DRUKWERK
Zaalvoetbal
nu al 100.000
beoefenaren
Taaipraatje
Afscheidsreceptie J
van dokter H. Janssen
te Kortgene
Voor al uw
naar
Drukkerij Markusse
Wissenkerke
In de morgenuren van vrijdag 15 febr.
heeft dokter H. Janssen, die 31 jaar huis
arts op Kortgene is geweest, afscheid ge
nomen van de bewoners en personeel van
het pensiontehuis „Noord-Beveland" te
Kortgene. In de feestelijk versierde recrea
tiezaal werd hij met zijn vrouw verwel
komd door de wnd. directrice mevr. M. J.
Stevense.
Onder leiding van de dirigent van het
bejaardenkoor, dhr. A. Platschorre, met
pianobegeleiding van dhr. P. J. Bom, zongen
de bejaarden hem een toepasselijk lied toe
en werd hem daarna dank gebracht voor
de goede zorgen aan de bejaarden besteed.
De oudste bewoner, dhr. G. Heijboer, bood
hem het boek „100 verbeeldingen van am
bachten" aan en mej. N. Plage gaf bloemen
aan mevrouw Janssen.
Dokter Janssen dankte tenslotte voor het
vertrouwen dat de bejaarden hem hadden
geschonken en het personeel voor de spon
tane medewerking.
's Avonds was er in het Dorpshuis „De
Pompweie" voor iedereen gelegenheid om
afscheid van de dokter te nemen. De fam.
Janssen werd ontvangen door het ,lid van
het voorbereidingscomité, dhr. C. J. van
Damme, die mevr. Janssen bloemen aan
bood. Zeer velen hadden de scheidende arts
al de hand gedrukt, toen om plm. 20.00
uur de voorzitter van het comité, dhr.
G. Boot, hem toesprak.
Hij herinnerde aan het boze gerucht, dat
vorig jaar de ronde deed. Het gerucht dat
dokter Janssen er mee zou ophouden bleek
waar te zijn. Het is bekend, dat u op een
stormachtige avond met de veerboot, op 6
dceember 1948, naar Kortgene bent geko
men. Waar u zich al gauw heeft eigen
gemaakt met de plattelandsproblematiek,
aldus dhr. Boot. Veel is er in die 31 jaar
dat u op Kortgene werkzaam was, ver
anderd. De ramp in 1953, de komst van
de waterleiding en de afsluiting van de
Zandkreek zijn gebeurtenissen, die bijzon
der in onze samenleving hebben ingegre
pen. In al die tijden is dokter Janssen de
rustgevende figuur geweest, die altijd be
reid was voor een praatje. In de beginjaren
droeg hij een alpinopetje en velen schaften
ook zo'n hoofdddeksel aan. Het is toen wel
voorgekomen, dat iemand zijn pet afnam
voor de drager van zo'n petje, omdat hij
dacht dat het de dokter was.
De heer Boot vertelde vervolgens dat de
geldinzameling zoveel had opgebracht, dat
er genoeg over was om hem te voorzien
van attributen die hem te pas zullen komen
op de boerderij waar hij gaat wonen. De
comitéleden boden hem een paar rubber
laarzen, een rubberpak en een schrepel aan.
Het bedrag dat hij naar goeddunken kan
besteden, is 3.333,33. Hij besloot met een
hartelijk welkom aan de opvolger van dok
ter Janssen, dokter J. A. Kersseboom. En
hij hoopte, dat die even honkvast zal zijn
als zijn voorganger.
Hierna sprak de burgemeester van Kort
gene, dhr. J. L. D. van der Linde. Deze
was er van overtuigd, dat het de schei
dende arts een groot genoegen moet zijn,
dat zovelen op de receptie aanwezig zijn.
Deze belangstelling zegt meer dan woorden.
Hij dankte namens het gemeentebestuur
voor de wijze waarop hij een bijdrage heeft
geleverd voor het welzijn van vele mensen.
Eén derde van het huidige inwonertal zijn
met uw hulp op de wereld gebracht. De
rust die van u uit ging heeft er toe bij
gedragen dat u zeer veel vertrouwen had.
Nooit liet u blijken, dat u het erg druk
had, aldus de burgemeester.
U gaat scheiden op een tijdstip dat de
funktie „arts" in discussie is. Komt er wel
een apotheek of niet: komt er wel een
vestigingsvergunning of niet. Tenslotte
sprak hij de hoop uit dat hij van een rustig
leven kan gaan genieten in de polder. Na
mens de gemeente Kortgene bood hij hem
een schildje met het gemeentewapen aan.
