KRONIEK VAN
NOORO-aEVELANÜ
Weerkundig
Jaaroverzicht 1980
Drukkerij MARKUSSE
Wïssenkerke
Voor al uw
naar
>"KX
V -
Zo, beste vrienden, hopelijk allemaal goed gearriveerd in 1981.
Alsnog van mij ook allen de beste wensen en dat alle goede
voornemens ook uitgevoerd zullen worden. In de eerste Kroniek
van 1981 wil ik u twee verhaaltjes vertellen over kinderen.
De Spaerpot.
De kleinen van Jan en Fien
is werachtug een andug dieng.
Ze kan d'r moeder a hoed terzijde stae,
a is t'er ok wel us wat fout hehae.
Je weet oe of dat mee die kinders haet,
ze wete oal wi of d'r spaerpot staet.
Di mö in een hulden of een cent,
dirom is een spaerpot hoed bekend.
Op een dag, nog nie lang helee,
zat de kleinen bie de teevee.
Moeder was buuten mée de waste,
't was de kleinen, die op de belle paste.
Moeder a hezeid: a t'er één belt op de stoepe,
dan m6-je mien komme róepe.
En jewel, d'r wier hebeld en di zag ze een man stae,
dus mè vlug de deure open hedae.
Wat die man zei, ei ze hlad nie behrepe,
mè wat of t'um in z'n and oa we; dat was vlug bekeke.
Want ze vloog mee een hank nae d'r moeder toe,
die riep a van een ende: wat doe-je noe.
Toen zei ze hijhend mee een rooi-je kleure:
di stae een vent mee een spaerpot an de deure.
Toen moeder hieng kieke behreep ze pas,
dat ut een man van't Leher des Heils was.
Jantjes Kerstféést.
't Kerstféést vo de kinders was anhebroke,
ze waere oal in 't mooi-je pak hestoke.
De fermielje zat in de zael;
de kinders op 't podium, oalemael.
Omste beurt moste ze een versje opzehhe,
dat oa de juffrouw uut stae lehhe.
't Licht in de zael hieng uut
en je öörde hin heluud.
Elk kind die an de beurte was, 't zei deze of hene,
wier deur een hekleurde lampe beschene.
't Was tot noe toe oal hoed hehae,
toen most Jantje vooran hestae.
Mè, wat hebeurde d'r toen?
De lampe, die op Jantje scheen, was hroen.
Heschrokke keek um nae z'n anden
en ie droaide z'n eihe in oale standen.
Toen riep um inééns heschrokke:
Ik bin de Hulk, hosternokke.
Zo bleef Jantje nog even stae.
't Versje dat um most zehhe, ei de juffrouw mè hedae.
't Is te hopen, beste vrienden, dat Jantje z'n moeder toch iets
sterker is. Over kinderuitspraken nog het volgende:
Deur kinderpraet worre d'r je 't wil ore
menugéén beschöre.
BRIEF BURGEMEESTER KORTGENE MET BETREKKING
TOT OPTREDEN RIJKSPOLITIE NOORD-BEVELAND
De burgemeester van Kortgene heeft d.d.
5 januari 1981 onderstaande brief gezonden
aan de raad van Kortgene:
Tijdens de op 11 december 1980 gehouden
raadsvergadering stelde één uwer vragen
over het optreden van de Rijkspolitie,
groep Kortgene, ten opzichte van de heer
P. van Schoonacker en zijn echtgenote, naar
aanleiding van een door de heer Van
Schoonacker aan mij gerichte brief, d.d.
4—12—1980, waarvan zonder vermelding
daarvan op het originele exemplaar een
afschrift was bezorgd bij de 4 frakties van
uw raad. Ik zegde u toe u na het in te
stellen onderzoek te zullen informeren. Ter
zake. bericht ik u thans het volgende.
1. Procedure.
De bewuste brief is op 10—12—1980
door mij, met het verzoek om commentaar,;
in handen gesteld van de commandant van
de groep Kortgene, adjudant P. van der
Giessen. Deze rapporteerde op 20121980
waarna ik om de informatie te completeren,
op 29—12—1980 een gesprek voerde met
de heer P. van Schoonacker.
2. Beyindingen.
a. Na enig speurwerk bleek, dat hetgeen
de heer Van Schoonacker bij bedoeld schrij
ven van 4—12—1980 onder mijn aandacht
bracht, reeds had plaatsgevonden op 25—
9—1980; dehalve ruim twee maanden eer
der. Als verklaring voor deze lange tussen
periode geldt volgens betrokkene: de brief
is nadrukkelijk geen klacht en ook niet als
zodanig bedoeld, maar beoogt slechts „dit
optreden niet aan het hoofd van de politie
van de gemeente Kortgene te onthouden";
bij nader inzien en na „praten tussen man
en vrouw" werd besloten dit alsnog te doen.
