Toenemende druk
op waardering
vast goed!
Grondvergiftiging
dreigt ook vanuit
de landbouw
KRONIEK VAN
N OO R D B E VE L AN D
Met al dat slechte weer van de laatste weken, beste vrienden,
gaat ook de wekelijkse was van moeder de vrouw nogal eens
de mist in. Dat zal nogal eens rennen en vliegen zijn zo tussen
de buien door. Bie buure Neeltje liep dat iets anders uut.
De waste van Neeltje.
Neeltje ieng d'r washoed oaltied buuten an de lijn;
buuten dee 't hoed drööge en ut rook ok zö fijn.
Vroeger dee ze de waste op de bleik drööge,
mè dat was een doorn in Neeltje d'r ööge.
Want wat vroeger 't bleikje was,
is noe hazon mee prachtug hras.
Ze kon d'r uren nae zitte tuure;
't was nog mööier dan van de buure.
De waste ieng noe an een draed in de tuun
en 't wapperde in de wind boven de juun.
Toch was 't mee dit weer oppassen heblaeze,
't kon mee een buuë behoorluk raeze.
Al kwam d'r nog mè een druppeltje tegen de ruuten,
dan vloog ze a mee de wasmande nae buuten.
Op een dag ieng oalus wee buuten te woaien,
mè Neeltje vertrouwde 't vó hin rooien.
't Was nog a donker an de locht
en d'r wasmande stieng om de bocht.
Jawel, di zag ze spetters tegen 't raem an platse;
ze vloog mee d'r mande heliek nae d'r waste.
Mè buuten hekomme was 't nie mi nat,
ze docht, wat een korte buuë was dat.
Nae een paer menuten was 't we één waeterval,
't plensde op straete en overal.
Ze vloog wee nae de waste en keek us omööge,
want d'r waste was nog drööge.
Nae een ögenblikje was 't a vlug hebleke,
di kwam 't buurjongetje om de schutting hekeke.
Die riep onder vee pret en jool:
Kiek us buure, 'k een nieuw waeterpistool.
Kleine dingen met leuke gevolgen, beste mensen. De was is
ondertussen droog en het waterpistool kapot.
Toch kan ook een waslijn het wel eens begeven 1
Al staat de waslijn nog zo strak
met alle schone lakens,
't ging goed totdat het lijntje brak,
toen kwamen de spektakels.
CeeBee.
Bij het instorten van de markt voor onroerend goed hebben veel optimisten
een betoog opgehangen over de tijdelijkheid van het verschijnsel. Nu de af
nemende belangstelling voor het eigen huis langer duurt, neemt het aantal
deskundigen met een zogenaamd realistische kijk op het bezit van vast goed toe.
De depressie op deze markt is intussen ook uitgebreid tot kantoren en
andere bedrijfsruimten. Plotseling zit men niet meer zo verlegen om een com
fortabel kantoor of een modern magazijn. ïn de sfeer van het bedrijfsleven is
dat heel begrijpelijk. De rendementen in het bedrijfsleven over 1980 zullen dalen,
zo luidt de voorspelling.
Nog steeds stijgende inflatie.
In de eerstkomende jaren zal de arbeids
inkomensquote zeer hoog blijven, zo voor
zien deskundigen. Niet alleen de looninko-
mens staan onder de druk van de matiging,
maar ook de ondernemerswinsten, die overi
gens goeddeels van de eerste afhankelijk
zijn. Die situatie straalt af op de huizen
markt, waar velen de hoop op een luxe
woning al hebben opgegeven, omdat een
stijgend deel van het inkomen wordt op
geëist voor de eerste levensbehoeften. De
marge voor een vrije besteding van een deel
van het inkomen wordt kleiner. Maar de
inflatie zal toch weer stijgen. Zoals het er
nu uitziet, lijkt dit zo te zijn. Maar geldt
dit ook op langer zicht en daar gaat het
toch om bij vast goed.
In het kader van behoud van de werk
gelegenheid zullen de regeringen alles doen
om het inflatiespook te weren, althans om
de schade daarvan te beperken. Mogelijk
hebben de olieprijsverhogingen hun climax
bereikt en daarmee groeit de kans op
inflatiebeheersing. De jongste verlaging van
het disconto van de Nederlandsche Bank
zou ook in die richting kunnen wijzen. Al
maakt de zwaluw van een, half procent
renteverlaging nog geen zomer in renteland.
