NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Schoonmoeder'
m
II houdt nu
het meest gelezen blad
op Noord-Beveland
in handen
M
door L. van Schooten
Zeeland
Magazine?
7
P
HR
16
iP
PI
11
SS
US
5Ü
RH61
Ha. 8897
Donderdag 17 januari 1980
83a inrpnin
DRUK EN UITGAVE: DRUKKERIJ MARKUSSE TE WISSENKERKE - TEL. 01107-13 08 - GIRO 206882
Abonnementsprijs 23,— per jaar. Franko per post 38,50 per jaar. Advertenties 33 ct per mm, excl. BTW.
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
FEUILLETON
Hoofdstuk II.
EERSTE HULP BIJ ONGELUKKEN.
„Is hier nog een plaats vrij?" vroeg de
bedaagde juffer nogal scherp aan' de man,
die op de plaats naast zich een grote kar
tonnen doos met gereedschap had staan.
„Jajawel dame," zei de man schut
terig. Hij had al benauwd zitten kijken,
waar hij met die doos naar toe moest, want
het werd al voller. En nu kwam die juf en
waar moest hij dat ding zetten?
Bert, die achter hem zat, boog naar
voren. „Zet u 'em in het rek," adviseerde
hij.
„Ja, maar het is zo'n bakbeest, straks
valt ie er uit."
„Welnee," zei Bert optimistisch, „geef
maar hier, dan mikken we 'em er samen in."
De juffrouw bleef met opeengeknepen lip
pen de gevaarlijke manoevre bekijken, schat
te de situatie en pas toen ze uitgerekend
had, dat als de doos uit het rek viel, die
bovenop Bert z'n schedel en niet op haar
zondagse hoed zou neerkomen, zeeg ze neer.
Bert was in een goed humeur, want nadat
de dag slecht begonnen was met 'n wild
vreemde conductrice op de bus, had hij,
toen hij nog bij de halte stond, naast de
chauffeur de zilverglans van Jitske's haar
ontdekt. Aha, nu had ze zeker de late
dienst, en trof hij haar op de thuisreis.
Ze groettte hem reeds als vaste klant,
knipte met zwier de weekkaart die hij zich
aangeschaft had. oogde 'bedenkelijk naar de
kartonnen doos, maar meteen werd haar
aandacht getrokken door een schoolmeisje
dat haar kaart vergeten had.
Soezend zat Bert in de bus, die door ver
scheidene dorpen heen de weg koos naar
de stad. Hij zag niet de hond, die levensmoe
eens wilde zien of hij nog voor de bus
langs kon, maar de chauffeur zag de men
senredder wel en stond op zijn rem. Alle
passagiers schoten verschrikt voorover en
uit het bagagenet maakte zich onheils
pellend de grote kartonnen doos wankelend
los en kwam terecht precies waar de be
daagde juffrouw het reeds had vermoed...
Toen allen bekomen waren van de schrik,
behalve de eigenaar van de doos die zichzelf
allerlei verwijten deed, liep er een dun
straaltje bloed van Berts voorhoofd over
zijn wang.
„Die doos stond daar ook wel erg ge
vaarlijk." Dat was de gestrenge stem van de
conductrice.
„Juffrouw," verzachtte Bert, „ik heb hem
er zelf in helpen tillen. Meneer, zo erg is
het niet. Heus, maak u niet ongerust."
Daarmee suste hij meteen het gemopper
van passagiers die hun kritiek uitstortten
over de ongelukkige eigenaar van de doos
met woorden als „levensgevaarlijk", „meneer
had wel dood kenne zijn" en wat dies meer
zij. Toen ze zagen dat „meneer" het zo
gemakkelijk opnam, deden ze er het zwijgen
toe.
Bert bette de wond met zijn zakdoek.
„We zijn direct bij het eindpunt," zei
Jitske, „als u dan even meegaat, zal ik het
verbinden. We hebben daar een verbandkist.'
„Och," weerde Bert af, „zoveel moeite..."
Maar het vooruitzicht leek hem niet zo
verwerpelijk. In ieder geval mocht hij die
troost wel hebben, dat straks de handige
vingers van de blonde Jitske hem zouden
verbinden. Een geluk bij een ongeluk.
