NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
H
Rodelko bv
10 houdt nu
het meest geleien blad
mi Noord-Beveland
in handen
Een jongen
beneden haar stand
Feuilleton door TOM LODE WIJK
Zeeland
Magazine?
No. 3926
Donderdag 7 augustus 1980
83e jaargang
DRUK EN UITGAVE: DRUKKERIJ MARKUSSE TE WISSENKERKE - TEL. 01107-13 08 - GIRO 206882
Abonnementsprijs 23,— per jaar. Franko per post 38,50 per jaar. Advertenties 33 ct. per mm, excl. BTW.
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
FEUILLETON
„Kom," zei ze, greep zijn arm en trok
hem mee. Hij volgde haar, automatisch zijn
voeten verzettend, zichzelf verwensend dat
hij het zo ver had laten komen. Toen
stoorde haar stem zijn overpeinzingen.
„Weet je Jaap," zei ze, „dat is het wat
ik weten wou. Geloof jij dat mensen die
echt van elkaar houden, die weten dat het
is: jij en geen ander. Dat die nooit uit
de weg moeten gaan voor... voor niets?"
Hij zweeg lange tijd. „Ja," zei hij toen,
maar het klonk niet overtuigd. „Want er
kan zoveel in de weg komen, dat het geluk
verkeert in ongeluk. Je kunt je niet tegen
alles verzetten, je levensloop is voor je
uitgestippeld en van die baan moet je niet
afwijken..." Hij haatte zichzelf, hij hoorde
de stem van zijn moeder. „Een dubbeltje
wordt nooit een kwartje." Maar hij moest
Liesbeth geen moeilijkheden gaan bezorgen.
„Zo," zei ze effen, „dat ben ik dan niet
met je eens. Dacht je, dat als ik het geluk
gevonden had, dat ik het dan weer afgaf,
voor wie ook of voor wat ook? Dat vind
je maar eens en dat mag je niet weg
gooien!"
„Ik dacht," zei hy en vond zijn schert
sende toon weer terug, „dat jij geen per
soonlijkheid was."
„Jij dacht," weerlegde ze op dezelfde
toon, „dat ik het wel was. Maar je merkt
nu, dat je je vergist hebt, zie ik."
„Hoezo?"
„Jij gelooft niet dat ik zou willen vechten
voor m'n geluk."
„Weet je dan wat je geluk is?" Hij vroeg
het schijnbaar achteloos. Maar het was of
de wereld één ogenblik stilstond, zo ge
spannen wachtte hij op haar antwoord.
„Ja," zei ze. „Ik weet het... nu. Geluk is,
iemand te hebben, die altijd naast je staat.
Die je helpt, die je troost, die met je lacht
en di& met je kibbelt, maar waarvan je
altijd tyeet dat je eigenlijk één bent. Je
andere helft, je wederhelft, zeggen de men
sen. Een mens alleen is maar een half mens,
maar op iedere helft past ook maar één
andere helft..."
„Liesbeth, je wordt poëtisch," probeerde
hij te schertsen.
„Lach niet," zei ze opeens scherp. „Ik
meen het. En als jij nu zo iemand vond,
zou jij dan die iemand niet de moeite
waard vinden om er voor te vechten. Des
noods tegen alles en iedereen?"
„Ik heb zo iemand gevonden," zei hij,
„en ik durf wel vechten, maar ik wil het
haar besparen."
„O jakkes," zuchtte ze, „wat dramatisch.
Besparen nog wel. Weet je wel dat als je
iemand de strijd bespaart, je ze het geluk
misgunt? Afneemt? Verwoest?"
De jongen zag haar getroffen aan. „Ik
dacht," zei hij zacht, „dat jij een teer,
zwak meisje was. Lief, héél lief, maar niet
sterk genoeg voor... voor strijd. Ik merk,
dat ik de eerste keer gelijk had, Liesbeth,
toen ik zei dat je een persoonlijkheid was.
