledige werkgelegenheid bestaat niet. Het is een wereldvraagstuk van de eerste orde. Wel is het duidelijk, dat wij allen offers moeten brengen om een begin te maken met een terug keer naar economische groei. Jammer genoeg komen er geen maatregelen die ten doel hebben ons allen in gelijke mate te doen inleveren. De regering wil het volk groepsgewijze dwingen tot matiging. Dat lukt tot nu toe slecht en dan tracht men zijn figuur te redden met randmaatregelen, die de kern van de zaak niet raken, maar in schijn een bijdrage leveren tot oplossing van de werkloosheid. Heksenjacht op nevenfunkties. Tot dat rommelen in de marge behoort de poging van rijkswege om het aantal bij banen te beperken. In de particuliere sfeer heeft de overheid daar geen greep op en daarom begint onze minister van Binnen landse Zaken met het aanpakken van het „schnabbelen" in diensttijd van ambtenaren Daarnaast proberen rijk en gemeenten een eind te maken aan allerlei avondwerk zaamheden, waarop zij door middel van hun subsidie invloed kunnen uitoefenen. Overwerken door ambtenaren moet zo veel mogelijk worden vermeden, althans voor zover ervoor betaald wordt. Neven funkties van mensen die in openbare dienst zijn moeten worden verboden. Leraren, die naast een dagfunktie ook nog uren vol maken in avondscholen, moeten deze avond- banen inleveren. Gemeenten zijn er al toe overgegaan leraren van avondscholen groepsgewijze te ontslaan, voor zover deze avondfunktie boven een volledige dagtaak wordt vervuld. Met veel ophef wordt daar dan over ge zegd, dat daarmee betrekkingen worden vrijgemaakt voor werkloze ambtenaren en onderwijskrachten. Dat kan uitgroeien tot een soort heksenjacht op nevenfunkties van welke aard die ook zijn. In het algemeen kan daarover worden opgemerkt dat de reële bijdrage tot vergroting van het aan tal arbeidsplaatsen te vergelijken is met het laten vallen van een druppel op een gloeiende plaat. Het niet laten verrichten van overwerk betekent in de eerste plaats dat er een tijdlang vertraging optreedt in het afdoen van allerlei ambtelijke zaken. De stap van problemen die nog wachten op afdoening wordt hoger, want er staan niet van de ene op de andere dag werk zoekenden in de kantoren gereed om ach terstand in werk in te halen. Specifieke taken. De benarde financiële toestand van het land leidt er eerder toe dat het aantal formatieplaatsen voor allerlei werk en af delingen wordt ingekrompen, dan dat het wordt uitgebreid. Men zou veel werkzaam heden kunnen vereenvoudigen en daarmee stapels formulieren en overbodige procedu res kunnen beëindigen. Daarmee wordt dan ti'd en geld gewonnen, maar er komt dan geen werk bij. Er gaat alleen wat af. Ver volgens wordt veel overwerk alleen gedaan door mensen met specifieke taken, die daar mee vertrouwd zijn. Daar kan men zo maar geen anderen voor inzetten, bijvoorbeeld met hulp van een uitzendbureau. Worden zo al die overuren eens uitgeschift, dan blijft er maar weinig over waarvoor nieuwe krachten moeten worden aangetrokken. Helaas voor de werkgelegenheid. Een groot aantal mensen wordt gevraagd voor nevenfunkties, omdat zij die vanwege hun hoofdtaak het beste kunnen vervullen. Een ambtenaar in vervoerszaken kan op leiden in vervoerskunde of deel uitmaken van een examencommissie. Mensen uit het bedrijfsleven worden gevraagd speciale na- scholings- of bijscholingscursussen te geven omdat zij hun arbeidsveld en daarmee verbonden problemen kennen. Anderen ver vullen een rol als adviseur of als commis saris. Van