GEEF.LEEF
De reliëfkunst van
het oude Assyrië
Geldgebrek
remt vernieuwing
bedrijfsleven
hengel en molen
nederlandse hartweek
14-20 april 1980
>onoo»moww M4
KRONIEK VAN NOORD-BEVELAND
Over ons eigen Noord-Bevelend, beste vrienden, hebben we het
nog niet zoveel gehad in deze kroniek. Toch, als je zo over
ons eilandje rijdt en goed om je heen kijkt, is dat toch best
de moeite waard. Vooral nu het weer voorjaar begint te worden,
zie je een natuur, die beslist de moeite waard is, om te bekijken.
Daarom, beste mensen, deze week een kleine ode aan ons eigen
péélandje.
Peeland.
Tussen Oosterschelde en Veerse meer
ligt het eiland van weleer.
In het midden tussen Schouwen en Zuid-Beveland,
dat is Noord-Beveland.
Met z'n ploders en z'n dijken,
in niets met een ander te vergelijken.
In de polders, soms verscholen in eigen intimiteit
liggen dorpen en gehuchten, wijd en zijd verspreid.
Te beginnen in het oosten, brengen we ze een bezoek.
Daar ligt achter bomen, zoals op een schildersdoek
een dorpje met een kerkje, tegen de blauwe lucht,
dat is Kats, klein, maar geducht.
Verder naar het noorden het vissersdorp Kolijn
met z'n haven en de mijn.
Ook een Voorstraat zo je nergens vindt,
zie goed als je er begint.
Aan beide kanten bomen,
een laan, als in je dromen.
Aan de zuidkant van dit schone land
vindt je het oudste dorp van Noord-Beveland.
Je ziet reeds van verre de toren en de molen,
hét ligt aan het Veerse meer verscholen.
Een dorp zo is er maar één,
maar dat is dan ook Kertjeen.
Verder naar het westen aan de diek,
ligt een dorpje, het heet Geersdiek.
Met z'n nieuwe school en oude stoof
tussen oud en nieuw een hele kloof.
Ze weten er van wanten,
het zijn echte Zeeuwse klanten.
Verder naar de noordkant, aan de Oosterschelde,
met een molen in het dorp en één te velde.
Dat is Wiskerke, waar zo wordt gezegd,
de Oosterscheldedam naar wordt gelegd.
Ook heeft men er een carrillon,
waar reeds menig uurtje mee begon.
Tegenover Veere, vroeger aan de zee
met een jachthaven, straks misschien zelfs twee,
ligt bij het Veerse meer, een beetje aan de kant
een heel mooi dorp, dat is Kamperland.
't Is een dorp met veel gezichten
en het enige met verkeerslichten.
Da's Kamperland in het westen
en dan ten lange lesten,
dichtbij Kamperland, langs de dijk,
vind je Stroodorp, een buitenwijk.
's Zomers veel vakantiegangers,
maar ook echte Noord-Bevelanders.
Op dit vroeger eiland, aan meer en zee,
leeft men rustig en te vree.
Soms is dat ook wel eens anders,
maar daarom zijn het ook echte Peelanders.
Ja, beste mensen, we kennen natuurlijk allemaal ons landje.
Maar ik wil u toch eens adviseren, om eens over ons eiland
te gaan om het te zien! Uiteraard nog een oude Noord-Bevelandse
spreuk, om te besluiten:
Vee kunne we zieë
en vee begriepe.
Allèèn dat a we nie wille zieë,
dat zou ons wè lieke.
CeeBee.
ft I
BEMIDDELINGS- EN AANNEMERSBEDRIJF
KOOP EN VERKOOP - NIEUWBOUW EN VERBOUW
Gaarne tot uw dienst.
GILLESSE - BEMIDDELING - AANNEMERSBEDRIJF
Visserijstraat 31, 4491 GG Wissenkerke, Telefoon 01107 - 14 89.
DERTIEN EEUWEN VOOR CHR. EEN GROTE MOGENDHEID IN AZIË
De kunst van het oude Assyrië is voornamelijk een reliëfkunst, die in de
bloeitijd tot een uitzonderlijke perfektie werd opgevoerd. Hiervan getuigen
wel op de meest sprekende wijze de prachtige reliëfs, die in het laatst van de
vorige eeuw tevoorschijn zijn gekomen bij opgravingen op de plaats waar Ka-
lach, één der hoofdsteden van het Assyrische rijk, zich bevond. Volgens het
bijbelboek Genesis (hoofdstuk 10) is Kalach, evenals Ninevé, gebouwd door
Nimrod, die „een geweldig jager voor het aangezicht des Heren" was. De
archeologen echter hebben uitgemaakt, dat de stad als vesting te omstreeks
125 v. Chr. moet zijn gesticht door Salmanassar I.