In het kleine kantoortje van de bus-
Bent u reeds geabonneerd op
een 2-maandelijks tijdschrift
met actualiteiten, cultuur,
evenementen, historie en
recreatie.
Het geheel in 4-kleuren om
slag en alle artikelen voor
zien van nog nimmer gepu
bliceerde foto's.
Slechts 20,per jaar.
Vraag gratis proefnummer:
POSTBUS 1 -
WISSENKERKE
maatschappij dolf Jitske in de verbandkist.
„Ziezo," zei ze, „nu gaan we u eens op
knappen."
„Ik houd u maar op," protesteerde hij.
„Mijn dienst is afgelopen."
„Te erger, dan kost het u uw eigen tijd."
„En dat zou iets vreselijks zijn!" zei ze
ironisch. „Zo houd uw hoofd een beetje
scheef, dan zullen we er een net pleistertje
op plakken. Het loopt nogal erg los, zoals
ik zie, gewoon een schaafwond."
Hij liet haar begaan en vond het erg
plezierig. Toen hij wegging, stak hij 'haar
de hand toe. „Zeer hartelijk bedankt," zei
hij.
Nu, een stevige hand gaf ze wel. Opge
wekt ging hij naar huis, waar moeder Maria
van kleur verschoot toen ze de pleister op
zijn voorhoofd ontdekte. Onder het eten
legde hij haar uit. hoe het geval zich had
toegedragen.
„Je had wel dood kunnen zijn," sprak
zijn moeder pessimistisch.
„Ja, dat zei die juffrouw in de bus ook,
meneer had wel dood kenne weze."
„Lach er maar niet om."
„Waarom zou ik er om huilen?"
„Het lijkt wel of je naar een bruiloft
geweest bent, inplaats van bijna verongelukt
in die vreselijke bus. Wie heeft de pleister
zo netjes op je gezicht geplakt?"
„De conductrice, lieve mama."
„Dieach zodan was het zeker
dezelfde waar je zo verrukt van was."
„Ik herinner me niet, moeder Maria, dat
ik hier ooit luidkeels mijn verrukking over
een bepaalde conductrice heb geuit. Maar
er is er inderdaad maar één, waardoor ik
me met alle genoegen nog zeven pleisters
od m'n gezicht zou laten plakken. En ze
heetJitske."
„Zo, weet je dat óók al?"
„TjaHij keek samenzweerderig, zag
met genoegen hoe 'haar argwaan steeg.
„Is 't al zo intiem?" Ze voelde zelf dat
ze zich een beetje belachelijk maakte, maar
daardoor werd haar stem nog scherper.
Bert, moeizaam zijn lachen bedwingend,
trok een gezicht vol mysterie.
„JitskeZe herhaalde de naam min
achtend, „een boerenkind natuurlijk."
„Jitske is Friesen alle Friezen zijn
geen boeren, moeder. Trouwens, wat is een
boer minder dan iemand anders?"
„Nu je daar in dat ehBeerlo zit,
schijn je de agrariërs met andere ogen te
bekijken," snibde Maria, die bij boeren dacht
aan mest en stallucht.
„Dat is inderdaad zo," stemde Bert toe,
„meneer Bruynen is ook maar een boer,
zoals u zou zeggen."
„Nu ja, een hereboer toch zeker."
„Niks geen heerEen boer met een
fijne neus voor de handel en een prima
vakman, die een proefbedrijf heeft, waar
telkens mensen naar komen kijken en die
op z'n veertigste nog Duits is gaan leren.
Zaterdagmiddag blijf ik bij hem koffie
drinken en dan zal ie me es het een en
ander laten zien. 't Zal wel niet vroeg
worden."
„Ik begrijp niet," zei z'n moeder stug,
„wat dit allemaal met accountancy te ma
ken heeft."
„Ik weet ook helemaal niet of ik wel
accountant wordt. Het zakenleven biedt zo
veel kansen. De hele dag op een kantoor
hangen
Ze zag opeens zijn glimlach. „Wat is
daarom te lachen?"
