Raadsvergadering Wissenkerke Muskusratten wor den kwaadaardig Op maandag 23 april j.l. kwam de raad der gemeente Wissenkerke in openbare ver gadering bijeen. De heer Remijnse was met kennisgeving afwezig. Alvorens tot behan deling van de agenda over te gaan, deed de voorzitter enkele mededelingen over het wel en wee van de gemeente. De begroting over 1978 zal een batig saldo te zien geven van ƒ400.000,—. Het is de bedoeling hiervan ƒ300.000,— te re serveren voor het sportveld te Kamperland, zodat de reserve nu totaal 515.000,— bedraagt. De kosten van het complex zullen wellicht 1,5 miljoen bedragen. De uitbrei ding van het De Casembroothuis staat voorlopig in de ijskast; de kosten van plm. 180.000 zijn te hoog. Het verkeers- rapport is aan de raadsleden toegezonden. De oude boom bij de begraafplaats te Kamperland wordt gerestaureerd. Er loopt een enquête onder de bewoners van Rancho Grande naar de behoefte aan aardgas. De bouwvergunning voor verbouw van de bijz. school te Wissenkerke wordt binnenkort verleend. De gemeenten Kortgene en Wis senkerke krijgen één welzijnsambtenaar. Er komen maatregelen, evt. harde, over het bouwen in afwijking van de verleende ver gunning en het ongeoorloofd plaatsen van caravans in de kernen. De bouw van de centrale zuiveringsinstallatie komt in de hoek van de Thoornpolder, ten westen van De Blikken. De notulen van de vorige vergadering werden met een kleine naamsverwisseling vastgesteld. Naar aanleiding van de ingekomen stuk ken vroeg de heer Blok over het proef project Open School het volgende: „Bij de stukken hebben wij kunnen lezen, dat de colleges van De Bevelanden twee werk groepen gaan instellen over deze proble matiek. Wij verzoeken dan ook om voort durend gerapporteerd te worden over de vorderingen en verslagen van deze werk groepen. Is dit mogelijk en op welke wijze?" De voorzitter beloofde alle verslagen van deze werkgroepen bij de ingekomen stuk ken ter inzage te leggen. Er werd een wijziging aangebracht in de „Lozingsverordening riolering". De raadscommissie voor het horen van bezwaarschriften ingevolge de wet AROB werd uitgebreid met de heer P. van der Maas. De huur van drie nog in het bezit van de gemeente zijnde woningen werd ver hoogd met 5%. Het betreft de woningen Voorstraat 28, Middenstraat 3 en West- havendijk 23/25. De tarieven voor het gebruik van de sportvelden en gymlokalen werden verhoogd met 3,5%. Het college stelde voor om van de heer A. J. Schippers te Kamperland aan te kopen een gedeelte van zijn boomgaard en bouw land, ten bedrage van 297.020,— met een schadeloostelling aan de pachter van 30.259,80. De voorzitter noemde deze aan koop een forse stap in de richting naar realisering van dit complex. De heer Van der Maas kon niet instem men met dit voorstel wegens een te groot bedrag voor deze sport. Als er bezuinigt moet worden, dan eerst op de sport. De voorzitter zei, dat de inwoners geen belas tingverhoging daardoor zullen krijgen. Uijl vroeg nog waarom er zoveel grond werd aangekocht. De voorzitter stelde, dat men niet moest vergeten, dat er ook ten nisbanen, parkeerterrein, groen, e.d. in het plan was opgenomen. Het voorstel werd aangenomen met de stem van Van der Maas tegen. Er werd medewerking verleend voor de school te Geersdijk de benodigde gelden beschikbaar te stellen. Aanleg telefoon en aanschaf van leermiddelen en meubilair ging een bedrag kosten van ƒ61.300,—. Er werd een wijziging aangebracht in het Algemeen ambtenarenreglement. Bij de behandeling van 15 subsidiever zoeken kwamen enkele opmerkingen. Sandee vroeg of de bijdrage aan de badmintonvereniging voor één jaar was, hetgeen door de voorzitter werd bevestigd. Van der Maas betreurde de afwijzing aan het comité Redt het ongeboren kind. Verder wenste hij te hebben tegengestemd als zou blijken dat het Biologisch Museum en het Landbouwmuseum op zondag ge opend zouden zijn. Ingevolge een vijfjaarlijkse bijsturing van het bedrag per leerling aan de