Zij hebben dit o.a. kunnen afleiden uit de geschriften, die daar en elders
met de reliëfs en andere kunst- en gebruiksvoorwerpen werden gevonden. De
belangrijkste geschriften werden wel aangetroffen in de bibliotheek, die koning
Assurbanipal (669—626) had laten aanleggen en die in 1872 werd ontdekt.
Onder de kleitafels de pagina's uit de oudheid, zouden we kunnen zeggen
was een aantal, dat gedeeltelijk de geschiedenis van de zondvloed vermeldde.
Verrassende vondsten.
Assyrië was oorspronkelijk het gebied van
Assur, dat aan de westzijde van de rivier
de Tigris was gelegen. Eerst later werd op
de oostelijke oever gebiedsuitbreiding ver
kregen. In de vroegste geschiedenis, die te
ruggaat tot vóór het derde millenium, werd
het land bewoond door niet-Semietische
stammen, maar Semietische stammen, die
waren binnengedrongen, vermengden zich
met de inwoners tot een volk, dat we later
als het Assyrische leren kennen.
Deze mensen stichtten verschillende stad
staatjes, die echter voortdurend werden
bedreigd en telkens hun onafhankelijkheid
verforen. Omstreeks 1700 v. Chr. bijvoor
beeld maakten de door de Assyriërs ge
stichte steden Assur en Ninevé deel uit
van het Babylonische rijk. In latere eeuwen
echter zien we de rollen omgekeerd en
zelfs Babel door de Assyriërs bezet.
Nadat in de dertiende eeuw v. Chr. koning
Salmanassar I het grootste deel van Meso-
potamië had veroverd, verkreeg Assyrië de
positie van grote mogendheid. Er ontstond
een nauwe vereniging van de militaire staat
Assyrië met de handelsstaat Babylonië. De
ze bracht echter zodanige spanningen met
zich mee, dat Assyrië zijn status niet kon
handhaven en terugviel tot een macht, die
maar weinig gezag kon uitoefenen.
Doch ook dit was weer slechts tijdelijk;
het rijk herrees onder de heerschappij van
Tiglatpiléser (1112—1074). Deze „Napoleon
van Assyrië" veroverde Babel en breidde
zijn rijk zodanig uit, dat het zich uitstrekte
van de Middellandse Zee tot aan de Per
zische Golf. Direct na zijn dood echter
stortte het rijk ineen. Twee eeuwen duurde
het voordat een nieuwe veroveraar op de
troon kwam. Het was Assurnasirpal II
(883—859), die opnieuw uitbreiding gaf aan
het ingeschrompelde gebied. Maar eerst
Tiglatpiléser III, die van 745—727 regeerde,
bracht een periode van grote bloei.
Hij kan worden beschouwd als de stich
ter van het nieuwe Assyrischerijk. De
bloeiperiode duurde voort tijdens de heer
schappij van Salmanassar V. Toen deze in
722 kinderloos was gestorven, besteeg Sar-
gon II (722—705) de troon en met hem
begon de laatste Assyrische dynastie, name
lijk die der Sargonieden. Van omstreeks
670 tot 625 beleefde Assyrië zijn grootste
bloei. Doch daarna trokken de Neden en
Chaldeeërs gezamenlijk tegen de Assyriërs
ten strijde en braken voorgoed de macht
van het Assyrische rijk.
Opgravingen.
De cultuur van Assyrië is ons na vele
eeuwen bekend geworden. De eerste op
gravingen werden in 1842 door de Franse
consul Emile Botta verricht op de plaats
waar Ninevé, dat sinds de tiende eeuw
hoofdstad was geweest, zich moet hebben
bevonden. Deze opgravingen bleven niet
zonder resultaat: in 1843 werd het paleis
van koning Sargon blootgelegd. Enige jaren
later vond een Engelse expeditie kostbare
reliëfs met opschriften op de plaats van
Kalach, in 1250 door Salmanassar I als
hoofdstad gesticht. Omstreeks de helft van
de negentiende eeuw werden de paleizen
van Ninevé nader onderzocht. De opgra
vingen zijn ook in onze tijd voortgezet:
vooral door Amerikaanse en Engelse expe
dities, en zij hebben veel belangrijke ge
gevens en tal van kunstvoorwerpen opge
leverd.