Liesbeth... je... je bent een reus!"
„Wat een complmient voor een dame!"
lachte ze. „Weet je niet iets beters?"
„Ja," zei hij opeens en nu hadden zijn
handen haar armen in een stevige greep.
„Ja, ik weet iets beters. Ik zou het tien
minuten geleden niet hebben durven zeggen,
maar nu weet ik tegen wie ik het zeg.
Bent u reeds geabonneerd op
een 2-maandelijks tijdschrift
met actualiteiten, cultuur,
evenementen, historie en
recreatie.
Het geheel in 4-kleuren om
slag en alle artikelen voor
zien van nog nimmer gepu
bliceerde foto's.
Slechts 25,per jaar.
Vraag gratis proefnummer:
POSTBUS 1 -
4490 AA WISSENKERKE
Liesbeth, ik hou van jou. Van jou alleen,
van jou altijd. En als, als het nou es zo
was, Liesbeth, dat jij... dat jij het zoudt
aandurven... met mij. Dan, nou dan stond
ik voor niks!"
„Jaap," zei ze en haar stem juichte. „Dat
wou ik van je horen! Jaap, ik wist het,
van het eerste ogenblik af. Ik heb het van
avond zo sterk gevoeld. En toen jij daar
stond op het toneel en naar me zocht. En
toen ik jou zag en jij mij. Toen was ik
opeens zo ontzettend blij..."
„Ik zag het," zei hij en streelde langs
haar mouw, „maar ik durfde niet denken..."
„Jij durft ook niet veel," zei ze.
„Ik niet?"
„Nee."
„Wat moet ik dan durven?"
„Dat durf ik je niet te vertellen," glim
lachte ze.
En toen zag hij haar gezicht, dat lieve,
lieve gezicht naar hem opgeheven en haar
mond, die die wonderlijke woorden had
gesproken, die de storm in hem hadden
wakker gemaakt. Ja, maar ook de juichstem
van een bijna ongelooflijk geluk.
En hij kon het nog bijna niet geloven,
dat hij. Jaap Borst, nu werkelijk Liesbeth
Wagenborg in zijn armen had. En dat hij
van haar hield... en zij van hem.
Hoofdstuk IV.
TEGENSTAND.
„Moeder," zei Liesbeths zachte -stem, „u
moet eens luisteren."
„Dat doe ik, lieve kind," zei Maria Wa
genborg en keek op van haar boek. In haar
ogen een onrust, want iets in Liesbeths
stem had haar gewaarschuwd.
Met de fijne intuïtie van een moeder
wist ze eigenlijk al wat het was. Ze liep
er al dagen over te piekeren. Liesbeth...
en die jongen, die jongen van Borst. Het
gerucht liep snel in Middendorp. En het
feit, dat Liesbeth Wagenborg 's avonds na
de uitvoering van K. en V. een singeltje
was omgelopen met Jaap Borst, had via
Bertha, die met gespitste oren naar de
conversatie tussen de winkelmeisjes had ge
luisterd, de moeder bereikt.
„Echt iets voor Lies," had Bertha gezegd,
„om zich met Jan en alleman af te geven.
Dat kind heeft zulke democratische bevlie
gingen..." Maar zelfs Bertha had de zaak
niet serieus genomen. Kon zich eenvoudig
niet indenken, dat een dochter van Wa
genborg zich zou encanailleren met zo'n
jongen.
Maar moeder Maria kende haar jongste
dochter, schijnbaar zo zacht, zo meegaand,
met zo weinig eigen wil. Zij vermoedde
de harde kern onder dat zachte uiterlijk.
En ze was bang...
„Moeder..." begon Liesbeth, wat was
het moeilijk onder woorden te brengen wat
je dacht, „moeder, gelooft u dat mensen
alleen maar gelukkig zijn met... met hun
eigen stand?"
„Wat bedoel je kind?" vroeg Maria. Maar
ze vroeg het om tijd te winnen. Dit was
het. En ze ging rechter-op zitten in haar
stoel, bereid op wat komen zou.
