EK van
NOORQ-BEVELANQ
mi
TILROE
de eindbeslissing
zelf nemen
Noord-Bevelanders
vertellen over de oorlog
J
We kennen het allemaal wel, beste vrienden, van die kreten als:
d'n modernen tied en a-je nie modern bin, dan oor je'r nie bie;
en ga zo maar door. Vele van de zogenaamde nieuwigheden ver
dwijnen ook weer net zo snel als ze zijn gekomen en gelukkig
maar. Wanneer je aan al die nieuwe, moderne dingen mee wil
doen. loop je soms in de kijkert.
Emansipasie bie ons op 't durp.
Bie ons op't durp di weun't een stel,
die bin nie ouwerwes, mè bie d'n tied.
Da's Bram en Merie, je ken ze wel,
vrééd medern a-je ze ziet.
Ze doe dan ök an oalns mee,
zö ka-je 't nie verzinne.
't Mö wè medern weze,
anders hae ze'r nie an behinne.
Ze weune in een kuule in uus
en dat a ze ete is biologies.
De opvoedieng van de huus
is zö vrie as een veuhel, da's logies.
Noe is ter pas wee iets nieuws bedocht,
dat éét emansipasie.
Juust wat Merietje zocht,
dus Bram lag heliek uut de hrasie.
De rollen wiere omhekeerd,
't was een éle konsternasie.
Ut normale wier of hezweerd,
lang leve de emansipasie.
Merie hieng noe nae't land
mee de stuuten in de maele.
Bram dee de boel an de kant
en zurgde vo oalemaele.
Merie was hlad in d'r sas:
ze voelde d'r eihe op d'r plekke.
d' Aerebeiers op't land vonde't nog a kras,
een vrouwe di a ze mee op moste trekke.
Ze doe oalus mee de veinters mee
en ak me nie verhisse;
niks is vo Merie te vee,
ze doe noe ök a de stal uutniisse.
Van Bram wor ök a van oalus verteld,
ut liekt mien hlad mis.
'k Wier éést wat ontsteld,
mè noe zehhe ze dat um in verwachtieng is.
Van die praetjes ek me niks anhetrokke.
Mè trek'ter bie ons op' durp wat roars verbie,
dienk dan nie, wel hosternokke,
want da's Bram en Merie, van d' emansipasie.
Natuurlijk is dit, verhaal maar kolder, beste vrienden. Maar mis
schien toch nog iets anders, dat is het volgende:
De morael van dit verhael:
Bluff normaal', zonder kabaal.
We doe mee z'n oalen a hek henoeg,
zonder da een ander d'r om vroeg.
Mè wil je toch us nest ut potje plasse,
doe dan wè die nae je n'anden wasse.
CeeBee.
SLOTEMA
R. Slotema nam in het verzet op Noord-
Beveland een belangrijke plaats in. Dat is
wellicht ook de reden geweest waarom hij
na de oorlog benoemd werd tot secretaris
van de plaatselijke „Zuiveringscommissie".
Die commissie was belast met het onder
zoek naar de handel en wandel van ge
meente-ambtenaren tijdens de oorlog. Hij
vertelt onder meer over een paar „staal
tjes" van het verzet en geeft zijn visie op
de problematiek van de „Duitsgezindheid".
Gedwongen werken.
„Als aannemer werd ik na verloop van
tijd door de Duitsers, die in de Openbare
School gelegerd waren, gevraagd of ik een
keuken wilde bouwen. Dat was onmogelijk,
zei ik, omdat ik geen hout had. Ik had na
tuurlijk wel hout, maar zag het niet zo
zitten om voor de Duitsers karweitjes op
te knappen. Op den duur kwam ik er toch
niet onderuit: ze gaven me een houtbon en
het werk moest beginnen. Je had geen
enkele keus.
Hoewel ik geen enkele keus had, voelde
ik me toch bezwaard. Het speelde telkens
door mijn hoofd, dat ik „fout" handelde.
Na de oorlog zou echter blijken dat het
niet „fout" was als je dergelijke dingen
onder dwang deed. Het was wat dat be
treft hetzelfde als met de inkwartiering.
Als de bezetter dat gebood, kon je niets
anders doen dan jezelf daarbij neerleggen.
Wat je tijdens een bezetting wel en niet
mocht was voor de oorlog al bepaald, in
een aantal regels samengevat en op de ge
meentehuizen in verzegelde enveloppen in
bewaring gegeven. Ik twijfel er echter aan
of iedereen van het bestaan van die enve
loppen op de hoogte was. Pas na de oorlog,
toen ik in de „zuiveringscommissie" zat,
heb ik de inhoud van die enveloppen
gezien.
