10 JAAR
Soos
Sociaal beleid
in nieuwe
kabinetsperiode
KRONIEK \?AN
NOORQ-REVELANQ
Welke bloembollen bloeien
in het begin van het jaar?
Kollekte
Op zaterdag 5 september j.l. was het
voor bestuur en leden van soos „Orisant"
te Wissenkerke, de grote dag. Het tien
jarig bestaan van deze jeugdvereniging
werd aangepakt om een dag vol festiviteiten
te organiseren voor jong en oud.
Het klubgebouw had na al die jaren een
flinke opknapbeurt gekregen, wat hoofd
zakelijk door het bestuur zelf tot stand is
gekomen. Die zaterdagmorgen werd het
gebouw aan de Dorpsdijk officieel geopend
door wethouder De Nooijer. Die ter gele
genheid van dit feestelijk gebeuren, als
volgt sprak:
Mijnheer de voorzitter, dames en heren
van het bestuur, dames en heren, jongelui.
Het is mij een genoegen als vertegen
woordiger van het gemeentebestuur, met
een enkel woord deze feestdag, want dat
is het toch voor u, te mogen openen.
Er zijn van die dagen en momenten in
het leven, die het waard zijn er aandacht
aan te besteden. En er even bij stil te
staan, even om te zien en ook weer vooruit
te zien. En zo in uw geval in een zekere
uitbundigheid acte de presence te geven.
Voor het feit dat u nu 10 jaar lang de
beschikking hebt over een eigen clubge
bouw, de jeugdsoos „Orisant".
Voor die tijd in onze gemeente toch iets
nieuws. U liep wat voor op de ontwik
keling die er gaande was. Uw vereniging
bezig in eigentijds jeugdwerk, was moeilijk
onder te brengen in kerkelijke bijgebouwen
of een verenigingsgebouw. Het zij mij ver
gund op enkele aspekten van dit alles
even in te gaan. En ik doe dat in het
besef beslist geen nieuwe dingen te zeggen
of iets dat u nog niet weet.
U weet: het gemeentebestuur van Wis
senkerke en dat is dan zowel het college
van b. en w. als de raad, staan zeer positief
tegenover het verenigingswerk in zijn vele
vormen in onze gemeente. Al jaren lang
ziet dit bestuur daar een stuk welzijn in,
dat de eigen bevolking ten goede komt.
En dus wordt dit gesteund door medewer
king en subsidie. Maar dit betekent niet,
dat er klakkeloos geld gegeven wordt. Het
criterium is wel: wat dragen de leden zelf
bij en wat wordt er bijgedragen door zelf
werkzaamheid.
Zo ook uw vereniging. Met medewerking
van de gemeente hebt u deze ruimte ge
kregen. Eigenlijk een onbewoonbare wo
ning en deze zelf gemaakt tot iets waar u
zich thuis in voelt. De gemeente kan mede
werking verlenen, geld beschikbaar stellen.
Zij kan vertrouwen in u hebben en de
rest moet u zelf doen. U moet zorgen, dat
er leiding is voor uw werk, dat er leiding
gegeven wordt en dat er een zodanige sfeer
geschapen wordt, dat het zowel voor de
oudere als voor de jongere jeugd, goed
toeven is in de jeugdsoos „Orisant". En
dat de jeugd hier op eigentijdse wijze zijn
kontakten vindt. Dit alles vraagt zeker van
het bestuur inzicht en inspanning. Maar,
naar ik hoop, toch ook een grote mate
van voldoening iets te kunnen bijdragen
aan het welzijn van anderen.
Terugziende op 10 jaar jeugdsoos-gebeu-
ren, zult u ongetwijfeld wat op- en neer
gang in uw werk hebben gehad, maar de
aktiviteiten van deze dag tonen overdui
delijk aan, dat u vol zit met energie, het
werk niet schuwt en daarmee naar buiten
treedt.
Namens het college van b. en w. van
harte gefeliciteerd met het 10-jarig bestaan
van jeugdsoos „Orisant". En onze beste
wensen voor uw werk in de toekomst,
ga zo door.
Ik dacht te mogen zeggen, dat u het
vertrouwen dat het gemeentebestuur 10 jaar
geleden in u had, niet hebt beschaamd.
