EK van NOORQ-BEVELANQ mi TILROE de eindbeslissing zelf nemen Noord-Bevelanders vertellen over de oorlog J We kennen het allemaal wel, beste vrienden, van die kreten als: d'n modernen tied en a-je nie modern bin, dan oor je'r nie bie; en ga zo maar door. Vele van de zogenaamde nieuwigheden ver dwijnen ook weer net zo snel als ze zijn gekomen en gelukkig maar. Wanneer je aan al die nieuwe, moderne dingen mee wil doen. loop je soms in de kijkert. Emansipasie bie ons op 't durp. Bie ons op't durp di weun't een stel, die bin nie ouwerwes, mè bie d'n tied. Da's Bram en Merie, je ken ze wel, vrééd medern a-je ze ziet. Ze doe dan ök an oalns mee, zö ka-je 't nie verzinne. 't Mö wè medern weze, anders hae ze'r nie an behinne. Ze weune in een kuule in uus en dat a ze ete is biologies. De opvoedieng van de huus is zö vrie as een veuhel, da's logies. Noe is ter pas wee iets nieuws bedocht, dat éét emansipasie. Juust wat Merietje zocht, dus Bram lag heliek uut de hrasie. De rollen wiere omhekeerd, 't was een éle konsternasie. Ut normale wier of hezweerd, lang leve de emansipasie. Merie hieng noe nae't land mee de stuuten in de maele. Bram dee de boel an de kant en zurgde vo oalemaele. Merie was hlad in d'r sas: ze voelde d'r eihe op d'r plekke. d' Aerebeiers op't land vonde't nog a kras, een vrouwe di a ze mee op moste trekke. Ze doe oalus mee de veinters mee en ak me nie verhisse; niks is vo Merie te vee, ze doe noe ök a de stal uutniisse. Van Bram wor ök a van oalus verteld, ut liekt mien hlad mis. 'k Wier éést wat ontsteld, mè noe zehhe ze dat um in verwachtieng is. Van die praetjes ek me niks anhetrokke. Mè trek'ter bie ons op' durp wat roars verbie, dienk dan nie, wel hosternokke, want da's Bram en Merie, van d' emansipasie. Natuurlijk is dit, verhaal maar kolder, beste vrienden. Maar mis schien toch nog iets anders, dat is het volgende: De morael van dit verhael: Bluff normaal', zonder kabaal. We doe mee z'n oalen a hek henoeg, zonder da een ander d'r om vroeg. Mè wil je toch us nest ut potje plasse, doe dan wè die nae je n'anden wasse. CeeBee. SLOTEMA R. Slotema nam in het verzet op Noord- Beveland een belangrijke plaats in. Dat is wellicht ook de reden geweest waarom hij na de oorlog benoemd werd tot secretaris van de plaatselijke „Zuiveringscommissie". Die commissie was belast met het onder zoek naar de handel en wandel van ge meente-ambtenaren tijdens de oorlog. Hij vertelt onder meer over een paar „staal tjes" van het verzet en geeft zijn visie op de problematiek van de „Duitsgezindheid". Gedwongen werken. „Als aannemer werd ik na verloop van tijd door de Duitsers, die in de Openbare School gelegerd waren, gevraagd of ik een keuken wilde bouwen. Dat was onmogelijk, zei ik, omdat ik geen hout had. Ik had na tuurlijk wel hout, maar zag het niet zo zitten om voor de Duitsers karweitjes op te knappen. Op den duur kwam ik er toch niet onderuit: ze gaven me een houtbon en het werk moest beginnen. Je had geen enkele keus. Hoewel ik geen enkele keus had, voelde ik me toch bezwaard. Het speelde telkens door mijn hoofd, dat ik „fout" handelde. Na de oorlog zou echter blijken dat het niet „fout" was als je dergelijke dingen onder dwang deed. Het was wat dat be treft hetzelfde als met de inkwartiering. Als de bezetter dat gebood, kon je niets anders doen dan jezelf daarbij neerleggen. Wat je tijdens een bezetting wel en niet mocht was voor de oorlog al bepaald, in een aantal regels samengevat en op de ge meentehuizen in verzegelde enveloppen in bewaring gegeven. Ik twijfel er echter aan of iedereen van het bestaan van die