Hebben Olympische Spelen hun tijd gehad? Werkgelegenheid in welzijnssector in gedrang Heremietkreeft leeft in een kraakpand Sport verbroedert duidelijk niet. Als de Olympische Spelen in Moskou niet zouden doorgaan of Wanneer verschil lende belangrijke landen daar afwezig zou den zijn, dan is dat natuurlijk erg jammer voor de sportlieden, die in het afgelopen jaar zich zorgvuldig op dit grootse sport evenement hebben voorbereid. Dat in krin gen van de topsporters weinig ambitie voor een boycot kan worden waargenomen, is begrijpelijk. Deze mensen zullen ook licht geneigd zijn te zeggen dat sport en politiek niets met elkaar te maken hebben, want die leus past precies in hun straatje. Maar helaas hebben sport en politiek wel degelijk met elkaar te maken. Dat bleek al in 1936 toen Hitier de in Berlijn gehou den Spelen misbruikte voor zijn politieke doeleinden. En na Wereldoorlog II neemt de politieke agitatie rond de Spelen alleen maar toe. Er komen verwikkelingen over de deelname van Rhodesië, Zuid-Afrika en Taiwan, daar is de brute Palestijnse aanslag in Miinchen en het terugtrekken van tal van Afrikaanse landen tijdens de vorige Olympiade. En of de Spelen in Moskou nu wel of niet zullen doorgaan, de sfeer is bij voorbaat al verpest door de politieke verwikkelingen van de laatste maanden, waarbij de Sowjet-Unie een uiterst beden kelijke rol vervult. Dat de Olympische Spelen bijdragen tot een verbroedering van de volkeren, is een stelling, die dan ook onmogelijk staande kan worden gehouden. Dat is alleen al een reden om over een boycot van de Spelen niet al te sentimenteel te doen. En tevens om niet al te enthousiast te zijn over sug gesties als die van president Carter om de Spelen voortaan op een vaste plaats, bij voorbeeld Griekenland, te houden. Want gegarandeerd zullen dan alle Oostbloklan den plus een aantal bevriende naties zulke Spelen gaanboycotten en daarmee houden de Olympische Spelen op een mondiale aangelegenheid te zijn. „Amateurs". Er zijn overigens ook andere dan poli tieke redenen te bedenken, waarom men niet zo rouwig zou behoeven te zijn over een eventuele opheffing van de Olympische Spelen. Zoals bekend mogen alleen ama teurs meedoen aan de Spelen. Professionele beoefenaren van een bepaalde tak van sport zijn per definitie buitengesloten. Het is echter bekend dat met deze bepaling al jarenlang de hand wordt gelicht. Het gros van de sportvedetten uit de Oostbloklanden vallen onder de noemer „staatsamateurs". Formeel maken zij van hun sportbeoefening geen beroep, maar het is een publiek ge heim dat sportsterren in deze landen zo veel materiële voordelen genieten, dat het begrip „amateur" je nauwelijks meer over de lippen durft te komen. Maar ook allerlei sportvedetten uit andere dan de Oostblok landen zijn vaak verkapte professionals, wier amateurstatus reeds lang tot een la chertje is geworden. Daar komt dan nog bij, dat anders dan in 1896, toen de moderne Olympische Spe len begonnen, er nu met de regelmaat van de klok internationale sportevenementen worden georganiseerd, waar de topatleten zich met elkaar kunnen meten. In bijna alle takken van sport, die enige betekenis hebben, bestaan er tegenwoordig wereld kampioenschappen. Alsook continentale (bijvoorbeeld Europese) kampioenschappen. Kortom, internationaal contact is er op sportgebied te over en bovendien zijn in diverse takken van sport de wereldkam pioenschappen van veel groter belang dan de Olympische Spelen. Als wereldkampioen voetbal ben je wat, als Olympisch voetbal winnaar wordt je nauwelijks serieus geno men. Olympisch winnaar op een bepaalde wielerafstand mag je dan even opscheppen met een gouden medaille, maar zo'n me daille is helemaal niets vergeleken bij de Gele Trui, die je in de Tour de France kan veroveren. Opheffing geen ramp. Kortom, noch in ideëel opzicht, noch uit sportieve overwegingen behoeft een ophef fing van het instituut Olympische