Het is nu tijd voor een fietstocht Hoeveel ontwikkelingshulp bereikt de armen? Opnamebeleid bejaardentehuizen verscherpt In de buurt van kinderen altijd langzaam rijden Beschreven route Verkeerswegen Wegwijzer Paddestoel Toeristisch fietsen is niet aan seizoenen gebonden, maar de herfst is toch wel een bij uitstek geschikte periode. Gezonde be weging nemen en dan genieten van het buiten zijn. Om u een duwtje in die richting te geven, brengen wij hier de beschrijving van een circa 25 kilometer lange fietstocht vanuit Goes ontleend aan het verzamelmapje Fietsen in zuidelijk Nederland, dat verscheen in de serie Ontdek Nederland op de fiets! Dit mapje met 20 verschillende fietsrond- ritten. gedetailleerde routekaartjes en toe ristische informatie, kan door overmaking van 10,onder vermelding van bestel code Zu.N, op postgirorekening nr. 234567 worden aangevraagd bij de stichting: Fiets! in Amsterdam. Wij verlaten Goes langs de Albert Joa- chimkade en rijden in de richting Katten- dijke. Bij de splitsing met de Houtkade houden wij rechts aan, fietsen langs het zwembad en verder over de Kattendijksedijk. Wij houden de dijk aan later Oude Zee dijk en rijden langs Kattendijke verder langs de zeedijk naar Wemeldinge. Wij blijven door Wemeldinge ook de dijk volgen en rijden door tot de kruising van Bonzij weg en'Westelijke Kanaalweg en slaan daar linksaf, twee bruggen over van het Kanaal door Zuid-Beveland en meteen rechtsaf en bij de kort daarop volgende splitsing links aanhouden en verder langs de dijk tot bij Yerseke. Wij slaan bij T-kruising vlak voor de eerste bebouwing rechtsaf (wie Yerseke wil bezoeken, moet rechtdoor rijdenj en rijden rechtuit naar de brug bij wegwijzer 8052. Na de brug slaan wij bij wegwijzer 8053 rechtsaf en fietsen langs het kanaal in de richting Wemeldinge. Bij de eerste zijweg bij een rood huis slaan wij linksaf. Bij de komende T-kruising slaan wij weer linksaf; bij de grote splitsing rechtsaf en bij de volgende linksaf en nu rechtuit langs de Lurpseweg tot de grote weg die wij rechts opdraaien naar Kapelle tot wegwijzer 2371. Hier slaan wij r.echtsaf en dan meteen naar links. Bij de eerste splitsing houden wij links aan, steken de voorrangsweg recht over en fietsen langs de Oostweg, rechts aanhoudend weer naar de grote weg naar Kloetinge. Wij rijden door Kloetinge en verder langs de parallelweg naast de grote weg terug naar Goes. Hulp aan arme landen ondervindt de steun van de meerderheid der be volking, al geloven regeringen er in sterkere mate in dan de enkeling. Het is één der grote feilen van de moderne democratie dat de regeringen in hun beleid onvoldoende vertalen hetgeen hun kiezers willen. Wij prefereren een de mocratie omdat dictators die kunst nog veel minder verstaan. Wat wij als burgers graag zouden willen is, dat arme mensen gevrijwaard zouden worden van honger en ellende. In feite wil de doorsnee-kiezer in de rijke landen de burgers van ontwik kelingslanden zoveel helpen dat zij van hun eerste levensbehoeften verzekerd zijn. Het lijkt er nog niet op! Zelfs bij de meest optimistische verwachtingen zullen volgens president Mc Namara van de Wereldbank over 20 jaar, dus bij de intrede van een nieuwe eeuw, nog 600 miljoen mensen in absolute armoede leven. Hoe wordt het geld besteed? Wij kunnen voorstanders van ontwikke lingshulp zijn, maar toch over heel andere dingen praten. De eenvoudige man en vrouw in de straat zal meestal het beeld van de armen voor zich hebben, maar een staatsman kan wel bedoelen dat hij de betalingsbalans van een aantal arme landen in evenwicht wil brengen. De eenvoudige burger offert