„Ik dacht ergens aan."
Moeder Maria schudde het hoofd. Het
■was met dat ellendige Beerlo begonnen...
Zij had het gevoel dat ze zo af en toe geen
„hoogte" meer kon krijgen van haar zoon.
Vroeger was de jongen een open boek. Nu
had hij zoiets geheimzinnigs. En dan die
conductriceAls hij in vredesnaam maar
nietLeefde de jongen z'n vader nog
maar! Maar ach, wat zou die goeie, stille
Coen hebben gezegd? „Je houdt het toch
niet tegen, Maria." Nee, 'het zou op haar
zelf aankomen.
„Hoe staat het met je tennisclub?" Het
scheen een geheel onverwachte gedachten-
sprong, maar dat was het niet. Een paar
weken terug had hij thuis verteld, dat
Marjorie Besoyen, de dochter van de baas,
hem gevraagd had of hij geen zin had lid
van haar tennisclub te worden. Moeder Ma
ria had als in een flits de kans gezien,
haar ideaal: Egbert en Marjorie! Ze kende
het meisje alleen uit Bert's (beknopte) ver
halen. maar Bert vond haar „nogal ge
schikt" en dat bood mogelijkheden!
„Ik weet nog niet," zei hij onverschillig,
,,'t is de vraag of ik er tijd voor heb."
„Als je wel tijd hebt om op die boerderij
te gaan koffiedrinken
„Daar steek ik wat van op, moeder."
„Wou je ook in 't boerenbedrijf?"
,,'t Kon minder."
Nee, zo moest ze niet voortgaan. Ze
streek hem tegen 't haar op. Maar ze moest
toch zien, dat ze hem op die tennisclub
kreeg
„Juffrouw," zei Bert, niet helemaal op
zijn gemak, toen hij als laatste de bus uit
stapte en even wachtte tot Jitske naar het
buskantoor ging. „Neem me niet kwalijk,
maar.u was zo vriendelijk gisterenmag
ik...... als bewijs van dankHij maakte
de zin niet af, maar op zijn hand lag een
klein pakje, waarvan terstond te zien was,
dat het een doosje kersenbonbons was.
Hij zag dat het meisje een kleur kreeg.
„O nee," zei ze, „dat moet u niet doen.
Het hoort bij m'n werk."
„Passagiers verbinden?"
„Jawe hebben een complete EHBO-
opleiding gehad." Ze stond daar, trots en
afwijzend. En met een schok ging het door
Egbert heen. dat hij haar beledigd kon
hebben. „U bent toch niet boos?" vroeg hij.
Ze keek hem aan, zoals ze het die eerste
keer gedaan had. De strakke trek verdween
uit haar gezicht. „Nee," zei ze, „ik ben
niet boos, maar u had het niet moeten doen"
„Dus u neemt ze wel, nietwaar?" pro
beerde hij.
„Ik mag in dienst geen cadeautjes van
passagiers aannemen," zei ze. Al wist ze
heel niet zeker of dat inderdaad zo was.
Fooien kreeg ze genoeg...... maar was dit
een fooi?
„Wel buiten dienst?" vroeg Bert diplo
matiek. En opeens schoot ze in de lach.
„Wat bent u voor een?" vroeg ze. „Wie
geeft er nu een doos bonbons aan een...
conductrice."
„Ik", zei hij, „en u bent niet zo maar
een conductrice. U bent erg aardig geweest.
Trouwens, dat bent u altijd vind ik."
„Ach zo, vindt u dat. Dan zal ik in het
vervolg maar een beetje minder aardig zijn,
anders zou ik straks een handkar mee moe
ten nemen
„...Voor al die dozen bonbons," hielp hij.
„Of kippen, of eiereen. of misschien een
ham."
„Ja, wie weet. Als het hek van de dam is".
Nu lachten ze allebei.
(Wordt vervolgd)
TAALPRAATJE
Aap.
Dit vierhandige zoogdier, dat vaak lach
wekkende bewegingen maakt en het meest
van alle dieren op de mens gelijkt en diens
handelingen graag nabootst (vandaar het
werkwoord na-apen) komt veel voor in
spreekwoorden, vergelijkingen en zegswijzen.
