KRONIEK VAN
NOORDREVELAND
Raadsvergadering Kortgene
Allereerst, beste vrienden, wil ik toch even reageren op wat vorige
week onder de Kroniek stond afgedrukt. Een ode in het Zeeuws,
afkomstig uit Kats. Kreeg d'r oendervleis van. Geweldig leuk,
dat er zo wordt gereageerd en zeker een stimulans om nog lang
door te gaan. Een paar leuke suggesties, wat de inhoud van het
Noord-Bevelandertje betreft, worden misschien wel eens een keer
door de uitgever ingewilligd. Ook een zagersspittende Mèrekusse,
zie ik ook nog niet zitten. Alles bij elkaar een prachtig „stikje".
Bedankt, GeeTee en al die andere mensen waar ik leuke reakties
van heb ontvangen.
Deze week nog een keer over de warme bakkers, beste vrienden.
Was het vorige week een krenterige bakker, deze week over de
Peelandse bakkers, die op stap gaan.
De werme Peelandse bakkers.
Bie de werme bakkers van Noord-Beveïand
bin d'r vele vaste klant.
Want van een bröödje zö vers uut d'n oven
bin d'r vele van ondersteboven.
Nie alléén brood bakke die mannen,
mè ök krentebollen en bolussen, éle manden.
Nog vee meer van die lekkere spullen,
di a-je de kleppe mee kan vuile.
Noe hae ze donderdag mee dat spul
de boer op, 't is hin flauwekul.
Dat éét d'n dag yan't brood, ek hehore,
mè di mö-je je n'eihe mè nie an store.
Je mö nie dienke 't is toch zonde,
want ze è't zelf uuthevonde.
Noe hae ze langs de scholen, zonder dollen,
mee manden vol mee krentebollen.
Ze brienge oal de scholen van Peeland een bezoek
in vol kostuum mee muste, jas en broek.
Netuurluk angt dat heweunluk in de kast,
mè noe zitte ze d'r mooi an vast.
Een pracht hezicht za dat weze,
oal die bakkers zó rond zie zjeze.
Dirom mensen van Noord-Beveland,
ouw donderdag je fototoestel bie d'and.
Want zö vee werme keiels bie mekoare langs d'n diek,
da's beslist uniek.
Tot slot, beste vrienden, een limmerik over een warme Wiskerksen
bakker.
Een werme bakker uut Wiskerke
liet an hin één wat merke.
Ie hin d'r stiekum van deu,
mè dat was 't un vlug beu.
En ie doe noe wee heweun werke.
CeeBee.
Bij de aanvang van de gemeenteraads
vergadering op donderdag 1 oktober te
Kortgene, deelde de burgemeester mede,
dat de notulen van de vorige vergadering
nog niet gereed zijn, in verband met vaka-
tures en vakanties op de secretarie. Zo
spoedig mogelijk zullen ze worden gemaakt.
Bij de mededelingen vond dhr. Dobbelaar
het een bezwaar, vooral voor bewoners van
Colijnsplaat en Kats, dat het gemeentehuis
alleen in de ochtenduren is geopend. De
burgemeester wil de regeling liever hand
haven, maar zegt toe dat er soepelheid
zal worden betracht. Iemand van buiten
de kern zal niet gauw worden teruggestuurd
Bij de behandeling van de bezoldigings
verordening 1981, hetgeeen een herziening
beoogt om te komen tot een beter waar
deringssysteem voor ambtelijke funkties
met name in de kleinere gemeenten, vond
dhr. Blankenstijn het een pluspunt voor
onze ambtenaren. Terwijl dhr. Van Damme
vond, dat 1 regel opschuiven dubbel op
betekend. Dhr. Boot vond de regeling van
groot belang voor het goed funktioneren
van het ambtelijk apparaat. Het is belang
rijk, dat personeelsverloop wordt tegenge
gaan. Dhr. Dobbelaar vond, dat de belang
rijke verhoging 500 tot 600 gulden per
maand meer, wel op een ongelukkig mo
ment is gekomen. Het doet wat vreemd
aan in een tijd waarin iedereen moet in
leveren.