andere orde zijn taken in neven funkties voor woningbouwverenigingen, voor recreatie of welzijnswerk. In de gezond- heidssektor voor invaliden of voor bejaarden Het werk wordt gehonoreerd maar meestal onvoldoende in verhouding tot de te leveren prestatie. Over de fiscale kant willen wij nog niet eens praten. Ontneem deze hulpvaardige groepen deze taken, dan zal alleen de maatschappij minder goed funktioneren. Vanzelfsprekend wordt dit soort nevenwerk ook wel eens ten dele of zelfs geheel in diensttijd gedaan. In dat geval zal een salaire verrekening met de hoofdfunktie billijk zijn. In vele gevallen wordt die ook door het particuliere bedrijfsleven geëist wanneer daar funktionarissen in de tijd van de onderneming ander werk doen. In ambte lijke funkties werden die financiële lijnen tot heden niet zo strak getrokken. Dat is een slordige fout van het ambtelijke appa raat zelf. Wanneer men die nu gaat her stellen, is dat een juiste zaak. In andere gevallen kan men zich voor stellen, d^at ambtelijke werkkrachten na hun werk nevenfunkties verrichten zoals andere werknemers dat ook doen. Het zou onbillijk zijn wanneer dit hun werd verboden. Mogen zij misschien ook over hun eigen tijd be schikken? Kwaliteitsvermindering. Bij onderwijskrachten geldt, dat zij in een aantal gevallen een volledige dagtaak heb ben en dat zij daarnaast nog een aantal uren aan het avondonderwijs mogen deel nemen. Deze regels gelden voor degenen die met rijkssubsidie werkzaam zijn. Wanneer het onderwijs betreft in een particuliere sektor, heeft de overheid geen enkele reken schap over het aantal uren dat men werkt. Voor het avondonderwijs werkt een aantal leerkrachten met veel geestdrift. Zij vinden in die avondtaak een gehoor dat hen dank baar is voor de tijd die zij beschikbaar stellen. De motivatie van cursisten is het grote psychische inkomen van de avond leraar. Veel docenten die hun werk als een roe ping zien, vinden in de avonduren com pensatie in hun werk voor hun dagtaak, die hun dikwijls zwaar valt door het grote aantal leerlingen dat naar school komt, omdat de ouders het willen of omdat zij anders niet weten hoe zé de tijd moeten door komen. Dat betekent voor de leraar ordecommissaris spelen of een soort poli tieagent. Voor het avondonderwijs zoekt men naar deskundigen, die een kritisch gehoor wat kunnen bieden. Nu kan de overheid ge subsidieerde docenten dit werk verbieden. Dan komen in hun plaats in een enkel ge val werkloze leerkrachten zich aanbieden. Zullen die steeds voldoende deskundige bagage meebrengen? Dan heeft de school leiding geluk gehad. In de meeste gevallen dienen zich minder goede krachten aan of er komt niemand opdagen. Want er zijn duizenden docenten en anderen die beslist niet bereid zijn in de avonduren te gaan werken. In een groot aantal gevallen zijn er zelfs geen deskundige krachten voor de avond taken beschikbaar. Dat betekent derhalve dat er een kwalitatieve daling optreedt in het avondonderwijs. En wij willen juist stu derenden inspireren om tot grote vakman schap te komen. Het tegenwerken van het verrichten van nevenfunkties en avondtaken leidt derhalve tot een averechts gevolg. Er ontstaat on gerustheid bij een categorie mensen die tot een extra inspanning bereid zijn. Er ontstaat kwaliteitsvermidering bij allerlei aktiviteiten waarbij deskundigheid noodzakelijk is en vooral geestdrift en betrokkenheid. En die is niet met geld te betalen. Het inleveren van nevenfunkties en avond taken leidt derhalve tot minder produkti- viteit