Want u zult zich toch wel in kunnen den
ken, dat wanneer u bij het college van
b. en w. komt met de vraag: Kunnen wij
dat oude dijkhuisje voor soos krijgen?,
toch bij zo'n college de vraag wel eens
opkomt: Is dat daar wel de meest geschikte
plaats? Wat zullen ze er van maken. Zal
de mogelijke overlast voor de buren binnen
redelijke grenzen blijven? Dat kan allemaal
goed gaan, wanneer er begrip is voor de
ander.
Mijnheer de voorzitter, u allen hebt veel
werk verzet om op deze dag het 10-jarig
bestaan te vieren. Ik hoop, dat het voor u
een grote dag zal zijn en dat u veel mede
werking en belangstelling zult hebben, om
alles te doen slagen.
Ik verklaar hiermede deze dag voor geo
pend en wens u allen veel goeds op deze
dag.
Door het wegtrekken van een groot zeil
werd de vernieuwde voorkant van de soos
zichtbaar. Hierna sprak voorzitter Hans
Mulder de aanwezigen toe:
Meneer De Nooijer, wij willen u hartelijk
bedanken, dat u deze voor ons zo be
langrijke dag, hebt geopend.
Voor het zo ver was, is heel wat arbeid
verricht. De soos is weer opgeknapt en
er is een pracht van een programma ge
maakt. Wij hopen dan ook, dat dit mede
in het belang van de dorpsgemeenschap
een succes zal worden.
Het is de bedoeling, dat we nu het
jeugdgebouw even bezichtigen en dan om
de koffie gaan in het Dorpshuis. Waar
he' programma zijn verdere verloop zal
hebben. Het is „open huis" in het jeugd
gebouw tot 12.00 uur.
Zoals gezegd waren veel aktiviteiten voor
jong en oud op stapel gezet, waar veel
belangstelling naar uitging. Zo waren s
morgens in het Dorpshuis de kleinste soos-
gangers kreatief bezig te zien met bloemen,
klei, verf, enz. Ook was er door de soos-
leden een fotokollage samengesteld, die de
soos van de laatste 10 jaar in beeld bracht.
Een bijzonder goed geslaagd geheel was
het resultaat.
's Middags was er op het voetbalveld
een drukbezochte zeskamp in elkaar gezet,
waar vijf Noord-Bevelandse ploegen elkaar
op de meest komische manier bestreden.
De dag, die zeker geslaagd was voor de
leden van soos „Orisant". werd 's avonds
besloten met een gratis disco voor de
jeugd in het Dorpshuis.
Onder de stervormige bloemen, die in
het voorjaar onze tuinen versieren, en die
wij samenvatten onder de naam „voorjaars-
bloeiende bollen", zijn er vele, die al lang
voor het officiële begin van de lente ons
met hun kleurenrijkdom verblijden.
Galanthus.
De vroegste bloeiers zijn natuurlijk de
sneeuwklokjes, die in geheel Europa, van
het westen tot aan Rusland, inheems zijn.
Galanthus bloeit vrijhangend op 15 cm
lange stelen en kan reeds in januari te
voorschijn komen.
Plant de bolletjes in groepjes, 5—10 cm
diep en op dezelfde onderlinge afstand, in
borders, rotspartijen, tussen flagstones, on
der heesters en bomen, verwilderd in gras
of in bloembakken. Ze doen het het best
in vrij vochtige, zware grond en in half
schaduw. Sneeuwklokjes vermeerderen zich
snel, en wanneer de pollen te dicht worden
moet men ze opnemen, delen en verplanten,
vlak na de bloei en eer het blad is af
gestorven.
Eranthis.
De winteraconiet past prachtig bij de
sneeuwklokjes, daar zij met haar helder
gele kleur in dezelfde periode bloeit. Even
eens inheems in de gematigde streken van
Noord-Europa en Klein-Azië.
Bloeiend van januari tot in februari, zijn
zij eerst omringd door een prachtige groene
kraag, geen echt blad maar een schutblad.
Het echte, palmachtige blad komt pas te
voorschijn als de bloemen geheel geopend
zijn. Men hoeft ze slechts eens in de 4—5
jaar op te nemen, te delen en te verplanten.