De burgemeester vond het ook geen ge
lukkig moment, maar het is een gevolg
van al jaren aan de gang zijnde commissie
overleg met de vorige minister en de vak
bonden. Oorspronkelijk is men daar al
10 jaar mee bezig. Het is een herwaarde
ring, maar geen dubbel op. De toepassing
wordt in Den Haag bepaald en geldt ook
voor het ambtelijk personeel in de buiten
dienst. Naar aanleiding van een vraag van
dhr. Dobbelaar of dit ook geldt voor 1983,
'zei de burgemeester, dat de regeling struc
tureel is. Het voorstel wordt aangenomen.
Op 14 juli 1981 is een besluit van de
raad om ontheffing van art. 3 van de
gebruiksverordening op gebouwen aan dhr.
Ph. van der Winden uit 's-Gravenhage ver
nietigd. Uit het besluit was niet gebleken,
welk beleid van gemeentezijde wordt ge
voerd bij het verlenen van ontheffingen.
Opnieuw zal over het beroepschrift van
dhr. Van der Winden beslist moeten wor
den. Met duidelijke wijze welk beleid aan
gemeentezijde wordt gevoerd bij het ver
lenen van ontheffingen. Gezien het groot
aantal bestaande recreatiewoningen zal het
beleid met betrekking tot de ontheffing
dienstbaar moeten zijn aan het belang dat
de verordening beoogt te dienen.
Nadat alle frakties het een vreemde en
onduidelijke zaak vonden, werd besloten
om alsnog het beroep van dhr. Van der
Winden, betreffende het pand Havelaarstr.
40 te Colijnsplaat, af te wijzen. De moti
vatie zal worden aangepast als bedoeld in
art. 3 van de verordening.
Met algemene stemmen wordt hierna be
sloten om een voorbereidingsbesluit, om
de bouw van een basisschool in het be
stemmingsplan Colijnsplaat, gedeelte Door
braak Ringweg, mogelijk te maken, te
nemen. Dit eerder aangenomen voorberei
dingsbesluit vervalt op 16 oktober a.s.
Een volgend punt is een verzoek van
b. en w. uit Goes om deel te nemen in
een op 19 februari door de raad van Goes
gegarandeerde nieuwe geldlening van
3.000.000,Deze lening is nodig voor
de verbouw van het emreegebied, de
operatie-afdeling, het klinisch chemisch la
boratorium van het ziekenhuis Bergzicht
te Goes.
De heer Boot is overtuigd van het belang
van een goed functionerend ziekenhuis. Dhr.
Van Noort is dezelfde mening toegedaan,
maar dringt aan op afwikkelingen van jaar
rekeningen.
Nadat de burgemeester op een vraag
van dhr. Van Damme of er voor de Beve-
landse gemeenten risico's aan zijn verbon
den, had geantwoord, dat die zijn te ver
waarlozen, werd besloten ook nu weer
met alle Bevelandse gemeenten deel te
nemen in de gevraagde garantie.
Bij een voorstel om de bestaande ge
meenschappelijke regeling bij de Zeeuwse
Muziekschool op te heffen en deel te nemen
aan de nieuwe rijksbijdrageregeling sociaal
cultureel werk, die met ingang van 1 jan.
1981 van kracht is geworden, vroeg mevr.
Van Oeveren hoeveel lesuren één stem, die
de gemeente Kortgene heeft, betekend. Ook
dhr. Van Damme wil graag verduidelijking
van het aantal lesuren.
Wethouder Filius zegt, dat één stem 5000
lesuren betekend. Nadat mevr. De Looff had
gezegd het een goede zaak te vinden, waar
door onze gemeente op grote schaal gebruik
van wordt gemaakt, werd het voorstel met
algemene stemmen aangenomen.