en op iets langere termijn nog meer schade voor de economie. Een politieke zeepbel die gerust uiteen mag spatten. (Nadruk verboden). Drs. A. van Mierlo. TIPS Het uitrekken van de hals van uw jumper of trui kunt u voorkomen door aan de binnenzijde tegen de halsopening een boor- lintje te naaien. De bladbegonia mag u niet in het volle zonlicht zetten. Plaats haar wel in het volle licht en verplaats haar dan niet. Het nat maken van de bladeren moet u alleen op warme dagen in de zomer doen. Gebak, dat nog vers is, snijdt u gemakke lijker met een warm mes. Lathyrus moet altijd in een klein beetje water gezet worden. Ze blijft dan langer goed. Krenten en rozijnen zullen niet zakken in uw cake, indien u ze van tevoren door wat bloem rolt. Door een beetje boter op het water te leggen, voorkomt u overkoken van aard appelen. Gal. De meeste zegswijzen, waarin de gal voorkomt, getuigen van bitterheid en een negatieve instelling, vandaar ook dat men mensen, die overal en altijd bezwaren zien de zwartgalligen noemt. Om ontsteken in woede, drift of toorn aan te duiden, zijn de bekende zegswijzen: hij spuwt zijn gal uit, de gal bruist hem, de gal loopt hem over, de gal komt hem door het bloed, de gal springt hem in de neus. Alle voor beelden, hoezeer de gal een mens parten kan spelen. Niet voor niets zei men vroeger: „met gal gevoedsterd zijn." Dat betekende: niet met moedermelk, maar als het ware met de bitterheid en boosheid opwekkende gal zijn gevoed. Nicolaas Beets vertolkte de werking van gal in dichtregels: „Zoo daar een voorwerp is, dat twee gelijk begeren. Al 't bloed wordt aanstonds gal, en 't strijdperk is gereed." De gal heeft tal van bekende en in deze tijd inmiddels minder bekende zegswijzen opgeleverd. „Iemands gal opwekken" spreekt eigenlijk voor zichzelf. Door een bepaalde houding of door tartende woorden iemands drift of woede moedwillig opwekken. Dat gebeurt snel bij iemand die „een overloop van gal" heeft. Volgens het volksgeloof ver mengde bij een mens die teveel gal had, dit bittere vocht zich met het bloed. Dat uitte zich in uitbarstingen van gramschap en boosaardigheid. „De gal is wat gezeten" betekent derhalve, de drift is wat bedaard; de storm wat geluwd. Soms stelde men tegenover het venijn iets beters. Vandaar het aloude spreek woord: „De wijn maakt mal, maar weert de gal." De wijn voert wel tot dwaasheden, maar het voordeel is, dat dit geestrijke vocht toorn en boosheid verhindert. Zo bestaat naar aanleiding van het oude volks geloof, dat sommige dieren o.a. de duif geen gal zouden hebben, de zegswijze: „een duifje zonder gal." In figuurlijke zin meestal gezegd van onschuldige meisjes, zonder arglist of boosheid. 1 Met een pet op, het „spiegelei" geheven en met een fluitsignaal, floot gedeputeerde Ventevogel vanaf station Boemeldam het treintje met de genodigden voor een rond rit over het nieuwe recreatieproject van Camping De Roompot. Daarmee was dit nieuwe project geopend. Voordat het zover was, werden de ge nodigden ontvangen op het terras van het pannekoekhuis, waar directeur Van Koeve ringen allen welkom heette en een korte schets gaf van het ontstaan en de ontwik keling van het recreatiecentrum. Het recreatiecentrum werd in 1964 als een zeer bescheiden camping opgezet, waar van de bevolking zei: „Da kan nooit niks worre". Deze gedachte blijkt te zijn ge- loochenstraft, want als eerste camping in Nederland werd in 1979 hun de tiensterren toegekend voor het voorzieningenpakket. Het terrein is nu 26 ha