„Ik bedoel," ging Liesbeth verder, „zou
den twee mensen die uit een heel verschil
lend milieu komen, met elkaar gelukkig
kunnen zijn?"
Maria Wagenborg aarzelde met haar ant
woord. O, ze wist zo goed waar Liesbeth
op afstuurde. En ze werd geslingerd tussen
twee standpunten. Ze gunde haar dochter
zo van harte alle geluk. En ze wist dat dit
geluk zich vaak grillige wegen uitkoos.
Maar ze wilde Liesbeth ook alle teleur
stellingen, alle moeilijkheden besparen, die
hieruit ongewtijfeld zouden voortvloeien.
Wat zouden haar man, haar zoon Gijsbert,
haar dochter Bertha, wat zouden de mensen
zeggen
„Natuurlijk kan dat, Lies," zei ze met
een stem die ze neutraal trachtte te doen
klinken, „maar ik geloof wel, dat het veel
moeilijkheden geeft. Zo veel moeilijkheden,"
voegde ze er aan toe, „dat je je soms
zou afvragen of het dat wel waard is."
„Maar als het gaat om je levensgeluk,
moeder?"
Maria Wagenborg zweeg even. Ze kon nu
zó doorgaan en de zaak zuiver-theoretisch
behandelen. Maar kon ze niet beter recht
op haar doel afgaan?
„Om jouw levensgeluk, kind?" vroeg ze
en haar mond trilde.
„Ja, moeder," antwoordde Liesbeth en
het was nauwelijks hoorbaar, het klonk
als een zucht.
„Bedoel je... die jongen van Borst?"
Getroffen en dankbaar zag Liesbeth haar
moeder aan, die haar nu opeens alle" om
wegen bespaarde. Nu was het hek van de
dam, nu kon ze vrijuit praten.
En ze vertelde. De moeder luisterde en
in haar hoofd woelden de gedachten. Was
dit haar kind? Was dit die zachte, mee
gaande Liesbeth, die nu zo helemaal haar
eigen weg bleek te willen kiezen. Die het
aandurfde zich te verzetten tegen conventies
en begrippen waarbij ze was opgevoed en
waaraan iedereen zich hield? Was dit dan
toch die harde kern van wat slechts een
tere bloem scheen?
Toen Liesbeth was uitgesproken, zwegen
ze beiden. Het was de moeder die het
eerst de woorden vond.
„Hou je van die jongen. Lies?"
„Ja moeder." Wat klonk haar stem be
slist, zonder enige aarzeling!
„Ik bedoel... het is toch maar geen be
vlieging, geen voorbijgaande verliefdheid,
waar je later spijt van hebt?"
„Nee... dat is het beslist niet."
„Hoe weet je dat?"
„Hij is de enige, bij wie ik mezelf kan
zijn."
„Kind..." Haar stem klonk smartelijk,
„kun je dat dan nergens, ook niet hier?"
„Bij u, ja... bij de anderen verstop ik
me maar. Ze weten alles zo goed, ze zijn
zo geslaagd... Zelfs vader, ik weet dat hij
van me houdt, maar ik moet zo dikwijls
denken aan dat verhaal van het lelijke
jonge eendje..."
„Jij bent geen lelijk eendje..."
„Nee, gelukkig... ik lijk op u, hè moe
der?"
Maria Wagenborg glimlachte zonnig.
Zulke dingen kon Liesbeth zeggen en heel
haar hart ging op dit ogenblik naar haar
jongste dochter uit.
„Alleen," zei de moeder, „dat eendje, dat
wegzwom, kwam uit een vreemd ei en jij
bent ons eigen kind. Als we jou zien weg
zwemmen waar we je niet kunnen volgen."
„O moeder, ik zwem zo ver niet weg.
Ik hoop altijd in de buurt te blijven. Want
ik kan u ook niet missen!"
