32 JAAR JULIANA Raadsvergadering Kortgene Kinderen vaker slachtoffer ongeval Graan als wapen! Kan dat of niet? Op maandag 4 februari j.l. ikwam de raad van de gemeente Kortgene in openbare ver gadering bijeen. Zij stond ondex voorzitter schap van burgemeester J. L. D. van der Linde, die meedeelde dat de heer G. Boot wegens ziekte en de heer De Smit wegens bezoek andere politieke vergadering, afwezig waren. De notulen werden onveranderd vastge steld. En naar aanleiding van de ingekomen stukken stelde de VVD-fraktie voor, dat de gemeente Kortgene 0,16 per inwoner (plm. 500,zou betalen aan het Vliegveld Midden-Zeeland. De raad besliste dat men het in handen gaf van het college die bij een volgende raadsvergadering daarover met een pré-advies zou komen. Over de mededelingen zei mevr. De Looff, dat zij verheugd was over de grootste jaar opbrengst van de vismijn sedert 1961. Maar dat de terugloop van inwoners in de kern Kats haar enige zorgen baarde. Het aantal lesuren vakonderwijs aan de lagere scholen werd vastgesteld. En een ver ordening inzake de helingsbestrijding kon ook zonder op- of aanmerkingen de goed keuring van de raadsleden verkrijgen. Met ingang van 1 maart 1980 werd dokter H. Janssen ontslag verleend als gemeente geneesheer en gemeentelijk lijkschouwer. Met ingang van dezelfde datum werd de heer J. A. Kersseboom in heide funkties benoemd. De vertegenwoordiging voor de School- tandverzorging werd zodanig gewijzigd, dat mevr. Van Oeveren vertegenwoordigster werd en de heer N. Filius aangewezen als haar plaatsvervanger. Het college voor de verlening van bijstand werd opgeheven. Alle frakties brachten dank uit aan de leden, maar meenden dat deze commissie zichzelf overleefd heeft, aangezien nu alles via rijksnormen wordt geregeld. Aan de Peuterschool te Colijnsplaat werd een bijdrage verleend van ƒ375,—, zijnde de huur van een lokaal van de Open Hof- school, waar de peuterschool in ging. Het college stelde voor om aan het Om- budsteam Noord-Beveland een éénmalige bij drage te verstrekken van ƒ100,— en niet de 250,— waarom gevraagd was, te ho noreren, Mevr. De Looff 'had wel respekt voor dit werk, maar vroeg zich tevens af of dit team wel bestaansrecht had. Ook mevr. Van Oeveren was van mening, dat dit straks in het welzijnsplan thuishoorde. En de heer Blankenstijn zag deze aparte zuil niet zitten. De burgemeester sprak ook al van enige aarzeling bij het college, vandaar ook dat éénmalige bedrag. Wethouder Filius kon dit straks beter beoordelen bij het welzijnsplan, maar wilde het vrijwilligerswerk toch nog enigszins steunen met die bijdrage. Bij het opheffen van de christelijke kleu- tersohool in 1975 bleef deze vereniging met een tekort zitten van 4374,68. Men stelde nu voor om de helft van dit bedrag voor rekening van de gemeente te nemen. De heer Blankenstijn vond dit een goede zaak, dat men de kosten deelde. Daaren tegen hadden de heren Van Damme, Dobbe laar en mevr. De Looff toch wel enige moeite met dit tekort. De burgemeester had begrip voor die aar zeling, maar dit voorstel zou zeker geen precedenten scheppen voor andere zaken. Men moest nu maar eens een punt achter deze hele kwestie zetten. En hij was van mening dat dit de algemene tendens van de gehele raad was. De vergoeding voor godsdienstonderwijs aan de openbare scholen werd bepaald op 600,per lesuur per jaar. Ingaande 1980 werd de vergoeding voor de begrafenis auto vastgesteld op 4600,— per jaar en motorrijtuigenbelasting. Aan de Vereniging voor Openbaar On derwijs werd het tekort van 300,— gegeven voor het organiseren van een cursus voor oudercommissieleden. Mevr. De Looff vroeg of men vanuit het bijzonder onderwijs ook daarvan geprofiteerd kon worden. De