Het is nu tijd voor een fietstocht
Hoeveel ontwikkelingshulp
bereikt de armen?
Opnamebeleid
bejaardentehuizen verscherpt
In de buurt van kinderen altijd langzaam rijden
Beschreven route
Verkeerswegen
Wegwijzer
Paddestoel
Toeristisch fietsen is niet aan seizoenen
gebonden, maar de herfst is toch wel een
bij uitstek geschikte periode. Gezonde be
weging nemen en dan genieten van het
buiten zijn. Om u een duwtje in die richting
te geven, brengen wij hier de beschrijving
van een circa 25 kilometer lange fietstocht
vanuit Goes ontleend aan het verzamelmapje
Fietsen in zuidelijk Nederland, dat verscheen
in de serie Ontdek Nederland op de fiets!
Dit mapje met 20 verschillende fietsrond-
ritten. gedetailleerde routekaartjes en toe
ristische informatie, kan door overmaking
van 10,onder vermelding van bestel
code Zu.N, op postgirorekening nr. 234567
worden aangevraagd bij de stichting: Fiets!
in Amsterdam.
Wij verlaten Goes langs de Albert Joa-
chimkade en rijden in de richting Katten-
dijke. Bij de splitsing met de Houtkade
houden wij rechts aan, fietsen langs het
zwembad en verder over de Kattendijksedijk.
Wij houden de dijk aan later Oude Zee
dijk en rijden langs Kattendijke verder
langs de zeedijk naar Wemeldinge. Wij
blijven door Wemeldinge ook de dijk volgen
en rijden door tot de kruising van Bonzij
weg en'Westelijke Kanaalweg en slaan daar
linksaf, twee bruggen over van het Kanaal
door Zuid-Beveland en meteen rechtsaf en
bij de kort daarop volgende splitsing links
aanhouden en verder langs de dijk tot bij
Yerseke.
Wij slaan bij T-kruising vlak voor de
eerste bebouwing rechtsaf (wie Yerseke wil
bezoeken, moet rechtdoor rijdenj en rijden
rechtuit naar de brug bij wegwijzer 8052.
Na de brug slaan wij bij wegwijzer 8053
rechtsaf en fietsen langs het kanaal in de
richting Wemeldinge. Bij de eerste zijweg
bij een rood huis slaan wij linksaf. Bij de
komende T-kruising slaan wij weer linksaf;
bij de grote splitsing rechtsaf en bij de
volgende linksaf en nu rechtuit langs de
Lurpseweg tot de grote weg die wij rechts
opdraaien naar Kapelle tot wegwijzer 2371.
Hier slaan wij r.echtsaf en dan meteen
naar links. Bij de eerste splitsing houden
wij links aan, steken de voorrangsweg recht
over en fietsen langs de Oostweg, rechts
aanhoudend weer naar de grote weg naar
Kloetinge. Wij rijden door Kloetinge en
verder langs de parallelweg naast de grote
weg terug naar Goes.
Hulp aan arme landen ondervindt de steun van de meerderheid der be
volking, al geloven regeringen er in sterkere mate in dan de enkeling. Het is
één der grote feilen van de moderne democratie dat de regeringen in hun
beleid onvoldoende vertalen hetgeen hun kiezers willen. Wij prefereren een de
mocratie omdat dictators die kunst nog veel minder verstaan. Wat wij als
burgers graag zouden willen is, dat arme mensen gevrijwaard zouden worden van
honger en ellende.
In feite wil de doorsnee-kiezer in de rijke landen de burgers van ontwik
kelingslanden zoveel helpen dat zij van hun eerste levensbehoeften verzekerd
zijn. Het lijkt er nog niet op! Zelfs bij de meest optimistische verwachtingen
zullen volgens president Mc Namara van de Wereldbank over 20 jaar, dus bij
de intrede van een nieuwe eeuw, nog 600 miljoen mensen in absolute armoede
leven.
Hoe wordt het geld besteed?
Wij kunnen voorstanders van ontwikke
lingshulp zijn, maar toch over heel andere
dingen praten. De eenvoudige man en
vrouw in de straat zal meestal het beeld
van de armen voor zich hebben, maar een
staatsman kan wel bedoelen dat hij de
betalingsbalans van een aantal arme landen
in evenwicht wil brengen. De eenvoudige
burger offert zijn belastinggeld voor de
armen, de staatsman of de politicus voelt
zich mogelijk al voldaan als hij een formule
heeft gevonden op basis waarvan hij de
begrotingsgelden voor ontwikkelingshulp kan
verdelen over de regeringen van een aantal
daarvoor in aanmerking komende landen.