Een voorstel om het college te machtigen
in voorkomende gevallen een bijdrage te
verlenen van maximaal ƒ500,voor het
aansluiten op het aardgasnet in onrendabele
gebieden, was voor dhr. De Smit aanleiding
om zich te verbazen dat de subsidie per
geval wordt verstrekt, ongeacht de kosten.
Veel eerlijker is het verstrekken van sub
sidie op de totale kosten. Heeft men over
een korte afstand aan te sluiten, dan moet
de subsidie daar naar geregeld worden. Ook
is het aantrekkelijk om naar het inkomen
van de aansluiter te informeren. De voor
gestelde regeling is voor ons niet accep
tabel. We staan voor 100% achter het
geven van subsidie, maar maken bezwaar
tegen het voorgestelde systeem.
Nadat de burgemeester gezegd had, dat
het moeilijk is te overzien hoeveel er ge
bruik van zal worden gemaakt, wil hij toch
het voorstel staande houden. Het wordt
aangenomen met de stemmen van mevr. De
Looff, de heren Boot en De Smit tegen.
In het kader van de ontwikkeling van
het plan Tonnenbuurt is nog één perceel
niet in het bezit van de gemeente. Met
de eigenaar, dhr. A. H. Duyndam, is nu
overeenstemming bereikt. Het pand, Irene-
straat 2, is getaxeerd op ƒ31.000,—, waar
mee de eigenaar akkoord gaat.
De raad steunt het voorstel om dit per
ceel te kopen voor dat bedrag en tot toe
kenning van een bijdrage in de verplaat
singskosten ad_ ƒ2.000,—. Het bouwplan
is in een vergevorderd stadium en men
kan wellicht in januari 1982 beginnen.
Bij de behandeling van een voorstel om
een perceel grond aan de watersportvere
niging „Noord-Beveland" in ondererfpacht
uit te geven, onder en bij het clubgebouw
voor 5,per m2, was voor dhr. Van
Noort aanleiding om te informeren waar
om 5,— moet worden betaald, terwijl
de gangbare canon 10,is.
De burgemeester vindt, dat de betrokken
heid met de haven duidelijk is. In tegen
stelling met andere bedrijven, die 10,—
moeten betalen. Van Noort zegt dat de
argumentatie redelijk klinkt, maar blijft het
onredelijk vindeii, dat zij minZTSï" moéten"
betalen dan het zakenleven. Wethouder Fi
lius heeft geen bezwaar tegen de voorge
stelde regeling. Hoewel Van Noort deze
gang van zaken betreurt, laat hij met pijn
zijn bezwaren vallen.
In een volgend punt wordt voorgesteld
om de torenspits te Colijnsplaat te ver
vangen. De "kosten voor de gemeente zijn
7.900,—.
Dhr. De Looff vindt het vreemd, dat dit
in eigen beheer wordt uitgevoerd. Waarom
hebben plaatselijke aannemers geen kans
gekregen om dit werk te doen. Het lijkt
hem sterk, dat eigen aannemers niet goed
koper het werk zouden doen. Dhr. Van
Damme wist niet, dat het in eigen beheer
moest worden uitgevoerd. Ook dhr. De
Looff heeft nergens gezien dat het aan
dhr. Jobse wordt opgedragen.
De burgemeester zegt zoveel mogelijk
eigen aannemers overal in te betrekken,
maar dit is specialistisch werk. Dhr. De
Looff blijft er bij, dat eigen aannemers de
kans moesten krijgen.
Een volgend voorstel tot aanleg van een
brug over De Valle te Colijnsplaat, vindt
aller instemming.
Dhr. Van Damme geeft een complimentje
aan het college. Ook Veilig Verkeer heeft
zich met die onhoudbare situatie bezig
gehouden. Dhr. Boot is blij met het voor
stel. In de algemene beschouwingen heeft
het CDA al aandacht daarvoor gevraagd.
