Volksschilderkunst een stukje levend verleden Laat veroordeelden werken Arbeidskosten in Nederland 't hoogst TAALPRAATJE AU OF OU Kleurige beschildering van meubels, ge bruiksvoorwerpen en kleding: volkskunst zoals dat werd en gedeeltelijk nog wordt bedreven in Assendelft, Hinde lopen, Staphorst, Marken en Zeeland. Maar ook in Duitsland en Oostenrijk, om slechts twee voorbeelden te noemen. Dat begrip „kunst" in volkskunst is een wat omstreden begrip. Volkskunst wordt gemaakt door mensen die nooit het pre dikaat „kunstenaar" hebben gekregen en daar ook geen belangstelling voor hadden. Het waren ambachtslieden en boeren die in hun vrije tijd en boeren hadden die nogal veel in de winter houtsnijwerk maakten, leer bewerkten, of met verf en penseel meubels, dekenkisten, gebruiksvoor werpen versierden. Deze mensen mochten dan geen opleiding gehad hebben tot „kunstenaar", creatief waren ze wél. Met resolute kwaststrepen, soms ook heel precieus, maakten zij hun decoratie. Zo ontstonden voorstellingen van een primi tieve kracht en eerlijkheid, zonder moeilijk te begrijpen symboliek, zonder raffinement. Hun gebrek aan theoretische kennis over schaduw, perspectief of de anatomie werd ruimschoots vergoed door hun „ongekun stelde" creativiteit. De motieven die we in de volksschilder kunst vinden, verschillen van streek tot streek. In de hoerenkunst (Bauermalerei in het Duits) vinden we vaak bloemen, vruchten en dieren heel begrijpelijk na tuurlijk: dat waren de dingen die hen het Gevangenisstraffen zijn in Nederland laag. De gevangenisstraf staat in Nederland al jaren ter discussie zoals in vroegere tijden andere strafvormen ter discussie hebben ge staan ensomtijds ook verdwenen. Zo werden in 1854 de lijfstraffen in ons land definitief afgeschaft terwijl in 1870 het zelfde gebeurde met de doodstraf. Toen in 1886 ons Wetboek van Strafrecht werd in gevoerd, werden straffen als verbanning, de portatie en tuchthuisstraf voor volwassenen daar niet in opgenomen en daardoor werd de gevangenisstraf veruit de belangrijkste hoofdstraf in onze strafwet. Pas na de Tweede Wereldoorlog zou het nut (of het tegendeel daarvan) van de gevangenisstraf de discussie gaan beheersen, ook nadat in het begin der vijftiger jaren de gevangenis straf meer en meer gehümaniseerd werd, onder andere door opheffing van het zo genaamde cellulaire stelsel. (Gevangenen on dergaan hun straf tegenwoordig niet meer overwegend in de cel, maar in algehele ge meenschap met overige gedetineerden). Hoewel in 1951 in de Beginselenwet van het gevangeniswezen wordt vastgelegd dat de tenuitvoerlegging van de straf mede dienstbaar moet worden gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de ge vangene in de maatschappij (resocialisering) bleef men vooral in kringen van gedrags wetenschappers zich afzetten tegen de ge vangenisstraf. De gevangenen worden er al leen maar egocentrischer en onmaatschap- pelijker door, zo beweerden vele deskun digen. Hun mening had wel degelijk invloed, ook op de rechterlijke macht. In Nederland ligt de gemiddelde duur van de gevangenis straf ver beneden die in andere Westeuro- pese landen, terwijl voor heel wat ver grijpen niet eens meer vrijheidsstraf wordt opgelegd. Dagelijks zijn in ons land onge veer 300Ö mensen gedetineerd, dat is gelet op de toenemende criminaliteit gedurende de laatste tien jaar in feite een klein aantal. Werkstraf. Uit zijn artikel in „Rekenschap" blijkt duidelijk dat prof. Van Hattum de gevange nisstraf nog meer wil terugdringen. Zijn bezwaren tegen opsluiting als straf zijn tal rijk. Aan gedetineerden wordt alle persoon lijke verantwoordelijkheid ontnomen, de op sluiting werkt depersonaliserend, vaak groeien de gevangene en zijn gezin uit el kaar, de terugkeer in de maatschappij wordt bemoeilijkt door stigmatisering („hij