groot, biedt aan 30 werknemers vast werk en in het hoog seizoen verblijven er 5 k 6000 personen op. Wanneer het in het seizoen echt zomer is, kunnen de recreanten zich aan het strand en in de omgeving best vermaken. Doch bij ongunstig weer zijn de ontspan ningsmogelijkheden vlug uitgeput en daar om werd uitgezien naar aanvullende moge lijkheden. Dit heeft men nu gevonden in dit Pret- We vervolgen ons Taaipraatje over gal met de vergelijking: „zo bitter als gal". Er? bitter, vooral van toepassing op dran ken. Ook overdrachtelijk gebezigd voor scherpe opmerkingen. „Een woord alleen verkeert al dit genooten zoet. Hoe smaak- lijk 't haai; ook scheen in enkel gal en roet" „Iets met gal en roet schilderen", wil zeggen, iets met de donkerste en hatelijkste kleuren afschilderen. Een zeer oud spreek woord luidde: „Weynigh galle maeckt veel honigh bitter." Een druppel gal is al vol doende om een flinke hoeveelheid honing bitter te doen smaken. Oud is ook: „Zon der zegen wordt honing tot gal." Zonder Gods zegen veranderen de zoetste dingen in bitterheid. „Die gal in^de mond heeft kan geen honing spuwen." Boosaardig of toornige mensen kunnen geen gezellig ge sprek voeren of waarderende woorden over de lippen krijgen. Vader Cats wist het al: „Wat kan een boose tongh al twist en onlust brouwen? Die gal heeft in de mont, en kan geen honigh spouwen." De volgende zegswijzen duiden eveneens op boosheid en bitterheid. „Honing op de lippen, maar gal in de keel." Ook: „Honing (zoet) in de mond, gal in 't hart." Vrien delijke woorden op de lippen, maar boosheid in het hart. Verschuilende zegswijzen getuigen van boosaardig schrijven, zoals: zijn pen in gal dopen, gal in zijn inkt mengen, zijn woor den in gal dopen, in de gal van zijn inktpot wroeten. Schimmel gebruikt zo'n uitdrukking in de dichtregels: ,,'k Had niet vermoed, dat tot vermeerdering van mijn pijn, Elk woord van mijn vriendin in gal gedoopt zou zijn." Uit de oude wetgeving en rechtspraak stamt: „Wetten met bloed en gal schrijven." Bloedige en harde wetten vaststellen. Uit de Bijbel, afkomstig van de kruisiging van Jezus, is: drinken van de bittere lijdenskelk (beker). We besluiten met het oude spreek woord: „Zonder spot of gal zijn." Dat betekent: zonder gebreken zijn. (Nadruk verboden). park, wat niet alleen toegankelijk is voor de eigen gasten, maar voor allen in de regio. De opzet is mede de bezettingsduur te verlengen, waardoor ook de prijsstelling mogelijk naar beneden aangepast kan wor den. Gedeputeerde Ventevogel was er trots op dat zulk een slechtweervoorziening voor het eerst in Zeeland gerealiseerd werd. De Roompot, zo zei hij, stelt hier een lande lijk voorbeeld. Na de eerste te zijn geweest die tien sterren ontving, die nu ook een paar andere campings in Nederland hebben ontvangen, staat De Roompot met deze voorziening weer op eenzame hoogte. Hij sprak de wens uit dat De Roompot met dit object veel succes mag hebben en hoopte dat enige andere grote campings in Zeeland dit voorbeeld zullen volgen. „Waar", zo sprak de heer Ventevogel, „vindt men verder in Europa nog zulk een camping"? Tot slot van de openingsbijeenkomst dankte de heer Van Koeveringen de geno digden voor hun aanwezigheid en hoopte hen allen volgend jaar op ongeveer dezelfde datum weer te ontvangen voor het dan te openen tweede deel, n.l. het sub-tropisch golfslagbad, een enorm project, waarvan dé maquette in de kantine van de camping stond opgesteld.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1982 | | pagina 2