KRONIEK VAN
NOORD-BEVEL ANQ
TAALPRAATJE
Toen ik een paar weken geleden op Kats kwam, beste vrienden,
was ik te'gast bij enkele aardige wat oudere Kasse vrouwen, die
me het vroegere wel en wee van Kats in veel geuren, maar vooral
kleuren hebben verteld. Hieronder het resultaat:
Van Kas tot Babbels.
Kas was in vroeger jaeren
een durp mee vee welvaeren.
Dat bliekt uut de vele neringdoenden,
waer ze Kas vroeger om roemden.
Kruudeniers a ze d'r ut méést op Kas.
Wè tiene, da's toch behoorluk kras.
Zö was d'r Leetje van Liere en Joost Schrier,
ze verkochte van oales, van klompen tot bier.
Joane en Piet Verhulst deë in hrutters artikels;
Rottier en Kees Priester zatte mee dezelfde perikels.
Ze verkochte van oales op één dotje,
van zoute vis tot stroop in een potje.
Piet Eykenhout maekte de jeugd tevree,
want di kochte ze d'r helukstoffee.
Ok verkochte ze d'r haeren en sejette
en bie Mullier een nieuwe pette.
Leen de Wild was de fietshersteller,
mé tevens schoenlapper en fietshersteller.
Korteknieë dee ök in fietsen en röökerswaer,
ie dee tevens knippe an je 'n aer.
Olieboeren een éle straele:
Paereltje, de Boo, Rousel, Fieman, dat *waere ze oalemaele.
Een smederieë a ze d'r ök hehad,
ene Kesteloo was dat.
De Graag en Maas deeë waerme broodjes bakke,
laeter is v. d. Berge nae Kas of komme zakke.
Over de waegenmaekerieë kun ze nog praete,
d'r is zelf een Mol straete.
Een éle fermielje Rousel weunde d'r toen op Kas;
één was schaepherder, den ander schoenmaeker Sas.
Ok een ambtenaer in vaste dienst k ze toen,
dat was Jo Post tot an z'n pensjoen.
Ok nie verhete de herberhiers mee d'r kafé.
Meulenberg, Blok en Versprille, ieder leefde d'r in mee.
Remeews en Schroevers waere tummerman,
ze konne d'r mee z'n beien eel wat van.
De Kassenaers konne vroeger ök een fééstje bouwe,
a ze behonne wiste ze nie van opouwe.
Zö was d'r ök de Kassemart; hlad hin strop,
want eel Kas stieng dan op z'n kop.
Dan wier d'r ök nog alles mis hetrapt 1
en menigéén is di nae in de huweluksböót hestapt.
Mè dat is oaltied hoed hehae,
anders a Kas noe nie mi bestae.
Op de Kassemart a vooral de meisjes vee lol;
die zatte oaltied in de curesel, saemen mee Jan Mol.
Kattekwaed deeë ze vroeger nie vee;
alléén een bitje hist ier of daer in de plee.
Vo de rest waere 't oal brave zielen,
van d'r öót tot an d'r ielen.
't Is van vroeger a een volkje van de daed,
toen a ze a een eigen raed.
't Viel onder Kootjesplaete,
mè di wouwe de Kassenaers ut nie bie laete.
Een raed was t'er, mee een eigen kaemer, in d'r tied.
Vo de Kassenaers heeft dat nog vee verdriet.
Want oal die mooie spulletjes deeë een andere lonke;
laeter stienge die op 't hemeenteuus van Kertjeen te pronke.
Vee plezier a ze d'r di nie an hehad, zegge ze mee spiet,
want mee de ramp was oales kwiet.
Zö zieë deur de lööp der jaeren
is Kas toch wehevaeren.
En wille ze noe d'r zegje nog us zegge,
za hin één ze wat in de weege legge.
Want dan schrieve ze d'r eihe krabbels
heweun in de Katse babbels.
