GEA algemeen sekretaris BI KORSTANJE - GOES Nederlandse bevol king in cijfers KRONIEK VAN NOORQ-aEVELANQ grafisch economisch adviescentrum De Nederlandse Nieuwsblad Pers (N.N.P.) is een vereniging van uitgevers van nieuws- en huis-aan-huisbladen. Het bureau van de organisatie is gevestigd in Den Haag. In opdracht van het bestuur van de N.N.P. zoeken wij kontakt met gegadigden voor de •funktie van Deze economisch getinte funktie houdt o.m. de volgende taken in: uitvoeren van het bestuursbeleid; leiden en doelmatig laten funktioneren van een klein sekretariaat; bezoeken van en fungeren als gespreks partner en klankbord voor de aangesloten leden-uitgeverijen; voorbereiden en introduceren van een informatiesysteem, dat zowel het bestuur van de N.N.P. als de leden relevante informatie verschaft over ontwikkelingen binnen de branche. Gedacht wordt aan kandidaten met een leeftijd van ca. 30 jaar; vooropleiding op H.B.Ó.-niveau; goede kontaktuele eigenschappen; goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid; ervaring in een funktie met een organisatorisch karakter, bijvoorbeeld op een stafafdeling van een uitgeverij, een organisatie-afdeling van een bedrijf of een economische afdeling van een werk geversorganisatie. Een psychologisch onderzoek kan deel uitmaken van de selektie-procedure. Geïnteresseerden nodigen wij uit een met de hand geschreven sollicitatiebrief met uitvoerige gegevens over opleiding en ervaring te sturen aan het GEA, Ter Gouwstraat 1, 1093 JX Amsterdam, onder referentie NSL. _L_ BEMIDDELINGS- EN AANNEMERSBEDRIJF KOOP EN VERKOOP - NIEUWBOUW EN VERBOUW Gaarne tot uw dienst. GILLESSE - BEMIDDELING - AANNEMERSBEDRIJF Visserijstraat 31, 4491 GG Wissenkerke, Telefoon 01107 - 14 89. Rechtskundig- en inkassobureau Dir. R. J. C. M. Thirv (Lid Ned. Ver. v. Rechtskundige Adviseurs) Postbus 234, 4460 AE Goes. Vosmaerstraat 2, 4461 HT Goes. Telefoon 01100-13830 Inkasso van vorderingen Adviezen Rechtszaken Informaties Huur, Pacht en Kontrakten Arbeidszaken Korrekte en vlotte uitvoering van uw opdrachten! »o» s o Na vorige week heel optimistisch het voorjaar aangekondigd te hebben, beste vrienden, is het toch nog gaan vriezen. En da bluuf nog even, volgens ons aller weerprofeet, de heer Pelleboer. Deze brave man wordt, naar ik vernam, niet overal serieus genomen. Zo hoorde ik van de week iemand zeggen: ie at beter bie z'n ouwe beroep kunne ouwe. Wat dat dan wè was, werd er gevraagd, noe ie was vroeher schilleboer. Diegeen die dit zei, kon toevallig dit weer niet gebruiken. Dus aan wat het nou lag, moeten we maar raden. Het verhaal van deze week heeft een merkwaardige gelijkenis. Namelijk of je het kan gebruiken of niet. D'n erfenisse van d'n ouwen Krien. Ei-je 't hehore van d'n ouwen Merien, ie hae wee trouwe meschien. Zelf is'ten a tachentug, mè 't is een jonk wuufje werachentug. Wat mö noe zö'n ouwe veint, mee zö'n jonge meid. 'k Helöve herust, da zö'n ouwe veint, een hroen blaertje lust. 't Kan ók weze vo Krien z'n held, want Krien was welhesteld. Afijn, ie was hlad nie benauwd, dus bin ze hetrouwd. Ze weune noe saemen op d'oeve, di dee Krien noe van de liefde proeve. Want mê a't oal hehore, d'r wor éérdaegs een kleintje heböre. Toch von Krien dat mè: zö, zö en da kan'k behriepe, Want dan hae-je toch wat dienke van een oare, a-je zelf tachentug bin hehore. Dirom is'ten ök nae z'n vrouwe toe helöpe. Ie zei: noe mö-je mien hin hrapjes verköpe. 'k Wille wete van wie of't kind is. Z'n vrouwtje von dat nie zó mis. Ze zei: luuster jie us hoed nae mien, je weet ut nog nie meschien. Wat vo joe een vraeg is, vo mien een weet, mè d'r is toch nog iets wat of je verheet. 