De verschillende opgravingen hebben ons
geleerd, dat de stichting van het eerste
grote Assyrische' rijk door Salmanassar I
de eerste vorm van een Assyrische rijkskunst
bracht. De ontwikkeling daarvan is goed
te volgen in de glyptieken (gesneden stenen
zegels), waarvoor, blijkbaar bewust, de oud-
Mesopotaamse vorm van het rolzegel was
gekozen.
Bij deze rol- of cilinderzegels uit de
dertiende eeuw v. Chr. bevinden zich ware
meesterwerken: een dynamische vormen
taal ging gepaard met artistieke verfijning.
Motieven uit vroegere perioden verschenen
er in een nieuwe vormgeving. Deze mo
tieven waren onder andere de gestyleerde
heilige boom en de levenschenkende plant
met roof- en kuddedieren in combinatie
met de gevleugelde schijf. Zij hielden ver
band zowel met de godenverering als met
de jacht, twee dingen die een grote rol
speelden in het leven van de mens in die
tijd.
Een aantal reliëfs uit het paleis van As
surnasirpal II in Kalach toont de nauwe
innerlijke samenhang van de jacht- en oor
logstaferelen met de beeldencyclus rondom
de heilige boom. Op een deel ervan is de
koning afgebeeld, omringd door motieven,
die ontleend zijn aan religieuze symbolen.
Een en ander is volkomen begrijpelijk als
we weten, dat de Assyrische vorsten hun
veldtochten ondernamen in de overtuiging,
dat zij daarmee een opdracht van de rijks
god Assur vervulden.
Sanherib, de zoon van Sargon, die Ninevé
als zijn residentie koos en de stad op alle
mogelijke wijzen liet verfraaien, heeft een
sterke stimulans gegeven aan de kunste
naars van zijn land. In die tijd was in de
reliëfkunst vooral het landschap een be
langrijke plaats gaan innemen. Men wilde
daarmee als het ware de natuur met de
bouwkunst samenvlechten.
(Nadruk verboden).
De innerlijke versterking van het bedrijfsleven is één der belangrijkste eco
nomische programmapunten voor de eerstkomende jaren. Die opvoering van
krachten geldt niet in de eerste plaats voor de bestaande productieprocessen,
alhoewel ook die niet uit het oog verloren mogen worden. Voorrang dient te
worden verleend aan het scheppen van nieuwe vörmen van industrie en dienst
verlening, Die vernieuwing moet uitgaan van een situatie met uiterste beper
king van energie en mankracht. Beide zijn in de gehele wereld kostbaar ge
worden.
Noodzaak verbreding assortiment.
Aan die vernieuwde voortbrenging heb
ben wij behoefte om onze export op peil
te houden bij een afnemende beschikbaar
heid van Nederlands aardgas. Aansluitend
daarbij is een toenemende stroom van pro-
duktieve krachten naar het bedrijfsleven uit
de generaties schoolverlaters. Deze worden
nog versterkt door grote groepen gehuwde
vrouwen, die naast hun huishouding een
baan zoeken om daarmee beter maatschap
pelijk te kunnen functioneren. Deze nood
zaak tot verbreding van het door Nederland
te vervaardigen assortiment produkten en
diensten wordt door steeds meer promf-
neijten uit ons bedrijfsleven en bestuurs
apparaat verkondigd.
Op het terrein van de energie zijn het
uiteraard de olie-giganten, die deze opvat
ting huldigen. De president-directeur van
de Shell heeft er onlangs op gewezen. Hij
wees erop dat noch de olie-producerende,
noch de olie-consumerende landen zich vol
doende inspannen voor alternatieve moge
lijkheden voor energie-produktie. Men kri
tiseert wel de olie-multinationals maar men
laat de problematiek ook geheel aan hen
over. De olie-reuzen besteden er zoveel
geld aan dat er ongeveer het dubbele van
het netto-resultaat aan wordt uitgegeven,
zo betoogde de voormelde president. Daar
mee wordt niet alleen de voorsprong van
de olie-concerns op de energiemarkt ver
groot, maar men neemt ook niet voldoende
de moeite om anderen van een deel van
het energie-rendement te laten profiteren.
„Know how".
De oorzaak zocht de Shell-voorman met
name in het gebrek aan financiële middelen.
Daar zijn ook in politieke kringen de ogen
voor open gegaan. Financieel specialist Van
Rooyen van het CDA heeft er onlangs voor
gepleit dat tenminste een deel van het
nationale aardgas-rendement door de over
heid zou moeten worden besteed aan ver
sterking van de marktsector, bijvoorbeeld
voor de herstructurering van onze industrie.