zijn belastinggeld voor de armen, de staatsman of de politicus voelt zich mogelijk al voldaan als hij een formule heeft gevonden op basis waarvan hij de begrotingsgelden voor ontwikkelingshulp kan verdelen over de regeringen van een aantal daarvoor in aanmerking komende landen. Het is de vraag wat die regeringen van de bevoorrechte landen met die gelden doen. Kopen of produceren zij er voedsel of kleding mee of bouwen zij dan goede huizen voor de arme stakkers in hun land of doen ze iets anders? Zij kunnen ook een universiteit oprichten, zodat hun land meer hoog-gekwalificeerde deskundigen krijgt. Die kunnen dan het land of de economie beter besturen. Niemand zal de goede bedoelingen van zo'n overheid in twijfel willen trekken, maar voordat zo'n generatie betere bestuurders aan bod komt, zijn wij wel tenminste tien jaar verder en hoeveel hongerlijders zijn er intussen weer gestorven! Wanneer bij de verdeling van ontwikke lingsgeld vertegenwoordigers van het ge vende en ontvangende land overeen komen, dat het geld wordt besteed aan de import van auto's en machines uit het donorland, dan moeten wij maar afwachten of de ontwikkelingshulp wel vruchten draagt. Bij dit soort politiek krijgen niet steeds de armste landen voorrang bij de ontwikke lingshulp en zeker ijiet de armste mensen in die landen. Controle. Nederland maakt bij de verdeling van de ontwikkelingshulp een keuze uit de 117 landen, die tot de arme naties behoren. Wij hebben er een flink dozijn uit gekozen, waarbij wij besloten hebben er een aantal in de steek te laten, die per hoofd van de bevolking gemiddeld meerdan 550 dollar verdienen. Maar wanneer daar nu een kleine groep zeer rijken bij is, zodat het gemiddelde een vertekend beeld geeft, dan zijn er miljoenen armen de dupe van de welvaart van enkelen. Bedoelen wij zoiets met ontwikkelingshulp? Het belangrijkste controlerend orgaan van de internationale ontwikkelingshulp heet het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Van dit fonds ontvangen de arme landen kre dieten, waarvoor zij overigens wel rente moeten betalen. Vanzelfsprekend is de kre- dietput in dit soort landen evenmin te dempen als wanneer men in een a-sociaal gezin met een consumptieve lening komt aandragen. Blijven arme landen om steeds meer krediet vragen zonder dat hun eco nomie gezonder wordt, dan komen er con troleurs van het IMF. Die werpen zich dan op het betalingsbalans-probleem van zo'n land en eisen een aantal maatregelen, die het betalingsevenwicht dan verbeteren. Die maatregelen kunnen devaluatie van de munt inhouden, een loonstop of beper king van de staatsuitgaven. Het is best mogelijk dat er miljarden ontwikkelings hulp zijn vermorst zonder dat de werkelijk armen daarvan geprofiteerd hebben, maar die armen betalen dan wel het gelag in de vorm van hogere prijzen voor kleding en schoeisel en zelfs voedsel. Bedoelen wij dat wanneer wij l^/o ofwel 3,6 miljard van ons nationale inkomen reserveren voor ontwikkelingshulp. Noodklok. De schulden van een reeks ontwikkelings landen zijn intussen zo hoog opgelopen, dat zij de rente niet meer kunnen betalen om over aflossing maar niet te spreken. In arme landen wordt er gepleit voor een overdracht van 35 tot 50 miljard gulden van rijke landen naar arme landen, zodat de laatsten dat kunnen besteden voor aan kopen in de welvarende staten om op deze wijze de werkgelegenheid te verruimen en de wereldconjunctuur weer te verbeteren. Het beheer van het geld zou gelijkelijk bij geldgevers en geldleners moeten berusten. Het zal wel moeilijk zijn om de financiers in de rijke landen daarbij te overtuigen van de