Zij passen zich even goed aan verschillende
standplaatsen aan als de sneeuwklokjes.
De knolletjes moeten direct na ontvangst
geplant worden en als ze er droog en ver
schrompeld uitzien, een dag of twee bedekt
worden met vochtig zand of turfmolm
vóór het uitplanten. Zet ze in zanderige,
grove grond met veel humus. Plantdiepte
ongeveer 2—5 cm op plaatsen met half
schaduw.
Sociaal paradijs is voorbij.
Een werkloosheidscijfer van ruim 350.000
vormt op zichzelf al een duidelijke indi
catie, dat de gloriejaren van de Nederlandse
economie tot het verleden behoren. De
angst en paniek over deze snel toenemende
werkloosheid zijn des te begrijpelijker als
we bedenken dat we in de laatste twintig
jaar het verschijnsel „werkloosheid" nauwe
lijks gekend hebben. In de zestiger jaren
lag het aantal werklozen soms nog beneden
de 35.000 en het mag geen verwondering
wekken dat juist in deze jaren van schijn
baar niet te stuiten welvaart tal van sociale
voorzieningen tot stand kwamen, die nu
weer ter discussie worden gesteld, omdat
zii onbetaalbaar dreigen te worden. Met
name de Algemene Bijstandwet (1965) en
de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering
(1967) werden in die paradijselijke jaren in
gevoerd en kort daarna ook nog de Alge
mene Wet Bijzondere Ziektekosten. Onze
welvaart leek groot genoeg om de lasten
die deze prima sociale voorzieningen met
zich mee brachten, te kunnen dragen en
bovendien hebben de beleidsvoerders zich
grotelijks vergist wat betreft het aantal
mensen, dat een beroep op deze sociale
voorzieningen zou doen.
Welke minister, welk kamerlid zou bij
voorbeeld in 1967 bij de invoering van de
WAO voorspeld hebben, dat we in 1981 bij
na 700.000 arbeidsongeschikten in Neder
land zouden hebben? Niet één! Onthullen-
der wordt het nog, als we het totaal der
uitgaven voor sociale voorzieningen over
zien. In 1959 bedroegen die 2,5 miljard te
gen 70 miljard in 19801
Ondergangsstemming.
Nu de welvaart terugloopt, dreigt dit
perfecte stelsel van sociale zekerheden on
betaalbaar te worden en de noodzaak te
bezuinigen zal dan ook de komende jaren
het handelen van het regeringsbeleid gaan
bepalen, zelfs ongeacht van welke politieke
samenstelling een nieuw kabinet zal zijn.
Toch zou het goed zijn om niet te vervallen
in een andere uiterste, In de zestiger jaren
zijn we te royaal geweest omdat we de
illusie hadden dat de bomen van de wel
vaart tot in de hemel groeiden. Nu worden
Crocus.
Er bestaat een prachtige kollektie bota
nische crocussen, die vóór de maart-bloei
ende, groot-bloemige crocussen bloeien.
Tussen september en eind november wor
den de bollen 5 cm diep geplant en op
een onderlinge, aan de standplaats aange
paste afstand. In borders, tussen flagsto
nes, onder heesters en bomen en in bloem
bakken. Alle botanische crocussen kunnen
in het gazon of in wildtuinen verwilderen.
Ze bloeien van januari tot in maart en
vermeerderen zich gemakkelijk. Men moet
ze om de 3—4 jaar opnemen, delen en
verplanten nadat het loof is afgestorven.
Iris.
Vernoemd naar de Griekse godin van de
regenboog produceert deze bolsoort bloe
men, die tot de mooiste voorjaarsbloemen
behoren. En de vroegbloeiende lage soorten
zijn geen uitzondering. Plant de bollen on
middellijk na ontvangst. De plantafstand en
plantdiepte moet ongeveer 5 cm bedragen.
Zij doen het goed in de border, onder
heesters en bomen en in de rotstuinen.
Men kan ze laten verwilderen of in een
bloembak planten. Wel houden ze allen
van veel zon.