Niet alleen in de energie-sector bestaat
er achterstand maar ook in de presentatie
van andere produkten. Om te ontdekken
of er achterstand bestaat in de ontwikkeling
van een bedrijf moet men beurzen bezoeken
in binnen- en buitenland en kritisch afwegen
voor hoe lang de eigen produkten nog
levenskansen hebben op de nationale of
internationale markt. Dat vraagt om ge
specialiseerde technische kennis, maar ook
om commerciële visie. Bij grote bedrijven
is op dat terrein wel dikwijls „know-how"
aanwezig maar de midden- en kleinbedrijven
schieten daar tekort. Dat is bijvoorbeeld
de mening van de directie van de Ned.
Middenstandsbank, die tevens een tekort aan
management-kwaliteiten constateert in deze
sector van het bedrijfsleven.
Men kent zijn markten onvoldoende, ter
wijl ook bij' sommigen klanken worden ge
hoord over onvoldoende durf om risico's
te nemen juist in de jaren dat het goed
gaat. De continuïteit van veel bedrijven op
lange termijn wordt onvoldoende in het
oog gehouden. Maar zodra deze faktoren
wel bij het beleid worden betrokken, stuit
men al snel op financiële tekorten.
Men heeft geen geldadem voldoende om
dit soort processen vol te houden. De ri
sico's om grote projekten aan te pakken
zijn ook dikwijls te groot. Daar kan wat
aan gedaan worden door samenwerking
tussen de bedrijven te bevorderen, maar
ook door de financiële ruimte te vergroten.
Bankmensen menen dan helaas niet ten
onrechte dat zij daar de helpende hand
bij zouden moeten reiken. Dat zou dan
kunnen door in Nederland innovatie-finan
cieringsmaatschappijen te gaan oprichten.
De president-directeur van de Ned. Mid
denstandsbank heeft er onlangs op gewezen,
dat in de VS ook speciale maatschappijen
werken die risico-dragend vermogen ter
beschikking stellen aan het bedrijfsleven.
Aan deze maatschappijen nemen ook groot
banken deel, zij het dat hun deelneming
krachtens overheidsregels beperkt moet blij
ven tot 5% van hun eigen vermogen.
Vermogen.
Dat vermogen kan echter ook uit andere
bronnen komen, bijvoorbeeld van particu
lieren. Die worden echter in Nederland
helemaal niet aangemoedigd om hun centen
te steken in risicodragende aktiviteiten. In
tegendeel. Zij worden gestraft met heffingen
op dividenden terwijl men nog andere fi
nanciële strafexpedities voorradig heeft. Dat
geldt trouwens niet alleen voor innovatie
maatschappijen. Denkbaar is in ieder geval
dat de overheid met fiscale concessies het
deelnemen aan de innovatie van ons be
drijfsleven gaat stimuleren. Maar ook van
bankzijde wordt opgemerkt, dat met de
groei van de sociale zekerheid het individu
minder geprikkeld wordt om risico's te
nemen. Ziehier één van de grondoorzaken
van onze kwakkelende aandelenmarkt.
Het is evenzeer denkbaar, dat de overheid
hier een minderheidsbelang neemt en voor
de rest particulieren met fiscale concessies
lokt om ook mee te doen. De Franse re
gering heeft ook al een fiscaal lokkertje
gepresenteerd om de burger weer tot het
kopen van aandelen te stimuleren. In Ne
derland zou een dergelijke aanmoediging
van nieuwe financiering van het bedrijfs
leven een goede zaak zijn. Er moet naar
wegen worden gezocht om ons bedrijfsleven
aan te moedigen veel meer produkten te
maken voor tot nu toe onbekende markten
om daarmee ons export-pakket een breder
draagvlak te geven. Een uitgebreider pro-
duktenpakket zou ons nieuwe export-im
pulsen kunnen bezorgen en onze jeugd aan
moedigen meer brood te zoeken in kontak
ten met het buitenland.
Nodig is dat wij ons met spoed bezinnen
op meer nationale inkomstenbronnen. De
tijd is aangebroken voor nieuwe overheids-
nota's voor de ontwikkeling van onze in
dustrie en dienstverlening. Laten wij daar
een klein deel van onze collectieve voor
zieningen voor offeren. Op wat langer zicht
zullen wij ze zeker in veelvoud terug ver
dienen.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.
En voor een goede
slaagt u altijd het best bij
HENGELSPORT MARKUSSE.
De best gesorteerde hengelsportspeciaal
zaak van zuid-west Nederland.
nederlandse hartstichting, den haag