heeft gezeten"), de omgang met medegevangenen werkt meestal ten kwade, de gevangene verbittert en zal als hij weer vrij is ver moedelijk nieuwe delicten gaan plegen, enz. enz. naast stonden. Maar ook daarin vinden we nog grote verschillen: een wat ingetogen stijl in de noordelijke streken zoals in ons land en naar het zuiden toe steeds uit bundiger wordend. Dat houdt enerzijds verband met de volksaard, anderzijds ook met het feit, dat het werk van generatie op generatie werd „afgekeken". Van kinds af aan zag men de ouderen werken en het is dan vanzelf sprekend dat men ongeveer in de oude stijl voortgaat. Kenners van de volksschilder kunst kunnen dan ook direct vertellen uit welke streek een bepaald gedecoreerd voor werp komt. En men hoeft bepaald geen groot kenner te zijn om onmiddellijk bijv. de Staphorster stiptechniek te herkennen. Volksschilderkunst is al heel oud, maar wordt in sommige streken ook van ons land, nog druk beoefend. Op de een of andere manier blijken we ons daartoe aan getrokken te voelen. Misschien wel omdat het iets is dat niet tot de hoogverheven culturele uittingen behoort, die is voor behouden aan een beperkt aantal talent volle kunstenaars. Bovendien is het levend verleden en als zodanig past het in de nos talgische trend van deze tijd. Hoe dan ook, de volksschilderkunst spreekt aan. krijgt weer mee belangstelling. Niet zozeer passief als een zekere verzamelwoede, maar vooral ook aktief. Tal van volksuniversiteiten en creatieve cursussen nemen de volksschilder kunst op in het lesprogramma. Als het „afkijken" van de oudere generatie niet meer mogelijk is, dan zullen we echt les Bovendien kost die op zichzelf zinloze opsluiting de gemeenschap dan nog eens handen vol geld. Prof. Van Hattum erkent dat er altijd wel delinquenten opgesloten zullen moeten worden vanwege hun gevaar lijkheid voor de gemeenschap, bijvoorbeeld in inrichtingen voor terbeschikkinggestel- den. maar voor de overgrote meerderheid van de veroordeelden acht hij alternatieve straffen geschikter dan de zeer ingrijpende vrijheidsberoving. De geldboete en de voorwaardelijke ge vangenisstraf zijn natuurlijk zulke alterna tieven en zij worden sinds jaar en dag in de strafrechtelijke praktijk dan ook toege past, maar prof. Van Hattum noemt nog een ander alternatief. Hij pleit voor invoe ring van de zogenaamde werkstraf, een soort burgerdienstplicht, te verrichten door mensen die wegens een strafbaar feit met de justitie in aanraking zijn gekomen. Te denken valt aan het verrichten van allerlei werkzaamheden ten behoeve van de ge meenschap, variërend van sneeuw scheppen en reinigen tot het deel uitmaken van hulpdiensten in en ten behoeve van zieken huizen en dergelijke. Prof. Van Hattum vindt dat de tot werk straf veroordeelden wel volwaardig moeten worden betaald, maar dat eventueel een deel van dit loon moet kunnen worden aan gewend tot schadevergoeding aan gedu peerden van een misdrijf De voormalige strafrechter meent dat het publiek voor de ze straf wel begrip zal kunnen hebben, al was het maar omdat de werkstraf voor de gemeenschap minder kostbaar is dan de gevangenisstraf en bovendien de criminali teit zal verminderen omdat men niet langer verbitterde mensen uit de gevangenis ont slaat, maar mensen die men geleerd heeft te werken en een stuk zelfverantwoordelijk heid heeft bijgebracht Simplistisch Met deze op zichzelf interessante sug gestie sluit prof Van Hattum nauw aan bij het Britse systeem van „Community Service order", krachtens welke delinquenten ver oordeeld kunnen worden gedurende zoveel uren per week nuttige hulpverleningswerk zaamheden te verrichten. Op het departe ment van justitie worden momenteel de mogelijkheden tot invoering van dit sy steem in Nederland bekeken. Toch komen de ideeën van de oud-presi dent van de Haagse