Het is de vraag wat die regeringen van
de bevoorrechte landen met die gelden
doen. Kopen of produceren zij er voedsel
of kleding mee of bouwen zij dan goede
huizen voor de arme stakkers in hun land
of doen ze iets anders?
Zij kunnen ook een universiteit oprichten,
zodat hun land meer hoog-gekwalificeerde
deskundigen krijgt. Die kunnen dan het land
of de economie beter besturen. Niemand
zal de goede bedoelingen van zo'n overheid
in twijfel willen trekken, maar voordat
zo'n generatie betere bestuurders aan bod
komt, zijn wij wel tenminste tien jaar verder
en hoeveel hongerlijders zijn er intussen
weer gestorven!
Wanneer bij de verdeling van ontwikke
lingsgeld vertegenwoordigers van het ge
vende en ontvangende land overeen komen,
dat het geld wordt besteed aan de import
van auto's en machines uit het donorland,
dan moeten wij maar afwachten of de
ontwikkelingshulp wel vruchten draagt. Bij
dit soort politiek krijgen niet steeds de
armste landen voorrang bij de ontwikke
lingshulp en zeker ijiet de armste mensen
in die landen.
Controle.
Nederland maakt bij de verdeling van de
ontwikkelingshulp een keuze uit de 117
landen, die tot de arme naties behoren.
Wij hebben er een flink dozijn uit gekozen,
waarbij wij besloten hebben er een aantal
in de steek te laten, die per hoofd van
de bevolking gemiddeld meerdan 550
dollar verdienen. Maar wanneer daar nu
een kleine groep zeer rijken bij is, zodat
het gemiddelde een vertekend beeld geeft,
dan zijn er miljoenen armen de dupe van
de welvaart van enkelen. Bedoelen wij zoiets
met ontwikkelingshulp?
Het belangrijkste controlerend orgaan van
de internationale ontwikkelingshulp heet het
Internationale Monetaire Fonds (IMF). Van
dit fonds ontvangen de arme landen kre
dieten, waarvoor zij overigens wel rente
moeten betalen. Vanzelfsprekend is de kre-
dietput in dit soort landen evenmin te
dempen als wanneer men in een a-sociaal
gezin met een consumptieve lening komt
aandragen. Blijven arme landen om steeds
meer krediet vragen zonder dat hun eco
nomie gezonder wordt, dan komen er con
troleurs van het IMF. Die werpen zich
dan op het betalingsbalans-probleem van
zo'n land en eisen een aantal maatregelen,
die het betalingsevenwicht dan verbeteren.
Die maatregelen kunnen devaluatie van
de munt inhouden, een loonstop of beper
king van de staatsuitgaven. Het is best
mogelijk dat er miljarden ontwikkelings
hulp zijn vermorst zonder dat de werkelijk
armen daarvan geprofiteerd hebben, maar
die armen betalen dan wel het gelag in
de vorm van hogere prijzen voor kleding
en schoeisel en zelfs voedsel. Bedoelen wij
dat wanneer wij l^/o ofwel 3,6 miljard
van ons nationale inkomen reserveren voor
ontwikkelingshulp.
Noodklok.
De schulden van een reeks ontwikkelings
landen zijn intussen zo hoog opgelopen, dat
zij de rente niet meer kunnen betalen om
over aflossing maar niet te spreken. In
arme landen wordt er gepleit voor een
overdracht van 35 tot 50 miljard gulden
van rijke landen naar arme landen, zodat
de laatsten dat kunnen besteden voor aan
kopen in de welvarende staten om op deze
wijze de werkgelegenheid te verruimen en
de wereldconjunctuur weer te verbeteren.
Het beheer van het geld zou gelijkelijk bij
geldgevers en geldleners moeten berusten.
Het zal wel moeilijk zijn om de financiers
in de rijke landen daarbij te overtuigen
van de deskundigheid in de nu reeds in
nood verkerende partners.