Hierna sprak dokter D. Zanen
de afdeling Zuid- en Noord-Beveland van
de Kon. Ned. Mij. tot bevordering van de
geneeskunst. Hij bracht de maandelijkse
klinische bijeenkomsten in herinnering en
de vele malen dat dokter Janssen als voor
zitter paardemessen voor 1 cent verkocht
aan de sprekers op deze avonden. Weinig
woorden kunnen veel effekt hebben, als
ze goed zijn gekozen. Daar had dokter
Janssen een goede hand van. Hij verstond
ook de kunst om een patiënt per telefoon
vriendelijk naar zijn spreekkamer te ge
leiden. Als dank voor de vriendschap bood
hij hem een boekje van de Galapagos-
eilanden aan.
Daarna kwam dokter Janssen aan het
woord. Hij dankte voor de aangeboden re
ceptie en dat zijn familie daar ook bij
betrokken is. Hij dankt ook hen die niet
gesproken hebben en wellicht het kwade
hebben weggelaten. „Er is zoveel goeds
gezegd dat ik er stil van ben. Met u heb ik
heerlijk gewerkt en het vertrouwen dat
u mij schonk, heeft mij goed gedaan,"
aldus dokter Janssen. Toen we hier kwamen,
hebben we een grote gieter aangeschaft.
Die gebruikten we als douche, omdat er
nog geen waterleiding was. Hij dankte
dokter Zanen voor de genoten vriendschap:
het gemeentebestuur voor de prettige sa
menwerking en de aangeboden receptie;
het comité van voorbereiding en de fam.
Oudshoorn voor de goede verzorging van
deze receptie. Bijzonder dankbaar was hij
voor de enorme belangstelling deze avond
en voor het cadeau dat door patiënten en
vrienden is bijeengebracht. Tenslotte zei hij
er van overtuigd te zijn, dat dokter .Kersse
boom een prima opvolger van hem is en
hij hoopte dat die evenveel vertrouwen
zal krijgen, als hijzelf heeft gekregen.
Tijdens de receptie werd hem het ere
lidmaatschap aangeboden van de Kort-
geense carnavalsvereniging „De Kwallen".
Het onderscheidingsteken werd hem uitge
reikt door Prins carnaval Jan de Eerste.
Dit als waardering voor het vele goede,
dat dokter Janssen heeft gedaan.
ANWB-ONDERZOEK WIJST UIT
NEDERLANDSE AUTO SLECHT
OP WINTER VOORBEREID
Een groot deel van het Nederlandse wa
genpark is niet aangepast aan winterse om
standigheden. Deze conclusie mag worden
getrokken uit de eerste tellingen die de
ANWB heeft verricht in het kader van de
keuringsactie „Rijden in de winter". Deze
actie biedt de automobilist de gelegenheid
zijn auto te laten inspecteren op een aantal
voor de winter essentiële onderdelen en
die, indien nodig, juist te laten afstellen.
Van de tweeduizend auto's, die de afdeling
technische keuringen van de ANWB in de
eerste week van de actie aan een inspectie
heeft onderworpen, bleken gemiddeld twee
onderdelen onvoldoende op de winter te zijn
geprepareerd.
De meeste gebreken deden zich voor aan
de ontsteking. Van de onderzochte auto
mobielen vertoonde ruim 70°/o mankementen
op dit juist in de winter zo belangrijk on
derdeel. Ook aan het brandstofsysteem
bleek bij een behoorlijk aantal, zo'n 25%,
wel het een en ander te mankeren. Tevens
viel op dat bij ongeveer driehonderd van
de geïnspecteerde auto's het koelsysteem
onvoldoende tegen vorst bleek te zijn be
veiligd.
„Alles bij elkaar rechtvaardigt dit de
stelling, dat een grondige inspectie van de
auto alvorens er mee de winter in te gaan,
bepaald geen overbodige luxe is," aldus de
ANWB.
CARNAVAL - WISSENKERKE
Diep getroffen en weemoed in mijn hart
over deze woorden. U allen een weinig
te kennen van aangezicht, wil mijn ge
voelen daar tegen te kennen geven.
Wij hebben ook enige gedenkdagen:
Pasen, Pinksteren. Kerstdag, Bevrijding,
Oranjehuis, maar deze dag van (Carnaval)
berust op niets. Wat het begin en doel
van Carnaval is, heb ik niet onderzocht,
maar ziende zijn uitwerking mag ik het
antwoord vinden. Dan is Carnaval in zijn
In 1964 in Noord-Holland begonnen.