Dhr. De Looff heeft ook hier bezwaren
tegen het niet inschakelen van een eigen
aannemer.
Wethouder Van der Weele zegt: als een
aannemer het doet, is er minder werk
voor eigen mensen. Het is hier ook spe
cialistisch werk. De kosten ƒ26.368,48, in
clusief BTW, zijn niet gering, maar we
willen een brug.
Dhr. Van Noort is blij met het voorstel,
ondanks de bezwaren tegen de wijze van
uitvoering. Dhr. De Looff blijft zijn voor
keur houden voor eigen aannemers. Voor de
eigen mensen is er volop werk aan wegen
en straten.
Bij een volgend voorstel tot vervanging
van de vorkheftruck op de vismijn te Co
lijnsplaat, zegt de heer Boot het noodza
kelijk te vinden, dat met goed materiaal
wordt gewerkt. Hoewel mevr. De Looff
liever had gezien, dat de huidige was
gereviseerd, heeft ze zich toch laten over
tuigen dat het huidige voorstel aanvaard
baar is.
Een voorstel tot aanschaf alarmontvan
gers ten behoeve van de brandweer, vindt
aller instemming. Dhr. Boot acht het van
groot belang om de korpsleden goed te
instrueren over gebruik en onderhoud en
hierop controle uit te oefenen. Het zijn dure
apparaten en al het mogelijk moet worden
gedaan om vervanging voortijdig, door on
kundig gebruik, te voorkomen. Dhr. Van
Noort geeft de brandweerlieden een
pluimpje voor hun aktiviteiten. Dhr. Van
Damme vindt, dat de excursie van de raad
naar de brandweer ervoor heeft gezorgd,
dat hij zonder bezwaar wil voorstemmen.
Zonder veel lawaai te maken kan de brand
weer snel optreden.
De burgemeester zegt, als men een brand
weerkorps wil hebben, er voor goed mate
riaal moet worden gezorgd. Hij deelt de
goede woorden van dhr. Van Noort. Met
algemene stemmen gaat men akkoord met
het voteren van een krediet van 42.187,50.
Omdat niet was voorzien dat met het
uitgeven in ondererfpacht van het kampeer
terrein De Paardekreek" te Kortgene aan
dhr. G. J. Brinkman, deze overdrachtsbe
lasting zou moeten betalen tot een bedrag
van 192.267,10, was de meerderheid in
het college van mening, dat het raadsbesluit
van 16 oktober 1980, waarin tot uitgifte
was besloten, moest worden ingetrokken
en te besluiten het kmapeerterrein te ver
huren aan dhr. Brinkman. De minderheid
in het college, wethouder N. Filius, was
echter van mening, dat uit een oogpunt
van consistent beleid het wijzigen van het
eerder gesloten ondererfpachtskontrakt ten
enenmale onjuist is.
Dhr. Boot zei, dat de CDA-fraktie zich
kan vinden in een goed opgestelde pacht
overeenkomst waarin de medezeggenschap
van de gemeente duidelijk tot uitdrukking
komt. Het standpunt van wethouder Filius,
dat de omzetting op geen enkele wijze de
belangen van de gemeente dient, is niet
juist. Inlichtingen bij juridische adviseurs
hebben de CDA-fraktie duidelijk gemaakt,
dat de huurder meer bescherming krijgt
in een huurovereenkomst. Financiële ge
volgen die het voor de gemeente zou
hebben, horen we wel als die er zijn. Wel
zijn er financiële gevolgen voor de huurder
die we in dit geval niet willen opzadelen
met een extra last van jaarlijks 25.000,—.
Tenslotte vroeg hij zich af hoe het mogelijk
is, dat een dergelijke kostenpost zo veel
later aan het licht komt.