Uit die gegevens die mij na de oorlog
pas bekend werden viel op te maken, dat
het b.v. verboden was om aan verdedigings
werken van de bezetter mee te helpen. Toch
heeft haast iedereen daaraan meegeholpen.
Velen werden in de Dishoek te werk ge
steld en hier in de buurt werden ook
mensen gerekruteerd om bomen te kap
pen voor de „Rommelasperges".
Als er dan gewerkt moest worden werd
dat vaak in het dorp omgeroepen. Dat ge
beurde hier ook een keer: iedereen moest
zich op het gemeentehuis melden voor het
werken aan de verdedigingslinie en het ma
ken van de „Rommelasperges". Ik ben toen
's avonds naar mijn personeel gegaan en
vertelde hen, dat zij vrijgesteld waren van
werkzaamheden voor de bezetter. Zij hoef
den niet te gaan werken. Dat verhaal dat ze
vrijgesteld waren had ik zomaar uit mijn
duim gezogen, maar ze geloofden het in
elk geval. Toen ze later hoorden dat het
allemaal onzin geweest was, en zij zich ook
hadden moeten melden voor dat werk, heb
ben ze me dat nog kwalijk genomen. Het
werken aan die „Rommelasperges" bracht
namelijk voordelen met zich mee. Loonder
ving hadden de arbeiders er niet van
iedereen kreeg een vergoeding van de ge
meente en de takken van de bomen
werden door de arbeiders meegenomen.
De burgemeester, die erg bang aange
legd was, riep me ook nog op het matje.
Hij zei: „Slotema, wat je nu doet, dat kan
toch echt niet hoor. Jij moet ook mensen
leveren". Daarop antwoordde ik: „Als je
mensen nodig hebt, dan neem je ze maar".
Verzet.
„Het verzet hier had het niet zo „druk"
als in andere gedeelten van Nederland.
Noord-Beveland 'was in feite een eiland
van rust. De verzetsmensen hebben veel
goede dingen gedaan, maar volgens mij
toch ook wel eens flink geblunderd.
Het feit dat ik aan het verzet meege
daan heb, zie ik voor mijzelf niet als een
verdienste. Een hoofdreden voor mij om
aan het verzet mee te doen was sensatie
zucht. Je was jong en je wilde wat. Na
tuurlijk had ik daarnaast wel de pest aan
de Duitsers en was ik koningsgezind.
Het oppakken van sommige „Duitsge-
zinden" was na de oorlog niet per sé nodig
geweest. Sommigen waren welliswaar Duits
gezind geweest, maar hielden zich voor de
rest rustig en verrichtten weinig kwaad.
Die mensen hadden gewoon een bepaalde
politieke overtuiging, maar mag je die als
jeblieft hebben? Tegenwoordig is het heel
normaal wanneer iedereen zijn politieke
overtuiging kenbaar maakt.
Plet idee om na de oorlog flink wraak te
nemen op „Duitsgezinden" was van begin
af aan aangemoedigd door de Engelse ra
dio. Het heeft er op den duur toe geleid
dat sommigen zonder een eerlijk proces op
een mensonterende manier behandeld zijn".
Dolle Dinsdag.
„T.a.v. „dolle dinsdag" heeft het verzet
ook wat fouten gemaakt. De verzetsmensen
hebben welliswaar een aantal wraaklus-
tigen getemperd, maar hadden toch eerst de
mensen warm gemaakt om tot aktie over
te gaan, het „Bijltjesdagidee" aangemoe
digd.
Die hele gang van zaken heeft tenslotte
het leven gekost van Andries Dieleman (en
in Kamperland Joost v. d. Velde). Daar heb
ik het ook later, na de oorlog, nog moeilijk
mee gehad. Ik voelde mezelf, terecht of
onterecht, toch mede verantwoordelijk voor
die hele escalatie. Maar ja. de omstandig
heden waren toen ook heel anders. Het is
moeilijk om naderhand over zulke dingen
echt iets zinnigs te zeggen.
Enfin, ik weet nog goed hoe het alle
maal begonnen is. Er waren al wat be
richten geweest dat de Duitsers grote ver
liezen leden en dat de bevrijding wel niet
meer zo lang op zich zou laten wachten,
's Morgens kwam uit Kamperland Jan
Leijnse met in een jutezak een buitge
maakt Duits geweer naar Wissenkerke ge
fietst. Hij had een Kampérlander met een
Duitser zien vechten, en diens geweer mee
genomen. In een uitgelaten stemming kwam
hij naar de O.D. in Wissenkerke met het
voorstel iets tegen de Duitsers .te onder
nemen. De O.D. ontraadde dat echter sterk.