Het is dus niet zo eenvoudig om het
vraagstuk van de ontwikkelingshulp op te
lossen. De Westduitse regering wil een plan
uitvoeren waarbij de minst ontwikkelde
landen een schuld van 4,6 miljard zou
worden kwijtgescholden over een periode
van 45 jaar. Maar* wel is het zo, dat de
Westduitsers tot de landen behoren, die
relatief nog het minste aan ontwikkelings
hulp doen. Dat kwijtscheldingsplan zou de
oosterburen op 85 miljoen per jaar komen.
Ze zijn veel meer dan dit bedrag achter
in het bijdragen van hulp en hun beta
lingsbalans behoort tot de sterkste van de
wereld.
Zelfs wanneer Nederland zou besluiten
tot een zeer gedetailleerd gerichte hulp
aan arme stakkers in een reeks van landen
onder strenge controle, zijn wij daarmee
niet uit de problemen. Want ook op het
terrein van de ontwikkelingshulp hebben
wij onze internationale afspraken en daaruit
voortvloeiende verplichtingen.
Het zou echter zinnig zijn op dit terrein
eens wat meer de noodklok te luiden. Wij
staan al bekend in de wereld om onze
betweterigheid. Maar zelfs daarmee kunnen
wij het probleem van de armoede in de
wereld niet baas. Dat ontslaat ons echter
niet van de verantwoordelijkheid om zelf
meer te doen aan gerichte hulp aan de
werkelijk armen, inclusief de controle daar
op. Laten wij daarvoor een deel van onze
ruim 3,75 miljard reserveren. Er blijft dan
nog genoeg over voor de minimale inter
nationale verplichtingen. Het dodencijfer als
gevolg van honger kan internationaal even
goed omlaag als nationaal bijvoorbeeld het
getal der verkeersdoden.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.
BEZUINIGINGEN. MAAR BEJAARDEN NIET AFSCHEPEN
Er is een tijd geweest dat ook gezonde en vitale bejaarden, die zich lieten
inschrijven voor een bejaardentehuis, daar werden opgenomen. In de zestiger
jaren en het begin der zeventiger jaren was het voor hulpbehoevende bejaarden
zelfs moeilijk om in zo'n tehuis te worden opgenomen, omdat het gros van de
plaatsen was bezet door vitalere leeftijdsgenoten. Een man van 80-plus beweerde
toen voor de televisie dat hij bij alle tehuizen nul op het request kreeg, omdat
ze hem te oud vonden
Aan deze absurde situatie is nu eindelijk een halt toegeroepen. Op 1 januari
1977 is het Besluit Opneming in Bejaardenoorden in werking getreden. Dit
Besluit impliceert onder meer dat ieder gemeente een commissie moet hebben,
die adviseert over de opneming van 65-plussers in tehuizen. De bejaarden moe
ten thans aan een aantal voorwaarden voldoen om voor opneming in aanmer
king te komen. Voorwaarden die liggen op verschillende levensgebieden (gezond
heid, psychisch en lichamelijk, sociale omstandigheden, enz.).
Oudste mensen maken meeste kans.
Het Besluit Opneming in Bejaardenoorden
dat dus in 1977 in werking is getreden,
is niet voor niets genomen. Zoals het in
de jaren daarvoor ging, kon het niet langer.
Bejaarden die krachtens hun gezondheids
toestand, leeftijd en sociale omstandigheden
het eerst in aanmerking zouden moeten
komen voor plaatsing in een tehuis, zagen
de weg naar zo'n tehuis vaak versperd door
bejaarden, wier levenssituatie aanmerkelijk
gunstiger was en die men in de bejaarden
tehuizen vaak met meer genoegen opnam,
omdat ze minder werk gaven.
Bovendien kwam de overheid er achter,
dat de tehuisplaatsingen de gemeenschap
miljoenen kostte? Immers, als de bejaarde
de pensionprijs zelf niet volledig kan be
talen (en alleen de zeer welgestelden onder
de bejaarden kunnen dat), dan moet de
bijstandswet bijspringen. De in het tehuis
wonende bejaarden vormen dan ook al sinds
jaren één van de duurste klanten van de
algemene bijstandswet. Het is dan ook zeer
logisch dat de overheid strengere opname-
eisen is gaan stellen. Ook dat past in het
streven om te bezuinigen op de sociale
uitgaven, waar dat verantwoord is.