Soms is die gelijkenis tegengesteld en lijkt
de mens op een aap.
„Een gezicht als een aap": bespottelijk,
lelijk. „Hij is net een aangeklede aap":
gezegd van iemand die zich zeer opzichtelijk
kleedt. „Een malle aap": iemand die zich
belachelijk aanstelt. „In de aap gelogeerd
zijn": tegen verwachting in moeilijkheden
zijn geraakt. „Iemand voor de aap houden":
iemand voor de gek houden, de draak met
hem steken. „Hij is er zo mal mee, als
een aap met zijn jongen": overdreven, be
spottelijk dwaas doen.
Aap wordt ook. vooral ten aanzien van
kinderen, als schimpwoord gebruikt. „Aap
van een jongen". „Snotaap".
Enkele oude zegswijzen zijn: „Hij dient
daar als een aap in de porseleinkast": hij
zal in die betrekking veel goeds béderven.
„Hij haspelt ermee als een aap in de garen
winkel (ook lintwinkel)": hij springt er
kluchtig mee om, stuurt alles in de war.
„Hij is een ezel onder de apen": hij is te
onnozel om het tegen slimme lieden op te
nemen. „Hij heeft (of houdt) de aap in de
mouw": deze zegswijze betekent, dat iemand
zijn slinkse streken of slechte bedoelingen
goed weet te verbergen. Hiervan is de uit
drukking „toen kwam (of keek) de aap uit
de mouw" afkomstig. Deze zegswijze is af
geleid van de kabaai (Perzisch kledingstuk,
vergelijk Maleis kabaja) met wijde mouwen,
waarin de aapjes zich bij hun grappenmaken
verscholen. Soms sprongen zij er onver
wachts uit tevoorschijn of keken uit de
mouw.
„Aap wat heb je mooie jongen": gezegd
van iemand, die een persoon aan wie hij
een hekel heeft, maar voor wie hij bang is,
naar de mond praat door hem te. vleien,
om hem in een goed humeur te brengen.
„Al draagt een aap een gouden ring, het
is en blijft een lelijk ding": mooie kleren
helpen niet om een lelijk mens bevallig te
maken. Pracht en praal vetheffen niemand
tot een beschaafd mens.
„Als apen hoog willen klimmen, dan ziet
men eerst hun naakte billen": wie te grote
zaken onderneemt maakt zich belachelijk.
Ook: wie zich ver boven zijn stand verheft,
verraadt door zijn onbeschaafde manieren
zijn afkomst.
Een ander oud spreekwoord luidt: „Een
aap uit al te grote min, die perst zijn jong
de lenden in": dit geldt voor ouders, die
hun kinderen door onverstandige liefde be
derven. Vergelijk: apenliefde.
Aap komt ook voor in oneigenlijke bete
kenis. Gemeenzaam voor een opgespaarde,
zorgvuldig bewaarde geldsom. Vroeger ge
bruikte men stenen beeldjes in de vorm
van een aap als spaarpot, zoals nu nog
het spaarvarken. De spaarpot en eveneens
de inhoud, het opgespaarde geld, kregen
de naam van „aap". Vandaar: pas op de
aap (het geld). De aap was gevlogen. Het
geld was verdwenen, gestolen, zoek.
Een aapje was de naam voor een koetsje,
een huurrijtuig. De koetsier heette aapjes-
koetsier.
Tenslotte „aap" in de tekenkunst. Een
werktuig om een tekening op een andere
schaal over te brengen (verkleinen of ver
groten). Opnieuw een soort van nabootsen,
vandaar de benaming tekenaap.
(Nadruk verboden).
BEVOLKINGSOVERZICHT 1979
OP NOORD-BEVELAND
Noord-Beveland liep in absolute cijfers
terug met 21 zielen. De beide gemeenten
hadden te kampen met een vertrekoverschot
(Kortgene —15, Wissenkerke —7). In Kort-
gene was er daarenboven een sterfteover-
schot (—6).