Helaas, beste mensen, kunnen hierin ook niet alle gebeurtenissen
en personen worden belicht, die vroeger tijd ook met Kats hadden
te doen. Zo missen we nog de nodige verenigingen uit die tijd.
zoals kolenvereniging, geitenvereniging en boogschutterij; zo ook
het muziekkorps Excelsior. Over deze dingen, beste vrienden,
hopelijk een volgende keer. Als slot nog een echte Kassenaer:
Van Kas tot in de polder,
't bin Juutjes zonder kolder.
An humor hin hebrek en zonder snik;
da's een Kassenaer uut één stik.
VERKIEZINGEN EN KANDIDAATSTELLING
VAN DE ZEEUWSE WATERSCHAPPEN
Op woensdag 22 oktober a.s. zullen in
zes van de acht Zeeuwse waterschappen
verkiezingen van leden van de algemene
besturen (hoofdingelanden) worden gehou
den. Het zijn de waterschappen Hulster
Ambacht, Noord- en Zuid-Beveland, Schou-
wen-Duiveland, Tholen, Het Vrije van Sluis
en Walcheren. In de waterschappen Axeler
Ambacht en De verenigde Braakmanpolders
worden geen verkiezingen gehouden, omdat
er plannen zijn tot samenvoeging, zo mo
gelijk per 1 januari 1981.
De dag van de kandidaatstelling is woens
dag 20 augustus a.s. Op die dag kunnen
op de griffies van de zes waterschappen
opgaven met de namen van de kandidaten
worden ingeleverd. Over de wijze waarop
dat dient te gebeuren zullen de waterschaps
besturen op of omstreeks 5 augustus na
dere officiële mededelingen doen.
De verkiezingen in oktober zijn noodza
kelijk omdat per 31 december 1980 een deel
van de hoofdingelanden (ongeveer de helft)
aan de beurt van aftreden is. In de bij
zondere reglementen van de verschillende
waterschappen is bepaald dat aftredend
zijn de hoofdingelanden die zitting hebben
voor de oneven districten. Voor het Hulster
Ambacht en voor Tholen zijn dat de dis
tricten 1, 3 en 5; voor Schouwen-Duiveland,
Het Vrije van Sluis en Walcheren de dis
tricten 1 en 3; voor Noord- en Zuid-Beve
land gelden de verkiezingen voor alle 10
districten, zulks op grond van een over
gangsregeling na de samenvoeging van het
waterschap Noord-Beveland en De Brede
Watering van Zuid-Beveland op 1 jan. 1980.
Drie jaar later 31 december 1983
moeten de hoofdingelanden in de even dis
tricten hun plaatsen vrij maken. Voor het
aftreden van de gezworenen (de leden van
de dagelijkse besturen van de waterschap
pen) is het juist andersom; eerst in de even
en later in de oneven districten. De tijd
stippen zijn resp. 1 mei 1981 en 1 mei 1984.
Door de verschuiving met vier maanden
krijgen de algemene besturen van de water
schappen in nieuwe samenstelling de kans
tot het opstellen van de aanbevelingen voor
de gezworenen. In het waterschap Noord
en Zuid-Beveland geldt ook voor het af
treden van de gezworenen nog een andere
regeling.
De verkiezingen op 22 oktober gelden
voor alle drie de categorieën die in de wa
terschappen zijn vertegenwoordigd: de on
gebouwde eigendommen (grond, landerijen);
de gebouwde eigendommen (huizen, be
drijfsgebouwen) en de waterkwaliteit (de
vervuilers). In vier van de zes waterschappen
hebben ook de hoofdingelanden voor de
waterkwaliteit voor een bepaald district
zitting. Voor twee Hulster Ambacht en
Walcheren geldt, dat de vertegenwoordi
gers van de vervuilers voor het gehele
waterschapsgebied zitting hebben (vijf huis
houdelijke en twee industriële hoofdinge
landen/vervuilers in elk van de beide wa
terschappen zijn hiervan per 31 dec. a.s.
aftredend). Het is de bedoeling in de ko
mende jaren tot een uniforme regeling voor
alle waterschappen te komen, in die zin
dat alle hoofdingelanden door de kiesge
rechtigden van een bepaald district zullen
worden gekozen.