Mevr. Van Oeveren zei vorig jaar tegen
het ondererfpachtskontrakt te hebben ge
stemd, omdat het meest belangrijke, nl.
het taxatierapport, ontbrak. We hebben
toen aangedrongen op uitstel van de be
slissing, omdat de konsekwenties niet te
overzien waren. We zijn helaas in het gelijk
gesteld. Nu blijkt, dat dhr. Brinkman een
overdrachtsbelasting moet betalen van ruim
192.000,—. Hij was hiervan niet op de
hoogte en u stelt dat de verantwoordelijk
heid primair bij dhr. Brinkman ligt. De
VVD-fraktie vindt evenwel dat er zeker
ook verantwoordelijkheid ligt bij het col
lege, die kennelijk niet de goede adviseurs
en de juiste raadslieden heeft geraadpleegd
voor een zo belangrijke zaak. We hebben
nu weer onvoldoende voorlichting van
b. en w. Op vele punten zijn de rechtsge
leerden het niet eens. Wie zijn wij dan
als volslagen leken om in dit bos met juri
dische voetangels en klemmen de juiste
weg te kiezen. We vinden dat het college
de gele kaart verdient en dat het huiswerk
overgemaakt moet worden.
Dhr. Dobbelaar vind het typerend, dat
juist bij belangrijke beslissingen de tijd
van voorbereiding tekort is. Óns politieke
standpunt is bekend en ook onze bezwaren
tegen bepaalde artikelen m het erfpachts-
kontrakt. Welke reden zou de fraktie van
de PvdA nu kunnen hebben om voor dit
huurkontrakt te zijn, als men van mening
is dat het dezelfde waarbofgen bevat als
het erfpachtskontrakt. Uit de verschillende
adviezen blijkt, dat zelfs de rechtsgeleerden
er niet uitkomen.
Dhr. Blankenstijn steunt het meerder-
heidsvoorstel. De gemeente lijdt geen na-
ddëf én ihTrT"k'an"THirf Bffnkman niet>!op-
zadelen met een som van 192.000,—.
De burgemeester vindt het onjuist om te
zeggen, dat de voorbereiding te kort is.
Op 15 september heeft wethouder Filius
al gezegd dat hij, hoe dan ook, tegen zou
zijn het kontrakt te veranderen, al zou hij
alleen staan.
Wethouder Filius, als de minderheid ih
het college, zei:
Het is nodig de besluiten over het kam
peerterrein in de raadsvergadering van 16
oktober 1980 in herinnering te roepen.
Met 6 tegen 5 stemmen besloot de raad
het gemeentelijk kampeerterrein in onder
erfpacht uit te geven. In feite gaf mijn
stem de doorslag. Ik stemde vóór, omdat
ik beangst was voor de financiële gevolgen
bjj voortzetting van gemeentelijk beheer.
Terzijde moet worden opgemerkt, dat van
de zijde van CDA en SGP waardering werd
uitgesproken over het goede ondererfpachts
kontrakt. Mijn eigen fraktie kantte zich
tegen een commerciële exploitatie,., Voor
mij wogen echter de financiële gevolgen
zwaarder.
Duidelijk is nu, dat angst een slechte
raadgever is. De meerderheid van het col
lege wil overstappen op een huurovereen
komst. Reden: hogere overdrachtskosten
yoor de pachter, hetgeen pas na het pas
seren van de erfpachtsaktiie bekend zou
zijn geworden. Ik acht dat een zeer 'twijfel
achtige gang van zaken. Een kampeerterrein
overnemen is toch iets heel anders, dan
een nieuwe fiets kopen. Terecht stelt de
meerderheid van het college, dat de pachter
primair verantwoordelijk is, doordat hij
zich onvoldoende georiënteerd heeft. Eén
van' de weinige opmerkingen in het voorstel
waarmee ik het grondig eens ben en die
iedere ondernemer ook alsN logisch zal er
varen.
Op zich kan ik mij zeer goed voorstellen,
dat het betalen van ƒ192.000,— over
drachtsbelasting een erg zware hijs is. Ik
heb mij in het college dan ook in beginsel
bereid getoond te zoeken naar wegen, die
zouden leiden tot een lagere overdrachts
belasting. In het college waren we het
eens over de uitgangspunten:
de financiële opbrengst voor de gemeente
mag niet veranderen;
rechten en plichten moeten hetzelfde
zijn;
bij wanprestatie moet de ontbindings
mogelijkheid hetzelfde zijn.