deskundigheid in de nu reeds in nood verkerende partners. Het is dus niet zo eenvoudig om het vraagstuk van de ontwikkelingshulp op te lossen. De Westduitse regering wil een plan uitvoeren waarbij de minst ontwikkelde landen een schuld van 4,6 miljard zou worden kwijtgescholden over een periode van 45 jaar. Maar* wel is het zo, dat de Westduitsers tot de landen behoren, die relatief nog het minste aan ontwikkelings hulp doen. Dat kwijtscheldingsplan zou de oosterburen op 85 miljoen per jaar komen. Ze zijn veel meer dan dit bedrag achter in het bijdragen van hulp en hun beta lingsbalans behoort tot de sterkste van de wereld. Zelfs wanneer Nederland zou besluiten tot een zeer gedetailleerd gerichte hulp aan arme stakkers in een reeks van landen onder strenge controle, zijn wij daarmee niet uit de problemen. Want ook op het terrein van de ontwikkelingshulp hebben wij onze internationale afspraken en daaruit voortvloeiende verplichtingen. Het zou echter zinnig zijn op dit terrein eens wat meer de noodklok te luiden. Wij staan al bekend in de wereld om onze betweterigheid. Maar zelfs daarmee kunnen wij het probleem van de armoede in de wereld niet baas. Dat ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om zelf meer te doen aan gerichte hulp aan de werkelijk armen, inclusief de controle daar op. Laten wij daarvoor een deel van onze ruim 3,75 miljard reserveren. Er blijft dan nog genoeg over voor de minimale inter nationale verplichtingen. Het dodencijfer als gevolg van honger kan internationaal even goed omlaag als nationaal bijvoorbeeld het getal der verkeersdoden. (Nadruk verboden). Drs. A. van Mierlo. BEZUINIGINGEN. MAAR BEJAARDEN NIET AFSCHEPEN Er is een tijd geweest dat ook gezonde en vitale bejaarden, die zich lieten inschrijven voor een bejaardentehuis, daar werden opgenomen. In de zestiger jaren en het begin der zeventiger jaren was het voor hulpbehoevende bejaarden zelfs moeilijk om in zo'n tehuis te worden opgenomen, omdat het gros van de plaatsen was bezet door vitalere leeftijdsgenoten. Een man van 80-plus beweerde toen voor de televisie dat hij bij alle tehuizen nul op het request kreeg, omdat ze hem te oud vonden Aan deze absurde situatie is nu eindelijk een halt toegeroepen. Op 1 januari 1977 is het Besluit Opneming in Bejaardenoorden in werking getreden. Dit Besluit impliceert onder meer dat ieder gemeente een commissie moet hebben, die adviseert over de opneming van 65-plussers in tehuizen. De bejaarden moe ten thans aan een aantal voorwaarden voldoen om voor opneming in aanmer king te komen. Voorwaarden die liggen op verschillende levensgebieden (gezond heid, psychisch en lichamelijk, sociale omstandigheden, enz.). Oudste mensen maken meeste kans. Het Besluit Opneming in Bejaardenoorden dat dus in 1977 in werking is getreden, is niet voor niets genomen. Zoals het in de jaren daarvoor ging, kon het niet langer. Bejaarden die krachtens hun gezondheids toestand, leeftijd en sociale omstandigheden het eerst in aanmerking zouden moeten komen voor plaatsing in een tehuis, zagen de weg naar zo'n tehuis vaak versperd door bejaarden, wier levenssituatie aanmerkelijk gunstiger was en die men in de bejaarden tehuizen vaak met meer genoegen opnam, omdat ze minder werk gaven. Bovendien kwam de overheid er achter, dat de tehuisplaatsingen de gemeenschap miljoenen kostte? Immers, als de bejaarde de pensionprijs zelf niet volledig kan be talen (en alleen de zeer welgestelden onder de bejaarden kunnen dat), dan moet de bijstandswet bijspringen. De in het tehuis wonende bejaarden vormen dan ook al sinds jaren één van de duurste klanten