De verspreiding van de afschriften van
de brief onder de raadsfrakties vond plaats
via „een kennis uit Kats", aldus betrokkene.
Hij kende zelf de adressen van de frakties
niet, maar stelde daartoe deze relatie 5
exemplaren ter beschikking; enkele raads
frakties ontvingen het afschrift op 8—12
en de overige frakties op 9—12.
b. Uit het dienstrooster blijkt, dat er op
25—91980 in de avonduren een verkeers
controle is gehouden door vier politiemen
sen, met name op de Provinciale weg nabij
de Zandkreekdam, onder meer om verkeer
op de parallelweg aldaar „op te vangen".
Ten tijde van het gebeurde bekeurde één
van de agenten een andere automobilist.
Eén of meer van de overige drie politie
mensen zag(en) onder de zeedijk van de
Jonkvrouw Annapolder vanuit de richting
Kats een auto rijden die naar de Zandkreek
dam kwam. Op een gegeven moment stopte
deze auto enige tijd en vooral daarom werd
het voertuig bij het passeren van de politie
mensen aangehouden. De auto van de heer
Van Schoonacker werd daarbij niet klem
gereden, maar nogal abrupt tot stoppen
gedwongen. Met onder meer de vraag „waar
is het wild?" werd de auto uitvoerig door
zocht, waarbij door het uitstappen bleek
dat mevrouw Schoonacker zwanger was.
Het onderzoek waarbij zich geen pro
blemen voordeden vergde plm. 5 minuten,
waarna betrokkenen doorreden, richting
Goes.
De „sanitaire stop", aldus de reden van
de stop nabij de Jonkvrouw Annahoeve,
blijkens mededeling van de heer Van
Schoonacker (derhale een zeer. natuurlijke
oorzaak), is de aanleiding geweest van het
vermoeden tot stroperij. De politie is daarop
alert in dat jaargetijde, gelet op klachten
over wildstropers in de polders van Noord-
Beveland.
3. Conclusie.
Er is geen klacht ingediend. Daartoe zou
mijns inziens ook geen reden zijn geweest.
Het afsluiten van het onderzoek door de
politiemensen met een opmerking in de
zin van: „sorry voor de geleverde overlast"
zou niet hebben misstaan en zeker het
schrijven van de brief hebben voorkomen,
aldus de heer Van Schoonacker. Dat neemt
niet weg, dat ik er geen enkel bezwaar
tegen heb, dat hij mij over het gebeurde
wenste te informeren; met de ophef die
rondom de brief ontstond ligt dat anders.
Een en ander betekent dat mijnerzijds deze
aangelegenheid met deze informatie is af
gedaan.
4. Slot.
Indien iemand behoefte heeft over een
of ander politie-optreden van de groep
Kortgene. de daarvoor verantwoordelijke
personen te informeren, benadruk ik, dat
zulks mogelijk is bij de commandant van
de groep (adjudant P. van der Giessen,
01108-1751) en/of ondergetekende. Voor zo
ver van belang wijs ik er nog op, dat de
nu behandelde brief de eerste is, die ik
in dit kader heb ontvangen.
Met betrekking tot het onderhavig on
derwerp moet tenslotte nog opgemerkt wor
den, dat er sprake is van een voorval, dat
door de publiciteit en de raadsvragen veel
meer aandacht heeft gekregen, dan het ge
beurde op zich rechtvaardigt. Betrokkene
zelf heeft deze publiciteit nadrukkelijk niet
gezocht. Inmiddels is het gezin Van Schoon
acker uitgebreid met een gezonde baby.
OPNIEUW TE NAT, TE SOMBER EN TE KIL
WAARBIJ EEN SLECHTE ZOMER
(van onze weerkundige medewerker)
Voor het vierde opeenvolgende jaar zien
wij terug op een jaar met te weinig zon,
een te lage temperatuur en te veel regen.
Wat je dan alleen kunt hopen is, dat
1981 de balans eens zal gaan verzetten,
om meer een voorbeeld aan het zonnige
en warme jaar van 1976 te nemen met
iets minder extreme droogte.
Van de vier seizoenen gaf de zomer, met
bar weinig zon en te veel regen, de grootste
afwijking te zien. De winter en de herfst
waren het beste deel van het jaar, terwijl
de mei maand met heel veel zon en weinig
regen de beste beurt maakte van alle 12
maanden.
Toch geschaatst.
De winter '79—'80 was niet slecht. Geen
ernstige sneeuwstormen, zoals het jaar
daarvoor, maar in de januarimaand in het
hele land van 9 tot 17 januari een fraaie
schaatsperiode.