Spelen een verschrikkelijke ramp te betekenen. Voor de topsporters blijven er mogelijk heden te over om zich op diverse toernooien ,te onderscheiden. Het hele Olympisch gedoe met medailles, ballonnen en optochten, Buitenbeentje in de kreeftenclub. De bewoner van de schelp, die zich bij het naderend onheil verschanst heeft in zijn huis, is een kreeft. Door zijn leefwijze wordt hij heremietkreeft of kluizenaar genoemd. In zijn familie wordt dit kreeftje als een bui tenbeentje beschouwd. Hij heeft nu eenmaal een heel andere aanpak van het onder- waterbestaan dan de rest van de kreeften club. Dat de heremietkreeft zich anders ge draagt, komt omdat hij er iets anders uit ziet. Het is pure noodzaak. De meeste kreeften hebben rond hun beweeglijke achterlijf een fiks pantser om de boel goed te beschermen. Denk maar aan een garnaal, ook een kreeftachtige, die je eerst uit zijn jas moet pellen. Een here mietkreeft heeft geen harnas om zijn weke achterste. Dat betekent dat het achterlijf van de kluizenaar heel kwetsbaar is. Daar moet iets op gevonden worden. Geen nood voor de heremietkreeft. Op de zeebodem leven genoeg dieren die een hard Bezuinigingen in bejaardenwerk komen hard aan. De tijd dat de familie opa en oma in huis nam en zich op deze manier uitdruk kelijk mede verantwoordelijk toonde voor hun verzorging, ligt allang achter ons. Be jaarden moeten zichzelf redden, en als dat om allerlei redenen niet mogelijk is, is in de meeste gevallen opname in een verzor gingstehuis onontkoombaar. Maar toen in de vijftiger en zestiger jaren de bejaarden oorden in Nederland als paddestoelen uit de grond schoten, werden er nog geen strenge criteria voor opname aangelegd. Integendeel, in vele tehuizen werden juist de meest verzorgingsbehoeftigen geweigerd, omdat zij te oud of hulpbehoevend zouden zijn. Het wemelde in onze bejaardenoorden van gezonde bejaarden. Toen in 1965 de Algemene Bijstandswet van kracht werd, konden de bejaarden die in een verzorgingstehuis woonden om aan vullende bijstand verzoeken, indien zij uit eigen middelen de verzorgingsprijs niet konden betalen. Wel, en je moest zeker over een uitstekend pensioen of ruim vermogen paste wellicht ook beter in een vroegere tijd dan de onze. De mens Anno 1980 is wat nuchterder geworden en heeft iets minder behoefte aan uiterlijke show. Hij concen treert zich bij voorkeur op het sportge beuren zelf en het zal hem een zorg wezen of de beste sporter een Olympische me daille krijgt ofwel wereldkampioen wordt genoemd. Overigens zal een eventuele boycot van de Olympische Spelen toch diepe sporen nalaten in de betrekkingen tussen de vol keren. Zo verpolitiekt zijn de Spelen on dertussen wel. Zo is het geenszins uitge sloten, dat de Oostbloklanden in de naaste -toekomst- wereldkampioenschappen gaan boycotten of zich bijvoorbeeld gaan terug trekken uit de diverse Europacuptoernooien Kortom, de emoties opgeroepen door po litieke tegenstellingen, kunnen nog wel eens hoog oplopen. Neen, sport verbroedert niet. (Nadruk verboden). Tom Noddy. huis hebben, of die er één achterlieten. Zo'n leegstaand pand wordt gekraakt. Een kluizenaar kruipt met zijn zachte achterste in een lege schelp. Zijn lange gebogen ach terlijf is nu keurig opgeborgen in de win dingen van een wulk of alikruik. De kop met de enorme scharen en de voorste poten steken eruit. Maar bij het minste of geringste gerucht trekt de kreeft zich terug in zijn woning, waarbij de grootste schaar de deur vormt. De scharen van de heremietkreeft zijn niet even groot. De rechter is groter dan de lin ker. De schaar die als deur dienst doet, wordt gebruikt bij het vastgrijpen en vast houden van de prooi. De linkerschaar dient als mes, om de prooi aan stukken te 'snij den'. Zeeschuimende kluizenaar. De kluizenaar leidt zo een vrij terugge trokken bestaan temidden van mossels, zee anemonen en andere onderwaterbewoners. Toch blijft deze kluizenaar niet