Via de illegale zender, die bij Ko de Jonge
opgesteld stond, hadden we reeds te horen
gekregen dat we (nog) niets mochten on
dernemen. Maar goed, een aantal mensen
is toch tot aktie overgegaan en hebben te
Kamperland een aantal Duitsers ontwapend
en op het gemeentehuis afgeleverd, waar
in inmiddels de O.D. ook was. 's Avonds
rond een uur of acht zaten hier in het
gemeentehuis een aantal Duitsers en het
N.S.B.-gezin van Hanse opgesloten. Toen
bleek dat de Duitsers terugkwamen en de
hele zaak mislukt was, namen degenen die
de Duitsers en Hanse opgebracht hadden
de benen. Ik zat daar toen maar alleen
(met Westdorpe?) met de gevangenen opge
scheept. Gelukkig ben ik toen de hele tijd
fatsoenlijk gebleven tegenover de gevan
genen. Ik gaf hen een spel kaarten om de
tijd wat te doden en een emmer water
waaruit ze konden drinken.
Later op de avond belde uit Kamperland
een politieman, vermoedelijk Duine, naar
Dr. Bruynzeel dat de gevangenen terstond
vrijgelaten moesten worden, anders zouden
70 inwoners van Kamperland geëxecuteerd
worden. Bruynzeel kwam naar het ge
meentehuis en deelde me dat mee. Toen
zat ik flink in de problemen, ik wist niet
wat ik moest doen. Goede raad was duur,
maar liet toch niet zo lang op zich wach
ten. De verzetsman Brandes kwam (samen
met De Voor?) met de boodschap dat het
absoluut fout was, dat die mensen ge
vangen zaten en dat ze zo snel mogelijk
vrijgelaten moesten worden. Hij zei: „We
brengen ze terug!" Brandes en De Voor
brachten de Duitsers terug naar Kamper
land en ik sloot Jan Hanse met zijn gezin
op in de arrestantencel van het gemeente
huis. Bij het vertrek kon je zien dat de
Duitsers en Hanse ontzettend bang waren.
De soldaten wilden zelfs helemaal niet
meer terug naar Kamperland. Daarom wa
ren Brandes en De Voor gedwongen om af
en toe wat geweld te gebruiken. Toen
Brandes en De Voor de Duitsers weg
brachten sloot ik Hanse en zijn gezin op
in de arrestantencel. Hanse was ontzettend
bang en zei: „Slotema, ik heb toch nog
nooit iets verkeerds gedaan?" Ik zei: „Jan,
als jij niks gedaan hebt, dan hoef je ner
gens bang v4oor te zijn, dan komt alles
dik in orde". Toch was Hanse niet gerust.
Hij was nogal streng gereformeerd en
knielde in zijn cel, waar hij „Het Onze
Vader" bad. Daarna ben ik vertrokken en
liet het gezin-Hanse alleen in het ge
meentehuis achter. De andere ochtend werd
het gezin door een gemeentewerkman vrij
gelaten.
Nadat ik uit het gemeentehuis vertrok
ken was, ben ik samen met nog iemand
in het autootje van Bruynzeel naar Kam
perland gegaan. Ik wilde wel eens zien wat
daar allemaal aan de hand was. We had
den verwacht dat we in het dorp wel Duit
sers tegen zouden komen, maar er was
geen sterveling te zien, ook geen Kamper-
lander. Kafnperland was kompleet uitge
storven. Iedereen was bang, de Duitsers
incluis-,
We zijn toen nog in de door de Duitsers
gevorderde woning van Joost van de Velde
geweest. Joost was tegen de avond door de
Duitsers doodgeschoten, en moet toen wij
kwamen daar ergens in de tuin gelegen
hebben. We hebben hem echter niet ge
zien.
Na al die gebeurtenissen ben ik nog een
dag ondergedoken geweest. Maar daarna
ging voor mij het gewone leven weer
verder."
Geallieerde piloot.
„Op een maandagmorgen kwam Chiel
van Hee langs en vroeg of ik naar de
boerderij van zijn vader wilde komen. Ik
vroeg: „Wat doet er op?", waarop hij ver
telde dat er bij hen een Amerikaan op de
hoeve was. Nadat ik Chiel verteld had dat
ik wel langs zou komen, vertrok hij weer.