Van 18 tot 25 februari een opvallend
fraaie zonnige periode. Doordat december
en januari zeer zacht verliepen, viel ook
de winter in zijn geheel naar de zachte
kant uit.
Maart slecht.
De lentemaand maart gaf het voorjaar
een heel slecht entree. Behalve te koud
en te nat, in De Bilt slechts 61, tegen
normaal 127, uren zonneschijn en dat was
voor maart in deze eeuw record weinig.
April deed het beter met een zonnige
Pasen, van 13 tot 17 april een warme
periode met temperaturen tot 24 graden
in ons land. Op 20 april een fikse noord
westerstorm, waarbij in het noorden nog
even 9 en in Twente 5 cm sneeuw viel.
Mei was de mooiste maand van het jaar
met zon en 14 warme dagen van 9 t/m 22
mei. Ook bijzonder droog; in Den Helder,
Vlissingen en De Bilt behoorde mei, met
4 tot 6 mm neerslag, tot de record droge
meimaanden.
Zomer bar slecht.
Eerst leek het nog heel wat. Juni zag
aanvankelijk kans om het stabiele en zon
nige weer dat mei had gekenmerkt te pro
longeren. Dat duurde tot zaterdag 14 juni,
dat de warmste dag van het jaar zou wor
den met op het vliegveld Eelde 32 graden
als maximum. Daarop volgde onweer en dat
was tevens het einde van de zomer. De
vijf en een halve week die daarop volgde
tot 22 juli was bar slecht. Veel te koel,
vrijwel geen dag boven de 20 graden en
bijna elke dag regen, erg troosteloos.
Augustus was nog de beste van de drie
zomermaanden, maar rond de 23ste ook
onaangenaam koud met maxima van 14
tot 16 graden.
Tevens zij nog vermeld de ongewoon
hoge waterstand. In juni hadden onze grote
rivieren een stand die deze eeuw alleen
zo hoog was geweest in 1910 en 1948. De
maand juli leverde in Deventer het hoogste
totaal regeilcijfer op van--242 mm tegen
ruim 80 mm als normaal.
Mooie herfst.
De herfst deed het veel beter, met name
september, wélke maand een bijna gelijk
temperatuurgemiddelde liet zien als de juli
maand. De Bilt kreeg die maand 16 uren
meer zon dan normaal.
Oktober zorgde op de 28ste nog voor
een opvallend warme uitsmijter met in het
zuiden een maximum van 20 graden. Binnen
enkele dagen volgde daarop een vroege
koudegolf.
Op 3 november bleef in een groot deel
van het land de temperatuur onder het
vriespunt, dat wordt een ijsdag genoemd.
Zo'n dag was in De Bilt zo vroeg in het
seizoen nog nimmer waargenomen. Op en
kele plekken stond men al op het ijs en
werd er in Friesland even geschaatst.
Plaatselijk lag er rond 7 november een
laag van 10 cm sneeuw. Daarop volgde
weer een zeer zachte periode die eind no
vember weer door wat vorst werd gevolgd.
In vergelijk met het jaar 1979 verliep
het jaar 1980 iets minder koud, voornamelijk
door de winter, werd er iets meer zon
geregistreerd, maar sinds 1976 nog steeds
minder dan normaal, en viel er meer regen
dan in 1979, vooral in de winter en in
de zomer.
Het jaar 1981 behoeft al geen bijzondere
prestaties te leveren om beter uit de bus
te komen. Wij kunnen alleen maar hopen
dat in 1981 de totaal balans weer eens
naar de gunstige kant zal uitslaan, zeker
wat het verloop van de zomer betreft.
(Nadruk verboden).
MAAND
GEM.MAX.TEMP.
UREN ZON
NEERSLAG
dec
jan
feb
7.7 +2.4
2.5 -1.8
7.8 +2.6
49 +8
50 -6
61 -8
131 +69
50 -15
61 +10
WINTER
6.0 +1.0
160 -6
242 +64
maart
apri 1
mei
8.1 -1.6
12.3 -1.0
17.5 -0.8
61 -66
161 -3
279 +68
60 +18
43 -2
15 -34
LENTE
12.6 -0.9
501 -1
118 -18
juni
jul i
aug
19.9 -0.9
19.7 -2.6
21.2 -0.7
167 -56
131 -68
145 -41
77 +23
144 +67
58 -24
ZOMER
20.1 -1.4
443 -165
279 +66
sept.
okt
nov
19.4 +0.1
13.3 -0.6
7.3 -1.5
162 +16
94 -8
66 +16
36 -36
85 +12
73 +1
HERFST
13.5 -0.5
322 +24
194 -23
1980
1979
13.1 -0.6
11.8 -1.9
1426 -148
1327 -247
833 +89
818 +74
drukwerk