enve loppen op de hoogte was. Pas na de oorlog, toen ik in de „zuiveringscommissie" zat, heb ik de inhoud van die enveloppen gezien. Uit die gegevens die mij na de oorlog pas bekend werden viel op te maken, dat het b.v. verboden was om aan verdedigings werken van de bezetter mee te helpen. Toch heeft haast iedereen daaraan meegeholpen. Velen werden in de Dishoek te werk ge steld en hier in de buurt werden ook mensen gerekruteerd om bomen te kap pen voor de „Rommelasperges". Als er dan gewerkt moest worden werd dat vaak in het dorp omgeroepen. Dat ge beurde hier ook een keer: iedereen moest zich op het gemeentehuis melden voor het werken aan de verdedigingslinie en het ma ken van de „Rommelasperges". Ik ben toen 's avonds naar mijn personeel gegaan en vertelde hen, dat zij vrijgesteld waren van werkzaamheden voor de bezetter. Zij hoef den niet te gaan werken. Dat verhaal dat ze vrijgesteld waren had ik zomaar uit mijn duim gezogen, maar ze geloofden het in elk geval. Toen ze later hoorden dat het allemaal onzin geweest was, en zij zich ook hadden moeten melden voor dat werk, heb ben ze me dat nog kwalijk genomen. Het werken aan die „Rommelasperges" bracht namelijk voordelen met zich mee. Loonder ving hadden de arbeiders er niet van iedereen kreeg een vergoeding van de ge meente en de takken van de bomen werden door de arbeiders meegenomen. De burgemeester, die erg bang aange legd was, riep me ook nog op het matje. Hij zei: „Slotema, wat je nu doet, dat kan toch echt niet hoor. Jij moet ook mensen leveren". Daarop antwoordde ik: „Als je mensen nodig hebt, dan neem je ze maar". Verzet. „Het verzet hier had het niet zo „druk" als in andere gedeelten van Nederland. Noord-Beveland 'was in feite een eiland van rust. De verzetsmensen hebben veel goede dingen gedaan, maar volgens mij toch ook wel eens flink geblunderd. Het feit dat ik aan het verzet meege daan heb, zie ik voor mijzelf niet als een verdienste. Een hoofdreden voor mij om aan het verzet mee te doen was sensatie zucht. Je was jong en je wilde wat. Na tuurlijk had ik daarnaast wel de pest aan de Duitsers en was ik koningsgezind. Het oppakken van sommige „Duitsge- zinden" was na de oorlog niet per sé nodig geweest. Sommigen waren welliswaar Duits gezind geweest, maar hielden zich voor de rest rustig en verrichtten weinig kwaad. Die mensen hadden gewoon een bepaalde politieke overtuiging, maar mag je die als jeblieft hebben? Tegenwoordig is het heel normaal wanneer iedereen zijn politieke overtuiging kenbaar maakt. Plet idee om na de oorlog flink wraak te nemen op „Duitsgezinden" was van begin af aan aangemoedigd door de Engelse ra dio. Het heeft er op den duur toe geleid dat sommigen zonder een eerlijk proces op een mensonterende manier behandeld zijn". Dolle Dinsdag. „T.a.v. „dolle dinsdag" heeft het verzet ook wat fouten gemaakt. De verzetsmensen hebben welliswaar een aantal wraaklus- tigen getemperd, maar hadden toch eerst de mensen warm gemaakt om tot aktie over te gaan, het „Bijltjesdagidee" aangemoe digd. Die hele gang van zaken heeft tenslotte het leven gekost van Andries Dieleman (en in Kamperland Joost v. d. Velde). Daar heb ik het ook later, na de oorlog, nog moeilijk mee gehad. Ik voelde mezelf, terecht of onterecht, toch mede verantwoordelijk voor die hele escalatie. Maar ja. de omstandig heden waren toen ook heel anders. Het is moeilijk om naderhand over zulke dingen echt iets zinnigs te zeggen. Enfin, ik weet nog goed hoe het alle maal begonnen is. Er waren al wat be richten geweest dat de Duitsers grote ver liezen leden en dat de bevrijding