Ik kon natuurlijk niet op eigen houtje te
werk gaan. Eerst moest ik er met andere
verzetsmensen over praten, dus ging ik naar
Dr. Bruynzeel. Bruynzeel bleek al helemaal
van het bestaan van de Amerikaanse piloot
op de hoogte.
De vlieger was een 21-jarige 2de luite
nant, wiens vliegtuig boven Antwerpen aan
geschoten was. Het vliegtuig was in de
lucht gebleven tot boven de Oosterschelde,
waar het neerstortte. De ongelukkige Ame
rikaan had zich per parachute in veiligheid
gesteld, en was op de soms droogliggende
plaat „De Banjaard" terecht gekomen. Van
af die plaat is hij zeker met een rubber
bootje aan land gekomen. Hij vond toen
onderdak bij Ko Fortuyn, die op Lillo
woonde, dat is in de buurt van de tegen
woordige Sophia-(werk)haven. De vlieger
heeft het daar misschien (ten onrechte)
niet vertrouwd en verliet het huis van For
tuyn, op weg naar het zuiden, waar hij
de geallieerde linie zou proberen te vinden.
De man is de eerste dag niet verder geko
men dan de aardappelhoop van boer Kees
van Hee, waar hij in slaap viel. De ar
beiders van Van Hee vonden hem daar
's maandagsmorgens.
Voordat ik naar Van Hee ging heb ik
door mijn zuster, die Engels kende, een
aantal vragen die aan de piloot gesteld
moesten worden laten vertalen. Tegelijker
tijd werd ik gekweld door de vraag waar
ik met de piloot moest blijven. Ik had hem
graag bij mezelf in huis genomen, maar ik
wist dat mijn vrouw dat niet fijn zou
vinden. Ze was altijd bang dat de Duitsers
een en ander zouden ontdekken. Maar na
dat ik mijn hersenen al een tijd gepijnigd
had zei ze in de namiddag: „Als hij ner
gens naar toe kan, moet hij maar bij ons
komen". Haar woorden waren echter nog
niet koud of de marechaussee Westdorpe
(ook een verzetsman), die ook al op de
hoogte was van het hele probleem, kwam
binnen. Hij had een goed onderduikadres
voor de piloot: bij Izaak van der Maas in
Kats.
Nadat alles geregeld was ging ik in de
late namiddag met een burgerkostuum voor
de piloot naar Van Hee. De man ver
wisselde zijn strijdplunje voor mijn pak en
'samen gingen we naar Kats. Op de Kort-
geense Lange Weg hielden we nog even ons
hart vast, omdat we daar een Duitse pa
trouille tegenkwamen. Maar de Duitsers
lieten ons gelukkig met rust.
Naderhand maakte ik bij Van der Maas
nog een speciale schuilplaats waar de Ame
rikaan zich terug kon trekken, als de
Duitsers het huis zouden doorzoeken.
Voordat de piloot kort voor de bevrij
ding „opgehaald" werd door zijn geali
lieerde strijdmakkers verbleef hij nog een
poosje bij familie van Van der Maas in
Kortgene."
Intervieuw: René Faasse.
(Nadruk verboden).
TOERNOOI S.V. WISSENKERKE
Op zaterdag 16 mei a.s. wordt op het
gemeentelijk sportterrein van Wissenkerke
het eerste „Onder de Molen"-toernooi ge
houden. Het betreft dan een toernooi voor
het 2e en 3e elftal. Deelnemende elftallen:
Terneuzense Boys 3 en 5; AZW 3 en 4;
Dauwendaele 2 en 3: GPC 2 en 3; Wemel-
dinge 4 en 5; Wissenkerke 2 en 3.
Er wordt gespeeld in poule's van 3, ge
volgd door kruisfinale's en daarna de fi
nale's. Wedstrijdduur: 2 x 12,5 minuten.
Aanvang: 10.30 uur.
Voor het eerste elftal wordt een toernooi
gehouden op 29 augustus.
21e AVONDVIERDAAGSE
TE VLISSINGEN
van 18 tot en met 21 mei 1981.
Onder auspiciën van de Kon. Ned Bond
voor Lichamelijke Opvoeding (K.N.B.v.L.O.),
kring West-Brabant/Zeeland, organiseert de
w.s.v. De Vrolijke Tippelaars weer de
avondvierdaagse te Vlissingen.
Afstanden: 5, 10 en 15 km per avond.
Aan dit wandel-spektakel namen steeds
meer mensen deel. In 1980 waren er maar
liefst 3.135 deelnemers.