van de algemene bijstandswet. Het is dan ook zeer logisch dat de overheid strengere opname- eisen is gaan stellen. Ook dat past in het streven om te bezuinigen op de sociale uitgaven, waar dat verantwoord is. Bejaarden die nu nog in een bejaarden tehuis willen, moeten zich dus wenden tot een commissie met het verzoek om opge nomen te worden. Is de indicatie van de commissie negatief, dan gaat de opname niet door. Vorig jaar wezen de betreffende commissies (er functioneren in ons land zo'n kleine 600) ongeveer 20% van alle verzoeken tot opneming in een bejaarden oord af. Dat wil niet zeggen, dat die com missies de bejaarden maar een beetje af schepen. Tal van afgewezen bejaarden kre gen wel degelijk goede adviezen, bijvoor beeld een doorverwijzing naar de gezins verzorging of wijkverpleging, andere huis vesting, enz. enz. Gemiddelde leeftijd 79. Volgens een recent verslag van het mi nisterie van CRM meldden zich in de eerste zes maanden van 1978 zich 15.170 bejaarden voor opneming in een tehuis. De gemiddelde leeftijd was 79 jaar. Ruim 42% was zelfs ouder dan 80 jaar. Tachtig-plussers werden door de indicatie-commissies minder vaak afgewezen dan „jongeren". In 86,5% van alle verzoeken van 80-plussers werd een positief advies uitgebracht. Bij de mensen van 79 jaar en jonger was dat percentage 74,5%. Aanvragen van vrouwen domineren dui delijk. Meer dan 60% van de aanvragers was van het vrouwelijk geslacht. Ongeveer 35% van de aanvragers was gehuwd, circa 50% weduwe of weduwnaar. Opvallend was ook dat de meeste aan vragers voor een plaats in een bejaarden huis afkomstig waren uit grote en middel grote gemeenten en dat vooral uit de pro vincies Zuid- en Noord-Holland. Bejaarden willen vooral graag in een tehuis in Gel derland of Utrecht wonen, daarvoor was een grote voorkeur. Wanneer positief? Wanneer zal een indicatie-commissie tot een positief advies komen inzake een aan vraag voor plaatsing in een bejaardente huis? Allerlei faktoren worden in ogen schouw genomen. Natuurlijk speelt so wie so de lichamelijke gezondheid van de aan vrager een rol. Een bejaarde, die zich nog vrij gemakkelijk verplaatsen kan in huis, zichzelf kan aan- en uitkleden, in bed stap pen. etc. zal minder gauw worden opge nomen dan iemand die dat niet kan. Be keken wordt ook of de bejaarde zelf kan koken, of hij zelf zijn ontbijt en lunch kan verzorgen, of hij nog schoonmaak- werkzaamheden kan verrichten, enz., enz. Maar dit zijn beslist niet de enige cri teria. Een bejaarde, die allerlei huishou delijke aktiviteiten zelf kan verrichten, maar bijvoorbeeld sterk vereenzaamd is of last heeft van depressies of geheugenstoornis, zal vermoedelijk ook in aanmerking kunnen komen voor plaatsing in een tehuis. Iemand met een slecht gezichtsvermogen maakt ook veel kans. Oordeelt de indicatie-commissie nochtans afwijzend, dan kan zo'n besluit toch wel gepaard gaan met zinvolle adviezen aan de betrokken bejaarde, bijvoorbeeld andere huisvesting zoeken, eten van buiten laten komen, gezinsverzorging inschakelen, enz. (Nadruk verboden). Mr. A. Bronsbergen. Verkeersopvoeding thuis, verkeersonderwijs op school, een veilige omgeving. Alleen daarmee is het kind-op-de-weg niet gebaat. Het heeft onderweg ook de hulp nodig van de automobilist, de motorrijder, de bromfietser. Daarom wijst Veilig Verkeer Nederland nog eens tijdens de aktie „Help ze 'n handje", die wordt gevoerd in samenwerking met de Centrale Politie Verkeerscommissie en de Verkeerscommissie Openbaar Ministerie. De beschermende rol die de gemotori seerde verkeersdeelnemer moet spelen, komt kortweg op het volgende neer: Het kind