Wie kan nu in een waterschapsbestuur
worden gekozen en wie mogen straks naar I
de stembus gaan? In het algemeen Zeeuws I
waterschapsreglement (dat Provinciale Sta
ten op 9 mei j.l. sterk gewijzigd opnieuw
hebben vastgesteld) worden o.a. geregeld
het passief en aktief kiesrecht, de kandi
daatstelling, de procedure voor de verkiezing
van hoofdingelanden en de aanbeveling van
gezworenen, enz.
Om als hoofdingeland voor het onge
bouwd in aanmerking te kunnen komen (en
dus eerst kandidaat te kunnen worden ge
steld) moet iemand zijn: volle eigenaar,
erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker,
ander zakelijk genothebbende of pachter
van tenminste 2 ha grond waarvoor geschot
moet worden betaald. Deze eisen gelden in
grote trekken ook voor de aspirant-hoofd
ingelanden voor het gebouwd; als zakelijk
genothebbende van gebouwde eigendommen
moet men zijn aangeslagen naar een belast
bare dan wel een geschatte opbrengst van
tenminste 150,dan wel huurder zijn
van een dergelijk gebouw.
Wie als hoofdingeland wil vertegenwoor
digen „degenen die direct of indirect afval
stoffen brengen in oppervlaktewateren of
op zuiveringstechnische werken" moet zelf
in de verontreinigingsheffing zijn aangesla
gen. Op Schouwen-Duiveland en de Beve-
landen wordt geen onderscheid gemaakt
tussen huishoudelijke en industriële vervui
lers. In het Hulster Ambacht en Het Vrije
van Sluis, alsmede op Tholen en Walcheren
is dat wel het geval. Daar geldt de rege
ling: om als hoofdingeland huishoudelijk
vervuiler te kunnen worden gekozen is een
aanslag in de zuiveringsheffing voor minder
dan tien z.g. vervuilingseenheden voldoende.
Voor de categorie industriële vervuilers
geldt: tien of meer vervuilingseenheden (een
vervuilingseenheid is de gemiddelde hoe
veelheid afvalstoffen die één inwoner per
dag in het oppervlaktewater of op een
zuiverings-technisch werk brengt).
Een nieuwe bepaling in het algemeen
Zeeuws waterschapsreglement is dat tot lid
van het waterschapsbestuur in de plaats
van de eerder genoemde volle eigenaren,
erfpachters, enz. ook hun echtgenoten ver
kiesbaar zijn.
Ieder die in oktober mag stemmen
stembevoegd is volgens het waterschaps
reglement heeft ook het recht kandidaten
te stellen (mits die voldoen aan de eisen
die voor de verkiezing worden gesteld).
Wanneer is iemand nu stembevoegd? In
het algemeen als men voldoet aan de eisen
die ook gelden om als hoofdingeland ge
kozen te kunnen worden. Voor het uit
oefenen van het actieve kiesrecht geldt, dat
men de leeftijd van 18 jaar moet hebben
bereikt, voor het passieve kiesrecht is 23
jaar de minimumgrens. Wie wil weten of
hij of zij tot de stembevoegden behoort
kan dat nagaan aan de hand van lijsten
die officieel ter inzagae liggen op de griffies
van de zes aan de verkiezingen deelnemende
waterschappen. Pachters en huurders zijn
niet stembevoegd.