Deelname staat open voor: alle sportver
enigingen, buurtverenigingen, scholen, pad
vinderij, politie en brandweer, militairen
en personeelsverenigingen, e.d.
Natuurlijk kan men ook individueel deel
nemen. Zo gaan er elk jaar steeds meer
gezinnen aan de avondvierdaagse deel
nemen.
Starttijden: maandag, dinsdag en woens
dag om 18.30 uur; donderdag: 15 km om
17.30 uur, 10 km om 18.00 uur en 5 km
om 18.30 uur.
Startplaats: clubgebouw Zeeland Sport,
Baskenburgplein, Vlissingen.
Aan de routes is extra zorg besteed,
bovendien zijn enkele routes vernieuwd.
De laatste avond komen alle wandelaars
vanaf de Leeuwentrap door de Badhuis
straat naar het Stadhuisplein.
Hier ontvangen zij de bloemenhulde en
gaan zij in optocht met muzikale begelei
ding naar het eindpunt op het Basken
burgplein.
PV 'DE BLAUWE DOFFER' KORTG.
Uitslag wedvlucht St. Denis op 9 mei 1981.
Deelname 430 duiven.
1 H. C. Verburg 15.05.17 311.211 355.2
2 K. Filius 05.40 311.113 352
3 H. C. Verburg 07.36 2 348.8
4 P. van Belzen 12.20 315.236 345.6
5 idem 12.41 2 342.4
6 M. C. Clement 07.57 309.280 339.2
7 J. van Belzen 15.00 315.187 336
8 idem 15.34 2 332.8
9 S. M. Branderhorst 10.55 309.365 329.6
10 M. C. Clement 12.53 2 326.4
KAPSTERS-WEDSTRIJDEN
Eén dezer dagen vond in Rotterdam in
de Ahoyhal een wedstrijd voor dameskap
sters plaats. De strijd ging ditmaal om de
zilveren Euromast. Marion Wisse, die deel
nam bij de jeugdwedstrijd internationaal
behaalde hierbij een goede 4de plaats.
Beide andere dames, Connie Sinke en
An ja Visser, eveneens werkzaam en getraind
door Hanny de Kam van Kapsalon „De
Kam", behaalden goede resultaten.
NIEUW WINKELTJE IN
WISSENKERKE
In de nieuwe wijk van Wissenkerke is
kort geleden een nieuw Winkeltje geopend,
genaamd „Het Bonte Schaap."
Door enige verbouwing van de garage
aan hun woonhuis in de Wijtvlietstraat 44,
hebben Hans en Irene Schalk een gezellige
ruimte gecreëerd, waarin zij o.a. wol op
strengen, spinnewielen, spinwol, kleertjes
en kunstnijverheid verkopen.
U kunt bij hen terecht elke middag tot
5 uur en 's zaterdags van 9 tot 2 uur.
Burgerlijke stand
KORTGENE
Geboren:
1 april: De Jonge, Heidi Lydia, d.v. De
Jonge, H. J. en Van Goudswaard, L. P.
1 april: De Jonge, Tannetje Elizabeth,
d.v. De Jonge, H. J. en Van Goudswaard,
L. P.
12 april: Geelhoed, Francois Adriaan,
z.v. Geelhoed P. J. en Eikenhout, G.
Huwelijksaangiften:
24 april: M. L. Moerland en H. van der
Maas.
Huwelijken:
24 april: H. T. Leendertse en F. A.
Lems.
Overleden:
23 april: Felius, Nicolaas, oud 71 jaar.
WISSENKERKE
Geboren:
9 april: Catherina Elisabeth Kathelijn,
d.v. J. Jansen en van J. H. M. J. Korse.
27 april: Eelco Valentijn, z.v. R. J. Det-
tingmeijer en van C. E. H. Vollebrecht.
Huwelijksaangiften:
Geen.
Huwelijken:
24 april: Siereveld, Jan Hendrik, 19 jaar
en Geelhoed, Pieternella Jacoba, 20 jaar.
29 april: De Kam, Eduard Marinus, 23
jaar en Francke, Elisabeth Andrea, 19 jaar.
Overleden:
2 april: Willem Eduard van der Heijde,
66 jaar, e.v. J. de Vos.
Met U als klant, sorteren wij als het ware
vóór. En uit een aantal brillen, die U mooi
staan en 't beste bij U passen, kiest U naar
Uw smaak de allermooiste en U heeft Uw
ideale bril gevonden.
BRILLENSPECIALIST
LANGE DELFT 8a—8b
MIDDELBURG
•DE OPTICIEN DIE MÉÉR DOET DAN MOET*