Kortgene: Inwonertal 31 dec. 1978: 3.413;
geboren: 33; overleden: 39; gevestigd 166;
vertrokken: 181; inwonertal 31 dec. 1979:
3.392 inwoners.
Wissenkerke: inwonertal 31 dec. 1978:
3.132; geboren: 34; overleden: 27; gevestigd:
172; vertrokken: 179; inwonertal 31 dec.
1979: 3.132 inwoners.
Kruiswoordpuzzel no. 658
1
2
3
4
5
6
3
9
10
11
12
13
H
15
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
Ö^V;.v
37
38
39
40
41
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
m.
76
77
78
Horizontaal: 1. soort versiering - 7. springen
van een band - 13. vis - 14. het treurige
16. voetbalvereniging - 17. sierstruik - 19.
voor (in samenstellingen) - 20. bosgod - 22.
bolgewas - 23. rivier in Frankrijk - 25. sele
nium (afk.) - 26. projektiel - 28. niet scherp
29. ten gunste van (afk.) - 31. meisjesnaam
33. geogr. aanduiding (afk.) - 34. verbeelden
35. voorzetsel - 37. inhoudsmaat (afk.) - 38.
inhoudsmaat - 40. soort papegaai - 42.
hoofddeksel - 44. primitief wapen - 45. on
middellijk - 48. modern communicatiemiddel
50. voorzetsel - 51. flauw - 52. plaats in
Korea - 54. tandarm zoogdier - 55. bevel
57. wig - 59. zijrivier van de Donau - 60.
enzovoorts (afk.) - 61. titel (afk.) - 63. al
65. per meter (afk.) - 66. enig - 69. van
het heilige Roomse Rijk (afk.) - 70. rivier
in Overijssel - 72. Frans lidwoord - 73. ont-
vangdraad - 76. watering - 77. rondreis
78. verbrijzeld graan.
Verticaal: 1. globe - 2. gebouw in Amster
dam - 3. fotoboek - 4. wandversiering - 5.
de oudere (afk.) - 6. beroep - 7. vorm van
kieren - 8. Frans lidwoord - 9. grote bijl
10. jongensnaam - 11. plaats in Gelderland
12. gewone - 15. meisjesnaam - 18. voedsel
21. spil - 23. elektr. geladen deeltje - 24.
gelijkmatig - 27. zoogdier - 28. hevig - 30.
afdeling - 32. afgodisch - 34.roofdiertje
36. land in Azië - 38. jongensnaam - 41.
duur der dingen - 43. getal - 45. redetwist
46. vernis - 47. samenstel van buizen - 48.
deel van het kippenhok - 49. in een rechte
lijn brengen - 53. gewicht - 56. groet - 58.
gebaar - 60. larve van de langpootmug - 62.
zangnoot - 64. aanzien - 65. per expresse
(afk.) - 67. windrichting (afk.) - 68. inhouds
maat - 70. hond - 71. meer (Duits) - 74.
windrichting (Eng.) - 75. nummer (afk.).
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 657
Horizontaal: 1. haken - 5. meter - 9. aar
10. es - 12. Ko - 13. ale - 14. VS - 15. lila
17. Arno - 18. in - 20. gedurig - 22. rendier
25. eboniet - 28. karn - 29. een - 30. oase
31. leges - 33. Aalst - 35. smart - 38. moker
41. vies - 42. ido - 43. neus - 45. monster
47. trappen - 50. arabier - 51. la - 53. erin
54. eist - 55. dr - 56. ali - 58. te - 59. ne
60. rie - 61. tante - 62. negen.
Verticaal 1. haver - 2. aas - 3. kr - 4. neiging
5. mongool - 6. ta - 7. Eli - 8. renet - 11.
slee - 12. krib - 16. adres - 17. arena
19. knal - 21. gist - 23. ek - 24. dreumes
26. nasleep - 27. ee - 32. eer - 34. ato
35. sint - 36. astarte - 37. tiran - 38. motie
39. knarsen - 40. rups - 41. vo - 44. se
45. mulat - 46. erie - 48. rein - 49. noren
52. ala - 55. die - 57. in - 60. rg.