zitten waar beschikken om de snel stijgende verzor gingsprijs uit eigen middelen te kunnen betalen. De meeste bejaarden konden (en kunnen) dat niet, dus moest de Bijstandswet veelal bijspringen. Zo werden de in ver zorgingstehuizen wonende bejaarden de duurste klanten van de Algemene Bijstands wet. Er is zelfs een speciale groepsregeling voor hen in het leven geroepen. In de zeventiger jaren kreeg men toch weer een andere filosofie op het bejaarden probleem, mede onder invloed van de eco nomische recessie, die de noodzaak van bezuinigingen op het vlak van sociale voor zieningen extra aktueel maakte. Men ging toen in brede kring de opvatting huldigen, dat bejaarden zo lang mogelijk in hun eigen woning zouden moeten verblijven, eventueel in aangepaste woningen. Het se lectiebeleid voor opname in een bejaarden tehuis werd verscherpt. Vrouwen de dupe. Op zich is het een goede zaak dat be jaarden zo lang mogelijk voor zichzelf kunnen zorgen in hun eigen woonomgeving. hij zit. Wanneer de kust veilig is, gaat de heremiet aan de wandel. Met huis en al, want gevaren kunnen snel opdoemen. Het is een merkwaardig gezicht.de kreeft op stap te zien. Zijn kop met de vervaarlijke tangen steekt uit de schelp, terwijl deze over de zeebodem gesleept wordt. Toch is met dat veilige huis op zijn rug het bestaan van de. heremietkreeft niet volledig verze kerd. Er komt een tijd dat het huis te klein gaat worden. Zo'n schelpehuis groeit niet mee met de kreeft. Verhuizen is de enige oplossing voor dit probleem. De heremietkreeft gaat op zoek naar een grotere behuizing. Heeft hij die gevonden, dan is het een kwestie van bliksemsnel handelen. Het oude huis uit, direct het nieuwe in. Soms valt de keus van de klui zenaar op een schelp die nog bewoond is. Dat vormt geen enkel probleem voor de heremiet. De oorspronkelijke bewoner wordt gewoon opgegeten. En dan is het huis ook leeg. Zo trekt de heremietkreeft al zee schuimend over de bodem van de zee. Onderhuurders. Dat de schelp waar de kluizenaar in huist over de grond sleept, is duidelijk te zien. Wanneer je over het strand loopt, kun je een schelp vinden waar een „kale" plek op zit. De kleur van de schelp is daar helemaal weggesleten. Deze schelp heeft gediend als woning voor een kluizenaar. Wanneer je de schelp eens beter bekijkt, is er veelal nog meer aan te zien. Je hebt hem opgeraapt en strijkt de zandkorrels eraf. Je wrijft nog eens met de schelp langs je broek, want op sommige plekken zit het zand er nogal stevig aan. Maar hoe je ook poetst en wrijft dit „zand" gaat er niet af. Het is helemaal geen zand en je krijgt het er dan ook niet af. De ruwe, bruine korst schuurpapier waarmee het slakkehuis is bekleed, is het overblijfsel van enkele on derhuurders. Ruwe zeerasp heet het. Op een bewoonde schelp hechten zich graag poliepen vast. Na het aanspoelen van de schelp verdrogen de poliepen en laten een ruwe laag achter op de schelp. Poliepen kun je vergelijken met zeeane moontjes. Ze hebben in hun vangarmpjes speciale cellen die bij de minste aanraking openspringen. Netelcellen worden ze ge noemd. Schiet een netelcel open dan komt er een opgerolde draad naar buiten. Het einde van deze lijn is vlijmscherp en bezet met weerhaakjes. Deze „harpoentjes" ver wonden een langszwemmende prooi. Tege lijkertijd wordt een bijtend gif in de wond gespoten en het slachtoffer is ten dode opgeschreven. Is het mogelijk dat de heremiet voordeel heeft van de scherpschutters op zijn rug? Een proef heeft aangetoond dat de kluize naar niet speciaal een schelp met poliepen uitzoekt als woning. Misschien dat de po liepen voordeel hebben van de hoofdbewoner van het huis. De kluizenaar krabbelt voort durend over de zeebodem. Zo zorgt hij voor een stroom voedselrijk water die steeds langs de schelp komt. Daar profiteren de poliepen van. Het voordeel zit dus voornamelijk aan de kant van de poliepenkolonie. Toch krijgt de heremiet