bijzondere scholen moest de gemeente nog 102,19 per leerling bijbetalen. De heer Sandee pleitte voor een andere regeling om dit per school te bepalen. De voorzitter zei, dat de onderwijswet één bedrag bepaalt, maar er kunnen uitzonderingen zijn. Op deze mogelijkheid zouden de scholen ge wezen worden. Voor een bedrag van ƒ4500,— werd een lichtmast geplaatst bij de afslag richting Sophiahaven. Hierna kwam in de behandeling een geheel nieuw reglement van orde voor de vergaderingen van de raad. Er was een com missie geweest, die een nieuw reglement had ontworpen. Op twee punten was deze commissie verdeeld geweest, nl. het ambts gebed en spreekrecht voor aanvang door de publieke tribune. Daarover ging dan ook in hoofdzaak de discussie. De heer Blok opende de discussie door de volgende opmerkingen: „Voorzitter. De PvdA-fraktie is ten aan zien van één artikel sterk verdeeld en het leek ons juist, dat een ieder persoonlijk daar wel of niet over kan discussiëren en zijn mening geven. Het betreft art. 5 lid 7 (het ambtsgebed). Persoonlijk wil ik daar dit over zeggen. Gezien het feit, dat ik weinig tolerantie over dit punt verwacht bij dit CDA en natuurlijk helemaal niet bij de SGP. zodat vervallen helemaal on mogelijk wordt, stel ik voor om enige ogenblikken stilte in acht te nemen voor aanvang van de raad. Wel eensgezind is de fraktie over de toevoeging van een lid bij artikel 33 en wel het volgende: Punt 3. De voorzitter kan voor aanvang van de raad, indien de behoefte aanwezig is, tot ten hoogste 15 minuten, het woord verlenen aan de toe schouwers op de publieke tribune. Van dit punt willen wij zeker een princi pieel voorstel maken. Men zal denken dat er weinig gebruik van gemaakt zal worden; dit valt natuurlijk te bezien en kunnen wij niet voorspellen. Maar in, een reglement dit op te nemen kan volgens ons geen kwaad. Er zijn wel meer artikels, die nooit of nauwelijks in werking treden. Over de andere artikels geen op- of aanmerkingen". De heer Hamelink las het volgende schrij ven voor: „Mijnheer de voorzitter. Het reglement van orde voor raadsvergaderingen art. 5 lid 7 spreekt over het ambtsgebed. Daar dit onderdeel geen wezenlijke bijdrage levert aan het optimaal functioneren van de raad onzer gemeente meen ik het volgende hier over te moeten opmerken. Ons land kent vele vrijheden, zoals bijv. de vrijheid er een levensovertuiging op na te houden. Deze levensovertuiging mag m.i. niet onder geschikt zijn aan een reglement van orde. Is het daarom niet onjuist om in een reglement van orde voor een openbare raadsvergadering waarbij vertegenwoordi gers van diverse levensovertuigingen aan wezig zijn, een formuliergebed voor te lezen. Dit alles namens de gehele raad. Hoe moeten we het zien, als een soort evan geliserende bijdrage aan onze samenleving? Is het wel zo christelijk een gebed voor te lezen van een plankje? Als we het gebed verlagen tot een orde-procedure, maken we dan een zo persoonlijke zaak als een gebed, niet tot inzet van een po litieke strijd, wat m.i. nooit de bedoeling van een gebed kan zijn. Kortom, mijnheer de voorzitter, deze overwegingen dwingen mij u te verzoeken de raad in overweging te geven dit punt buiten dit reglement te houden. En evt. met mij te zoeken naar bruikbaardere en vooral zinvollere alternatieven welke bui ten het reglement van orde om, uiting kunnen geven aan één van de specifieke religieuze behoeften welke christenen heb ben, nl. bidden". De heer Uijl zei geen behoefte te hebben aan een discussie over het ambtsgebed en zou zich neerleggen bij de meerderheid. De heer Dieleman zei dat het CDA voor stander was van handhaving van het ambts gebed. Hij had geen reactie op het schrij ven van de heer Hamelink. De heer Van der Maas zou het ernstig betreuren als het ambtsgebed afgeschaft werd. De voorzitter konkludeerde hieruit dat er geen meerderheid was voor een andere vorm van het ambtsgebed. Daarmee was de discussie over dit punt gesloten. In