De geldhonger van de staat en het be
drijfsleven duurt onverminderd voort en die
zal ervoor zorgen dat de tarieven voor
geleend geld zich op hoog niveau blijven
bewegen. Deze wetenschap en de hoge
lasten waarmee tallozen kampen zullen er
'toe leiden dat het aanbod van onroerend
goed voorlopig beslist niet zal verminderen.
Bouwers en makelaars staan voor een moei
lijke toekomst en zij zijn niet de enigen.
Economische minpunten.
Er zijn meer economische minpunten voor
de eigenaren van een eigen huis. Denken
wij maar eens aan het politiek touwtrekken
om de fiscale aftrek van de rente van
hyopthecair krediet. Die is nu nog on
beperkt maar het is twijfelachtig of dat
nog lang zal duren.
Het kabinet heeft in de laatste miljoenen
nota al aangekondigd dat de aftrekmoge
lijkheden in 1981 aan banden zullen worden
gelegd. Men zal dan in vijf jaar tijd een
systeem ontwikkelen waarbij men minimaal
evenveel rente zou mogen aftrekken als
de rente uit het eigen vermogen met daar
bovenop nog ƒ5.000,—. Dit zou mogen
buiten de financiering met vreemd geld
voor de aanschaf en verbetering van de
eigen woning. De aftrek van het eigen huis
zou dus geheel intact blijven.
Het CDA en de Socialisten zouden even
wel de rente-aftrek voor het eigen huis
tot 400.000,— willen beperken. De So
cialisten willen direct al naar een maximum
van ƒ300.000,—. Het zittende kabinet wil
op dit punt geen enkele beperking, maar
fractieleider Lubbers van het CDA heeft
zeer onlangs opnieuw de kat de rentebei
aangebonden door met kracht te verklaren
dat dit punt met het kabinet bespreekbaar
moet zijn.
Nu zal dit tot de kabinetswisseling zo'n
vaart niet lopen, maar intussen is de on
zekerheid opnieuw onnodig aangescherpt.
Een zakenman als Lubbers moet beseft
hebben hoezeer hij met deze uitspraak de
gehele huizenmarkt schade berokkende. Men
heeft er dus kennelijk politiek belang bij
dat de huizenprijzen gedrukt blijven. Dat
zal te maken hebben met de huurpolitiek
van het kabinet.
Als de huizenprijzen in de ban blijven
kan men een matige huurverhoging nog
even aanhouden. Zou men gedwongen zijn
de huren flink te verhogen, dan zou dit
de inflatie bevorderen en dat is ook al
funest. Toch heeft een politicus met zijn
o.i. onnodige uitspraak opnieuw het zaken
leven voor de voeten gelopen. Hoeveel ar
beidsplaatsen zal dat kosten?
Een meer gezonde ontwikkeling van de
woningmarkt wordt telkens weer doorkruist
door onbezonnen maatregelen en uitspraken.
Met name jonge mensen worden erdoor
getroffen, die ook wel eens redelijk willen
wonen. De tekorten in de woninbouw zullen
dit jaar verontrustend zijn.
Fiscus.
In de verhouding tot de fiscus verkeren
eigenaren van een huis voor zelfbewoning
ook niet in een goede positie. De gestegen
waarde van eigen huizen heeft menige aan
slag of verhoogde aanslag in de vermogens
belasting tot gevolg gehad. Van betekenis
daarvoor is de waarde van het eigen huis.
Voor die waarde wordt als uitgangspunt
genomen de waarde van het huis in het
economisch verkeer, dat wil zeggen leeg.
Voor de bepaling van huur- en vermogens
waarde neemt de inspecteur van belastingen
dan 60 a 70% voor bepaling van de huur
waarde. Echter zijn de prijzen van huizen
de laatste jaren veel meer gestegen dan
ingevolge de ontwikkeling van de huren
redelijk zou zijn.
