Koffie, cacao en cola schadelijk? Ouderen moeten in beweging blijven KRONIEK VAN NOORD-BEVEL AND Gelijke rechten man en vrouw: Nou en Ook gezonde mensen dienen zich te beperken. Koffie en thee bevatten coffeïne, koffie iets meer dan thee. Vroeger dacht men dat alle effekten van de koffie en thee uitsluitend aan deze coffeïne moesten wor den toegeschreven. In het tijdschrift voor ziekenverpleging wordt door deskundigen nog eens duidelijk gesteld, dat koffie en thee ook andere fysiologisch belangrijke stoffen bevatten, zodat de opwekkende wer king die van het gebruik van deze dranken uitgaat als een samenspel van de verschil lende bestanddelen moet worden opgevat. In één kop koffie zitten meer stoffen dan u denkt. Om te beginnen zo'n 100 tot 150 mg coffeïne. Van coffeïne gaat een opwekkende werking uit, voornamelijk een gevolg van een krachtiger hartslag en een verhoging van de bloeddruk. Tevens wordt het zenuwstelsel beïnvloed: koffie heeft een verfrissende werking, waardoor „denkwerk" wordt vergemakkelijkt. De effekten van coffeïne worden beïn vloed door de in de koffie aanwezige, zd- genaamde roostprodukten, die bij het bran den van de koffieboon zijn ontstaan. In de extrakten van de schil van de koffieboon zijn honderden van deze organische stoffen gevonden, die in zeer kleine concentraties in uw kopje koffie voorkomen. Voorts heeft analytisch onderzoek aan getoond, dat in de gebrande koffieboon o.a. chlorogeenzuur voorkomt. De acute giftigheid van deze stof is gering, maar bekend is dat chlorogeenzuur een remmende werking kan uitoefenen op de spijsvertering van bepaalde eiwitsoorten, die met de voeding worden opgenomen. Een andere stof, trigonelline, is vrijwel zeker verantwoordelijk voor de bittere smaak van koffie. Voorts zitten in koffie kleine hoeveelheden nicotinezuur en andere B-vitamines als inositol en choline. Calorieën. Thee bevat aanzienlijk minder coffeïne (ook wel theïne genoemd) dan koffie. Het effekt van theïne kan bovendien groten deels teniet worden gedaan door melk aan de thee toe te voegen. Ook in cacao zit een werkzame stof, nl. theobromine, een stof die chemisch sterk verwant is aan coffeïne. Hoewel theobro mine op het lichaam een vrij sterke werking bij het nuttigen van cacao kan uitoefenen, komt deze werking niet zo tot uiting door de aanwezigheid van verschillende voe dingsstoffen. Coladranken zijn ook erg geliefd. Deze dranken worden bereid met als grondstof de colanoot, een vrucht afkomstig van de colaplanten, die in west-Afrika en tropische delen van Amerika worden geteeld. De ver frissende werking van cola moet worden toegeschreven aan de werking van coffeïne. Een klein flesje bevat plm. 70 mg coffeïne. Cola is ook uit voedingsoogpunt interes sant. Zwaarlijvigen moeten deze drank maar liefst mijden, want een glas cola bevat liefst 75 calorieën. Dat is vier keer zoveel als een kop koffie mét suiker. Wie niet? Bij de beoordeling of de in onze dage lijkse dranken aanwezige, fysiologische werkzame stoffen schadelijk zijn, maken we onderscheid tussen zieke en gezonde ge bruikers. Zo zullen mensen met ernstige maag- of darmaandoeningen er goed aan doen deze dranken te laten staan. Wie last heeft van een acute leveraandoening of van een galblaasaandoening kan zich ook maar beter het gebruik van koffie en dergelijke zoveel mogelijk of geheel ontzeggen. Dat geldt eveneens voor degenen, die lijden aan pancreatitis (ontsteking alvleesklier). Vanwege de fysiologische werkingen van de coffeïne in koffie, thee en cola is het gebruik hiervan door patiënten met hart- aandoeningen af te raden. De (extra) bij drage in calorieën door deze dranken is nog een reden te meer om het gebruik hiervan af te raden aan mensen, die een hartaandoening hebben. Ook zwaarlijvige mensen moeten vanwege het calorieëngehalte oppassen. Cacao en cola kunnen zij beter helemaal laten staan. Koffie en thee zouden ze suikerloos moeten nuttigen. Ook lijders aan suikerziekte moe ten opletten