iets terug voor zijn gastvrijheid. De poliepen groeien snel en daardoor wordt de schelp soms drastisch uitgebouwd. De heremiet kan nu de ge vaarlijke verhuizing even uitstellen. De zee komt op. Elke golf rolt een eindje verder over het zand. Over een uur zal het stille plasje van de kluizenaar weer een onderdeel zijn van de kolkende zee. (Nadruk verboden). Tekst: John van Gemeren. De afgelopen jaren hebben geleerd dat het verblijf in verzorgingstehuizen allerlei be denkelijke verschijnselen in de hand werkt, als hospitalisatie, discriminerende behan deling, betutteling en dergelijke. Verschijn selen, die mogelijk eigen zijn aan iedere inrichting of tehuis en die het leefklimaat van de bewoners knap kunnen verzieken. Niet alleen de overheid en de beleidsor ganen zijn teruggekomen op de „zegenin gen" van het verzorgingstehuis, ook bij de bevolking is het besef levend geworden dat je bejaarden, die nog redelijk voor zichzelf kunnen zorgen, bij voorkeur niet in een verzorgingstehuis moet stoppen. Kortom, het streven van de regering om juist nu te bezuinigen op de uitgaven die verband houden met de bejaardentehuis-plaatsen, valt in gunstige bedding. Toch zal een terugloop van het aantal plaatsingen in bejaardenoorden weer andere problemen oproepen. Het betekent so wie so een verlies aan arbeidsplaatsen. En wie werken er hoofdzakelijk in de tehuizen. Vrouwen! En juist de werkloosheid onder vrouwen is in ons land bijzonder groot en groeit nog jaarlijks. Bezuinigingen alom. De kwaliteit van de Nederlandse be jaardenzorg behoeft door minder plaatsin gen in verzorgingstehuizen niet in het ge drang te komen, mits het hulpaanbod van uit de gezinshulp en bejaardenhulp-instel lingen wordt vergroot. Maar dat is nou juist het probleem. De overheid streeft naar minder tehuis-plaatsingen, maar bezuinigt tegelijkertijd op de gezinshulp en derge lijke. Een gevolg hiervan is dat het verlies aan arbeidsplaatsen in de tehuizen niet wordt opgevangen door meer arbeidsplaat sen in de thuiszorg. En dat heeft ernstige consequenties voor duizenden vrouwen, die in de sector bejaarden- en gezinszorg werkzaam zijn. Het kabinet maakt zich hierbij sterk voor vrijwilligerswerk, met andere woorden voor inschakeling van niet-betaalde krachten. Wij hebben echter niet de indruk dat de vrouwen in dichte rijen bij de maatschap pelijke instellingen samendrommen om daar onbetaald werk te mogen doen. De kwaliteit van de bejaardenzorg kan dus wel degelijk in het gedrang komen, als de overheid enerzijds streeft naar terug dringing van het aantal tehuisplaatsingen, en anderzijds ook bezuinigt op andere voorzieningen ten behoeve van gewoon thuiswonende bejaarden. Dat ook de werkgelegenheid, met name voor vrouwen, door dit beleid een gevoe lige slag krijgt toegediend, is een uiterst verontrustend nevenverschijnsel van deze aanpak. (Nadruk verboden). Mr. A. Bronsbergen. KRONIEK VAN NOORD-BEVELAND Ja, beste mensen, we hebben het gehóórd en gelezen, dat de dokter van Kertjeen d'r mee uut scheid, na 31 jaar als ik goed ben ingelicht. Wie als Péélander kent niet dokter Janssen, die zo lang het wel en wee van ons kleine gemeenschapje heeft gedeeld. Ik stel me zo voor, dat zoiets 31 jaar geleden als op volger van dokter Gelderman, vo die nieuwen dokter, alles toch wel een vreemde indruk heeft gemaakt. Als je bedenkt dat Noord- Beveland toen nog min of meer was geïsoleerd van het vaste land en er toen nog eilandbewoners waren, die hooguit wel us een keer in Goes of Middelburg waren: geweest. Om deze mijlpaal in de Noord-Bevelandse geschiedenis niet on gemerkt aan deze rubriek voorbij te laten gaan, beste vrienden, een kleine Zeeuwse ode aan de dokter van Kertjeen. Tenslotte nae 31 jaer ka je toch wè Zeeuws leze, zou'k zó zegge. De dokter van Kertjeen. 