bur gemeester zei, dat de V.O.O. dit zelfstandig moest belissen en dat de gemeente daar geen invloed op uit moest oefenen. De subsidie aan de VW Noord-Beveland werd met een prijsindexcijfer van 10% ver hoogd. Van Noort vroeg of horeca en mid denstand daar ook genoeg aan bijdragen. En mevr. Van Oeveren dacht dat de ge meente Wissenkerke meer betaalde. Blan kenstijn ging zonder meer akkoord en was van gedachten dat het bestuur van de WV zelf de zaken betreffende middenstand en horeca moest regelen. Wethouder Filius zei het te betreuren dat de VW geen greep had op de profijttrek kers zoals middenstand en horeca. En deelde verder mede, dat Kortgene en Wissenkerke evenveel bijdragen. Hij hoopte dat de VW de gemeentelijke bijdrage zou gebruiken voor de kwaliteitsverbetering van de re creatie in de regio. Een krediet van 21.260,— werd beschik baar gesteld voor de aansohaf van een nieuwe Satoh Buck tractor. Met de watersportvereniging Noord- Beveland ging de gemeente een principe overeenkomst aan voor de verhuur van de nieuw aan te leggen jachthaven te Co lijnsplaat. De datum van ingang werd be paald op 1 maart 1981, met een looptijd van 15 jaar. De heer Dobbelaar wou er in opgenomen hebben, dat de haven uitsluitend voor wa tersport gebruikt zou worden. En had nog enige aanmerkingen over de afschrijvings termijn voor bepaalde onderdelen. Maar hij was blij. dat er nu eindelijk eens iets zwart op wit stond. Mevr. De Looff wou in het kontrakt de voorkeur voor eigen inwoners opnemen. De heer Van Damme sprak van een ver loving met de watersportvereniging op dit moment, hetwelk later zou komen tot een huwelijk. Zijn vragen betroffen ook het gebruik door anderen van het parkeer terrein en de termijnen van afschrijving. De heer Blankenstijn had moeite met de looptijd van 15 jaar. Dit moest langer kunnen. De burgemeester ging uitvoerig op de gang van zaken in. Alle onderdelen zijn nog niet tot in detail geregeld en de opmer kingen vanuit de raad worden meegenomen. We zullen de afschrijvingstermijnen nog eens kritisch bekijken. Wellicht wordt de bijdrage aan het fonds Dorpsontwikkeling er ook in opgenomen, alsook bepaalde groe pen die voorrang zullen krijgen bij de toe wijzing van ligplaatsen. De parkeerplaatsen worden ten behoeve van de watersport aan gelegd en komen ook ten laste daarvan. Men houdt de weg nog open voor een latere overname aan het Beheersschap Ooster- schelde, uiteraard tegen een normale ver rekening van alle kosten. Als afsluiting zei hij, dat de watersportvereniging unaniem akkoord ging met de voorwaarden. Een krediet van 156.940,— werd be schikbaar gesteld voor het demonteren van de huidige steiger in de vissershaven. Bij de behandeling van de begrotings wijzigingen hadden mevr. De Looff en de heer Dobbelaar nogal moeite met de ver hoging van 8.000,— voor de Zeeuwse Mu ziekschool. Wethouder Filius zei, dat men aan een betere regeling zou gaan werken. Er zijn op dit moment erg dure lessen bij en bij het opstellen van de begroting is het aantal leerlingen niet precies bekend, terwijl de eigen bijdrage van de leerlingen nogal wat vraagtekens oproept. Bij de rondvraag vroeg Dobbelaar of de vaste bewoners van camping „De Paarde kreek" betrokken werden bij de nieuwe beheersvorm voor deze camping. Om b.v. hun mening te vragen en evt. suggesties aan te dragen. De burgemeester kon hierop positief antwoorden, dat het college nl. de bewoners voordien zal benaderen. Mevr. De Looff vroeg naar de verkeers veiligheid in de Noordlangeweg te Kats. Bij de rioleringswerken zou dit gelijk mee genomen kunnen worden. Wethouder Van der Weele zei dat er verkeersremmende maatregelen kwamen, maar dat dit plan eerst in de commissie openbare