dat zij met deze dranken niet teveel calorieën naar binnen krijgen. En gezonden? Maar kunnen degenen, die niet aan één Rust roest. Niet voor niets zeggen de Fransen: „Le mouvement c'est la vie (vrij vertaald: be weging is leven); trouwens, wij hebben daar ook wel een zegswijze voor en die luidt: „Rust roest". Wanneer men zonder noodzaak zijn be staan gaat beperken tot een kamerhoek die gestoffeerd is met een bed en een nachtkastje, zijn de soepelheid van lichaam en geest snel verdwenen. Met een radio- of televisietoestel kan men dan misschien nog wel een beetje op de hoogte blijven van het wereldgebeuren, maar dan is zulk een toestand toch altijd nog fnuikend voor de lichamelijke conditie. Het komt ook voor, dat iemand van ge vorderde leeftijd in bed terecht gekomen is wegens de een of andere ziekte en daarin nu verder maar dag-in, dag-uit, weken-, maanden- of zelfs jarenlang verblijft, omdat niemand, d.w.z. noch de patiënt zelf, noch degeen die hem verzorgt, op het idee komt weer eens wat beweging, oefening, aktivi- teit en funktieherstel van spieren en van hersens te beproeven. Achteruitgang van het lichaam en aftakeling van het verstand Mannen voorrang bij vakatures? Slechts 3% van de Nederlandse bevolking beschouwt de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen als het belangrijkste in een reeks aktuele problemen, zo luidt de uitkomst van het onderzoek van de Nederlandse Stichting voor Statistiek. An dere sociale problemen werden als veel be langrijker door de meeste ondervraagden ervaren. Liefst 37% ziet de huisvestings problematiek als het meest nijpende vraag stuk in Nederland. De energieproblematiek door 14%. Loonverschillen, ongelijke promotiekansen en ongelijke kansen bij sollicitatie worden door 68% van de ondervraagden niet als een probleem ervaren. Daar sta je dan toch wel even van te kijken. Want het is juist deze ongelijkheid, waar de kritiek van aktie- grocpen zich de laatste jaren op heeft ge richt, het is ook deze ongelijkheid, die met wettelijke maatregelen is bestreden. Nochtans zou 68% van de bevolking zich er niet om bekommeren Het wonderlijke feit doet zich .voor dat bij de kiezers van alle grote partijen slechts een minderheid de ongelijkheid tussen man nen en vrouwen als een probleem ervaart. Zowel bij de kiezers van het CDA en de WD, als bij de kiezers van PvdA en D'66 maakt een minderheid zich druk over de ongelijke behandeling van mannen en vrou- van bovenvermelde ziekten lijden, nu maar raak koffie, cola en dergelijke drinken? Zeker niet. Iedereen, dus ook de gezonden, moeten letten op het aandeel van de dage lijkse dranken in het totale calorieënge- bruik. De bijdrage van koffie, cola en cacao aan de calorische overvoeding, één van de grote voedingsproblemen in onze westerse samenleving, mag niet worden onderschat. Maar ook om andere redenen kan bij op zichzelf gezonde mensen het (overmatig) gebruik van bedoelde dranken niet wense lijk zijn. Sommige mensen zijn extra ge voelig voor de werking van stoffen als cof feïne en theobromine, zonder dat zij dat van zichzelf weten. Doordat zij de werkzame bestanddelen in koffie, thee en cacao moeilijk verdragen, zouden klachten kunnen optreden zoals lichte irritatie, 's avonds hoofdpijn, slape loosheid en dergelijke. Zeker bij overmatig gebruik kunnen deze klachten optreden. Vandaar dat een zekere beperking in het gebruik van deze dranken moet worden aangeraden. (Nadruk verboden). zijn daarvan dan het gevolg. Omgekeerde wereld. In vele, nog ouderwets geoutilleerde zie kenhuizen, komt het nog maar al te vaak voor, dat zieken die al een beetje mochten opstaan, weer naar bed moeten om te eten, om bezoek te ontvangen en soms zelfs om te urineren of te defaeceren. Allemaal verrichtingen dus waarvoor een normaal mens onder normale omstandigheden zijn bed juist verlaat! Dit is in vele ziekenhuizen nu anders door een betere organisatie van de verple ging. Vooral in speciale klinieken voor bejaarden zal men