't Kan nie misse; 't is hoed vo je n'erfenjsse. Want de kleinen die wor heböre, is vo de centen, dan worre ze nie van een óre. Zo zat dat, beste vrienden. En de afloop? Nou, Krien junior boert nog best. Natuurlijk nog een ouwe Peelandse spreuk: Een boer wor hemaekt vo a'ten is heböre; mè zö is't mee velen, ek hehóre. CeeBee. NOORD-BEVELANDSE HENGELSPORTVERENIGING HIELD WEDSTRIJD Zaterdag 21 februari organiseerde de Nrd.-Bevelandse hengelsportvereniging haar eerste competitiewedstrijd van 1981. Aan deze wedstrijd, welke gehouden werd in de Oosterschelde bij Colijnsplaat, namen 82 leden deel. In totaal werden er 611 vissen gevangen, waarvan 550 ondermaatse vissen en 61 bovenmaatse vissen met een gewicht van 7.661 gram. De uitslag van de wedstrijd was: 1. A. Kole, Kamperland 1220 pnt. 2. H. Veldhuis, Colijnsplaat 1193 pnt. 3. J. J. de Haze, Kamperland 783 pnt. 4. G. de Haan, Middelburg 775 pnt. 5. J. Tazelaar, Goes 765 pnt. 6. J. Tazelaar, Kamperland 645 pnt. 7. L. Heystek, Geersdijk 565 pnt. 8. A. Kastelein, Geersdijk 550 pnt. 9. M. G. de Smit, Kamperland 522 pnt. 10. S. v/d Guchte, Colijnsplaat 509 pnt. 11. P. de Putter, Kortgene 505 pnt. 12. H. de Waard, Colijnsplaat 480 pnt. 13. C. v/d Moere, Colijnsplaat 474 pnt. 14. A. G. de Waard, Colijnsplaat 450 pnt. 15. W. Noordhoek, Oostkapelle 435 pnt. 16. H, de Looff, Wissenkerke 430 pnt. 17. J. Provoost, Colijnsplaat 425 pnt. De volgende competitiewedstrijd wordt gehouden op 21 maart te Colijnsplaat van 14.00—16.30 uur. Inschrijven in café „Ju liana" te Colijnsplaat van 13.00—13.30 uur. Op 1 januari 1960 telde Nederland 11,4 miljoen inwoners en op 1 januari 1970 13 miljoen. Dat betekende in de zestiger jaren een bevolkingsgroei van 1,6 miljoen. Op 1 januari 1980 had Nederland 14,1 miljoen inwoners. De be volkingsgroei in de zeventiger jaren bedroeg dus 1,1 miljoen, dat is een half miljoen minder dan in *de zestiger jaren. Deze en andere belangwekkende cijfers over de Nederlandse bevolking, de bevolkingstoeneming en bevolkingsdichtheid kunt u vinden in het kortgeleden weer verschenen Statistisch Zakboek, uitgave 1980, waarin de meest uiteenlo pende aspecten van de Nederlandse samenleving in sprekende cijfers worden uitgedrukt. Minder kinderen, minder huwelijken, meer bejaarden. De Nederlandse bevolking is vanaf 1900 gegroeid van 5,1 miljoen inwoners tot 14,1 miljoen zielen in 1980. In 1900 had Ne derland 154 inwoners per vierkante kilo meter, in 1980 reeds 415, waarmee we tot de dichtstbevolkte landen ter wereld be horen. Een opmerkelijk verschijnsel in ons land is het toenemend aantal bejaarden, zowel in absolute als relatieve zin. Een verschijnsel dat natuurlijk op zichzelf alleen maar ple zierig is, maar dat wel leidt tot grote financiële consequenties, vooral in de sector sociale uitgaven. (AOW, ziektekosten, etc.). In 1900 was slechts 6% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder. In 1960 vormden de bejaarden 9% van onze bevolking, in 1970 10,1%, in begin 1980 11,5%. Als de prognoses omtrent de bevolkings ontwikkeling in de komende twintig jaar uitkomen, zal in het jaar 2000 minstens 13% van onze bevolking 65 jaar of ouder zijn. Het percentage bejaarden kan rond die tijd zelfs oplopen tot 13,7. De werkende bevolking zal dus steeds meer AOW-premie moeten betalen, terwijl sociale vraagstukken als huisvesting van be jaarden rond de eeuwwisseling een nog grotere actualiteit zullen krijgen als ze nu al hebben. Mannenoverschot. Opmerkelijk is dat op 1 januari 1970 de Nederlandse bevolking bijna evenveel mannen als vrouwen telde. De mannen wa ren met 6,95 miljoen een tikkeltje in de minderheid