werken besproken zou worden. De eerste vraag Van Damme betrof het subsidiëren van een schaapskudde in Zuid- Beveland. De burgemeester zei dat dit punt bij de ingekomen stukken gelegd was. Zijn tweede vraag vraag betrof het aan tal visboten welke straks in de jachthaven plaats zullen nemen. Hoe verliep de regis tratie en wie was verantwoordelijk voor de ongeremde binnenkomst van die boten. De 'burgemeester zei dat er 35 ligplaatsen waren voorzien in de nieuwe jachthaven voor dit soort visboten. De Delta Federatie regelt de aanwijzing daarvoor en Rijkswa terstaat regelt de registratie van de boten. Met een kort afscheidswoord sloot bur gemeester J. L. D. van der Linde deze raadsvergadering. Naast de verrassing, die er was bij de aankondiging van de koningin van haar troonsafstand, was er ook veel begrip. Ruim 31 jaar immers heeft koningin Juliana het ambt van staatshoofd op onnavolgbare wijze vervuld. Op 25 septem ber 1948 werd de koningin officieel ingehuldigd in de Nieuwe Kerk te Amster dam. De troonsafstand van onze huidige koningin is een reden om eens even stil te staan bij het ruim dertig jaar oude koningschap. Een koningschap dat veraf staat van de romantiek en het statig aureool van vroegere tijden. Want voor alles heeft Juliana zich een modern vorstin getoond, die minder geïnteres seerd was in het uiterlijk vertoon van het mytisch koningschap, dan in onbe vangen contacten met alle geledingen van het Nederlandse volk. Begrip voor maatschappelijke veranderingen. In haar Kerstboodschap van 1962 heeft koningin Juliana enkele woorden gesproken, die typerend mogen heten voor haar op treden als Nederlands staatshoofd. Zij zei toen onder meer: „Hier op aarde zijn wij in voortdurende verandering, en dat is goed. Wij verlangen er soms hevig naar het kost bare ogenblik vast te houden, te vereeuwi gen. Maar wij weten niet wat een overvloed aan rijkdom ons nog wacht. Het leven gaat door, er zijn kansen voor wie ze maar wil zien." Niet stilstaan bij wat je hebt, ook naar de toekomst kijken, je zelf steeds vernieuwen, begrip hebben voor de veranderingen in deze tijd. dat ligt in deze woorden besloten en het is de grote verdienste van onze koningin geweest, dat zij het ook wat dit betreft niet bij woorden heeft gelaten. Juliana is bij uitstek iemand, die steeds een groot begrip heeft getoond voor de ingrijpende veranderingen, die zich in onze samenleving hebben voltrokken. Zij is wel de laatste van wie je zou kunnen zeggen, dat zij „het kostbare ogenblik" probeert vast te houden. Dat wil zeggen krampachtig zou proberen vast te houden aan het verleden. In de afgelopen decennia heeft zij de grondslag gelegd voor een modern koning schap, dat met beide benen in deze tijd staat. De fijnzinnige wijze waarop zij haar rol als staatshoofd heeft vervuld, heeft tot gevolg gehad dat het overgrote deel van ons volk de monarchale staatsvorm is blijven prefereren en dat de emotionele band met het Oranjehuis de afgelopen jaren is ver sterkt. Tegenspoed. Toen Juliana 5 september 1948 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam werd ingehul digd, sprak zij de hoop uit dat de grote liefde, waarmee het volk haar tegemoet was getreden haar ook „in tijden van tegenspoed en verdriet" deelachtig zou worden. Het Nederlandse volk 'heeft deze hoop, dachten wii, niet beschaamd. „Tijden van tegenspoed en verdriet", zijn onze koningin zeker niet bespaard gebleven. Haar leven en ambts periode zijn gesitueerd in één van de meest turbulente perioden uit de wereldgeschie denis. Toen zij in 1909 in het paleis Noordeinde te Den Haag werd geboren, heerste er in ons land een grote mate van sociale onrust, die zijn wortels had in een nijpende werk loosheid