Bejaarden die nu nog in een bejaarden
tehuis willen, moeten zich dus wenden tot
een commissie met het verzoek om opge
nomen te worden. Is de indicatie van de
commissie negatief, dan gaat de opname
niet door. Vorig jaar wezen de betreffende
commissies (er functioneren in ons land
zo'n kleine 600) ongeveer 20% van alle
verzoeken tot opneming in een bejaarden
oord af. Dat wil niet zeggen, dat die com
missies de bejaarden maar een beetje af
schepen. Tal van afgewezen bejaarden kre
gen wel degelijk goede adviezen, bijvoor
beeld een doorverwijzing naar de gezins
verzorging of wijkverpleging, andere huis
vesting, enz. enz.
Gemiddelde leeftijd 79.
Volgens een recent verslag van het mi
nisterie van CRM meldden zich in de eerste
zes maanden van 1978 zich 15.170 bejaarden
voor opneming in een tehuis. De gemiddelde
leeftijd was 79 jaar. Ruim 42% was zelfs
ouder dan 80 jaar. Tachtig-plussers werden
door de indicatie-commissies minder vaak
afgewezen dan „jongeren". In 86,5% van
alle verzoeken van 80-plussers werd een
positief advies uitgebracht. Bij de mensen
van 79 jaar en jonger was dat percentage
74,5%.
Aanvragen van vrouwen domineren dui
delijk. Meer dan 60% van de aanvragers
was van het vrouwelijk geslacht. Ongeveer
35% van de aanvragers was gehuwd, circa
50% weduwe of weduwnaar.
Opvallend was ook dat de meeste aan
vragers voor een plaats in een bejaarden
huis afkomstig waren uit grote en middel
grote gemeenten en dat vooral uit de pro
vincies Zuid- en Noord-Holland. Bejaarden
willen vooral graag in een tehuis in Gel
derland of Utrecht wonen, daarvoor was
een grote voorkeur.
Wanneer positief?
Wanneer zal een indicatie-commissie tot
een positief advies komen inzake een aan
vraag voor plaatsing in een bejaardente
huis? Allerlei faktoren worden in ogen
schouw genomen. Natuurlijk speelt so wie
so de lichamelijke gezondheid van de aan
vrager een rol. Een bejaarde, die zich nog
vrij gemakkelijk verplaatsen kan in huis,
zichzelf kan aan- en uitkleden, in bed stap
pen. etc. zal minder gauw worden opge
nomen dan iemand die dat niet kan. Be
keken wordt ook of de bejaarde zelf kan
koken, of hij zelf zijn ontbijt en lunch
kan verzorgen, of hij nog schoonmaak-
werkzaamheden kan verrichten, enz., enz.
Maar dit zijn beslist niet de enige cri
teria. Een bejaarde, die allerlei huishou
delijke aktiviteiten zelf kan verrichten, maar
bijvoorbeeld sterk vereenzaamd is of last
heeft van depressies of geheugenstoornis,
zal vermoedelijk ook in aanmerking kunnen
komen voor plaatsing in een tehuis. Iemand
met een slecht gezichtsvermogen maakt ook
veel kans.
Oordeelt de indicatie-commissie nochtans
afwijzend, dan kan zo'n besluit toch wel
gepaard gaan met zinvolle adviezen aan
de betrokken bejaarde, bijvoorbeeld andere
huisvesting zoeken, eten van buiten laten
komen, gezinsverzorging inschakelen, enz.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
Verkeersopvoeding thuis, verkeersonderwijs op school, een veilige omgeving.
Alleen daarmee is het kind-op-de-weg niet gebaat. Het heeft onderweg ook de
hulp nodig van de automobilist, de motorrijder, de bromfietser. Daarom wijst
Veilig Verkeer Nederland nog eens tijdens de aktie „Help ze 'n handje", die
wordt gevoerd in samenwerking met de Centrale Politie Verkeerscommissie en
de Verkeerscommissie Openbaar Ministerie.
De beschermende rol die de gemotori
seerde verkeersdeelnemer moet spelen, komt
kortweg op het volgende neer: Het kind
als medeweggebruiker aanvaarden met in
achtneming van extra reserves en het in
twijfelgevallen voorrang geven.
Onberekenbaar.