rechtbank een beetje simplistisch over. In de eerste plaats worden er ook in ons land geregeld zulke ernstige misdrijven begaan, dat je de daders wel móet opsluiten om ieder gevaar voor her haling te voorkomen en de gemeenschap tegen deze zware criminelen te beschermen. Ten aanzien van de minder gevaarlijke cri- moeten nemen. Helemaal vanzelf gaat het niet. Het „geheim" van de volksschilderkunst schuilt in de penseeltechniek. Bloemen vaak het hoofdmotief in de volkskunst worden op een geijkte, traditionele wijze geschilderd. Het is niet zo moeilijk deze techniek in de vingers te krijgen, maar enige oefening is wel nodig. In dit verband is het wellicht nuttig te wijzen op het boekje „Volksschilderkunst uit Nederland. Zuid-Duitsland en Zwitser- minelen zou de werkstraf wel verantwoord kunnen zijn, indien vaststaat dat deze men sen gebaat zouden zijn met een „werk therapie". Maar er zijn ook criminelen, die goed kunnen werken, moet je die dan nog een werkstraf geven? Bovendien wordt er mo menteel in ons land geknokt voor méér arbeidsplaatsen, dus zal de gemeenschap er ernstig bezwaar tegen hebben dat een deel van die arbeidsplaatsen zal toevallen aan degenen, die strafbare feiten hebben Qua produktiviteit slaat Nederland goed figuur. De Amerikaanse Citibank heeft bij zijn onderzoek naar de hoogte van het brutoloon in een aantal rijke industrielanden rekening gehouden met sociale voorzieningen en an dere uitkeringen ten gunste van werkne mers. Dat is ook alleszins redelijk, want werknemers mogen dan af en toe flink mopperen over het grote bedrag dat van hun bruto-loon wordt afgetrokken, maar zij betalen met name hun sociale premies niet voor niets. In zekere zin is dat ook inkomen, want bij ziekte, werkloosheid of langdürige arbeidsongeschiktheid ontvangen z'i een behoorlijke uitkering. Trouwens, een gedeelte van de premies wordt betaald door de werkgevers en het is logisch dat zij die sociale lasten bij de loonkosten" incalculeren. Hoewel in enkele landen het 'bruto-loon iets hoger ligt dan bij ons, liggen de arbeids kosten in Nederland toch hoger door de hoge sociale lasten. De volgende staat over uurbeloning in dollars maakt duidelijk dat de vergoeding voor één uur werk (inclusief sociale lasten) in Nederland vorig jaar hoger lag dan in 11 andere voorname industrielanden. Uurbeloning in dollars 1978. Nederland 11,44 Zweden 11,43 België 10,80 Zwitserland 10,32 Duitsland 9,90 Ver. Staten 9,43 Denemarken 9,40 Canada 7,91 Frankrijk 7,69 Italië 7,61 Japan5,94 Engeland 4,85 Aan de top. Nederland staat dus qua arbeidskosten qan de top en dat is een heel ander si tuatie dan in 1970, toen ons land nog een middenmootpositie innam. In 1970 was de uurbeloning nog het hoogst in de Ver. Staten, gevolgd door Canada, Zweden en Denemarken. Deze landen zijn wij dus voor land" door Michel Spohr. m.m.v. Piet Eskes. Het is voor 6,75 te koop in winkels voor (kunst)schildersmaterialen, in kantoor boekhandels en warenhuizen. In dit boekje wordt vooral de penseeltechniek, stap voor' stap, in meer dan dertig voorbeelden dui delijk voorgedaan. Voor het schilderen volgens de traditio nele technieken is een aantal speciale kleuren nodig. Ook die zijn in de handel: Talens levert kleine en grote assortiments- gepleegd. Er zou waarachtig nog eens de absurde situatie kunnen ontstaan dat een werkloze een strafbaar feit gaat plegen omaan werk te komen! Kortom, hoe interessant het ook is ken nis te nemen van de ideeën van een oud- strafrechter, die het met de gevangenisstraf helemaal niet meer ziet zitten, de alterna tieven die hij aandraagt lijken nauwelijks voor verwezenlijking vatbaar. Mr. A. Bronsbergen. bijgestreefd, terwijl in de jaren zeventig ook gewaagd moet worden van een sterke stij ging van de arbeidskosten ten opzichte van landen als Duitsland, België en