Een belangrijke wijziging in vergelijking
met de waterschapsverkiezingen van 1977
is, dat op 22 oktober a.s. de vrouw voor
haar man zal mogen stemmen. De wijziging
houdt overigens niet alleen in dat er geen
volmacht van de man als stembevoegde aan
zijn vrouw meer nodig is, maar ook dat alle
andere rechten die stembevoegden op grond
van het waterschapsreglement kunnen doen
gelden toevallen aan de huwelijkspartner
in plaats van de stembevoegde. O.a. bete
kent dit dat de echtgenote een opgave van
kandidaten mag ondertekenen (waarbij dan
wel dient te worden vermeld, dat het on
dertekenen van een opgave voor dezelfde
categorie door beiden de handtekeningen
van beiden van onwaarde maakt,
het geen weer niet geldt als zowel de man
als de vrouw stembevoegd is in dezelfde
categorie). De „emancipatieregeling" geldt
ook omgekeerd!).
Op de dag van de kandidaatstelling
20 augustus dus kunnen bij de dijkgraaf
of zijn waarnemer op het kantoor van het
waterschap opgaven worden ingeleverd. Dat
moet persoonlijk gebeuren door één van de
ondertekenaars. De formulieren zijn na 5
augustus bij de waterschappen verkrijgbaar.
Er moeten per district en per categorie
(gebouwd, ongebouwd, waterkwaliteit) af
zonderlijke opgaven worden ingediend
(waarbij voor wat Hulster Ambacht en Wal
cheren betreft voor de waterkwaliteit met
opgaven voor het gehele waterschapsgebied
kan worden volstaan). Een belangrijke be
paling is, dat elke opgave van kandidaten
wordt ondertekend door tenminste zoveel
daartoe stembevoegden als gezamenlijk tien
stemmen kunnen uitbrengen in het district
waarvoor de lijst zal gelden. Om alle mis
verstand te voorkomen: men mag alleen
kandidaten opgeven voor de categorie waar
in men stembevoegd is.
Direct nadat de termijn van inlevering
van de formulieren is verstreken des
middags 4 uur op 20 augustus wordt
een openbare vergadering gehouden om
na te gaan of de ingediende opgaven aan
de voorwaarden voldoen. Iedereen kan deze
komen inzien en binnen een week mogelijke
bezwaren indienen. Daar wordt uiterlijk op
'de veertiende dag na de kandidaatstelling
een beslissing op genomen. Dat gebeurt
weer in een openbare bijeenkomst die voor
stembevoegden toegankelijk is.
Als bij het onderzoeje op 20 augustus
mocht blijken dat een opgave niet aan de
eisen voldoet, dan krijgt degene die deze
verzuim goed te maken. In tweede instan
tie kan bij Gedeputeerde Staten beroep
worden aangetekend.
Mochten er evenveel kandidaten zijn ge
steld als er plaatsen te vervullen zijn, dan
is een verkiezing niet nodig. Als er geen
kandidaten worden opgegeven, dan zal het
dagelijks bestuur van het betrokken wa
terschap zelf kandidaten stellen en is een
verkiezing evenmin noodzakelijk.
Uil.
In de rij van dieren, die in vroeger tijden
spreekwoorden en zegswijzen hebben op
geleverd, verdient ook de uil een plaatsje.
Opmerkelijk is, dat deze vogel zowel het
zinnebeeld van luiheid en domheid als van
wijsheid was.
Bij de oude Grieken werd Pallas Athene
of Minerva, de godin van de wijsheid, vaak
afgebeeld met een uil als zinnebeeld van
wijsheid en geleerdheid. „Waar Pallas Athe
ne placht te staan, is nu een uil geschil
derd." Betekenis: de wetenschap gaat
achteruit.
„Uilen naar Athene dragen" wil zeggen
overtollig werk doen.
Wegens de eigenschap wijsheid heeft de
uil het wellicht ook gebracht tot „meneer
de uil" in de Fabeltjeskrant.
Bij de Joden werd hij beschouwd als een
onreine vogel, evenals de roerdomp.
Volgens een verouderd bijgeloof voorspelde
een uil weinig goeds. Ging de uil op het
dak van een huis zitten krassen, dan voor
spelde dat de dood van één der gezinsleden.