tweede instantie handhaafde Blok zijn voorstel over spreekrecht, omdat hij weinig tegenargumenten gehoord had. De voorzitter zei dat bij invoering dit een hoge uitzondering bij andere gemeenten zou zijn en voor 3000 inwoners is daar toch weinig behoefte aan. De heren Diele man en Sandee zagen de noodzaak ook niet zitten. Voor Van der Maas had dit geen nut. Blok wou toch de mogelijkheid open houden om de inwoners meer bij het raads- gebeuren te betrekken en vroeg met steun van de heer Hamelink om stemming. De uitslag daarvan was: tegen het voorstel waren de raadsleden Sandee, Meulenberg, Dieleman, Van der Maas, Noordhoek en de wethouders Wisse en De Nooijer; voor het voorstel waren de leden Blok, Uijl en Hamelink. Er was een voorstel om vast te stellen de bestemmingsplannen „Wissenkerke II", „Kamperland II" en „Geersdijk II". De voor zitter en ambtenaar Van Strien gaven daar over een uitvoerige toelichting. Men had alle kleine plannetjes nu op één kaart gezet. En er waren beperkingen ingebracht op de bebouwingen op sommige plaatsen. Er waren drie bezwaarschriften ingediend. Het college stelde voor om er één af te wijzen, nl. het pand van dhr. Jongejan aan te wijzen als horeca. Dit kon geen doorgang vinden in de ogen van het college. De beide anderen wilde men wel als zo danig aannemen en de kaart wijzigen in de voorgestelde bestemming. Blok gaf als algemene indruk, dat men nu wel een uitvoerige toelichting, e.d. had gehad, maar dat men min of meer toch weer voor een voldongen feit stond. Hij was er dan ook graag in een eerder sta dium bij betrokken geweest. Zijn fraktie had al eerder voor o.a. een commissie ruimtelijke ordening gepleit. Helaas kreeg men weinig steun hiervoor van de andere partijen. De heer Uijl was het eens met de ziens wijze van het college over de bezwaar schriften en hij ging ook nog nader in op enkele details in de tekeningen. Ook Sandee had nog een enkele opmerking. De voorzitter stelde, dat de plannen wa ren goedgekeurd met de voorgestelde wij zigingen. Ook werd nog een terrein aan geduid in het begin van de Nieuwstraat om als mogelijkheid voor parkeerruimte te kunnen dienen. Men ging akkoord met een nieuwe re geling „Beschikking geldelijke steun huis vesting gehandicapten." Ook zouden er voorzieningen aangebracht worden voor gehandicapten, b.v. aan de trottoirs, e.d. De bebouwingsdiepte voor de erven in het bestemmingsplan „Kamperland II" werd bepaald op 30% Enkele begrotingswijzigingen passeerden hierna de revue. Er werd bij het rijk aangevraagd en aan vaard voorschotten en jaarlijkse bijdrage voor de bouw van 10 woningwetwoningen te Geersdijk. Sandee vroeg hierbij, of er overleg was geweest tussen het belangencomité Geers dijk en de woningbouwstichting. En of er gegadigden voor de woningen zijn. De voor zitter zei, dat er overleg geweest was tussen het belangencomité en de gemeente. Er is gebleken, dat er animo is om in de huizen te gaan wonen. Een krediet van 102.100,werd be schikbaar gesteld voor het verleggen van de uitmonding van de riolering te Geersdijk. Het werk dient vóór half juli 1979 klaar te zijn. Er werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de gemeenten op de Beve landen. Dit ter begeleiding van het proef- projekt Specifiek Welzijn. De heer Blok zag graag dat men vooral in de toekomst de financiën in het oog zou houden. En Uijl stelde, dat de coör dinator niet iemand moest zijn, die dit als bijbaantje zou gaan doen. De voorzitter en wethouder Wisse spraken van een volledige dagtaak en dat de raad er zeker bij betrokken zou worden, omdat iedere gemeente zijn eigen plannen moest goedkeuren. In de hierna volgende rondvraag kwam de heer Sandee met enkele vragen over het bedrijf van Bakker Inter Recreatie aan de Veerweg te Kamperland. Komen daar giftige gassen vrij? Is er iets te doen aan de stank en hinder. Kan het bedrijf gesloten worden, als de overlast blijft. En hoort zo'n bedrijf thuis in de bebouwde kom? De voorzitter