Frankrijk. Nu is het betaalde uurloon wel een be langrijk gegeven, maar ook weer niet alleen zaligmakend. Ook factoren als arbeidspro- duktiviteit en valutakoersen spelen een be langrijke rol. Wat de procentuele stijging van de produktie per manuren betreft: in de periode 1970 - 1978 kwam Nederland in dat opzicht erg goed uit de bus. De pro- duktiestijging in die periode bedroeg name lijk 61 en dat is erg veel in vergelijking met Duitsland (51 Frankrijk (49 °/o), Japan (47 °/o). Ver. Staten (23 en Enge land (18 °/o). Alleen de Belgen overtroffen in de periode 1970-1978 de Nederlandse produktiestijging. Onze zuiderburen scoor den in genoemde periode een produktie stijging per manuur van liefst 75 °/o. Dat is ruim vier keer zoveel als de produktie stijging per manuur in Engeland. Maar daar hebben ze dan ook jarenlang meer ge staakt dan gewerkt Harde gulden. Ook de valutakoersen vormen een groot heid, die in de internationale concurrentie- wereld niet genegeerd kan worden. De Ne derlandse gulden is zeer hard en is bijvoor beeld in vergelijking met de dollar in de periode 1970-1978 met liefst 67 in waar de gestegen. Alleen de Duitse Mark en de Zwitserse frank stegen in vergelijking met" de dollar nog krachtiger, te weten resp. 82 en 143 procent. Betrekken wc de valutawijzigingen op de arbeidskosten dan blijken die arbeidskosten (uitgedrukt in guldens) in de periode 1970- 1978) in ons land met 73 °/o te zijn geste gen, maar in dollars uitgedrukt, met niet minder dan 189 I Dat het voor de Amerikanen dus lang niet meer zo aantrekkelijk is om in Neder land te investeren, staat gelet op deze cijfers wel vast. Ook Duitsland, Frankrijk, België en Denemarken zijn voor de Ameri kanen een stuk duurder geworden, maai toch in mindere mate dan Nederland. Al met al blijkt uit de door de Ameri kaanse Citibank gepubliceerde cijfers dat doosjes en losse potjes van 50 ml.; een aantal specifieke ondergrondkleuren is er in potten van 330 ml. Volksschilderkunst is niet moeilijk te le ren. Onze voorouders zijn er ook ijverig mee bezig geweest, zonder dat zij een spe ciale opleiding hadden genoten. We kijken het nu weer van hen af, maar dan moeten we ook wel van hen leren dat we er regel matig mee bezig moeten zijn. Oefening baart kunst, ook volksschilderkunst. Nederland uiterst voorzichtig moet zijn met de stijging van zijn arbeidskosten, wil het nog kunnen meekomen met de internatio nale concurrentie. Loonmatiging en bevrie zing of vermindering van de sociale uitga ven zijn daartoe onmisbare voorwaarden. (Nadruk verboden). Mr. A. Bronsbergen. We hebben in ons Taaipraatje al eens de spellingsmoeilijkheden die de „ijtjes en eitjes" kunnen veroorzaken besproken. Bij de spelling van woorden met „au of ou" komen minder fouten voor, maar soms kan er toch twijfel bestaan. De pijnkreet „au" levert bij niemand moeilijkheden op, als het al geschreven moet worden. Anders is het met lauw en louw. Dat water is lauw. In plaats van januari wordt een enkele keer de naam louwmaand gebruikt. De oorsprong van dit „louw" is niet bekend. Men denkt volgens het Woordenboek Nederlands Taal aan „.looien". Januari was dan de maand waar in het leer werd gelooid. In het Bargoens (de dieventaal) betekent louw: weinig of niets. Hij heeft louw kans: Hij heeft geen schijn van kans. Louw- poekelen: weinig of niets zeggen. Ik moet jouw smoezen, maar ik smoes louw (op biechten): Ik moet voor de rechter ver schijnen, maar ik zeg niets. Iemand nabauwen betekent iemands woorden herhalen, meestal met een spot tende bijbedoeling. Een huis bouwen. Een boud optreden (onvervaard) en bout voor een ijzeren staafje. Moeren en bouten. Wenkbrauwen met au. Bier brouwen met ou. Een kauw is een vogel, behorende tot de familie der kraaien. Ook het werkwoord kauwen schrijft men met au. Hij stond in de