De uil is een nachtvogel, die vaak over
dag slaapt. Vandaar de uitdrukking „met
de uil slapen" voor overdag slapen. Hiervan
is afkomstig „een uiltje knappen, een dutje
doen, inzonderheid 's middags na het eten.
„Bij wolven en uilen leert men huilen."
Wie met pek omgaat wordt ermee besmet.
„Zitten als een uil voor het gootgat."
Er voor spek en bonen bij zitten.
„Er vliegen geen uilen met bonte kraaien."
Mensen die niet bij elkaar passen, kunnen
moeilijk andermans opvattingen begrijpen,
kunnen zich niet aanpassen. Deze zegswijze
luidt ook wel „Staan als een uil onder
de bonte kraaien." Of: „Als uilen onder
de kraaien zijn." Dezelfde betekenis heeft:
„Er vliegen geen uilen met valken."
Daartegenover staat „Uilen vliegen met
uilen." Wat onderling overeenkomt voelt
zich tot elkaar aangetrokken.
Zeer oud is de zegswijze „Net bij net en
vuil bij vuil, valk bij valk en uil bij uil."
Al gebruikt door Vader Cats, die de bete
kenis weergeeft in het volgende gedicht.
„Bouw en trouw met uws gelijck. Arm en
arm en rijck met rijek. Net met huys, en
mors met vuyl. Valck met valck en uyl
met uyl."
De eigenschap domheid blijkt uit de zegs
wijzen „Uilen broeden uilen." Domme ou
ders hebben domme kinderen.
„De uil is niet wijs genoeg om de hond
de biecht te horen." De ongeletterde man
is altijd het slachtoffer. Hij kan zich niet
met woorden verdedigen.
„Wat baten kaars en bril, als de uil niet
zien (en) wil." Het heeft geen zin te pro
beren iemand die dom en halsstarrig is,
iets bij te brengen. Vandaar ook „Voor de
uil preken." Met dezelfde betekenis.
„Hem is een uil ontvlogen." Een domme
opmerking maken meestal op laag niveau.
„Men kan van een uil geen valk maken."
Domme mensen blijven dom.
Met betrekking tot een domme, onnozele
gelaatsuitdrukking: „Staan kijken als een
uil." Staan kijken als een uil in een troep
kraaien." „Staan kijken als een uil op een
zieke koe." „Staan kijken als een uil die
op een fooitje wacht."
Uit al deze vergelijkingen blijkt, dat onze
voorvaderen minder overtuigd waren van de
wijsheid van de uil dan van zijn domheid.
(Nadruk verboden).
WAT VOOR FIETS
Om de fietsenkopers behulpzaam te zijn,
is in de serie Fietsotheek een boekje ver
schenen dat praktische, kritische en objec
tieve consumentenvoorlichting geeft.
Dit boekje heet: Wat voor fiets? en geeft
in ruim honderd bladzijden alles wat je
over de fiets en het gebruik van de fiets
moet weten. En dan speciaal wat je weten
moet om de juiste keus te kunnen doen.
Door overmaking van 8,50 op postgiro
rekening nr. 234567 kan dit boekje worden
aangevraagd bij de stichting: Fiets! in Am
sterdam.
Er staat in te lezen welke soorten fietsen
er zijn, ook de onderlinge verschillen met
de voor- en de nadelen. Over de rem-
systemen die er zijn en de verschillende
soorten versnellingen zoals je die tegen
woordig steeds meer ziet. Dat er in dit
boekje op wordt gewezen dat je voor brede
keuze aan fietsen maar vooral ook voor
de onmisbare nazorg het best bij een vak-
handel terecht kunt, is welhaast vanzelf
sprekend en hoef je aan iemand die hart
voor de fiets heeft niet uit te leggen.
HENGELWEDSTRIJD TE
WISSENKERKE
Zaterdag 26 juli 1980 organiseerde de
Noord-Bevelandse hengelsportvcreniging in
samenwerking met Camping De Roompot
te Wissenkerke de ondertussen traditioneel
geworden hengelwedstrijd.