wel niet meer zo lang op zich zou laten wachten, 's Morgens kwam uit Kamperland Jan Leijnse met in een jutezak een buitge maakt Duits geweer naar Wissenkerke ge fietst. Hij had een Kampérlander met een Duitser zien vechten, en diens geweer mee genomen. In een uitgelaten stemming kwam hij naar de O.D. in Wissenkerke met het voorstel iets tegen de Duitsers .te onder nemen. De O.D. ontraadde dat echter sterk. Via de illegale zender, die bij Ko de Jonge opgesteld stond, hadden we reeds te horen gekregen dat we (nog) niets mochten on dernemen. Maar goed, een aantal mensen is toch tot aktie overgegaan en hebben te Kamperland een aantal Duitsers ontwapend en op het gemeentehuis afgeleverd, waar in inmiddels de O.D. ook was. 's Avonds rond een uur of acht zaten hier in het gemeentehuis een aantal Duitsers en het N.S.B.-gezin van Hanse opgesloten. Toen bleek dat de Duitsers terugkwamen en de hele zaak mislukt was, namen degenen die de Duitsers en Hanse opgebracht hadden de benen. Ik zat daar toen maar alleen (met Westdorpe?) met de gevangenen opge scheept. Gelukkig ben ik toen de hele tijd fatsoenlijk gebleven tegenover de gevan genen. Ik gaf hen een spel kaarten om de tijd wat te doden en een emmer water waaruit ze konden drinken. Later op de avond belde uit Kamperland een politieman, vermoedelijk Duine, naar Dr. Bruynzeel dat de gevangenen terstond vrijgelaten moesten worden, anders zouden 70 inwoners van Kamperland geëxecuteerd worden. Bruynzeel kwam naar het ge meentehuis en deelde me dat mee. Toen zat ik flink in de problemen, ik wist niet wat ik moest doen. Goede raad was duur, maar liet toch niet zo lang op zich wach ten. De verzetsman Brandes kwam (samen met De Voor?) met de boodschap dat het absoluut fout was, dat die mensen ge vangen zaten en dat ze zo snel mogelijk vrijgelaten moesten worden. Hij zei: „We brengen ze terug!" Brandes en De Voor brachten de Duitsers terug naar Kamper land en ik sloot Jan Hanse met zijn gezin op in de arrestantencel van het gemeente huis. Bij het vertrek kon je zien dat de Duitsers en Hanse ontzettend bang waren. De soldaten wilden zelfs helemaal niet meer terug naar Kamperland. Daarom wa ren Brandes en De Voor gedwongen om af en toe wat geweld te gebruiken. Toen Brandes en De Voor de Duitsers weg brachten sloot ik Hanse en zijn gezin op in de arrestantencel. Hanse was ontzettend bang en zei: „Slotema, ik heb toch nog nooit iets verkeerds gedaan?" Ik zei: „Jan, als jij niks gedaan hebt, dan hoef je ner gens bang v4oor te zijn, dan komt alles dik in orde". Toch was Hanse niet gerust. Hij was nogal streng gereformeerd en knielde in zijn cel, waar hij „Het Onze Vader" bad. Daarna ben ik vertrokken en liet het gezin-Hanse alleen in het ge meentehuis achter. De andere ochtend werd het gezin door een gemeentewerkman vrij gelaten. Nadat ik uit het gemeentehuis vertrok ken was, ben ik samen met nog iemand in het autootje van Bruynzeel naar Kam perland gegaan. Ik wilde wel eens zien wat daar allemaal aan de hand was. We had den verwacht dat we in het dorp wel Duit sers tegen zouden komen, maar er was geen sterveling te zien, ook geen Kamper- lander. Kafnperland was kompleet uitge storven. Iedereen was bang, de Duitsers incluis-, We zijn toen nog in de door de Duitsers gevorderde woning van Joost van de Velde geweest. Joost was tegen de avond door de Duitsers doodgeschoten, en moet toen wij kwamen daar ergens in de tuin gelegen hebben. We hebben hem echter niet ge zien. Na al die gebeurtenissen ben ik nog een dag ondergedoken geweest. Maar daarna ging voor mij het gewone leven weer