In de loop van de veelvuldige, langdurige
en kostbare besprekingen over het kontrakt
gingen er bij mij steeds meer alarmbellen
rinkelen. Het verkrijgen van een lagere
overdrachtsbelasting was allang niet meer
het voornaamste argument om tot omzet
ting van het pachtkontrakt in huurovereen
komst te geraken. Ik citeer uit het officiële
verzoek dat de juridisch adviseur van de
pachter indiende: „Reeds afgezien van de
niet te financieren overdrachtskosten, is
een rendabele exploitatie bij de huidige
canon haast nauwelijks mogelijk."
Mijn wantrouwen werd onderstreept door
de adviezen van de gemeentelijk juridisch
adviseur. De adviezen geven onvoldoende
garantie dat omzetting van pacht in een
huurovereenkomst zonder nadelige gevolgen
voor de gemeente blijft. Enkel al het feit,
dat een erfpachtskontrakt een zakelijk recht
en een huurovereenkomst een persoonlijk
recht is, geeft al aan dat het gemeentelijk
belang niet gediend is met omzetting van
kontrakt in overeenkomst. Dat is ook de
reden, waarom ik in het college een min
derheidsstandpunt moet innemen.
Overigens is het wel zo, dat als de raad
het collegevoorstel niet aanneemt, de ex
ploitatie van het kampeerterrein op onder-
erfpachtsbasis gewoon doorgaat. Het besluit
van 16 oktober 1980 blijft dan gewoon
van kracht en zo hoort het ook. Dat is
ook voor de pachter van belang. Ons is
immers steeds voorgehouden, dat een erf
pachtskontrakt een betere basis biedt voor
financiering. Een nadeel kan zijn, dat ho
gere lasten in de tarieven verwerkt moeten
worden. Gelet op het enthousiasme waar
mee de meeste standplaatshouders zich vo
rig jaar uitspraken voor overdracht van
de camping aan de huidige pachter, kan
dat nooit een doorslaggevend bezwaar zijn.
Ik wil niet nalaten de raad dringend
te wijzen op de gevolgen, die aanvaarding
van het meerderheidsvoorstel in bredere zin
zal hebben voor de gemeente. Als de raad
akkoord gaat, is er zonder meer sprake
van een precedent-werking. Ik noem slechts
het voorbeeld van de firma De Koster, die
nu ook huur in plaats van erfpacht wil.
Het gemeentelijk belang wordt daarmee niet
gediend. Integendeel het zal er door wor
den geschaad.
Waar blijven we, als zakelijke transakties
waar de gemeente bij betrokken is, in een
handomdraai kunnen worden omgezet? Als
ik in een advies van de juridisch gemeen
telijk advisieur d.d. 27 juli lees, dat de
zakenman De Koster door de kwestie cam-
pingkontrakt is geattendeerd op de nadere
financiële konsekwenties van de erfpachts-
konstruktie, dan vraag je als gemeente na
tuurlijk wel om onnodige problemen. Er
behoort sprake te zijn van een consistent
beleid. De meerderheid van het college
heeft dat in deze niet willen voeren.
De vergadering wordt geschorst. Na de
heropening zei de burgemeester, dat na het
besluit van 16 oktober 1980 ontdekt is,
dat een onvoorzien bedrag moet worden
toegevoegd. Vast staat, dat de standplaat
sen bij niet-aanneming van het meerder
heidsvoorstel niet met 4, maar met 10%
zullen stijgen. De meerderheid vind één en
ander ook niet prettig, maar men kan niet
om de feiten heen. Wat te doen? De enige
mogelijkheid is om er onderuit te komen
door een huurovereenkomst. Wat het ge
meentelijk belang is moet voor de raad
hoofdzaak zijn. Hij is er van overtuigd,
dat de gemeente geen schade zal lijden.