De versterking van de rechten van de
„De mest en is geen heiligheid, maar
doet mirakel waar hij leit," zong groot
vader Cats en hij kon het weten, want
hij polderde in, ontgon en boerde niet gek.
De moderne boer kent een ander rijm:
stalmest doet wonderen, maar als je teveel
hebt is het donderen.
Nederland telt 15.000 veebedrijven met
mestoverschotten. Dat zijn grotendeels spe
cifieke bedrijven: enkel slachtkuikens, leg
kippen, mestkalveren of varkens. Ook zitten
er wat gemengde bedrijven tussen, die ge
woon méér dieren hebben dan nodig is
om de mest te kunnen gebruiken.
Vooral na 1955 zijn ze ontstaan, als
specialisatie. Grote, gemechaniseerde stal
len, zeer gerichte vakkennis en ook lief
hebberij waren de kentekenen. De meng
voederfabrieken vonden dat prima en moe
digden de gang van zaken stevig aan. Je
kunt nu eenmaal beter wekelijks 10-20
ton voeder in de silo's van één boer pompen
dan dat je op je nek 200 tot 400 baaltjes
van 50 kg naar de hilt mag slepen. Nog
mooier wordt het, als je in een straal
van luttele km veel van dat soort bedrijven
hebt. Grote omzet en weinig km te verrijden.
In het begin konden die bedrijven met
veel vee hun mest nog wel kwijt in de
omgeving. Maar toen die eveneens zwaar
met dieren bezet raakten, lukte dat niet
meer. Mest drogen en in zakjes verkopen?
Kan, maar is duur; nog geen tiende deel
van het overschot kan daarmee weggewerkt
worden. Men begon dus mest te dumpen.
Kalvergier liet men stiekum of openlijk
in beken en sloten vloeien, maar daar werd
huurders en de moeilijkheden verbonden
aan het vrijmaken van een woning zijn zo
groot geworden, dat de waarde van een
verhuurd pand aanzienlijk is gedrukt. Dit
zal er ook toe moeten leiden, dat de be
woonde waarde van een eigen huis ver
minderd wordt. Het Gerechtshof te Den
Haag heeft die gedachte reeds gevolgd en
uitgesproken, dat de bewoonde waarde niet
hoger mag worden gesteld dan 50% van
de waarde bij leegstand.
Deze gedachte wordt echter niet door
alle belastinginspecties gevolgd, zodat de
waardering van het eigen bewoonde huis
uiteenloopt van 50 tot 70% van de waarde
bij lege oplevering. Dit verschil in waar
dering leidt tot rechtsongelijkheid, die zo
spoedig mogelijk dient te worden beëindigd.
Waarom wordt hier niet een vaste regel
gevolgd, zodat men rechtsgedingen voor
komt en rust brengt onder de huiseige
naren en zekerheid bij de belastinginspec
ties?
Het touwtrekken om de waardering lijkt
er soms op alsof de huiseigenaar wordt
gezien als een gemakkelijke prooi voor hoge
belastingaanslagen. Uit hun beslissing om
een eigen huis te kopen blijkt toch dat zij
zelf de verantwoordelijkheid willen dragen
voor hun woongenot. Dit in tegenstelling
tot groeiende groepen huurders die het
wonen in een huis meer als een recht
zien, waarbij de lasten aan de huiseigenaar,
de woningvereniging of aan de staat wordt
gelaten.
Tenslotte worden zowel leegstaande hui
zen als niet voor bewoning geschikte panden
in toenemende mate door krakers bedreigd.
Ook uit dat oogpunt is de eigendom van
vast goed zorgelijker geworden dan voor
heen.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.
rap een einde aan gemaakt. Deze gier
leende zich echter voor ontluchting en me
chanische reiniging.
Intussen kwamen drijfmestsystemen op
bij varkens, koeien en legkippen. Deze
mest stonk verschrikkelijk, wat de overlast
vergrootte. Men ontdekte, dat je wel 80 ton
op een ha grond kon dumpen en dan nog
een goed gewas snijmais kon telen. Maar
ook zonder teelt wilde men graag dumpen.
Je kunt de dieren nu eenmaal geen kurk
in hun achterste slaan als er teveel mest
komt.