I. danfordiae.
Uit Oost-Turkije heeft zoet-geurende ci-
troengeele bloemen. Dit soort bloeit reeds
eind januari op 7,5 cm hoge stelen.
I. histrioides major.
Heeft heldere, gentiaan-blauwe, wit-ge-
spikkelde bloemen. Zij bloeit in maart en
wordt 7—5 cm hoog. Dit weer-bestendige
soort komt het best tot haar recht in
zonnige rotspartijtjes, waar ze, in groepjes
geplant een beeldschoon geheel vormen.
I. reticulata.
Uit Zuid-Rusland prijkt met geurige, flu
weelachtige campanula-paarse bloemen, die
in februari-maart bloeien. Onder de geurige,
thans verkrijgbare hybriden noemen wij de
vlasblauwe en geel-gevlekte Cantab, de
de discussies over onze economie, de werk
gelegenheid en de sociale zekerheid vaak
verstoord door een sombere ondergangs
stemming, die evenmin terecht is. Onze ver
zorgingsstaat staat nog allerminst op in
storten. Maar we hebben het in de zestiger
en zeventiger jaren zo goed gehad, dat ie
dere teruggang nu als een ramp wordt
ervaren.
Het reële nationale inkomen steeg tus
sen 1960 en 1970 met vijftig procent (een
formidabele groei), maar tussen 1970 en
1980 was de groei ook nog altijd 25
Inderdaad een teruggang vergeleken bij de
zonnige zestiger jaren, maar een groei van
25 was toch ook nog lang niet mis.
Kortom, voor een wanboopsstemming is
allerminst reden, zeker als we bedenken dat
sombere profetieën zichzelf kunnen waar
maken. We moeten wat van onze welvaart
inleveren, dat is alles en wat we dan over
houden aan besteedbaar inkomen is méér
dan in de meeste ander landen het ge
val is.
Niet alléén WW en WAO.
Maar zeker is dat in de komende jaren
ook in de sociale sector dus gematigd zal
worden. De vraag is hoe dat gebeurt. De
neiging bestaat om vooral te korten op
WW-uitkerijigen en arbeidsongeschiktheids
uitkeringen, want die kosten het meest. En
inderdaad zullen deze uitkeringstrekkers
ook wel een veer moeten laten, waarbij
anders dan voorheen de hoogte van de uit
kering mede afhankelijk zal worden ge
maakt van factoren als leeftijd, het aan
tal jaren dat men gewerkt heeft, of andere
gezinsleden ook een inkomen hebben etc.,
etc. Regelmatig herkeuringen van jongere
arbeidsongeschikten (beneden de 45 jaar)
wordt van vele zijden bepleit en zo'n sug
gestie lijkt ook alleszins redelijk.
Maar een en ander wil niet zeggen dat
alleen de WW en WAO op het lijstje van
bezuinigingen horen te staan, want dan
zouden de lasten wel erg eenzijdig op één
bevolkingsgroep gelegd worden. Ook dis
cussies over het functioneren van de ziekte
wet (die geldt voor hlle werknemers die
korter dan één jaar ziek zijn) lijken onver
mijdelijk. Invoering van een of meer wacht-
hemelsblauwe en brons-geel gevlekte Har
mony en de rood-purperen J. S. Dyt.
Scilla.
Onder de uitgebreide familie Scilla, die
uit noord-west Perzië stamt, is er één soort
die veel eerder dan de anderen bloeit. Dat
is S. tubergeniana, die men zonder over
drijving „charmant" kan noemen met haar
knikkende, klok-vormige bloempjes op een
bladloze steel. De kleur is ongewoon zacht-
blauw op een zilverachtige ondergrond. De
stelen zijn ongeveer 10 cm lang, de bla
deren breed en helder groen. Deze soort
maakt haar debuut in februari, soms zelfs
reeds eind januari.
S. tuberganiana.
Staat niet alleen beeldig in borders en
rotspartijen maar ook wanneer ze een op
vallend plaatsje krijgt tussen heesters of
onder bomen, of verwilderd in het gras,
De bollen kunnen op elk moment in de
herfst worden geplant, het liefst in groepjes
van minstens 10, plantdiepte ongeveer 5 cm.