onder grote groepen van de bevol king. Die sociale onrust leek een jaar of vijf later zelfs het bestaan van het koningshuis te gaan bedreigen (de zogenaamde staats greep van Troelstra). In de dertiger jaren werd ons volk door nieuwe economische rampen bedreigd, toen de allesomvattende economische wereldcrisis ook hier hard toesloeg. In 1939 zetten de nazi-Duitsers hun aan val op Polen in en daarmee begon de Tweede Wereldoorlog. In mei 1940 moest het ko ninklijk gezin uitwijken voor de Duitse be zetters. Juliana en Bernhard weken uit naar de Canadese hoofdstad Ottawa, waar in 1943 prinses Margriet werd geboren. Vijf jaar lang leefde Juliana gescheiden van haar volk. Pas in mei 1945 kon zij de inmiddels bevrijde zuidelijke provincies bezoeken. Op 2 augustus van dat jaar keerde zij definitief naar Nederland terug. Ook moeder. Ook na 1945 waren er „tijden van tegen spoed en verdriet". Internationale verwik kelingen zullen enkele jaren de landspolitiek gaan beheersen. In Nederlands-Indië, het grote koloniale gebied in het verre oosten, is de onafhankelijkheidsbeweging aan de winnende hand. Eerste belangrijke regerings daad van koningin Juliana is het tekenen van de soevereiniteitsoverdracht (27 decem ber 1949), waardoor Indonesië zijn onafhan kelijkheid verwerft. In 1953 wordt de Zeeuwse bevolking ge troffen door een ernstige waterramp en de koningin is één van de eersten die het ge troffen gebied bezoekt. In 1964 wordt Ju liana op pijnlijke wijze geconfronteerd met haar dubbele rol, die van staatshoofd en moeder. De verloving van haar dochter Irene met de Spaanse carlistenleider prins Hugo Charles, wekt grote emoties. De ko ningin woont het in Rome gesloten huwelijk niet bij, een voor haar zeer pijnlijke dag. Ook het huwelijk van haar oudste doch ter Beatrix, die haar nu als koningin zal opvolgen, met de Duitser Claus von Ams- berg verloopt met veel rumoer. Een kamer debat over dit huwelijk wordt- door de televisie uitgezonden, het in Amsterdam ge sloten huwelijk heeft plaats in een sfeer van felle politieke emoties. Sommige poli tieke richtingen menen in deze jaren dat het einde van het koningschap nabij is, maar zij zouden zich vergissen. Met veel begrip voor de zich in de maat schappij voltrekkende veranderingen, die ook van een staatshoofd een „moderne houding" vragen, heeft Juliana haar ambt met zulk een grote wijsheid vervuld, dat zelfs degenen die jaren geleden nog wel eens koketteer den met het denkbeeld van een republiek, nu nauwelijks of niet meer tornen aan de monarchale staatsvorm. Het is een grote verdienste van onze vorstin dat zij door haar persoonlijkheid en de voortreffelijke vervulling van haar hoge ambt erin is ge slaagd om vrijwel alle geledingen van onze bevolking zo aan te spreken, dat de band die Nederland met Oranje verbindt, thans sterker lijkt dan ooit. KRONIEK VAN NOORD-BEVELAND Dat we ook wel eens sleCht weer in ons Péélandje meemaken, beste vrienden, heb ben we deze week aan den lijve onder vonden. Maar weerpraatjes houden we al genoeg onder elkaar, dus laten we het daar niet over hebben. Vorige week schreef ik over dingen en beroepen van vroeger, die zo langzaam aan verdwijnen. Zo zie je tegenwoordig ook maar zelden een agosiant aan de deur ver schijnen. Want zo'n man als Slabbekoorn uut Kertjeen kun je toch maar moeilijk een agosiant noemen, zeg nou zelf. En waar vind je nog een groenteman als Kastelein, die met paard en wagen in de straat komt? Ook dit is nog een stukje van vroeger, zou ik zo zeggen. Ook deze week. beste mensen, is er iets te vermelden, waar we, als we het horen, altijd wel een binnenpretje over hebben. Zoals wanneer we iemand een rare tuimeling met de fiets zien maken. Of als