Waar de ervaren weggebruiker rekening
mee moet houden is het volgende:
Veel kinderen kennen en/of begrijpen
de verkeersregels niet, raken met het toe
passen ervan in de knoop.
Kinderen geloven vaak dat automo
bilisten hun wagen meteen tot stilstand
kunnen brengen en handelen daar ook naar
door een paar meter voor de naderende
auto over te steken.
Op straat heeft het kind belangstelling
voor heel andere dingen dan het verkeer
en gaat het vaak zonder goed uit te kijken
ergens op af.
Duidelijk is, dat kinderen nog veel ken
nis, inzicht en ervaring missen. Ze zijn
zich de vele gevaren op de weg minder of
helemaal niet bewust, ze gedragen zich
argeloos, wispelturig en onberekenbaar,
springen en hollen naar alle kanten de straat
over. Inderdaad, daar zijn het kinderen voor.
Niet de wet.
Hoe kunnen gemotoriseerde weggebruikers
het kind 'n handje helpen? Een paar drin
gende adviezen:
In woonbuurten altijd langzaam rijden.
Een snelheid van 50 km is daar veel te
hoog om bijtijds te kunnen stoppen voor
een kind dat in het vuur van zijn spel of
gehaast op weg naar school plotseling de
rijbaan oprent. Niet de wet moet de snel
heid bepalen, maar de omstandigheden en
het eigen inzicht van de bestuurder.
Houd ook jongens en meisjes die ogen
schijnlijk rustig op de stoep lopen of aan
de kant van de weg staan, goed in de gaten.
In de volgende seconde kunnen ze zonder
een duidelijk „waarom" de straat oversteken.
Waar het steeds op aankomt is: in de
buurt van kinderen snelheid matigen. Lang
zaam rijden geeft dan blijk van goed rijden!
Op de fiets.
Ook van fietsende kinderen is geen
redelijk verkeersinzicht te verwachten, ge
woonweg omdat kinderen geen volwassenen
zijn. Volwassenen weten dat met drie auto's
naast elkaar rijden, dom is. Maar met z'n
drieën naast elkaar fietsen doen kinderen
wél.
Jongens en meisjes willen met hun twee-
wieler ook nogal eens onverwachte bewe
gingen maken. Ze geven heel vaak geen
richting aan en kijken niet om voordat ze
linksafslaan.
Bijzondere zorg.
Zó kan het fietsende kind 'n handje
worden geholpen:
Geef al op flinke afstand een waar
schuwingssignaal als u een jeugdige wiel
rijder van achteren nadert. Waarschuwen op
het laatste nippertje kan tot gevolg hebben,
dat het kind schrikt en daardoor naar links
zwenkt, vlak- voor uw voertuig
Passeer fietsende kinderen met bijzondere
zorg. Houd daarbij goed afstand, vooral
als er veel wind staat, om te voorkomen
dat ze onder uw wagen of uw achterligger
worden „gezogen".
Help het kind 'n handje. Anders gezegd:
Gedraag u tegenover het kind in het ver
keer zoals u verwacht dat andere wegge
bruikers zich tegenover uw eigen kind zul
len gedragen!
GOEDKEURING VAN G.S. VOOR
2DE JACHTHAVEN KAMPERLAND
Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben
goedkeuring verleend aan de eerste her
ziening van het bestemmingsplan Kamper
land van de gemeente Wissenkerke voor
de aanleg van een tweede jachthaven
complex in de kern Kamperland.
Tegelijkertijd deelden gs het gemeente
bestuur mee er geen bezwaar tegen te
hebben, dat vrijstelling verleend zou wor
den volgens artikel 19 van de wet op de
ruimtelijke ordening (bouwen in afwijking
van het geldende bestemmingsplan, maar
in overeenstemming met het toekomstige)
en het afgeven van een bouwvergunning
volgens artikel 50, lid 8, van de woningwet
voor het maken van de tweede jachthaven.
Tenslotte werd het gemeentebestuur van
Wissenkerke gevraagd de bezwaarden tegen
de gemeentelijke plannen op de hoogte
te stellen van de gs-beslissingen en hen te
wijzen op de mogelijkheden van beroep
op basis van de wet AROB.