zei, dat de kwestie bij het college bekend was. Er komt een bespre king en onderzoek door de inspecteur van de volksgezondheid, arbeidsinspectie en door gemeentewerken. We zitten er achteraan op korte termijn. Even afwachten voor we tot sluiting overgaan. De eerste vraag van Meulenberg betrof het blijven staan van caravans op de dag recreatieterreinen. De voorzitter benadrukte dat de controle verscherpt is. De tweede vraag van Meulenberg betrof de slechte toestand van de weg in Tuindorp. Wethouder De Nooijer zei, dat door de barre winter er een achterstand is in het onderhoud, maar reparaties staan op het programma. De enige vraag van Uijl was, wanneer de afrastering bij De Banjaard geplaatst werd. Wethouder De Nooijer was van me ning, dat dit op korte termijn zou gebeuren. De heer Hamelink vond de aankleding van de raadzaal bedroevend. Het gemeente wapen was toch wel het minste wat er aanwezig moest zijn. De voorzitter zou er aandacht aan besteden. Van der Maas vroeg of er al iets over de energiebesparing binnengekomen was. De voorzitter was van mening, dat het hier om richtlijnen ging, maar deze waren nog niet ontvangen. De heer Noordhoek vond de parallel wegen bij pompstation De Banjaard nogal aan de smalle kant. Er is in de zomer daar druk verkeer over. De voorzitter zegde toe een en ander te zullen bekijken. Als laatste vraag had de heer Noordhoek: Of het mogelijk was om door het natuur terrein aan de Spuidijk wandelpaden aan te brengen. Dit zou bij Staatsbosbeheer aangevraagd worden, aldus de voorzitter. Na plm. 3 uur vergaderen sloot voor zitter P. Wisse deze vergadering. De bisamrat was oorspronkelijk een dier, dat alleen in Amerika leefde. Hij is de grootste rat die wij kennen en hij heeft een fraaie, dichte en donker bruine vacht. Vandaar dat vanouds door de Indianen jacht op het dier werd gemaakt. De blanken deden dat ook wel, maar toen het aantal ratten begon te verminderen, begon men hem te kweken, net zoals dat is gebeurd bij de nerts en het konijn. In 1905 zette iemand in Tsjecho-slowakije een fokkerij op. Hij haalde zijn dieren uit de USA en aangezien één ouderpaar elk jaar zo'n 20 jongen kan voortbrengen, had hij al spoedig een hele vergadering. Er zijn toen wel eens dieren ontsnapt en die vermeerderden zich buiten het bedrijf geweldig, omdat ze hier geen natuurlijke vijanden hadden. Nee, zeggen sommige geschiedschrijvers, zó is het niet gegaan. Die ondernemende Tsjech verkocht dieren naar België. Daar zette men de fokkerij óók grondig op, maar na de Eerste Wereldoorlog werd de huid waardeloos, omdat veel dames geen ratten- vellen beliefden. De Belgische fokkers lieten toen in arren moede hun beestjes maar los. Al spoedig bleek, dat de dieren toch niet zo onschuldig waren als men in Amerika dacht. Daar zijn namelijk weinig polders en dijken. Zoals bekend graaft de bisam- of muskusrat gangen in kaden, wallen en dijken, zodat dijkdoorbraken kunnen ont staan. Dat bleek al gauw in België en aar zelend zette men de bestrijding in. De eerste muskusrat wandelde ons land binnen in 1940. Hij had de wind mee, want het was oorlog en de mensen hadden méér aan hun hoofd dan dit geval. Wel besefte men bij ons het gevaar, maar de oorlogshandelingen maakten een effectieve bestrijding onmogelijk. Toen de oorlog voorbij was, had de grote rat zich voorgoed in ons land genesteld en vanuit België kwamen steeds meer soortgenoten. Daarom organiseerde Nederland de be strijding zeer grondig: ons land werd ver deeld in districten en in elk district werd een rijksrattenvanger aangesteld. Na een deugdelijke opleiding, uiteraard. Zo'n man doet niets anders dan ratten vangen. Al naar gelang er veel of weinig ratten voor komen, heeft hij een klein of groot district. Dijk, berm en sloot rond een ringvaart, een ideaal plekje voor de bisamrat maar levensgevaarlijk voor de mens. Om de sporen te kunnen vinden maait men de slootbermen geregeld schoon. Naderhand heeft België precies hetzelfde