toch allereerst zijn uiter ste best moeten doen om het vooral voor oude mensen zo funeste langdurige stilzitten te voorkomen. Men aktiveert de patiënten daar dus zodra het maar even mogelijk is en het centrum van zo'n kliniek of geria trische afdeling zal de oefenzaal moeten zijn. Bewegingstherapie is het voornaamste wapen tegen blijvende invaliditeit. Het beenderstelsel. Wat betreft het beenderstelsel: Dit gaat wen. Alleen bij de kleine linkse partijen (PSP, PPR, CPN) is er een kleine meerder heid die deze ongelijkheid wél als een probleem ziet. Mannen de voorkeur. Terwijl gelijke behandeling van mannen en vrouwen toch zou moeten inhouden, dat mannen en vrouwen gelijke kansen op een baan zouden moeten hebben, denkt een groot deel van de bevolking daar ken nelijk anders otar. Uit de enquête kwam naar voren dat 63% van de ondervraagden van mening was dat bij de huidige werk loosheid eerst de mannen aan een baan moesten worden geholpen. Slechts 26% zegt het met deze opvatting oneens te zijn. Meer dan 80% van de ondervraagden meen den ook dat iemand die de kost voor een gezin verdient (en veelal is dat de man) meer recht heeft op werk dan iemand die alleen maar bijverdient (en meestal is dat de gehuwde vrouw). Uit dat gegeven mogen we afleiden, dat in de huidige, slechte economische omstan digheden er een zekere weerstand groeit tegen het werken door gehuwde vrouwen. Hierdoor worden immers ook grote inko mensverschillen in de hand gewerkt. Terwijl talloze gezinnen van een sociale uitkering: moeten leven, o.m. omdat er voor de kost winner geen baan is, genieten anderege- achteruit wanneer de gewone prikkels voor opbouw en herstel van beenweefsel zo als die worden gegeven door druk en tractie van de spieren bij het maken, van bewe gingen ontbreken. De afbraak in de beenderen gaat dan overheersen boven de opbouw; daardoor worden de beenderen bros. De patiënt gaat dan klagen over pijn in de rug. De zieke die met steeds meer kussens gesteund wordt krijgt langzamer hand verkrommingen van de wervelkolom. Verder heeft de overheersing van het af braakproces tot gevolg, dat er veel kalk het lichaam met de urine verlaat en dat zich hierdoor gemakkelijk stenen vormen in nieren en blaas. Wat de gewrichten betreft: langdurige rust geeft verstijving. Dit geldt niet alleen voor de voetgewrichten (bekend is het op treden van de zogenaamde spitsvoet), maar ook voor de knieën, de heupen en de schouders. Dat kan oorzaak worden dat de patiënt, na genezing van de oorspron kelijke ziekte, zich niet meer voldoende kan bewegen. Ja, dat het lopen misschien geheel onmogelijk blijkt te zijn geworden. De spieren. Ook het spierstelsel ondervindt een na delige invloed van langdurige immobiliteit. De spieren die niet worden gebruikt gaan atrofiëren: ze worden dun en zwak. Om dit tegen te gaan moet dus, voorzover de gezondheidstoestand dat tenminste toe laat, geregelde oefening plaats hebben. Ge beurt dat niet, dan wordt het spierstelsel steeds zwakker en de persoon in kwestie wordt steeds spoediger vermoeid. En wat betreft de huid: doorliggen (de cubitus) van bedlegerige patiënten is een schrikbeeld voor alle verplegenden. Terecht leert men hun op nauwgezette wijze de nodige maatregelen te nemen ter voorko ming hiervan. Onnodig te zeggen, dat de huid veel gemakkelijker gaaf te houden is wanneer van begin af aan een aktiverende behan deling wordt toegepast, indien de ziekte verschijnselen dit tenminste mogelijk maken. Geestelijke achteruitgang. Spijsverteringskanaal en urinewegen gaan bij langdurige volstrekte bedrust ook minder goed funktioneren. Zeer dikwijls komt het tot onzindelijkheid Pas als de zieke wat meer in beweging komt, nadat oefeningen in het zitten en het opstaan zijn gemaakt, mag men verwachten, dat aan die incon tinentie een einde komt. Ook ernstige obstipatie een klacht die bij patiënten met langdurige bedrust nogal eens wordt vernomen kan voor oude mensen een zeer hinderlijke en zelfs scha delijke