SPREEKUUR WONINGVERBETE
RING IN COLIJNSPLAAT
In opdracht van de gemeente Kortgene
worden door het architectenbureau Rothui
zen en 't Hooft dorpsvernieuwingsplannen
voorbereid voor de dorpen Colijnsplaat,
Kortgene en Kats. Op basis van een door
dit bureau uit te brengen rapportage zal
de gemeenteraad moeten beslissen over de
gebieden die het eerst aangepakt moeten
worden, over sloop en vervangende nieuw
bouw. over woningverbetering, e.d.
Het is de bedoeling dé woningkwaliteit in
de kernen te verbeteren en het aantal wo
ningen voor permanente bewoning op te
voeren, zodat het ook voor jonge gezinnen
weer aantrekkelijk wordt zich in deze ker
nen te vestigen.
Om reeds nu ook daadwerkelijk te be
ginnen met de dorpsvernieuwing, wil het
gemeentebestuur de eigenaren en bewoners
aktiveren om tot woningverbetering over
te gaan. Eén van de middelen daartoe is
het verstrekken van informatie over de
subsidie-mogelijkheden. Juist daarvoor is
het spreekuur woningverbetering ingesteld.
Iedere eerste dinsdag van de maand wordt
dat spreekuur gehouden van half acht tot
half negen in de kleine zaal van het dorps
huis „De Brug" in Colijnsplaat.
De heer J. W. Mijnsbergen van het archi
tectenbureau Rothuizen en 't Hooft zal daar
aanwezig zijn om u te informeren over de
mogelijkheden die er in uw geval bestaan
om subsidie voor uw plannen te verkrijgen.
Mocht u die avonden verhinderd zijn,
neemt u dan kontakt op met de heer Mijns
bergen bij het architectenbureau Rothuizen
en 't Hooft te Goes, Frans den Hollander
laan 12, Tel. 01100 - 28220 (telefonisch
alleen op dinsdag en woensdag).
Dus, wanneer u iets wilt weten over
subsidie voor woningverbetering, kom dan
3 oktober, 6 november of 4 december tussen
19.30 en 20.30 uur naar het dorpshuis „De
Brug" in Colijnsplaat.
ZEEHENGELWEDSTRIJD
Op zaterdag 22 september 1979 was de
vakantie van de leden van de Noord-Beve-
landse hengelsportvereniging weer afgelopen
De 5de competitiewedstrijd ging die mid
dag van start en dat de leden er weer zin
in hadden, bleek wel uit de opkomst. Niet
minder dan 70 deelnemers lieten zich voor
deze wedstrijd inschrijven, die onder gun
stige weersomstandigheden gehouden werd.
Wat erg meeviel die middag waren de
vangsten. Er werden in totaal 464 vissen
gevangen, waaronder een prachtige zeebaars.
Eén der deelnemers haalde maar liefst 25
vissen boven water. Van de 15 prijswinnaars
waren er 14, die elk meer dan 10 vissen
wisten te verschalken.
Voor deze prijzen kwamen in aanmerking:
1. P. J. v/d Moere, Kamperland 17 vissen
2. C. P. v/d Moere, Colijnsplaat 24 vissen
3. C. Poortvliet, Geersdijk 25 vissen
4. Ph. A. Leendertse, Kamperland 15 vissen
5. B. Stage, Middelburg 17 vissen
6. P. de Pan, Kamperland 15 vissen
7. Ad. Versluis, Colijnsplaat 24 vissen
8. G. Verlinde, Kamperland 13 vissen
9. I. Lamse, Colijnsplaat 16 vissen
10. L. de Waal, Colijnsplaat 14 vissen
11. W. Noordhoek, Oostkapelle 11 vissen
12. O. M. v. Oosterhout, Eindh. 14 vissen
13. A. Kastelein, Geersdijk 16 vissen
14. H. de Pan, Kamperland 14 vissen
15. M. Zuidweg, Kamperland 8 vissen
Wegens afwezigheid van de voorzitter
werden na afloop de prijzen uitgereikt door
de secretaris J. Minnaard. Hij vond, dat de
vangsten van deze middag erg waren mee
gevallen. Hij bedankte de deelnemers voor
hun opkomst en hoopte dat de volgende
wedstrijd op 6 oktober 1979 even succesvol
zou zijn. Inschrijven in café „Juliana" vanaf
13.00 uur. Er wordt dan gevist vanaf 14.00
tot 16.30 uur.