kou is vanzelfsprekend met ou. Kouw kan (gewestelijk) ook kooi betekenen. Kouten voor gezellig praten. Oppassen geblazen is het met hauw en houw. Een hauw of hauwtje is de peulvormige vrucht (zaaddoos) van sommige bloemen o.a. bij de kruisbloemen, zoals de muur bloem. Een houw is een slag met een scherp wapen. Een sabelhouw, (vergelijk: steen houwer, beeldhouwer. Voor dag en dauw opstaan. Douwen van duwen. Wegens dat vergrijp kreeg hij een zware douw. Katten mauwen. Een vervelende vorm van miauwen. Een jurk met wijde, lange of korte mouwen. Een leeuw houdt van rauw vlees. Wegens een sterfgeval in de rouw zijn. Eeq wouw is een roofvogel. Een gouden horloge. Hij heeft gauwe handjes, hij is een gauwdief. De rivier bij Gouda heet de Gouwe. De Betuwse plaats Maurik wordt abusie velijk nog wel eens met ou geschreven: De familienaam kent 'beide spellingen: van Maurik, maar ook van Mourik. Grauw voor grijs met au. Ook snauwen en grauwen. Grouwen is een gewestelijk woord voor gruwen. Ergens van grouwen: er afschuw van hebben. Nauw betekent eng. Nou (van nu): zo is het nou maar net. Een zouwe of zuwe is een looppad door een moeras. Een spouwmuur. Schauw, een Zuid-Nederlandse samentrek king van schaduw. Schouw voor stook plaats. Ook in: schouw houden over sloten en vaarten: een inspektie van een water schap. (Nadruk verboden). EX-RECHTBANKPRESIDENT TEGEN GEVANGENISSTRAF Als moderne gedragswetenschappers (sociologen, psychiaters, criminologen e.d.) zo nu en dan pleiten voor afschaffing van de gevangenisstraf, kijkt nie mand daar meer van op. Maar als een jurist en ex-president van één van onze rechtbanken deze mening verkondigt, dan is dat toch wel iets heel bijzonders. Gedurende de vele jaren dat prof. mr. W. F. C. van Hattum president van de strafkamer van de Haagse rechtbank was, heeft hij heel wat mensen we gens het plegen van een misdrijf tot gevangenisstraf moeten veroordelen. Van de resultaten van die straffen is 'hij kennelijk niet ondersteboven. In het blad „Rekenschap", tijdschrift voor wetenschap en cultuur, hield de inmiddels ge pensioneerde strafrechter een fel pleidooi tegen de vrijheidsstraf, waarvan hij nauwelijks enig positief resultaat verwacht en die hij, evenals vroeger met de lijfstraf en de doodstraf gebeurde, het liefst zou willen afschaffen. Wel pleit hij voor invoering van een werkstraf, dat wil zeggen het op zo uitgebreid mogelijke schaal nuttig werk laten verrichten door de veroordeelden ten behoeve van de gemeenschap, waarbij vol dagloon wordt uitgekeerd maar een deel van dat loon kan worden aangewend tot vergoeding van schade door particulieren geleden (bijvoorbeeld tengevolge van diefstal, inbraak en der gelijke. MEDE DOOR SOCIALE LASTEN In de zestiger jaren was het bijvoorbeeld voor Amerikaanse industriële on dernemingen zeer aantrekkelijk om in Nederland vestigingen te openen. De daartoe benodigde investeringen brachten hun geld best weer op, want in verhouding met Amerika lagen de betaalde uurlonen in Nederland erg laag, zelfs inclusief de bijdragen in de sociale voorzieningen. Dat beeld is sindsdien fors veranderd. Nederland is een duur land gewor den. met hoge uurlonen en forse sociale lasten. Daardoor is het internationale concurrentievermogen van de Nederlandse industrie in de jaren zeventig achter uitgegaan, wat onder mee tot uiting komt in ongunstiger exportcijfers Blijkens een recente publicatie van de Amerikaanse Citibank was Nederland vorig jaar temidden van een twaalftal hoogontwikkelde industrielanden van de wereld het land, waar het hoogste bedrag aan werknemers werd betaald per gewerkt uur in de industrie. Zelfs ianden als Zweden en Zwitserland blijven qua hoogte van arbeidskosten nu bij ons achter, een teken aan de wand!

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1979 | | pagina 2