Maria Wagenborg maakte een gebaar,
als wilde ze iets dat tussen hen stond
verjagen. Ze schoof haar stoel dichterbij.
„Liesbeth," zei ze met een vreemdvaste
stem, „laten we er geen doekjes om winden.
Jij zegt, dat je van die jongen houdt. En
ik geloof je. Houdt hij van jou?"
„Ja." Weer die stralende blik.
„Hoe weet je dat? Heeft hij het gezegd?"
„Ja... het kwam er uit. Hij wou niet.
Hij wilde het mij besparen... alle moeite
die er uit zou voortkomen. Hij zei, dat we
een te ongelijk span waren."
„Dat heeft hij goed gezien. En toch..."
„Ja. Toch. Want ik wist het, dat hij
van mij hield. Ik wist het zeker. En ik
wist dat dat en dat alleen hem tegenhield.
Toen heb ik hem gevraagd of hij het geluk
geen strijd waard vond. Toen heb ik gezegd,
dat ik wel voor m'n geluk wou vechten!"
„Zo..." glimlachte de moeder en in haar
ogen was weer de blijde verwondering. Haar
Liesbeth! Geen tere, luxe kasplant, maar
een vrouw die de strijd aandurfde. Dan
had zij het toch altijd wel goed gezien, toen
zij ondanks alles haar vertrouwen bewaarde
in deze dochter. Liesbeth koos niet de weg
van de minste weerstand, zoals Gijs hoon
de. Ze was geen buitenbeentje, zoals Bertha
zei. Ze was doodgewoon een vrouw, die
gelukkig wilde zijn en voor dat geluk wilde
en durfde vechten.
(Wordt vervolgd)
KADE 23 - VEERE - TEL. 01181 - 5 55
VOOR
BEMIDDELING
AAN- EN VERKOOP
HYPOTHEKEN
TAXATIE VAN AL UW ONROEREND GOED
Vertegenwoordiger voor Noord-Beveland: dhr. Wattel, Tel. 01186 -1578.
AFSTEMMEN
OP EIGEN LICHAAMSMATEN
Een fiets moet goed passen. Dat is heel
belangrijk. Dat passen houdt ook verband
met de lichaamsmaten van de berijder. Ook
arm- en beenlengten verschillen. De fiets
moet op de fietser zijn afgestemd. De juiste
maat wordt in de eerste plaats bepaald
door vorm en afmetingen van het frame
van de fiets.
De framehoogte kan per fiets anders
zijn. Om te controleren of de framehoogte
past, moet u uitgaan van de lengte van
het been, gemeten aan de binnenzijde van
de lies tot aan de voetzool (zonder schoe
nen). Bij een beenlengte van 64 cm hoort
een frame met een hoogte van 46 cm. Bij
een beenlengte van 65 cm hoort een frame
met een hoogte van 47 cm., enz. Dus steeds
ongeveer een centimeter meer. De hoogte
van het frame wordt gemeten: vanaf het
hart van de trapas tot aan de bovenkant
van de zadelpenlug. Dit meten is geen wet
van Meden en Perzen, maar het geeft wel
een zeer bruikbare indicatie.
Een andere manier, die alleen mogelijk
is bij een herenfiets met een hórizontale
buis, is door met beide benen aan weers
zijden van de fiets over de bovenhuis
tussen zadel en stuur te gaan staan. Lukt
dat niet, dan is het frame te groot.
P.V. DE BLAUWE DOFFER - K0RTG.
Uitslag wedvlucht St. Denis op 2 augustus.
Deelname 397 jonge duiven.
1 M. v Belzen en zn 11.55.35 208.881 331.2
2 H. J. v/d Moere 12.01.12 308.975 327.9
3 idem 01.26 2 324.6
4 M. C. Clement 02.24 309.280 321.3
5 W. C. Leenpoel 02.41 309.457 318
6 A. v/d Kreeke 02.50 309.486 314.7
7 W. C. Leenpoel 03.23 2 311.4
8 C. Versluis 02.43 308.429 308.1
9 S. Branderhorst 03.41 309.365 304.8
10 G. P. Geelhoed 10.41 315.309 301.5
Uitslag concours St. Denis op 2 augustus.