Het is ook weer niet zo bevreemdend
dat een sport als zaalvoetbal in Nederland
goed aanslaat. Tenslotte leven we in een
land met een zeer grillig en vaak regen
achtig klimaat, terwijl in sommige winters
ook de vorst nog hard kan toeslaan. Niet
iedere beoefenaar van een balsport heeft er
trek in zich steeds aan de luimen van de
weergoden over te geven en dus zoekt hij
een sport, die „binnenskamers" wordt be
oefend. Anderen, die wel geporteerd zijn
voor beoefening van een veldsport, willen
's winters niet stil zitten en zoeken in
dat jaargetij naar een leuk alternatief.
Zaalhandbal was de eerste zaalsport, die
na de Tweede Wereldoorlog zijn zegetocht
Geit.
Ook de geit heeft enkele onbekende
spreekwoorden en zegswijzen opgeleverd.
Heel oud al is het spreekwoord: Nood
geen gasten op het geitje, eer de geit ge
worpen heeft. Te vergelijken met: Men
moet de huid niet verkopen, eer de beer
gevangen (geschoten) is.
Meestal wordt de geit voorgesteld als
zinnebeeld van dartelheid of snoeplust.
„Hij slacht de geit, heeft hij 's morgens
iets goed bedacht, 's avonds stort hij het
al omver." Betekenis: hij is een lichtzinnige
dwaas, die telkens het goede weer bederft,
dat hij pas heeft verricht.
„De geit schrafelt (scharrelt) zo lang, dat
zij kwalijk ligt." Door l te veel scharrelen
bezorgt de geit zich een slecht leger. Ook:
„Zo kwalijk ligt de man, als de geit die
te veel schrabben kan." De spreekwoorden
kenner Harrebomee meldt al: „Geen oude
geit zonder baard, of non zonder gemom
pel." „Hij heeft het huppelen van drie
geiten." Gezegd van iemand die zeer dartel
en woelig is, maar niets bereikt. Vergelijk:
veel geschreeuw, maar weinig wol.
„Hij laat de geit in de wijngaard lopen."
Betekenis: hij vertrouwt de kat bij de vis.
Hij vertrouwt op iemand, die niet te ver
trouwen is. „Het geitje huppelt in het
groen en zo zal ook haar jongen doen."
Zo moeder, zo kind (dartelheid). Tenslotte:
„Het geitje loopt zo dikwijls in de kool,
dat het er haar vacht laat." Snoepers ko
men er ten laatste bedrogen af.
Koe.
Hoewel de koe echt niet zo'n dom beest
is, komt zij er in vergelijkingen en zegs
wijzen meestal slecht af en wordt voor
gesteld als een dom en log wezen. Dit
blijkt uit de volgende voorbeelden. Gemeen
zaam voor een grote vrouw: Het is een koe
met twee benen. Als spotnaam voor een
traag zeilend schip: Een koe van een schip.
„Met koeien van letters schrijven." „Kij
ken als een hond op een zieke koe," voor
beschaamd, beteuterd of treurig kijken.
„Hij is zo dom als het achtereind van een
koe." „Hij is zo wijs als zeven dolle
koeièn." Het toppunt van domheid. Van
iemand die erg lui is: Hij is zo lui als een
koe. De uitdrukking: „De koe weet niet
waartoe haar staart dient, voordat ze hem
kwijt is," getuigt evenmin van veel vernuft.
Zeer oud zijn de zegswijzen: „Op iemand
wachten als een koe in het gras": Al etend
op iemand wachten. „Naar geld stinken als
een koe naar muskeljaatwijn (muskaat
wijn)": Helemaal geen geld bezitten. „Menig
goede koe heeft wel een kwaad kalf." Ver
gelijk: uit een broed komen kuikens van'
kwaliteit en gewicht een kleine nul: 0!
En nu is onze stille begeerte, dat deze
(uitheemse) plant op onze calvinistische
grond van Noord-Beveland geen wortel mag
vinden, maar als een lamp zonder olie
mag uitgaan.
Mag ik u lieden aanwijzen, dat Grote
Licht van Gods grote zondaars Genade, die
in Zijn Geliefde Zoon ons is gegeven, tot
verlichting die in duisternis zaten. Dat
Licht te vermelden en zijn dagen te vieren,
is tot behoudenis van allen. Zijn offer is
in prijs en gewicht als een grote 10. Laat
ons Hem niet wederom openlijk te schande
maken, maar Zijne banier opheffen en
vaandel dragen. En dit ons toevertrouwde
pand bewaren, als de appel onzer ogen.