complicatie van hun ziekte vormen. Wanneer lichaamsbeweging kan worden genomen, dient zulks ook te worden ge daan. Het bevordert de stoelgang. Tot slot iets over de geestelijke funkties. De psychische achteruitgang, die zo veel vuldig bij bedlegerige bejaarden optreedt, is veelal niets anders dan een gevolg van de isolatie waarin de bedpatiënt verkeert. Hij of zij merkt vrijwel niets van de bui tenwereld. Belangstelling, geheugen en oriëntatie gaan achteruit, al was het maar door gebrek aan oefening! Het zal duidelijk zijn, dat de op deze wijze ontstane dementie (psychische afta keling) kan blijken van voorbijgaande aard te zijn, namelijk als het mogelijk is, dat de patiënt het bed en misschien zelfs de kamer eens mag verlaten, enige eenvoudige aktiviteiten kan ontplooien en enige kon takten kan onderhouden waardoor opnieuw de belangstelling gaande wordt gemaakt. (Nadruk verboden). zinnen van een dubbel inkomen, omdat toevallig én de man én de vrouw een baan hebben. Overigens was ruim 40% van de onder vraagden het niet eens met de stelling dat wanneer er teveel werknemers zijn, de vrou wen eerder moeten worden ontslagen dan mannen. Maar ongeveer 35% was het wel met die stelling eens. Trouwens, meer dan 70% vindt het normaal dat het beter is als een vrouw met kleine kinderen niet buitenshuis werkt. De helft van de onder vraagden acht het niet meer dan normaal dat man en vrouw beiden voor het huis houden en de kinderen zorgen, als ook de vrouw buitenshuis werkt. Weinig élan. Ongeveer 60% van de bevolking heeft op een of andere manier gehoord over de Wet gelijke behandeling man en vrouw. Televisie was de voornaamste informatie bron. Maar als zo vaak blijken vooral degenen, voor wie de wet het minst nodig was, zich er het meest voor te interesseren. Zo kon er een folder over de nieuwe wet wor den aangevraagd en 76% van de vrouwen die daar gebruik van maakten hadden een middelbare of hogere opleiding. Het moge dan waar zijn, dat ook de positie van deze categorie vrouwen wel het een en ander te wensen overliet, maar vergeleken bij andere groepen zoals vrouwen met alleen een lagere opleiding is hun positie door gaans zeer riant. Zij verblijven ook veelal in een sociaal milieu, waar het begrip voor méér rechten voor de vrouw aanzienlijk groter is. Je zou kunnen zeggen dat de vrouwen, voor wie de Wet gelijke behandeling man en vrouw het meest nodig is, veelal het meest onverschillig staan tegenover de nieuwe ontwikkelingen. En de feministes en andere strijdbare aktiegroepen? Ach, die wisten toch wel voor hun rechten op te komen. De wette lijke vastlegging van hun wensen is mooi meegenomen, maar zij zijn er niet of on voldoende in geslaagd om hun élan op andere vrouwen over te brengen. Mr. A. Bronsbergen. EXAMENS Dezer dagen slaagden voor de cursus perslucht masker dragen: de heren P. v. d. Kreeke en M. Clement van het brandweer korps Kamperland. Voor onder-brandmeester B slaagde de heer J. Duerink. - - .V In vroeger tijden, beste vrienden, kon het voor komen, dat je door ruzie met je huisbaas zo de straat opgezet kon worden. Een ander buis kraken was er toen nog niet bij. Over beiden is wat te zeggen natuurlijk, maar ik laat het maar bij het verhaal, over wat Jan en Sien meemaakten toen ze het aan de stok kregen met hun huisbaas. Hoop op Beter. Ze weunden in een wienkeltje, in de Koaistraete; je kon d'r vo snoephoed je centen laete. Vier jaer waere ze hetrouwd; Siene was een proper mens, hlad benauwd. D'r man dee werke op 't land en ie was een vroluke klant. Mè makkeluk was ten oaltied nie; 't was recht deur zééë, anders was ter nie bie. Noe oa ten't mee z'n uusbaes an de stok hekrehe en dat was a behoorluk óhe hestéhe. D'n deurwaerder was a an de deure hewist, want d'r was a over um beslist. Ie most z'n uus uut volhende weke en Siene en Jan bin bezweke. D'n volhende weke most ut hebeure; dien dag stieng de veldwachter a vroeg an de deure. Oalus wier nae buuten hedrohe, op de straete; ze wiste anders nie wi ze de spullen moste laete. Di stien oalus buuten, van Po tot Kammenet; 't wier oal op een hrööten oap op de stoepe hezet. Publiek was ter ök, dat ka-je behriepe; mè ze kwaeme nie op verziete. 