Ze gedijen het best in humus-rijke grond,
doen het uitstekend zowel in de volle zon
als in half-schaduw.
Zij vermeerderen zich snel uit scheuten
en uitzaai. En moeten pas opgenomen,
gedeeld en verplant worden wanneer de
pollen te groot worden, na zo'n 4-5 jaar.
P.V. "DE BLAUWE DOFFER"
KORTGENE
Uitslag wedvlucht Maastricht op 12 sept.
Deelname 418 duiven.
1 A. C. Hollestelle 10.49.00 153.840 225.6
2 J. L. F. Minneboo 51.10 153.866 223.5
3 P. van Belzen 52.38 154.281 221.4
4 J. van Belzen 52.33 153.862 219.3
5 idem 53.10 2 217.2
6 A. Bouterse en zn. 53.40 154.354 215.1
7 C. Bouterse 53.40 153.932 213
8 P. van Belzen 54.02 2 210.9
9 W. C. Versluijs 55.37 156.242 208.8
10 P. J. Wilderom 58.00 159.118 206.7
De kollekte voor het Koningin Wilhel-
minafonds heeft te Kamperland opgebracht
het bedrag van 3.499,86.
dagen zou een middel kunnen zijn om veel
onnodig ziekteverzuim terug te dringen en
zo'n bezuinigingsoperatie zou wel eens mil
joenen kunnen opbrengen. Ook de kinder
bijslag behoort een discussiepunt te zijn.
Invoering van een inkomensgrens om voor
kinderbijslag in aanmerking te komen lijkt
toch zeker niet zo'n dol voorstel.
Al deze zaken, alsook de noodzaak om op
de lonen te matigen, zullen in de komende
kabinetsperiode zeker aan de orde komen.
Anders dan allerlei belangengroeperingen,
die natuurlijk vooral in hun eigen straatje
redeneren, zal het nieuwe kabinet de be
langen van alle maatschappelijke groepe
ringen in zijn overwegingen moeten betrek
ken en een zo genuanceerd mogelijk sociaal
beleid dienen te voeren. Geen eenvoudige
opgave in een tijd, dat de centjes weer
duur zijn geworden.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
DERDE WERELD
STEUN VOOR HET AMBACHT
In alle belangrijke handelscentra van de
Lid-Staten van de Europese Gemeenschap is
tegenwoordig wel een winkel te vinden
waar Aziatische, Afrikaanse of Latijnsame-
rikaanse ambachtsprodukten worden ver
kocht.
Niet alleen de speciale boetieks, maar
ook onze supermarkten worden opgefleurd
door produkten uit de derde, wereld, zoals
exotische manden, bamboestoelen, bontge
kleurd aardewerk, fijn porselein en prach
tige kledingstukken.
Net als het toerisme is het ambacht in
vele ontwikkelingslanden tot een bloeiende
industrie uitgegroeid. Voor de vervaardi
ging van ambachtsprodukten zijn nauwelijks
grote moderne installaties of ingewikkelde
machines nodig.
De ambachtslieden maken gebruik van
plaatselijke materialen en motieven. De lo
kale culturele tradities worden dus niet
aangetast. Ze werken thuis en zijn eigen
baas, wat niet het geval zou zijn als zij
in een fabriek of mijn werkten. Bovendien
worden de grondstoffen in het produce
rende land zelf verwerkt, en niet in de
industrielanden. Het ambacht verschaft
werk aan mannen, vrouwen en kinderen.
Er is niet veel organisatietalent voor nodig
om een dorpswerkplaats te bouwen waar
van de hele bevolking de vruchten plukt.
De meeste ambachtslieden werken in de
textiel-, leer-, aardewerk- en landbouwge-
reedschappensector. Maar hoewel uit de be
schikbare gegevens blijkt dat 70 tot 96
van de arbeidskrachten in de derde wereld
met ambachtswerk een boterham kan ver
dienen en dat het ambacht meer dan één
derde van de meerwaarde in de industrie
vertegenwoordigt, komt deze bedrijfstak
volgens de deskundigen niet genoeg aan
bod in de ontwikkelingsprojecten van de
meeste derde wereldlanden.