Mest dumpen verpest grond en grond
water beide. Provinciale Staten van Gel
derland wilden niet wachten op een lan
delijke regeling (die ooit komt) en zullen
weldra een eigen verordening bekend ma
ken die het dumpen van organische mest
regelt.
Dat is nodig, want verontreinigd grond
water bedreigt de drinkwaterwinning. Het
zijn niet zozeer giftige stoffen als wel or
ganische resten, zouten en bacteriën die
men niet in het water wenst. Voorts bevat
varkensmest soms teveel koper, dankzij het
kopersulfaat in het voeder. Ontsmettings-
en bestrijdingsmiddelen komen in de mest
slechts sporadisch voor en vele worden gauw
afgebroken.
Subsidie.
Goed, een landelijke (en alvast een Gel
derse) verordening. Maar waarheen dan met
de mest? Omdat in ons land in Brabant,
N.-Limburg en in Gelderland-Overijssel
plaatselijk zeer grote overschotten zijn en
BRADERIE WISSENKERKE
ONDANKS SLECHTE WEER TOCH
EEN SUCCES
Na afloop van de Braderie in Wissen-
kerke was men toch optimistisch gestemd
over het resultaat en de bezoekers.
Vrijdagmiddag werd de Braderie geopend
door burgemeester Wisse na een welkomst
woord van de voorzitter van de onderne
mersvereniging, de heer v. d. Heijde. De
opening werd symbolisch verricht door de
burgemeester met het overhandigen van
een gebakken sleutel van een meter lang.
Deze sleutel werd overhandigd door vier
in Zeeuwse klederdracht gestoken kinderen.
De burgemeester memoreerde in zijn toe
spraak het vele werk wat in het organi
seren van een dergelijk evenement vooraf
gaat en prees de organisatoren met het
resultaat. En dat met deze tweede Braderie
een traditie geboren mag zijn.
Na de opening was het een drukte van
belang. De Moonwalk en het Reuzenrad
was vooral bij de kinderen zeer in trek.
Wat de eerste dag betrof, was het be
zoekersaantal buiten alle verwachtingen.
Met zaterdag was dit niet het geval. Hier
sprak uiteraard het weer een danig woordje
mee. Toch waren er die dag nog veel be
zoekers, die het slechte weer trotseerden
om een kijkje te komen nemen. Voor veel
deelnemers was het kunst- en vliegwerk
om het kraam overeind te houden door de
hevige windstoten.
Om 8 uur 's avonds was aan dit eve
nement een einde gekomen met een op
treden van Harmonie „Apollo" op het
podium.
elders (klei-akkerbouw) grote vraag bestaat
naar stalmest, richtte men mestbanken op
en de staat subsidieert die met twee mil
joen gulden per jaar. Anders is het veelal
niet rendabel om de volumineuze mest
van de overschotbedrijven naar de akker
bouw in Zeeland, IJsselmeerpolders, Gro
ningen, Veenkoloniën, enz. te slepen.
De argeloze lezer zal vragen: maar
waarom stichtte men dan geen bedrijven
met dierlijke veredeling op de klei? Dan
kon men toch de mest ter plaatse kwijt?
Tja, dat is het hem nu juist. Door allerlei
oorzaken is dat nooit op grote schaal ge
lukt. De voederfabrieken waren er niet
voor: ze hadden liever alle afnemers op
een kluitje. Maar ook de regering heeft
schuld. Want als in een grote ruilverka
veling akkerbouw en weidebedrijven zwaar
gefinancierd werden uit de pot, konden
kleine bedrijfjes met varkens of pluimvee
daar nooit van profiteren. Die moesten ver
dwijnen of alles zelf betalen. Nou, dan
verdwenen ze wel.
Dat kan men nu gaan betalen via de
subsidie aan de mestbanken. En als u dacht
dat hiermee de kous af was, bent u mis.
De mestbanken verzetten jaarlijks zo'n
200.000 ton, maar dat is nog geen procent
van wat kip en varken jaarlijks uitpoepen.
En of u dat gelooft of niet: nog altijd
worden nieuwe bedrijven en uitbreidingen
daar gerealiseerd waar het hele landschap
al vergeven is van de stallen, silo's en
mesthopen. Logisch, want dat is het voor
deligste voor alle betrokkenen.