Aan deze wedstrijd werd in totaal door
68 liefhebbers deelgenomen, die gezamenlijk
263 vissen vingen, waaronder 41 boven
maatse met een gewicht van 4085 gram.
Onder de 18 prijswinnaars bevonden zich
7 campinggasten, waaronder de eerste twee.
De uitslag was als volgt:
1. W. Janssen 765 pnt.
2. J. v. Miert 590 pnt.
3. C. v. d. Moere 550 pnt.
4. P. Doornen 505 pnt.
5. Mevr. Oele 490 pnt.
6. J. J. Oele 470 pnt.
7. D. Slabbekoorn 445 pnt.
8. P. de Putter 435 pnt.
9. A. de Visser 410 pnt.
10. H. F. Versfeld 410 pnt.
11. G. Knipscheer 410 pnt.
12. Mevr. Slabbekoorn 350 pnt.
13. Ph. Leendertse 315 pnt.
14. J. Kastelein 310 pnt.
15. L. v. d. Berg 280 pnt.
16. A. P. de Leeuw 265 pnt.
17. W. Mennes 260 pnt.
18. P. Raves 245 pnt.
BIER VERGELIJKEN:
EEN HEKSENTOER
Hier en daar treft men nog wel eené
een optimist aan, die in een ogenblik van
verstrooidheid meent te kunnen zeggen, dat
hij blindelings zijn eigen merk bier uit
vier of vijf andere soorten kan halen.
Dat berust op een misvatting, want zelfs
voor ervaren innemers schijnt er nauwelijks
iets lastigers te bestaan. Onlangs nog eens
in Bergen op Zoom, waar 151 doorgewin
terde bierliefhebbers werden uitgenodigd
één glas bier te nuttigen uit vijf verschil
lende vaten. Waarna zij op een formulier
moesten aangeven welk merk zij meenden
te hebben gedronken.
De uitslag was opzienbarend, of eigenlijk:
ronduit verbijsterend, want 131 pils-routinés
bleken geen enkel merk goed te hebben.
Veertien konden één merk bier fatsoenlijk
thuis brengen; vier kwamen met twee goede
antwoorden; twee anderen vulden drie soor
ten goed in. Die twee kampioenen werden
vervolgens nog eens uitgenodigd vijf glazen
te nuttigen. De één wist toen geen enkel
goed antwoord; de ander haalde er twee
merken uit. De vijf soorten die in het geding
waren: Dommelsch, Grolsch, Heineken, Skol
en Stella Artois.
Met deze weinig opbeurende wetenschap
in het achterhoofd kwamen vorige week
tien bierkenners uit het hele land naar Hotel
Maastricht voor een nog wat lastiger
séance. Op uitnodiging van het Franse culi
naire magazine Gault-Millau moesten waar
deringen worden gegeven in cijfers van
0 tot 15 van dertien verschillende Ne
derlandse (flessen) bier. Straks zal deze
proeverij in Brussel worden herhaald door
Belgische fijnproevers, waarna tenslotte de
vier best geclassificeerde bieren in een eind
strijd voor de ereprijs zullen uitkomen.
Je eigen merk uit vier soorten halen is
dus al razend lastig, van uiterste verwarring
mag worden gesproken bij de Gault-Millau-
test. Daar staan dan dertien (blanco) glazen
min of meer schuimend bier van alleen
door zeer goede ogen te onderscheiden
kleurverschil. En ook hier dan soms ineens
dat ogenblik van (zogenaamde) herkenning:
hier, dat moet mijn merk zijn. Een enkeüng
beweerde na afloop zelfs vier of vijf merken
uit die dertien gehaald te hebben.
„Ik proef liever tweeëntwintig wijnen van
één jaar. dan dertien soorten bier," liet
vakman Laurent Savelkoul zich ontvallen.
„In elke geval maak ik met die tweeën
twintig wijnen minder vergissingen."