't Was oal senzasie, uut d'éésten and, ut leek wè of was ter brand. Afijn, 't was aest verbie, mè vo Jan nog nie. Ie was ök nog vaandelbewaerder van de zangverenehieng en zö kwam ut, toen oalus buuten stieng, ie nae buuten kwam, mee ut vaandel in z'n and, dat ei ten bovenop z'n spullen heplant. De naem van de verenehieng was toen der tied: „Hoop op Beter", mè dat lag vo Sien en Jan in 't verschiet. Gelukkig, beste vrienden, dat zulke dingen tegenwoordig niet meer voorkomen. Wat Jan en Sien betreft? Nou, ze zijn blijven hopen en beter is gekomen. Naar aanleiding van het verhaal, de volgende spreuk: Een uus kraeke was 't er vroeher nie bie, dat dee-je ze toen zeker nog nie. Toch liete ze d'r eihe deur niks belette, want toen dee-je ze ök a een kraekje zette. CeeBee. ZE BEVATTEN ZEKER GIFTIGE STOFFEN Koffie en thee behoren tot de dranken, die niet meer zijn weg te denken uit ons leven. Vrijwel iedere volwassene drinkt 's ochtends en 's avonds koffie, veelal wordt 's middags thee genuttigd, terwijl ook bij ontbijt en lunch vaak één van deze dranken wordt geconsumeerd. Een koffieloze dag is voor de meeste mensen even ondenkbaar als een dag zonder eten. En wij kunnen ons moeilijk verplaatsen in de drinkgewoonten van onze voorouders die tot de 18e eeuw vrijwel van koffie en thee verstoken bleven. Pas in deze eeuw werden koffie, thee en cacao dankzij de Verenigde Oostindische Compagnie in ons land ingevoerd. Zijn koffie, thee, cacao en ook coffeïne bevattende coladranken schadelijk voor de gezondheid? Bij matig gebruik zullen we geen schade van deze dranken ondervinden, maar dat voor een aantal mensen beperking of zelfs onthouding gewenst is, is zeker. Sportlieden die topprestaties willen leveren doen er ook goed aan geen overmatig gebruik van deze dranken te maken. Natuurlijk beschikken mensen van zestig jaar en ouder niet over dezelfde krachten als jeugdige personen. Daarom moeten zij, die nog aan het arbeids proces deelnemen, veelvuldig kleine rustpauzen kunnen inschakelen. Wie zijn gewone beroepsbezigheden niet meer verricht, dient eveneens eventuele pe rioden van lichamelijke inspanning af te wisselen met korte rustpauzen. Bo vendien moeten mensen die wat ouder worden 's avonds tijdig naar bed gaan, want nachtbraken bekomt hen bijzonder slecht. Dat wil echter niet zeggen, dat gezonde mensen van middelbare leeftijd of gezonde bejaarden het grootste deel van de dag in bed moeten doorbrengen. Dat is beslist verkeerd en toch gebeurt dit helaas nog maar al te vaak. GROOT DEEL BEVOLKING INTERESSEERT 'T NAUWELIJKS De emancipatie van de vrouw is een onderwerp dat vooral de laatste tien jaar tot veel discussies aanleiding heeft gegeven. Er is op dit gebied ook veel gebeurd, nationaal en internationaal. Men streeft nu meer dan voorheen naar gelijke kansen voor man en vrouw, met name in het beroepsleven. Vrouwen dienen voor hetzelfde werk dezelfde beloning, te krijgen dan mannen en in de vorig jaar van kracht geworden Wet gelijke behandeling mannen en vrou wen wordt onder meer bedrijven en overheid verboden in personeelsadvertenties en dergelijke een voorkeur voor een bepaald geslacht uit te spreken. Ondanks televisie- en radio-uitzendingen over dit onderwerp, ligt een groot deel van de Nederlanders niet wakker van dit soort problemen. Uit een door de Nederlandse Stichting voor Statistiek verricht onderzoek onder mim 2000 Nederlanders (representatieve steekproef) blijkt dat maar heel weinig Neder landers de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen zien als het belang rijkste in een reeks aktuele problemen. Sterker, liefst 68% ervaart ongelijk heid van mannen en vrouwen helemaal niet als een probleem.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1981 | | pagina 2