Men kan het college niet verwijten dat
de zaak te vlug is behandeld. Het is voor
betrokkene van groot belang, dat er dui
delijkheid komt. Vandaar de vlugge behan
deling.
Dhr. Dobbelaar zegt, öat het vorige kon
trakt er door is geduwd. De raad moet
zich niet laten doorduwen, aldus de burge
meester. Deze maakt ook bezwaar tegen
het uitdelen, door de WD, van de gele
kaart. Na een onderhoud met de notaris
zijn we enorm geschrokken toen onverwacht
bekend werd, wat de pachter nog zou
moeten betalen. Als wethouder Filius zegt,
dat een en ander in een handomdraai is
gedaan, is dat in strijd ®et. de waarheid.
Het is een duidelijke zaak én niemand is
er mee gebaat als het kontrakt niet wordt
aangenomen. We moeten over dit voorstel
besluiten en niet over zaken uit het ver
leden.
Weer volgt schorsing. Na de hervatting
zei dhr. Boot dat het standpunt van de
PvdA hem tegenvalt. Ook valt het hem
tegen, dat de WD oud-zeer naar voren
brengt. Gaat het bij alle frakties wel om
het gemeentebelang, zo vroeg hij zich af.
Mevr. Van Oeveren heeft geen behoefte
om op het betoog van het CDA in te gaan.
Het gaat om randverschijnselen, die niet
duidelijk zijn geworden. Het klinkt niet
overtuigend wat er over de collegetafel
komt. De gele kaart is terecht. Het is on
begrijpelijk, dat de raadslieden niet hebben
vermeld, dat er overdrachtsbelasting aan
verbonden was. Ons vertrouwen is niet
groot.
Als dhr. Van Damme vraagt waarom geen
belastingdeskundige is gevraagd, vindt de
burgemeester dat ongelooflijk gemakkelijk
om dat te zeggen. Van Damme is ook van
mening, dat dit huurkontrakt zal worden
afgewezen als het wordt aangenomen.
Dhr. Dobbelaar blijft van mening, dat
de tijd van voorbereiding te kort is. We
hebben te weinig zekeringen. Als de notaris
niet weet dat er overdrachtsbelasting moet
worden betaald, vindt hij dat een vreemde
zaak. Bovendien geeft het rijk nooit ter
reinen uit met huurkontrakt. Wel als erf
pacht en ondererfpacht.
Dhr. Blankenstijn betreurt dat er gezegd
wordt, dat het vorige voorstel er door is
geduwd. Nadelen voor de gemeente heeft
hij niet gehoord. Hij denkt, dat we op de
verkeerde weg zijn, als we het meerder
heidsvoorstel verwerpen.
Na de zoveelste schorsing heeft dhr. Boot
geen behoefte aan een derde termijn, terwijl
mevr. Van Oeveren zegt, dat iedere fraktie
een eigen verantwoordelijkheid heeft.
Wethouder Filius zegt, dat de bespre
kingen tekenend zijn voor de sfeer waarin
deze affaire zich afspeelt. Hij heeft gevraagd
om de juridische adviezen onder de raads
leden te verspreiden. De meerderheid in
het college is echter van mening, dat brie
ven die aan het college zijn gericht, niet
ongevraagd aan de raadsleden ter kennis
gebracht mogen worden.
Hoewel de burgemeester flinke druk uit
oefende op de VVD-fraktie en hoewel hij
weinig begrip kon opbrengen voor de raads
leden, die tegen het voorstel zijn, werd
het meerderheidsvoorstel met 6 tegen 5
stemmen verworpen. Voor stemden het
CDA, SGP en wethouder Van der Weele.
Tegen waren de PvdA, WD en wethouder
Filius.