Toch mocht achteraf een heel voorzich
tige conclusie worden getrokken: de noor
delingen onder de keurmeesters (o.a. het
Elsevierteam) proefden en waardeerden wel
iets anders dan de zuiderlingen, voor wie
het typisch Limburgse brouwersaroma ken
nelijk wat duidelijker door de mond spoelde
dan „bovenrivierse" merken als Grolsch,
Hengelo, Heineken, of Amstel. Die bij de
Noord-Nederlandse proevers beter, of liever
gezegd anders (in de zin van vertrouwe
lijker) waren.
Het groepje vertegenwoordigers van brou
werijen dat met uitzonderlijk hoog gespan
nen verwachtingen naar Maastricht was
gereisd, wachtte (soms) verbijsterend nieuws.
Niet alleen, omdat er een zeer hoge score
ging naar Limburgse merken. („Hoe kan
het ook anders met zoveel Limburgse keur
meesters", zei een wat aangeslagen verte
genwoordiger van een Noord-Nederlandse
brouwerij nogal laconiek).
Eensgezind waren alle bierdrinkers van
mening, dat er ondanks achteraf ge
bleken verschillen in puntenwaardering
op een enkele uitzondering na toch nauwe
lijks aanwijsbaar smaakverschil was. Wat
dan weer tot de conclusie kan leiden dat
het Centraal Brouwerijkantoor goed werk
doet en dat de kwaliteit van het Neder
landse bier over (bijna) de héle linie in
orde is.
P.V. DE BLAUWE DOFFER KORTG.
Uitslag wedvlucht
Deelname
1 H. J. v. d. Moere
2 P. de Waal en zn.
3 P. van Belzen
4 W. M. Bouwense
5 P. J. Verburg
6 P. van Belzen
7 K. Filius
8 H. J. v/d Moere
9 H. C. Verburg
10 M. C. Clement
Bergerac op
82 duiven.
11.53.54 785.
12.15.02 791.
19.55 791,
27.19 791.
39.14 786.
46.15 2
13.01.14 787.
25.58 2
38.44 787.
17.14.55 785.
26 juli.
567 183.8
777 175.1
.789 166.4
.925 157.7
.242 149
140.3
.707 131.6
122.9
.805 114.2
.872 105.5
Eindstand kampioenschap FOND.
HOK
1 H. J. van der Moere 1143.9 pnt.
2 P. de Waal en zn. 927.8 pnt.
3. P. van Belzen 907.5 pnt.
DUIF
1 M. van Belzen en zn. 1363384 - 438.1 pnt.
2 K. Filius 2571235 - 428.9 pnt.
3 P. J. Verburg 139201 - 411.1 pnt.
Eindstand aangewezen kampioenschappen
oude duiven.
AANGEWEZEN GENERAAL
1 P. van Belzen 1981.2 pnt.
2 K. Filius 1846.7 pnt.
3 P. J. Kesteloo 1749.3 pnt.
AANGEWEZEN OUDE DUIF
1 P. van Belzen 1439.7 pnt.
2 P. J. Kesteloo 1329.7 pnt.
3 P. J. Wilderom 1093.9 pnt.
Uitslag wedvlucht Compiegne op 26 juli.
Deelname 473 jonge duiven.
1 S. Branderhorst 11.22.37 247.600 263
2 W. C. Leenpoel 26.19 247.677 260.8
3 W. M. Bouwense 33.22 253.045 258.6
4 H. J. v/d Maas 31.50 249.484 256.4
5 J. J. Verwei 32.13 249.605 254.2
6 H. J. v/d Maas 33.12 2 252
7 M. C. Clement 32.39 247.506 249.8
8 P. van Belzen 38.11 252.930 247.6
9 M. C. Clement 34.16 2 245.4
10 S. Branderhorst 34.24 2 243.2
Uitslag concours Compiegne op 26 juli.
Deelname 8 oude duiven.
1 A. P. Marcusse 12.10.53 249.227
2 P. de Waal en zn. 31.12 252.910