verder." Geallieerde piloot. „Op een maandagmorgen kwam Chiel van Hee langs en vroeg of ik naar de boerderij van zijn vader wilde komen. Ik vroeg: „Wat doet er op?", waarop hij ver telde dat er bij hen een Amerikaan op de hoeve was. Nadat ik Chiel verteld had dat ik wel langs zou komen, vertrok hij weer. Ik kon natuurlijk niet op eigen houtje te werk gaan. Eerst moest ik er met andere verzetsmensen over praten, dus ging ik naar Dr. Bruynzeel. Bruynzeel bleek al helemaal van het bestaan van de Amerikaanse piloot op de hoogte. De vlieger was een 21-jarige 2de luite nant, wiens vliegtuig boven Antwerpen aan geschoten was. Het vliegtuig was in de lucht gebleven tot boven de Oosterschelde, waar het neerstortte. De ongelukkige Ame rikaan had zich per parachute in veiligheid gesteld, en was op de soms droogliggende plaat „De Banjaard" terecht gekomen. Van af die plaat is hij zeker met een rubber bootje aan land gekomen. Hij vond toen onderdak bij Ko Fortuyn, die op Lillo woonde, dat is in de buurt van de tegen woordige Sophia-(werk)haven. De vlieger heeft het daar misschien (ten onrechte) niet vertrouwd en verliet het huis van For tuyn, op weg naar het zuiden, waar hij de geallieerde linie zou proberen te vinden. De man is de eerste dag niet verder geko men dan de aardappelhoop van boer Kees van Hee, waar hij in slaap viel. De ar beiders van Van Hee vonden hem daar 's maandagsmorgens. Voordat ik naar Van Hee ging heb ik door mijn zuster, die Engels kende, een aantal vragen die aan de piloot gesteld moesten worden laten vertalen. Tegelijker tijd werd ik gekweld door de vraag waar ik met de piloot moest blijven. Ik had hem graag bij mezelf in huis genomen, maar ik wist dat mijn vrouw dat niet fijn zou vinden. Ze was altijd bang dat de Duitsers een en ander zouden ontdekken. Maar na dat ik mijn hersenen al een tijd gepijnigd had zei ze in de namiddag: „Als hij ner gens naar toe kan, moet hij maar bij ons komen". Haar woorden waren echter nog niet koud of de marechaussee Westdorpe (ook een verzetsman), die ook al op de hoogte was van het hele probleem, kwam binnen. Hij had een goed onderduikadres voor de piloot: bij Izaak van der Maas in Kats. Nadat alles geregeld was ging ik in de late namiddag met een burgerkostuum voor de piloot naar Van Hee. De man ver wisselde zijn strijdplunje voor mijn pak en 'samen gingen we naar Kats. Op de Kort- geense Lange Weg hielden we nog even ons hart vast, omdat we daar een Duitse pa trouille tegenkwamen. Maar de Duitsers lieten ons gelukkig met rust. Naderhand maakte ik bij Van der Maas nog een speciale schuilplaats waar de Ame rikaan zich terug kon trekken, als de Duitsers het huis zouden doorzoeken. Voordat de piloot kort voor de bevrij ding „opgehaald" werd door zijn geali lieerde strijdmakkers verbleef hij nog een poosje bij familie van Van der Maas in Kortgene." Intervieuw: René Faasse. (Nadruk verboden). TOERNOOI S.V. WISSENKERKE Op zaterdag 16 mei a.s. wordt op het gemeentelijk sportterrein van Wissenkerke het eerste „Onder de Molen"-toernooi ge houden. Het betreft dan een toernooi voor het 2e en 3e elftal. Deelnemende elftallen: Terneuzense Boys 3 en 5; AZW 3 en 4; Dauwendaele 2 en 3: GPC 2 en 3; Wemel- dinge 4 en 5; Wissenkerke 2 en 3. Er wordt gespeeld in poule's van 3, ge volgd door kruisfinale's en daarna de fi nale's. Wedstrijdduur: 2 x 12,5 minuten. Aanvang: 10.30 uur. Voor het eerste elftal wordt een toernooi gehouden op 29 augustus. 