Dit is uit het diepst van mijn hart
geschreven tot mijn naasten, om u lieden
nog te redden uit deze diepe afgrond (de
zonde) die onder deze graszode verborgen
ligt. De God aller Genade gedenke en
beware ons nog (voor die uitwassingen)
en doe onze harten en zinnen neigen tot
Zijne Dierbare Zoon, Jezus Christus.
M. de Bruine.
A. van Heestraat 20, Kamperland.
door ons land begon. Deze sport is nu zelfs
populairder dan het veldhandbal, zowel bij
de aktieve beoefenaren, als bij het kijkers
publiek. Mini-korfbal zou wel eens dezelfde
kant kunnen opgaan en ook het zaalhockey
heeft sterke toekomstpapieren.
Maar toen in 1964 in Noord-Holland
nog helemaal buiten KNVB^verband ge
start werd met zaalvoetbalwedstrijden. zag
vrijwel iedereen dit meer als een aardige
trainingsmogelijkheid voor door vorstverlet
getroffen veldvoecballers. dan als een zelf
standige, volwassen nieuwe sport. Hoe zou
zaalvoetbal immers ooit kunnen concurreren
met veldvoetbal, de meest beoefende sport
in Nederland? Akkoord, zaalvoetbal heeft
in de 'afgelopen vijftien jaar het veldvoetbal
allerlei kleur: In ieder goed gezin kan één
der kinderen uit de toon vallen. „Ik deed
het niet voor alle koeien van Brabant":
voor niets ter wereld.
De bekende spreekwoorden: men moet
geen oude koeien uit de sloot (gracht) ha
len: de koe bij de horens pakken en iemand
koeien met gouden horens beloven, spre
ken voor zichzelf.
Minder bekend zijn: „Veel koeien, veel
moeien": Groot bezit, grote zorgen. „Wie
de koe koopt, heeft het kalf toe": Wie
een weduwe trouwt, moet ook voor haar
kind zorgen.
niet kunnen verdrijven en dat zal misschien
ook nooit gebeuren, maar wie in 1964 had
verwacht dat vijftien jaar later 100.000
mannen en vrouwen in Nederland aan zaal
voetbal zouden doen en er per jaar rond
16.000 nieuwe zaalvoetballers bijkomen, die
mag zijn vinger opsteken.
Televisie.
De televisie heeft veel bijgedragen tot de
snelle groei van het Nederlandse zaalvoetbal.
Reeds vele jaren zendt de NCRV zaalvoetbal
wedstrijden uit op het beeldscherm en van
die uitzendingen is ongetwijfeld een wer
vende kracht uitgegaan.
Mensen die normaal gesproken niets in
zaalvoetbal zouden hebben gezien, raakten
geïntrigeerd en geïnspireerd door de fraaie
wedstrijden, die zij op hun televisie gade
sloegen. Dat geldt niet alleen voor veld-
voetbaliers, die in zaalvoetbal een probaat
middel zagen om gedurende de winterpauze
hun conditie op peil te houden. Nee. het
zaalvoetbal heeft ook veel beoefenaren ge
trokken, die helemaal niet op het veld willen
voetballen maar alleen en uitsluitend zaal
voetbal willen spelen.
En dat niet alleen vanwege klimatolo
gische overwegingen. Ook het feit dat het
veldvoetbal de laatste jaren danig is ver
ruwd, zal menigeen op de gedachte hebben
gebracht om het maar eens bij het zaal
voetbal te proberen, dat tot nog toe deze
ontaardingsverschijnselen niet vertoont. Het
leuke van zaalvoetbal is bovendien dat je
het in deze sport niet zozeer van fysieke
hardheid, alswel van een behoorlijke bal
techniek moet hebben. Met name tengere
of wat oudere spelers zullen daarom geneigd
zijn om zaalvoetbal boven veldvoetbal te
verkiezen.
Ook slaat zaalvoetbal bij de dames meer
aan dan veldvoetbal. Er is nu al een na
tionaal kampioen voor dames.
Meer zaken.
De spectaculaire groei van het zaalvoetbal
gaat gepaard met allerlei problemen. In veel
gemeenten waar grote belangstelling voor
zaalvoetbal bestaat, beschikt men niet over
de vereiste accommodatie. En zalen zijn er
gewoon niet of sinds lang verhuurd aan
beoefenaren van oudere zaalsporten. Kort
om, er moet gewoekerd worden met de
ruimte en omdat zaalvoetbal zeker een
„blijvertje" zal worden, zullen er hoe dan
ook nieuwe zalen moeten komen.