als medeweggebruiker aanvaarden met in achtneming van extra reserves en het in twijfelgevallen voorrang geven. Onberekenbaar. Waar de ervaren weggebruiker rekening mee moet houden is het volgende: Veel kinderen kennen en/of begrijpen de verkeersregels niet, raken met het toe passen ervan in de knoop. Kinderen geloven vaak dat automo bilisten hun wagen meteen tot stilstand kunnen brengen en handelen daar ook naar door een paar meter voor de naderende auto over te steken. Op straat heeft het kind belangstelling voor heel andere dingen dan het verkeer en gaat het vaak zonder goed uit te kijken ergens op af. Duidelijk is, dat kinderen nog veel ken nis, inzicht en ervaring missen. Ze zijn zich de vele gevaren op de weg minder of helemaal niet bewust, ze gedragen zich argeloos, wispelturig en onberekenbaar, springen en hollen naar alle kanten de straat over. Inderdaad, daar zijn het kinderen voor. Niet de wet. Hoe kunnen gemotoriseerde weggebruikers het kind 'n handje helpen? Een paar drin gende adviezen: In woonbuurten altijd langzaam rijden. Een snelheid van 50 km is daar veel te hoog om bijtijds te kunnen stoppen voor een kind dat in het vuur van zijn spel of gehaast op weg naar school plotseling de rijbaan oprent. Niet de wet moet de snel heid bepalen, maar de omstandigheden en het eigen inzicht van de bestuurder. Houd ook jongens en meisjes die ogen schijnlijk rustig op de stoep lopen of aan de kant van de weg staan, goed in de gaten. In de volgende seconde kunnen ze zonder een duidelijk „waarom" de straat oversteken. Waar het steeds op aankomt is: in de buurt van kinderen snelheid matigen. Lang zaam rijden geeft dan blijk van goed rijden! Op de fiets. Ook van fietsende kinderen is geen redelijk verkeersinzicht te verwachten, ge woonweg omdat kinderen geen volwassenen zijn. Volwassenen weten dat met drie auto's naast elkaar rijden, dom is. Maar met z'n drieën naast elkaar fietsen doen kinderen wél. Jongens en meisjes willen met hun twee- wieler ook nogal eens onverwachte bewe gingen maken. Ze geven heel vaak geen richting aan en kijken niet om voordat ze linksafslaan. Bijzondere zorg. Zó kan het fietsende kind 'n handje worden geholpen: Geef al op flinke afstand een waar schuwingssignaal als u een jeugdige wiel rijder van achteren nadert. Waarschuwen op het laatste nippertje kan tot gevolg hebben, dat het kind schrikt en daardoor naar links zwenkt, vlak- voor uw voertuig Passeer fietsende kinderen met bijzondere zorg. Houd daarbij goed afstand, vooral als er veel wind staat, om te voorkomen dat ze onder uw wagen of uw achterligger worden „gezogen". Help het kind 'n handje. Anders gezegd: Gedraag u tegenover het kind in het ver keer zoals u verwacht dat andere wegge bruikers zich tegenover uw eigen kind zul len gedragen! GOEDKEURING VAN G.S. VOOR 2DE JACHTHAVEN KAMPERLAND Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben goedkeuring verleend aan de eerste her ziening van het bestemmingsplan Kamper land van de gemeente Wissenkerke voor de aanleg van een tweede jachthaven complex in de kern Kamperland. Tegelijkertijd deelden gs het gemeente bestuur mee er geen bezwaar tegen te hebben, dat vrijstelling verleend zou wor den volgens artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening (bouwen in afwijking van het geldende bestemmingsplan, maar in overeenstemming met het toekomstige) en het afgeven van een bouwvergunning volgens artikel 50, lid 8, van de woningwet voor het maken van de tweede jachthaven. Tenslotte werd het gemeentebestuur van Wissenkerke gevraagd de bezwaarden tegen de gemeentelijke plannen op de hoogte te stellen