Vestigingsregeling.
Het spreekt wel vanzelf, dat daaraan
gauw een einde moet komen. Er zijn streken
in N.-Brabant waar het vrijwel altijd stinkt
naar varkens. Als men dan toch vestigings
regelingen voor landbouwbedrijven over
weegt, kan men die meteen gebruiken om
zulke streken schoon te maken.
Nieuwbouw of uitbreiding? Alleen in
streken waar kip, varken en mestkalf
schaars zijn. Want daar is ook de mest
bijzonder welkom en hij behoeft maar
over zeer korte afstanden vervoerd te
worden. Het is waar, mest van Limburg
naar Zeeland of Groningen slepen maakt
men vaak goed met z.g. retourvrachten:
koeiemest voor Limburgse tuinders. Elders
combineert men mesthandel met fourage-
vefkoop en dat levert óók retourvrachten op.
Maar dat is uitzondering. In het algemeen
moet er dik geld bij en vandaar de sub
sidie. Om uit de stank te komen en om
grondvergiftiging ook vanuit de landbouw
een halt toe te roepen, moeten de bedrijven
met veel vee gespreid worden. Hoe eerder
men ermee begint, hoe beter het is voor
mens en dier beide.
W. Geldof.
KOOP EEN FIETS DIE U PAST
Er worden deze maanden weer veel fiet
sen gekocht. De zomermaanden zijn voor
velen een tijd om te gaan fietsen. De dagen
zijn lang en als het weer wat mee zit,
is fietsen één van de prettigste, sportiefste
en gezondste vormen van vrijetijdsbeste
ding. Wil je aan het fietsen echt plezier
beleven, dan heb je een fiets nodig die
aan de persoonlijke eisen voldoet. Koop
daarom niet zo maar een fiets, die er fraai
uitziet of voor een aantrekkelijke prijs
wordt aangeboden.
Een fiets is eigenlijk net als een kleding
stuk: hij moet goed passen, goed zitten
en moeiteloos berijdbaar zijn. Dat vraagt
bii aankoop de nodige aandacht en zorg.
Het aanbod van fietsen is zeer verscheiden,
de ene fiets is qua bestemming de andere
niet.
TOECLIPS ZINVOL VOOR FIETSERS
Uit een onderzoek dat in Amerika naar
de veiligheid van fietsers werd ingesteld,
is gebleken dat veel fietsongevallen worden
veroorzaakt door het wegglijden van de
voeten van de pedalen. Dit pleit voor het
gebruik van toeclips waardoor de voeten
vaster op de pedalen komen te rusten.
De greep van de voeten op de pedalen
kan verder worden verbeterd door het ge
bruik van fietsschoenen met cletes (metalen
zoolplaatjes).
Het gebruik van toeclips maakt het overi
gens ook mogelijk om het rendement van
de energielevering door het trappen te ver
groten. In stadsverkeer zijn toeclips minder
zinvol, maar voor het maken van tochten
verdienen ze zeker aanbeveling.
Wie Lekkerkerk zegt bedoelt grondvergiftiging. Intussen is op 20 andere plaat
sen eveneens een massa gif in de grond gevonden maar gelukkig minder erg
of niet onder een woonwijk. Uitgraven, die vergiftigde grond, dat spreekt van
zelf. Maar dan? Waar moet je er mee naar toe? Niemand wil het giftige
zaakje hebben en de grondmassa is zó groot, dat je hem op geen manier
kwijt, kunt danprecies. Door hem maar weer ergens anders in te stoppen.
En lieve lezer, dat is nu juist de (weinig genoemde) kern van de zaak.
Schelden op de chemische industrie helpt u geen zier; die tak van nijverheid
kunnen we niet eens missen. Maar elke industrie die geen kringloopsysteem
voor haar afval kan vormen, zit met precies hetzelfde vraagstuk: Waar laat
je in vredesnaam dat spul? Dat is dus echt niet een specifiek vraagstuk voor
kerncentrales. Dat geldt voor elk bedrijf dat onbruikbaar afval voortbrengt.