31 Jaer is een lange tied, kiek nie achterom, want dan zie je 't niet. Mè stae je an 't behin d'r van, dan kiek je 'r tegen an. Toch gebeurt er wat in zó vee jaer en ök wat mee maeke ier en daer. Zeker as dokter, zó lang op één plekke, al haet um dan noe vertrekke. Ie is een graeg hezieë klant op éél Noord-Beveland. Oaltied stond um klaer 't zei ier, of 't zei daer. Z'n auto oorde je soms deur de bochten gille En ie was d'r al uut a stieng um nog niet stille. Zo'n dertug jaer helee, viel dat netuurlijuk nie zó mee. Bie de notabelen oorde um toen d'r tied, al gaf dat vo de dokter hlad hin biet. Wat toen de dokter dee, dee iedereen an mee. Een keer dee um wat op z'n óót, meschien vond um ut een bitje blööt? Of heweun mè vo een pretje, Mè heliek liep ieder mee een alpinopetje. Dus je ziet, nie alléén an een ziekbed hestae, vo de mode eit'um ók nog wat hedae. Nae zó vee jaer, lieve mensen, kriegt um van ons de beste wensen. Ie is arts en mens in één, en toch geweun, dokter Janssen van Kertjeen. Tenslotte, beste vrienden, nog een oud Péélands gezegde: Al is d'n dokter nog zó snel, een griepje krieg je toch nog wel. CeeBee. BOYCOT OF OPHEFFING GEEN RAMP VOOR DE TOPSPORT In 1896 werden in Athene de eerste moderne Olympische Spelen gehouden. Stimulator van dit evenement was de baron De Coubertin, een man die heilig geloofde dat sport de volkeren kan verbroederen en een bijdrage zou kunnen leveren tot een betere wereld. De in 1937 overleden Fransman heeft tijdens zijn leven de betrekkelijkheid van zijn stellingen al moeten toegeven. De Oympische Spelen konden niet voorkomen dat in 1914 de Eerste We reldoorlog uitbrak en dientengevolge de Spelen voorlopig geen doorgang konden vinden en in 1936 tijdens de Spelen in Berlijn gebruikten Hitier en zijn tra wanten de Olympische Spelen als propaganda voor hun verderfelijke politieke doeleinden. Na de Tweede Wereldoorlog zou het geloof in de slogan „Sport verbroedert de volkeren" weer ernstig worden aangetast. In 1972 openden Palestijnse ter roristen in München het vuur op Israëlische deelnemers. In 1976 tijdens de Spelen in Montreal lieten talrijke Afrikaanse landen het om politieke redenen afweten. En nu heeft de Sowjet-Unie het door de brute inval in Afghanistan en de behandeling van dissidenten in eigen land zover laten komen, dat tal rijke landen de Spelen willen boycotten. Het definitieve einde van de Olympische Spelen lijkt in zicht. Maar is dat zó erg? VOORAL VROUWEN DE DUPE Ongeveer 10% van onze bejaarde bevolking woont in een verzorgingstehuis. Dat kost miljoenen, omdat de Algemene Bijstandswet moet bijspringen als de bejaarden de verzorgingsprijs niet volledig kunnen betalen. De regering wil het opnamebeleid nu verscherpen, zodat in de naaste toekomst slechts 75% van de oudere bevolking in verzorgingstehuizen zal vertoeven. Dat spaart aan de ene kant miljoenen. Maar anderzijds ontstaat er dan niet meer zoveel werkgelegenheid in de bejaardensector, waardoor een aantal in deze sector werkenden werkloos wordt en/of potentiële bejaardenverzorgsters niet aan de slag zullen kunnen komen. En omdat in de bejaardensector overwegend vrouwen werken, zal de werkloosheid onder vrouwen vermoedelijk weer toenemen. En juist de werkloos heid onder vrouwen is toch al het grootst. ONDER AAN DE PIER De pier strekt zich als een lange arm uit in de zee. Op de harde beton blokken spatten de witgekraagde golven tot schuim uiteen. Op plaatsen waar de zee zich heeft teruggetrokken, zijn plasjes water blijven staan. Over de grote keien klauter je er naar toe. In het water onderaan de verweerde blokken lig gen schelpen in allerlei kleuren en maten als een erfenis van de zee. Ineens zie je dat één van de schelpen beweegt. Je hurkt neer en ziet dat er uit de schelp een paar vervaarlijk uitziende poten steken. Je vingers proberen de schelp te pakken, maar dan floepen de poten weg en de ingang van de schelp wordt hermetisch afgesloten. Je hebt een mensenschuwe kluizenaar ontmoet.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1980 | | pagina 2