Deelname 1 oude duif.
1 A. P. Marcusse 12.51.40 311.220
Kruiswoordpuzzel no. 687
4
Horizontaal: 1. kindergroet - 3. streep - 6.
boom - 8. rang in het leger (afk.) - 10.
telwoord - 11. bijwoord - 14. windrichting
15. gedroogde halmen - 17. bijwoord - 19.
waterkering - 21. telwoord - 23. zeedier
25. groet - 27. onverstandig - 28. aanzien
30. kleverige stof - 33. plakken - 35. op
stootje - 36. breedvoerig - 39. vallei - 40.
zangnoot - 41. kostbare - 42. gemanierde
vrouw - 43. pers. vnw. - 44. familielid
46. incasseren - 48. bestemming - 50.
geestig - 52. nijpen - 55. Frans lidwoord
56. strik - 58. in orde - 59. ongemanierd
61. vreemde munt - 64. vochtig - 66. slot
67. behoeftige - 69. vuil - 70. vorm van
kermen - 72. vadsig - 74. als eerder (afk.)
75. voorzetsel - 76. zeepwater - 77. Chinese
maat.
Verticaal: 1. de dato (afk.) - 2. zangstuk
3. onderricht - 4. keizer van Rome - 5.
lidwoord - 6. zijrivier van de Donau - 7.
stoot - 8. Europese hoofdplaats - 9. jon
gensnaam - 12. gebogen - 13. hetzelfde
16. jongensnaam - 18. stand - 19. kleding
stuk - 20. bericht - 22. landelijke plaats
23. droom (Frans) - 24. waardebriefje - 26.
tevreden - 29. schappelijk - 31. zetel - 32.
mythologische figuur - 33. geluid - 34. keur
37. onbepaald voornaamwoord - 38. plaats
in Gelderland - 45. vogel - 47. deel van
het hoofd - 49. niet dicht - 50. treiter
51. hoofddeksel - 53. maatstaf, richtsnoer
54. voordeel - 56. deel van de kast - 57.
deel van een boom - 60. verbond - 62.
schrijfbehoefte - 63. delfstof - 65. koraal
eiland - 66. Europeaan - 68. kostbare stof
69. familielid - 71. godsdienst (afk.) - 73.
zangnoot.
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 686
Horizontaal: 1. nap - 3. sopraan - 8. oir
11. al - 13. op - 14. in - 16. ne - 17. sigaar
21. stroom - 24. ijle - 25. tol - 27. pos
28. ev - 30. kerel - 32. dd - 33. eli
35. nee - 36. ver - 38. ooi - 39. postuur
40. egoisme - 41. fortuin - 45. knokkel
49. ide - 50. tno - 51. ade - 52. ale - 53.
ee - 55. grime - 58. pi - 59. dog - 61. mop
62. dam - 64. spatel - 67. harnas - 69. ea
70. eb - 72. no - 73. me - 74. rui - 75.
Haarlem - 76. pil.
Verticaal: 1. nasleep - 2. ali - 4. oor - 5.
pp - 6. ai - 7. ans - 9. ino - 10. remedie
12. kalf - 15. gros - 18. gg - 19. ae
20. por - 22. tp - 23. os - 25. teer - 26.
leve - 29. vlo - 30. keuring - 31. legende
32. dom - 34. isere - 35. nu - 37. ro - 38.
osaka - 41. fietser - 42. ode - 43. ut
44. norm - 45. kamp - 46. oe - 47. elp
48. leidsel - 54. rots - 56. ion - 57. karn
59. da - 60. ge - 62. da - 63. mn - 65. pau
66. lea - 67. hoe - 68. ami - 71. ba - 72. nl.