iemand met een klein gebrekje iets overkomt, on danks dat het voor de persoon in kwestie soms pijnlijk kan zijn. Maar 't ouwe baesje, wat deze week bij de dokter kwam, had z'n antwoord klaar. De man was geheel onderzocht en de dokter konstateerde dat hij veel beefde. Daarom vroeg de dokter: drink je soms veel. Waarop het ouwe baesje antwoordde: Nou, da val wè mee dokter, 't meeste gae t'er over ee. Zo, beste mensen, dat was het weer voor deze week. Met een onthouwertje op het eind: Een ongelokje dat gae verbie, mè een gebrekje meestal nie. Cee Bee. ZOWEL IN ALS BUITEN 'T VERKEER Kinderen staan meer dan volwassenen bloot aan gevaarlijke ongelukken. De ongevalsstatistieken leren bovendien dat de gevolgen van een ongeval bij kinderen vaak harder aankomen. Niet alleen in het verkeer lopen kinderen meer risico's dan volwassenen. Ook bij ongelukken thuis en aan de waterkant is naar ver houding een onrustbarend groot aantal kinderen betrokken. Sommige kinderen zoals gehandicapten, doven en slechthorenden, alsook kin deren van buitenlandse herkomst lopen zelfs een verhoogd risico, terwijl ook opvallend meer jongens dan meisjes slachtoffer worden van een ongeval. Kwart ongevalsslachtoffers zijn kinderen. In het Tijdschrift voor Sociale Genees kunde werden onlangs enkele sprekende cij fers gepubliceerd over het aandeel van kinderen in de ongevallenstatistiek. In 1977 kwamen in ons land 29.000 personen ten gevolge van een verkeersongeval in een zie kenhuis terecht. Onder hen waren liefst 5.400 kinderen. In hetzelfde jaar werden 79.000 personen het slachtoffer van andere ongevallen (vallen, vergiftiging, brand, die- ren'beet, enz. enz.) en onder hen waren 20.000 kinderen, dat is dus circa 25% van het totaal aantal personen dat bij een on geval was betrokken. In 1978 kwamen in Nederland 2.310 per sonen in het verkeer om. Onder deze do delijk verongelukten waren 260 kinderen in de leeftijd van 0—14 jaar. In hetzelfde jaar werden 240 kinderen het dodelijk slacht offer van een ander ongeval. Allereerst de verkeersongevallen. Dat jonge kinderen erg kwetsbaar zijn in het verkeer, blijkt uit de ongevallenstatistieken overduidelijk. Van de voetgangers in het ver keer zijn vooral kinderen in de leeftijds groep 3—8 jaar het slachtoffer, bij fietson- gelukken in het bijzonder kinderen van 9 tot 14 jaar. Bij auto-ongelukken zijn naar verhouding ook veel jonge mensen betrokken met een top tussen de 18 en 23. Verkeersrisico's. In het Tijdschrift voor 'Sociale Genees kunde maakt de kinderarts dr. G. A. de Jonge, medewerker van het Nederlands In stituut voor preventieve gezondheidszorg TNO te Leiden, duidelijk waarom jonge kinderen zo kwetsbaar zijn in het verkeer. Zeer jonge kinderen worden gehandicapt door het feit, dat zij erg klein zijn en nog niet boven een auto kunnen uitkijken, het geen vooral bij oversteken risico's inhoudt. Kinderen hebben bovendien meer moeite met het localiseren van geluid, zij worden door een naderend geluid minder gewaar schuwd dan volwassenen. Ook het onder scheid tussen links en rechts leert het kind slechts langzaam aan. eigenlijk pas na zijn zesde levensjaar. Het schatten van afstanden en van snelheden waarmee verkeer nadert, leert het kind ook pas na jaren. Belangrijk is volgens dr. De Jonge ook, dat kleine kinderen nog niet op twee dingen tegelijk kunnen letten: ze zien iets aan de overkant van de straat wat hun aandacht trekt en dan denken ze niet meer aan het verkeer. Extra risico's lopen natuurlijk kin deren, met wie toch al iets aan de hand is. Dus gehandicapte kinderen, buitenlandse kinderen die helemaal niet vertrouwd zijn met Nederlandse risico's en ook ongedurige en overbeweeglijke kinderen. Ongelukken