tegenover de 7,04 miljoen vrou wen. Dat lichte vrouwenoverschot doet zich echter alleen voor in de hogere leeftijds groepen, d.w.z. vanaf het 50ste levensjaar. Het grootst is het vrouwenoverschot in de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder. In de leef tijdsgroep 75 jaar en ouder bedroeg het vrouwenoverschot in januari 1979 liefst 144.000. Op dat tijdstip telde de Neder landse bevolking 377.000 vrouwen boven de 65 tegen 233.000 mannen. In de leeftijdsgroep 0—50 jaar is er echter sprake van een mannenoverschot. Dat is vooral een gevolg van het feit dat er al vele jaren in Nederland meer jongens dan meisjes geboren worden. In de vijftiger en zestiger jaren werden per jaar ongeveer 6.000 méér jongens dan meisjes geboren en deze tendens zette zich in de zeventiger jaren voort. Voorbeeld: In 1978 werden in ons land 90.000 jongens en 85.400 meisjes geboren, in 1979 89.600 jongens en 85.400 meisjes. Niet of later trouwen. Heel opmerkelijk is ook dat er in Ne derland niet meer zo lustig wordt getrouwd dan voorheen. In het tijdvak 1965—1974 werden gemiddeld per jaar zo'n 115.000 huwelijken in Nederland gesloten. In 1978 was dat nog maar 89.000. In de periode 1965—1974 bedroeg het aantal huwelijks sluitingen per 1.000 inwoners 8,9 en in 1978 nog maar 6,4. Dat mag je toch wel een opmerkelijke ontwikkeling noemen. Opvallend is ook dat meer mannen en vrouwen thans later trouwen dan enkele jaren geleden nog het geval was. Het aantal mannen en vrouwen, dat trouwt tussen het 20ste en 24ste levensjaar, neemt sinds 1975 duidelijk af, terwijl bijvoorbeeld het aantal huwenden in de leeftijdsgroep 30— 34 jaar toeneemt. Dat het aantal geboorten de laatste kwart eeuw sterk is gedaald, is een bekend ge geven. Om het met enkele cijfers te illu streren: In de periode 1955/1965 werden gemiddeld per jaar 240.000 kinderen gebo ren, in 1979 was dat nog maar 175.000. Het aantal levend geborenen per 1.000 in woners zakte van 21,1 in de periode 1955— 1964 tot 12,5 per 1.000 inwoners in 1979. Trek naar platteland. Op 1 januari 1980 telde Nederland 811 gemeenten. Ruim 1/4 van de Nederlandse bevolking woonde in de grote stedelijke gemeenten (meer dan 100.000 inwoners). Vergeleken met 1971 is er sprake van een bevolkingsvermindering in de grote steden. In 1971 woonde 28,7% van de bevolking in gemeenten met meer dan 100.000 inwo ners, in 1980 bedroeg dit percentage nog maar 25,3. Maar niet alleen plaatsen met meer dan 100.000 inwoners worden als stedelijke ge meenten beschouwd. Er zijn 120 stedelijke gemeenten in Nederland (waarvan 17 meer dan 100.000 inwoners hebben) en in die 120 gemeenten woonde in 1980 52% van de Nederlandse bevolking. Dat is toch bijna 3% minder dan in 1971. Dan zijn er in Nederland nog rond de 450 zogenaamde verstedelijkte plattelands gemeenten, waaronder forensengemeenten en geïndustrialiseerde plattelandsgemeenten. Daar woonde in 1980 36,3% van de be volking, 2,3% méér dan in 1971. Tenslotte zijn er in Nederland ongeveer 240 typische plattelandsgemeenten, waar in 1980 11,6% van de bevolking woonde, een half procent meer dan in 1971. Er is dus sprake van een „bescheiden" trek van grote stad naar platteland. Verder woonden er in 1979 in Nederland ruim 435.000 buitenlanders. De Turken (106.000) en Marokkanen (65.000) vormden de grootste categorieën. Anderzijds wonen er ongeveer 570.000 Nederlanders in het buitenland. Ongeveer 300.000 van hen wo nen in een Europees land, ruim 260.000 daarvan in West-Europa met de Bonds republiek (120.000 Nederlanders) als topper. In Australië en Nieuw-Zeeland wonen te- samen 110.000 Nederlanders, in de Ver. Staten 