systeem van bestrijding opgezet, maar door dat de rat ginds te talrijk is geworden en de grens nu eenmaal slechts een denk beeldige lijn in het landschap is, komen er nog steeds ratten uit België binnen. De bisamrat eet het onderste deel van water- en oeverplanten. Daar, in het water en in zijn holen, ontmoet hij geen enkele natuurlijke vijand. Vandaar dat hij ons land heeft uitverkoren om er te wonen en te werken. Geen enkel Europees land is zó geknipt voor hem en zijn nakomelingen. Intussen is de rat ook in Duitsland bij zonder talrijk geworden. Vandaar dat op het ogenblik de invasie vanuit het oosten talrijker is dan vanuit het zuiden. Volgen de dieren instinctief de loop der rivieren? Dat zou je haast denken, gezien de on weerstaanbare drang om ons land te be zetten Zullen wij het redden? Op het ogenblik bestaat er tegen dit dier geen ander wapen dan de klem. Die wordt door de rattenvanger onder water geplaatst en vastgelegd. De rat die er in komt, verdrinkt. Ook wordt er hier en daar wel eens een rat geschoten of doodgeknup peld, maar dat aantal is niet te vergelijken met wat men in klemmen vangt. Men zoekt intussen ijverig naar andere bestrijdingsmiddelen, want het is duidelijk dat men met klemmen alléén er niet komt. Daarmee kan men hooguit het aantal ratten binnen de perken houden, maar van uit roeien zal nooit sprake zijn. En dat bete kent, dat bij de minste storing (bijvoorbeeld een gebied dat tijdelijk niet bereikbaar is of over het hoofd gezien wordt) telkens een rattenexplosie kan volgen. Maar vergif onder water en in de vrije natuur uitleggen is een kwalijke zaak. Bestrijding door bac teriën of virus? De rat valt aan. Tot dusver was de bisamrat, afgezien van zijn gevaarlijke graverij een vreedzaam dier. Er waren wel gevallen bekend, dat hij mensen aanviel, maar dat was alleen voorgekomen als hij in het nauw gedreven werd. De laatste weken echter, komen steeds meer gevallen voor waarin men dat niet kan zeggen. De douanier in Nieuweschans stond stil in de nacht, toen een bisamrat hem in een laars beet en het ook hogerop wilde zoeken. Ook op andere plaatsen zijn mensen gebeten zonder dat de rat ingesloten zat. En zelfs midden in steden en dorpen duiken ze op. „Dat is maar tijdelijk," zegt de ene des kundige. „In het voorjaar trekken jonge ratten er op uit om een nieuwe woonplaats te zoeken. Als ze daarin gehinderd worden, vallen ze misschien mensen aan." „Klopt niet", zegt de andere bioloog. „Het waren oude, in elk geval volkomen volwassen exemplaren die gemeen begonnen te doen. Er is wat anders aan de hand: door de voortdurende jacht op hen zijn de dieren zich bewust geworden van het gevaar dat de mens voor hen betekent. Toenemende aggressiviteit mag dus ver wacht worden." Dat ziet er dus minder fraai uit. Met de staart meegerekend kan een bisamrat wel 75 cm groot worden. Een joekel van een dier. En wat doet men met de dode dieren? Ach, weinig: zelfs het vel wordt er niet meer afgehaald; de belangstelling voor bisambont is gering. Maar dan de Belgen! Zij weten van de rat een bijzonder smakelijk hapje te be reiden. En omdat „rat a la Belgique" ergens niet goed klinkt, heet dat waterkonijn of lapeau d'eau. Jarenlang prijkte dit baksel als spécialité de la maison op het menu van gerenommeerde restaurants in het zui den. Totdat Jan Publiek er achter kwam wat waterkonijn precies was. Op het ogen blik is er nog slechts één eethuisje in gans België, waar u dit gerecht nog kunt nuttigen. In Antwerpen, met of zonder pa tates frites. Overigens hebben tal van rijksratten- vangersvrouwen hun schroom al lang over wonnen en het dier eveneens op de dis gezet. En waarom niet? Het is een zuivere planteneter, het wast zich vaker dan u en mocht het in minder fraai oppervlakte water zijn gebuiteld, dan is dat uw schuld en niet de zijne. Het dier houdt echt van schoon water. Ja, eet u smakelijk. W. Geldof.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1979 | | pagina 2