van de gs-beslissingen en hen te wijzen op de mogelijkheden van beroep op basis van de wet AROB. SPREEKUUR WONINGVERBETE RING IN COLIJNSPLAAT In opdracht van de gemeente Kortgene worden door het architectenbureau Rothui zen en 't Hooft dorpsvernieuwingsplannen voorbereid voor de dorpen Colijnsplaat, Kortgene en Kats. Op basis van een door dit bureau uit te brengen rapportage zal de gemeenteraad moeten beslissen over de gebieden die het eerst aangepakt moeten worden, over sloop en vervangende nieuw bouw. over woningverbetering, e.d. Het is de bedoeling dé woningkwaliteit in de kernen te verbeteren en het aantal wo ningen voor permanente bewoning op te voeren, zodat het ook voor jonge gezinnen weer aantrekkelijk wordt zich in deze ker nen te vestigen. Om reeds nu ook daadwerkelijk te be ginnen met de dorpsvernieuwing, wil het gemeentebestuur de eigenaren en bewoners aktiveren om tot woningverbetering over te gaan. Eén van de middelen daartoe is het verstrekken van informatie over de subsidie-mogelijkheden. Juist daarvoor is het spreekuur woningverbetering ingesteld. Iedere eerste dinsdag van de maand wordt dat spreekuur gehouden van half acht tot half negen in de kleine zaal van het dorps huis „De Brug" in Colijnsplaat. De heer J. W. Mijnsbergen van het archi tectenbureau Rothuizen en 't Hooft zal daar aanwezig zijn om u te informeren over de mogelijkheden die er in uw geval bestaan om subsidie voor uw plannen te verkrijgen. Mocht u die avonden verhinderd zijn, neemt u dan kontakt op met de heer Mijns bergen bij het architectenbureau Rothuizen en 't Hooft te Goes, Frans den Hollander laan 12, Tel. 01100 - 28220 (telefonisch alleen op dinsdag en woensdag). Dus, wanneer u iets wilt weten over subsidie voor woningverbetering, kom dan 3 oktober, 6 november of 4 december tussen 19.30 en 20.30 uur naar het dorpshuis „De Brug" in Colijnsplaat. ZEEHENGELWEDSTRIJD Op zaterdag 22 september 1979 was de vakantie van de leden van de Noord-Beve- landse hengelsportvereniging weer afgelopen De 5de competitiewedstrijd ging die mid dag van start en dat de leden er weer zin in hadden, bleek wel uit de opkomst. Niet minder dan 70 deelnemers lieten zich voor deze wedstrijd inschrijven, die onder gun stige weersomstandigheden gehouden werd. Wat erg meeviel die middag waren de vangsten. Er werden in totaal 464 vissen gevangen, waaronder een prachtige zeebaars. Eén der deelnemers haalde maar liefst 25 vissen boven water. Van de 15 prijswinnaars waren er 14, die elk meer dan 10 vissen wisten te verschalken. Voor deze prijzen kwamen in aanmerking: 1. P. J. v/d Moere, Kamperland 17 vissen 2. C. P. v/d Moere, Colijnsplaat 24 vissen 3. C. Poortvliet, Geersdijk 25 vissen 4. Ph. A. Leendertse, Kamperland 15 vissen 5. B. Stage, Middelburg 17 vissen 6. P. de Pan, Kamperland 15 vissen 7. Ad. Versluis, Colijnsplaat 24 vissen 8. G. Verlinde, Kamperland 13 vissen 9. I. Lamse, Colijnsplaat 16 vissen 10. L. de Waal, Colijnsplaat 14 vissen 11. W. Noordhoek, Oostkapelle 11 vissen 12. O. M. v. Oosterhout, Eindh. 14 vissen 13. A. Kastelein, Geersdijk 16 vissen 14. H. de Pan, Kamperland 14 vissen 15. M. Zuidweg, Kamperland 8 vissen Wegens afwezigheid van de voorzitter werden na afloop de prijzen uitgereikt door de secretaris J. Minnaard. Hij vond, dat de vangsten van deze middag erg waren mee gevallen. Hij bedankte de deelnemers voor hun opkomst en hoopte dat de volgende wedstrijd op 6 oktober 1979 even succesvol zou zijn. Inschrijven in café „Juliana" vanaf 13.00 uur. Er wordt dan gevist vanaf 14.00 tot 16.30 uur.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1979 | | pagina 2