thuis. Jongens lopen meer risico's dan meisjes. Dat geldt zowel voor verkeersongevallen, als voor andere ongelukken (verdrinking, val len, enz.). Veel ongelukken waarbij kinderen betrok ken zijn, vinden thuis plaats. Kinderarts De Jonge wijst bijvoorbeeld op het toenemend aantal ernstige slokdarmverbrandingen bij kleine kinderen. Die zijn een gevolg van het „snoepen" van gevaarlijke chemicaliën zoals die gevonden worden in aktief chloor be vattende middelen, vaatwasmachine-midde- len, gootsteenreinigers, toiletreinigers en dergelijke. Als je deze produkten binnen handbereik van kleine kinderen brengt (bij voorbeeld door ze onder het keukenaanrecht neer te zetten) en ook zonder de kinderen daarvoor te waarschuwen, dan kunnen ern stige ongelukken ontstaan, zoals de laatste jaren veelvuldig gebleken is. Ook het laten slingeren van medicijnen kan risico's voor uw kinderen inhouden. An dere bronnen van ongevallen met kinderen zijn onder meer gevaarlijke trappen zonder leuning die uitkomen op betonnen vloeren en glazen deuren zonder veiligheidsglas. Dr. De Jonge wijst ook op de grote risico's die vastzitten aan privé-zwembaden. zoals die de laatste jaren in toenemende mate in ons land worden aangelegd. Deze privé-zwem baden zijn reeds menige kleuter noodlottig geworden. Dr. De Jonge erkent overigens dat je ri sico's nooit helemaal kan uitbannen en dat kinderen misschien ook wel risico's moeten lopen om volwassen te kunnen worden. Te grote bescherming in de opvoeding, vrij waring van elk ongeval, zal leiden tot een gestoorde, abnormale ontwikkeling. Zo moet het zeker niet. Anderzijds moet het omgekeerde natuur lijk ook vermeden worden, nl. dat mede door nonchalance van volwassenen kinderen on verantwoord grote risico's voor ongevallen lopen. (Nadruk verboden). Mr. A. Bronsbergen. Zolang de mensheid ruziet zijn land- en tuinbouw mede wapenen in de strijd ge weest. Toen Caesar over de Rijn trachtte te komen, trapte hij eerst de koren velden der Sugambren plat, zodat die geen fut meer zouden hebben om hem mores te leren als hij terug kwam. Hij kwam verslagen terug en leed bitter hon ger. Een hele reeks lelijke dingen over de volkjes langs de Rijn sieren sindsdien de klassieke werken Plat trappen van akkers en afzagen van vruchtbomen waren geliefde peste rijtjes, de Middeleeuwen door. Beide wereldoorlogen werden door middel van blokkades verscherpt. Distributie en duikbootgeweld waren het antwoord. Nu Amerika de graanboycot hanteert als wapen in de koude oorlog tegen Rusland komt opnieuw de vraag op: kan dat en mag dat? Laten wij ons vooral bezig houden met dat eerste. Het mogen speelt vermoedelijk helemaal geen rol. Al sedert vele jaren levert Amerika tarwe aan Rusland en veelal bedraagt de hoeveel heid zo'n 10 procent van de hele oogst van een bepaald jaar. Verheugd stelt men dan in het Westen vast. dat dankzij het collec- tivistische stelsel de oogst in Rusland maar weer eens „mislukt" is. En omdat je de Russen niet verantwoordelijk kunt stellen voor slecht weer, heet het steevast, dat er ginds wel genoeg groeit, maar dat dankzij de rode bureaucratie op het ene veld de oogst staat te verrotten bij gebrek aan maai dorsers, terwijl deze machines een eindje verderop staan weg te roesten wegens ge brek aan areaal. De werkelijkheid is echter wat gecompliceerder. Rusland oogstte vorig jaar 121 miljoen ton en Amerika 50. U ziet, dat een oogst- vermindering van zeg tien procent in Rus land keihard aankomt en meteen al grote invoer nodig maakt. Bovendien eet een Rus elk jaar 148 kg tarwe, een Amerikaan slechts 60 tot 65 kg. Wij moeten echter vaststellen, dat Rusland zo'n onmetelijk gebied beslaat, dat niemand in staat is dat goed te overzien. De