36.000, in Canada 30.000, in Zuid- Afrika 40.000. Mr. A. Bronsbergen. MILIEU TERUG NAAR DE BRON Er bestaat een vloeistof zonder kleur, reuk of smaak waar niemand buiten kan. We hebben het hier natuurlijk over water. Ver wend geraakt door alle moderne gemakken die ons omringen, zijn wij vaak geneigd te vergeten dat water een kostbaar bezit is waar we heel zuinig op moeten zijn. Grondwater bijvoorbeeld vormt één van on ze belangrijkste hulpbronnen en is van na ture zuiver. De langdurige droogte van 1975—1976 heeft weer eens te meer bewezen hoezeer onze waterbevoorrading van de weersom standigheden afhankelijk is. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat het grondwater mo menteel volop in de belangstelling staat. Er is op dit gebied reeds onderzoek verricht maar aangezien dit van plaatselijke aard was, zijn de resultaten ervan in een bredere context niet echt bruikbaar. Op verzoek van het Europees Parlement heeft de Europese Commissie dan ook een algemeen onderzoek verricht naar de water bronnen van de landen van de Gemeenschap. Dankzij deze studie beschikken we nu voor het eerst over een nauwkeurige inventaris van de Europese grondwateren. Deze studie, die binnenkort zal verschijnen, omvat 9 nationale rapporten, een algemeen overzicht en 152 kaarten met dezelfde schaalverde ling, die dus makkelijk te vergelijken zijn. De onderzoekers zijn nagegaan hoeveel on deraardse watervlakten de Gemeenschap telt en hebben hun oorsprong en exploi tatie bestudeerd. Het doel van de studie is de beschikbare bronnen beter op Euro pees niveau te beheren. Blijkens het onderzoek bevinden de on deraardse watervlakten zich meestal niet waar de behoefte aan water het grootst is. Noord-Italië bijvoorbeeld beschikt over grote waterbronnen terwijl er in Zuid-Italië ge brek aan water is. In Frankrijk echter lig gen de bronnen relatief gelijkmatig over het grondgebied verspreid. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de Europese landen in verschillende mate van hun grondwater gebruik maken. In Dene marken komt tenminste 95% van het drink water uit de grond. Voor Frankrijk is dit 50% en voor Ierland slechts 15 k 20%. Het grondwater wordt voor velerlei doel einden aangewend. Omdat het zuiver is, dient het vaak als drinkwater, maar het wordt ook voor de irrigatie van akkers en in de industrie gebruikt. In Denemarken gebruiken ook viskwekers grondwater voor hun bedrijf. Het is niet waarschijnlijk dat de Euro peanen in de komende jaren hun water verbruik moeten beperken. De waterbronnen van de Gemeenschap zijn nog lang niet uitgeput en zullen op zijn minst tot het jaar 200 in onze behoeften kunnen voorzien. PROJEKT "DE VLIETE" De openbare basisschool „De Vliete" te Wissenkerke stond vorige week in het teken van het thema „Voeding". Een week lang zijn de kinderen bezig geweest met „De schijf van vijf", gezonde- ongezonde voeding, vitamines, en dergelijke. Naast deze theorie werd de praktijk ook niet vergeten. Behalve een volkoren brood werden er door de kinderen koekjes en pannekoeken gebakken en slaatjes klaar gemaakt. Het projekt werd vrijdagavond j.l. afge sloten met een tentoonstelling waarvoor alle kinderen met hun ouders uitgenodigd waren. Op deze drukbezochte avond wer den de werkstukken van de kinderen be keken en Supermarkt Van Boven had voor een voorlichtingstafel met gezonde voe dingsmiddelen gezorgd. Verder waren er tal van gezonde hapjes te verkrijgen, die door de kinderen klaar gemaakt werden, zoals: slaatje, volkoren- pannekoek, zeebraatje, melkmix, boule h la Vliete en volkoren koekjes.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1981 | | pagina 2