Er zullen tevens maatregelen moeten wor
den getroffen om de handel in ambachts
produkten te bevorderen. Zuiver decoratieve
produkten, zoals beeldjes, trekken slechts
de belangstelling van een bepaald publiek
dat alleen via een beperkt distributienet
kan worden bereikt. Naar meer praktische
voorwerpen bestaat daarentegen een grote
vraag.
De Europese Gemeenschap draagt haar
steentje bij aan de bevordering van de ex
port van ambachtsprodukten uit de derde
wereld, en met name uit landen in Afrika,
de Caraïben en de Stille Oceaan die de
Overeenkomst van Lomé hebben onderte
kend. Sinds enkele jaren bijvoorbeeld ver
leent zij deze landen financiële steun zodat
zij kunnen deelnemen aan de Europese
handelsbeurzen, zij verstrekt ook leningen
om de ontwikkeling van kleine en middel
grote plaatselijke bedrijven te bevorderen.
Toen in vroeger tijden iemand ging studeren, beste vrienden, kreeg
de persoon in kwestie andere wijze raden mee dan tegenwoordig.
Bij het rondsnuffelen in oude liederen kwam ik zo een raad van
een vader, die hij aan zijn zoon gaf, tegen.
In het Peelands gezet, was dat als volgt:
Wieze raed a-je nae Leiën haet.
Z'n voader zei: oor us ier Merien,
je hae noe in Leiën studere.
Kiek uut in die stad, want je zou meschien
vee slechtugheid di kunne lere.
Hae tiedug nae bedde, want in de nacht,
dan ku-je op straete nie lóöpe.
Dan maeke de meiden op jongers jacht;
je kun ze vo een stuuver kóópe.
En wees toch verzichtug mee kammeroads,
die o zó mooi vo doeë zich konne.
Pas mè op Merien mee die pronte moats;
't is om je bozze behonne.
'n Borrel op z'n tied kan hin kwaed, Merien,
dan bluuf je van binnen hoed vochtug.
Mee maete hebruukt is't medisien.
mè overdaed, dat is wandochtug.
En schrief soms us een ienkel woord
an je hrotmoeder Kee in Wïskerke.
Dat is toch ök eihenluk zó at oord
en laeter mö jie van d'r erve.
Bluuf oaltied menierluk en volg mien raed,
je weet dat'er vee je hehund is.
Wees pront in je doen en vermiet ut kwaed;
our lid van Non Sondent In Undis.
Die laatste regel vraagt om verduidelijking, beste vrienden. Die
Non Sordent In Undis was de Zeeuwse studentenvereniging in
Leiden. Bij navraag bleek dit te betekenen: „Door de golven
schoongewassen" of „Door de golven gedreven".
Hoe het ook zij, beste vrienden, zo kreeg Merien de goeie raad
mee van z'n vader. Vandaar het volgende:
A krieg je nog zó vee hoe-je raeden mee;
A-je d'r niks mee doet, dan elp'tut nie vee.
CeeBee.
«I
BEZUINIGINGEN. MAAR WEL GENUANCEERD
De Nederlandse verzorgingsstaat staat op de tocht en zelfs in het buitenland
wordt nu een vermanende vinger tegen ons uitgestoken. In een recent rapport
van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
wordt scherpe kritiek geleverd op ons sociale paradijs en wordt ons de raad
gegeven om flink te gaan snoeien in het (te) royale stelsel van sociale zeker
heid.
In de komende kabinetsperiode zullen de sociale voorzieningen ongetwijfeld
weer centraal staan in alle duscussies over.een mogelijk herstel van onze in
het slob geraakte economie. Voor de honderdduizenden uitkeringstrekkers in
Nederland breken onrustige jaren aan, dat staat vast. Met name de koppeling
van de uitkering aan de lonen zal onder druk komen te staan. Er zal veel be-
leidskunst voor nodig zijn om „hervormingen" in ons sociale zekerheidsstelsel
zó door te voeren, dat misbruik en oneigenlijk gebruik van die voorzieningen
zullen afnemen, maar dat anderzijds de zwaksten in de samenleving (en veel
uitkeringstrekkers vallen daar wel degelijk onder) het recht op een menswaardig
bestaan dienen te behouden.