infor matie over Rusland is zelfs in de vakbladen, zo tegenstrijdig dat er geen touw aan vast te knopen is. Men behoeft dan ook niet bang te zijn, dat Carters jongste maatregel (verbod van aflevering van de laatste 17 miljoen ton die Rusland nog tegoed had) ginds honger zal veroorzaken. Zeker de helft van het te kort kan opgevuld worden door invoer uit Canada en de EEG, terwijl uit andere landen andere granen te krijgen zijn. Bovendien kunt je bij een eetpartij van 148 kg tarwe best tien procent bezuinigen. Voorlopig is volop ander voedsel te koop, zelfs boter, kip, eieren, kaas enz. uit de EEG. Bijzonder kritische lieden zeggen dan ook, dat de graanboycot Amerika harder zal tref fen dan Rusland. Want wat doe je, als je zoveel graan over hebt en je kunt het niet kwijt? Carter wil 4 miljoen ton tarwe ver delen in de arme landen. Hopelijk lusten ze het daarHij wil de nationale voer- graanreserve verdubbelen en overheidswaar- borgen geven bij uitvoer naar landen buiten Rusland. Tenslotte wil hij 500 miljoen ton mais gebruiken voor de produktie van al cohol. Niet dat de pindateler zo gek is op een borreltje, maar 10 delen borrel op 90 delen benzine leveren gasahol. En daar doet een auto het goed op, zegt Carter. Grote voorraden. Helaas, die alcohol is dan wel zo duur, dat de gasohol tweemaal zoveel kost als benzine zonder borrel. Ondanks de miljar den die ze kost, kan Amerika er amper twee dagen op rijden, dan is het op. Het is dan ook volstrekt nog niet duidelijk, of Car ter zijn boycot lang zal kunnen volhouden. De 7,8 miljoen boeren in de USA zullen vast niet op hem stemmen als hij het lang volhoudt! Bij dalende graanprijzen zullen weliswaar tal van voedselsoorten goedkoper worden maar niet meteen. Hoge prijzen even vasthouden, is een bekend trucje in de handel. En als de lage prijzen doorzetten, zal de consument dan uit dank op Carter stemmen? Wie vorige zomer door Noord-Amerika reisde, zag dat de graanboeren geen raad wisten met hun voorraden en overal me talen silo's aan het bijbouwen waren. In Canada zorgden trubbels bij de twee spoor maatschappijen voor precies hetzelfde effect. Niemand gelooft dan ook, dat de graan boycot lang vol te houden is. Via achter deurtjes zou de EEG er wel van profiteren, want haar zaohte tarwe kan wel degelijk een flink deel van het Russische durum- tekort opvangen, maar dit profijt zal men ongetwijfeld in één of andere vorm aan de USA moeten terugbetalen. Protectie is ook in Amerika geen onbekend begrip en invoetbelemmeringen evenmin. Rusland kan bovendien gemakkelijk zijn dierlijke veredeling wat inkrimpen en de produkten hier halen. Dat spaart veel graan uit. Maar het belangrijkste gevolg komt pas later. Ongetwijfeld zal Rusland er met nog meer fanatisme naar streven onafhankelijk te worden van Amerikaanse graanexporten. Het gebied waar de rode scepter heerst, is zo gevarieerd dat dit op den duur heel goed kan lukken. Hier is beslissend, dat juist de graanteelt zich leent voor volledige mecha nisatie en massale opzet. Het is nog altijd niet volkomen duidelijk waardoor dit grootste land ter wereld daar niet in geslaagd is. De verklaringen zijn teveel en te uiteenlopend om houvast te bieden. Bovendien kan Rusland een krans van onderhorige landen om zich heen in schakelen. Het zal zeer beslist de fouten opsporen die geleid hebben tot de tekorten en het zal ze verhelpen. Alsdan heeft de wereld er wederom een afgesloten handelsgebied bij en mogen de EEG-agrariërs alleen aan bod komen als ze toevallig een overschotje hebben dat je beter tegen afbraakprijzen hier kunt kopen, dan zelf voortbrengen. (Nadruk verboden). W. Geldof.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1980 | | pagina 2