21e AVONDVIERDAAGSE TE VLISSINGEN van 18 tot en met 21 mei 1981. Onder auspiciën van de Kon. Ned Bond voor Lichamelijke Opvoeding (K.N.B.v.L.O.), kring West-Brabant/Zeeland, organiseert de w.s.v. De Vrolijke Tippelaars weer de avondvierdaagse te Vlissingen. Afstanden: 5, 10 en 15 km per avond. Aan dit wandel-spektakel namen steeds meer mensen deel. In 1980 waren er maar liefst 3.135 deelnemers. Deelname staat open voor: alle sportver enigingen, buurtverenigingen, scholen, pad vinderij, politie en brandweer, militairen en personeelsverenigingen, e.d. Natuurlijk kan men ook individueel deel nemen. Zo gaan er elk jaar steeds meer gezinnen aan de avondvierdaagse deel nemen. Starttijden: maandag, dinsdag en woens dag om 18.30 uur; donderdag: 15 km om 17.30 uur, 10 km om 18.00 uur en 5 km om 18.30 uur. Startplaats: clubgebouw Zeeland Sport, Baskenburgplein, Vlissingen. Aan de routes is extra zorg besteed, bovendien zijn enkele routes vernieuwd. De laatste avond komen alle wandelaars vanaf de Leeuwentrap door de Badhuis straat naar het Stadhuisplein. Hier ontvangen zij de bloemenhulde en gaan zij in optocht met muzikale begelei ding naar het eindpunt op het Basken burgplein. PV 'DE BLAUWE DOFFER' KORTG. Uitslag wedvlucht St. Denis op 9 mei 1981. Deelname 430 duiven. 1 H. C. Verburg 15.05.17 311.211 355.2 2 K. Filius 05.40 311.113 352 3 H. C. Verburg 07.36 2 348.8 4 P. van Belzen 12.20 315.236 345.6 5 idem 12.41 2 342.4 6 M. C. Clement 07.57 309.280 339.2 7 J. van Belzen 15.00 315.187 336 8 idem 15.34 2 332.8 9 S. M. Branderhorst 10.55 309.365 329.6 10 M. C. Clement 12.53 2 326.4 KAPSTERS-WEDSTRIJDEN Eén dezer dagen vond in Rotterdam in de Ahoyhal een wedstrijd voor dameskap sters plaats. De strijd ging ditmaal om de zilveren Euromast. Marion Wisse, die deel nam bij de jeugdwedstrijd internationaal behaalde hierbij een goede 4de plaats. Beide andere dames, Connie Sinke en An ja Visser, eveneens werkzaam en getraind door Hanny de Kam van Kapsalon „De Kam", behaalden goede resultaten. NIEUW WINKELTJE IN WISSENKERKE In de nieuwe wijk van Wissenkerke is kort geleden een nieuw Winkeltje geopend, genaamd „Het Bonte Schaap." Door enige verbouwing van de garage aan hun woonhuis in de Wijtvlietstraat 44, hebben Hans en Irene Schalk een gezellige ruimte gecreëerd, waarin zij o.a. wol op strengen, spinnewielen, spinwol, kleertjes en kunstnijverheid verkopen. U kunt bij hen terecht elke middag tot 5 uur en 's zaterdags van 9 tot 2 uur. Burgerlijke stand KORTGENE Geboren: 1 april: De Jonge, Heidi Lydia, d.v. De Jonge, H. J. en Van Goudswaard, L. P. 1 april: De Jonge, Tannetje Elizabeth, d.v. De Jonge, H. J. en Van Goudswaard, L. P. 12 april: Geelhoed, Francois Adriaan, z.v. Geelhoed P. J. en Eikenhout, G. Huwelijksaangiften: 24 april: M. L. Moerland en H. van der Maas. Huwelijken: 24 april: H. T. Leendertse en F. A. Lems. Overleden: 23 april: Felius, Nicolaas, oud 71 jaar. WISSENKERKE Geboren: 9 april: Catherina Elisabeth Kathelijn, d.v. J. Jansen en van J. H. M. J. Korse. 27 april: Eelco Valentijn, z.v. R. J. Det- tingmeijer en van C. E. H. Vollebrecht. Huwelijksaangiften: Geen. Huwelijken: 24 april: Siereveld, Jan Hendrik, 19 jaar en Geelhoed, Pieternella Jacoba, 20 jaar. 29 april: De Kam, Eduard Marinus, 23 jaar en Francke, Elisabeth Andrea, 19 jaar. Overleden: 2 april: Willem Eduard van der Heijde, 66 jaar, e.v. J. de Vos. Met U als klant, sorteren wij als het ware vóór. En uit een aantal brillen, die U mooi staan en 't beste bij U passen, kiest U naar Uw smaak de allermooiste en U heeft Uw ideale bril gevonden. BRILLENSPECIALIST LANGE DELFT 8a—8b MIDDELBURG •DE OPTICIEN DIE MÉÉR DOET DAN MOET*

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1981 | | pagina 2