Bij de rondvraag vraagt wethouder Filius
aandacht voor een persoonlijk feit. Hij zegt:
Ongaarne en met gemengde gevoelens
zie ik mij genoodzaakt tegenover de raad
een verklaring af te leggen. Een verklaring,
die zeker niet in een opwelling tot stand
is gekomen, maar na zeer rijp beraad en
na diepgaand overleg met mijn fraktie. De
verklaring houdt in, dat ik met onmid
dellijke ingang, derhalve 1 oktober 1981,
mijn wethouderszetel ter beschikking stel.
Ik wil, zoals voorheen, mijn plaats in de
gemeenteraad weer als gewoon raadsÜd
innemen.
De voornaamste reden voor mijn terug
treden wordt veroorzaakt door een gevoel
van onmacht over en gebrek aan vertrouwen
in een collegiaal funktioneren van het da
gelijks bestuur van de gemeente Kortgene.
Dit in het bijzonder voor wat betreft de
wijze waarop in de afgelopen periode voort
durend in het college over het kampeer
terrein is gesproken. Met name het optreden
van de burgemeester in deze wordt door
mij in ernstige mate betreurd.
Het bleek niet mogelijk om over het
kampeerterrein op zakelijke wijze in het
college te overleggen. De verwijten aan mijn
adres, dat andere dan zakelijke overwe
gingen een rol speelden, wijs ik met de
feiten in de hand, zonder meer af. Mijn
voortdurend zakelijke én collegiale opstel
ling blijkt uit mijn stemgedrag in het ver
leden. onder meer bij het besluit tot over
dracht van het kampeerterrein in onder
erfpacht. In het college heb ik mij ook
steeds bereid getoond mee te werken aan
redelijke compromissen bij andere zaken
de camping betreffende.
Mijn besluit wordt niet alleen ingegeven
door de wijze waarop in het college over
het kampeerterrein beraadslaagd is. Ik heb
ook onoverkomelijke bezwaren tegen de
manier waarop de gemeenteraad in deze
kwestie, zowel in het verleden als thans,
herhaaldelijk voor welhaast voldongen feiten
gesteld is en als het ware met de rug tegen
de muur besluiten moest nemen. Dit komt
een democratisch funktioneren van de ge
meenteraad niet ten goede.
In het algemeen wil ik nog benadrukken,
dat een collegiale samenwerking op vrijwel
alle andere gemeentelijke zaken wel mo
gelijk is gebleken. Natuurlijk waren er me
ningsverschillen, maar die konden op za
kelijke wijze zowel in het college als in
de raad worden beslecht. Dat moet in
politiek tot stand gekomen organen ook
mogelijk zijn. De situatie zoals die binnen
het college nu als gevolg van de kampeer-
terreinproblematiek is ontstaan, maakt een
verder funktioneren van mijzelf als wet
houder nauwelijks meer mogelijk. Daarmee
is het belang van de gemeente niet gediend.
Ik hoop, dat mijn opvolger zonder belast
te zijn met een campingerfenis, op colle
giale wijze in het dagelijks bestuur zal
kunnen funktioneren.
Na de verklaring van wethouder Filius
zei de burgemeester dit voor het eerst te
vernemen. Volgens artikel 90 moet de raad
binnen 14 dagen, in een openbare verga
dering, een andere wethouder kiezen. In
verband hiermee, verzoekt hij dhr. Filius
zolang de zaak te blijven behartigen, het
geen deze toezegd. Verder heeft de burge
meester de uitdrukking, dat de gemeente
raad voor voldongen feiten is gesteld, hoog
opgenomen.
Dhr. Blankenstijn zegt het aftreden van
dhr. Filius bijzonder te betreuren. Ook wet
houder Van der Weele betreurt het heen
gaan van zijn collega. Zeer veel zaken zijn
op een zakelijke manier behandeld en het
verbaast hem, dat dhr. Filius die als over
winnaar uit de bus is gekomen bij het
voorstel over de camping, nu aftreed.
De vergadering wordt hierna gesloten.