Een ander probleem is, dat de spelregels
van het zaalvoetbal in de verschillende lan
den niet gelijk zijn. Daardoor worden uiter
aard de internationale contacten bemoeilijkt.
Ons reglement verschilt zelfs van dat van
België. Er zal dus via internationale afspra
ken meer uniformiteit in de spelregels moe
ten komen.
Verder zijn er ontzettend veel kleine zaal
voetbalverenigingen in ons land, waar de
organisatie ondanks alle goede bedoelingen
nog wel eens te wensen overlaat. Méér
grote verenigingen, zoals bij veldvoetbal,
lijken gewenst.
Maar dit zijn allemaal groeistuipen van
een sport, die Nederland duidelijk heeft
veroverd en die ongetwijfeld een zeer goede
toekomst tegemoet gaat. Leuke bijkomstig
heid: zaalvoetbal is ook voor toeschouwers
een boeiend schouwspel, zodat goede zaal-
voetbalverenigingen veel kijkers kunnen
trekken.
(Nadruk verboden).
Tom Noddy.
„De koeien eten met vijf monden": Een
boerenwijsheid: Als de koeien in de natte
wei lopen, vertrappen ze met de vier poten
meer dan ze opeten. In vroeger dagen
moesten sommige melkboeren nog wel eens
voor de rechter verschijnen, omdat ze wa
ren aangehouden met ondeugdelijke melk
op hun wagen (melk, aangelengd met wa
ter). Men noemde dat schertsend: „Melk
van blauwe koeien".
„IJzeren koe": Oorspronkelijk bedoelde
men daarmee een koe, die aan een pacht
goed of ambt voor altijd was verbonden.
Verliet iemand het pachtgoed of het ambt,
dan moest zo'n „ijzeren koe" aan de op
volger worden overgedragen. Dit gebruik
is het langst in Groningen en Drente in
zwang gebleven.
(Nadruk verboden).
KRONIEK VAN NOORD-BEVELAND
Dat we elkaar graag voor het lapje houden, beste mensen, is
een ondeugd waar het echt geen 1 april voor hoeft te zijn. Een
waar gebeurde geschiedenis van een Péélandse boer uut de Wis-
kerksepolder volgt hieronder.
De Grootste Boer.
Een Peelandse boer, nie vo de poes,
most nae de tandars in Hoes.
In de wachtkaemer hezete
ei t'um nog even op z'n tanden hebete.
Ie was nie d'n enigste klant,
d'r zat ok nog een boertje uut Zuud-Beveland.
Oalebei a ze haeten
en zo rochte ze an't praeten.
't Ging a houw over 't boerebedrief,
want di in a ze mee mekoare herief.
't Kleine boertje wouw hin blunder
en vroeg de Peelander nae z'n bunder.
'k Bin de gröötste boer, da's hin kolder
uut de Wiskerkse polder.
't Boertje keek mee vee ontzag,
wat zo'n man wè nie vermag.
De uutleg kwam a vlug op hang:
'k weege twionderd pond en bin éénnegentug lang.
Ie dee dus echt nie stoer,
't Was werkeluk de gröötste boer.
Je wil wete wie of dat is?
Wel, da's Jan de Kam, zeker en hewis.
Je ziet, beste vrienden, zo kun je door de waarheid te vertellen,
toch iemand in het ootje nemen.
Omdat dit verhaal te maken heeft met een boer die kiespijn
heeft en lachen: nog een toepasselijke spreuk:
Een boer die a van de kiespiene krepeert,
ei't lachen nog nie verleert.
4
ANDERE ZAALSPORTEN REEDS OVERVLEUGELD
De opmars van het zaalvoetbal zet zich in Nederland door in een verba
zingwekkend snel tempo. Vijftien jaar geleden werd in Den Helder door een
aantal bedrijfsvoetbalclubs voor het eerst een zaalvoetbalcompetitie georgani
seerd, uitsluitend met de bedoeling om de spelers gedurende de wintermaanden
in conditie te houden. Niemand nam het zaalvoetbal toen nog echt serieus. De
laatste jaren is het aantal zaalvoetballers door het gehele land echter zo
spectaculair toegenomen, dat bijna overal met een tekort aan geschikte zaal
accommodatie wordt gekampt. Met zo'n honderdduizend aktieve beoefenaren is
zaalvoetbal andere zaalsporten als zaalhandbal, basketbal, mini-korfbal allang
gepasseerd en alleen de volleybalsport heeft nog een kleine voorsprong, die waar
schijnlijk niet lang meer zal duren.