Werk is niet
af Ie dwingen
De taal
der
Raadsvergadering Kortgene
In de gemeenteraadsvergadering, die op
donderdag 22 februari te Kortgene is ge
houden, spraken bij de behandeling van de
ingekomen stukken de raadsleden Blanken
stijn en Boot hun blijdschap uit over de
brief van de rijksdienst voor monumenten
zorg inzake subsidie voor restauratie van
de toren te Kortgene en de twee hervormde
kerken in Kortgene en Colijnsplaat. Boot
drong er bovendien op aan dat geregeld
bij de betreffende instanties geattenteerd
wordt op de slechte toestand van de Kort-
geense toren. De burgemeester deelde mede,
dat op 2 maart een bijeenkomst hierover
zal plaatvinden waar dan ook de afbrok
keling van de toren ter sprake zal komen.
Verder deelde hij mee, dat het college
in de volgende raadsvergadering meer dui
delijk zal kunnen zijn over de aanpak van
de' renovatie van woningen. Vooral de plan
nen voor de tonnenbuurt op Colijnsplaat
hoopt men dan te kunnen realiseren.
Wat de werken rondom de dijkverzwaring
te Colijnsplaat betreffen, in het wensen
pakket bevindt zich een plan om de moge
lijkheid te onderzoeken voor een verbinding
van het havenplateau met het kuipje. Hier
door zouden grotere parkeermogelijkheden
kunnen ontstaan. Ook zullen er met b.v.
watersportverenigingen geen contracten
worden gesloten voordat de raad is gehoord.
Een voorstel om een raadsbesluit van
9 november 1978, betreffende het bedrag
per leerling bedoeld in artikel 55 bis der
lager onderwijswet 1920 voor het jaar 1979
ten behoeve van het openbaar gewoon lager
onderwijs te wijzigen, wordt goedgekeurd.
Evenzo een voorstel om een voorschot
van 3000,per jaar te geven voor de
kosten van vakonderwijs aan de vereniging
voor protestants christelijk schoolonderwijs
te Colijnsplaat.
Ook wordt gunstig beschikt over een
verzoek van de vereniging tot stichting
en instandhouding ener christelijke kleuter
school te Colijnsplaat, om een voorschot
voor 1979.
Bij een voorstel tot wijziging van de al
gemene politieverordening betreffende het
sluitingsuur van horecabedrijven, zei Boot,
dat na het in werking treden van de ver
ordening minder glazen tegen de muren
worden kapotgegooid dan voor de veror
dening. De verordening, die inmiddels door
G.S. is goedgekeurd, werd in gewijzigde
vorm aangenomen.
Tot het nazien van gemeenterekening
en de rekeningen van de bedrijven werd
een commissie benoemd, bestaande uit de
raadsleden G. Blankenstijn, J. de Looff en
M. de Smit. De burgemeester meende er
goed aan te doen een pluimpje te geven
aan de ambtenaren voor de vlotte afwer
king van de rekeningen.
Bij een voorstel om aan het college een
algemene machtiging te verlenen tot het
voeren van een rechtsgeding, telkens indien
het nemen van een dergelijk besluit naar
het oordeel van b. en w. geboden is,
merkte mevr. Van Oeveren op, dat het niet
duidelijk is waar de grens is. Ze wil wel
voorstemmen, maar alleen voor de periode
waarin dit college zitting heeft. Blanken
stijn vond het een uitholling van de be
voegdheid van de raad en vroeg of het
voorheen niet goed ging. Het is geen bewijs
van wantrouwen bij hem, maar toch heeft
hij zijn twijfels. Boot ging met het voorstel
akkoord, maar wil dat genomen stappen
aan de raad worden meegedeeld. Ook vroeg
hij of er problemen waren bij de B.K.R.-
regelingen. Dobbelaar was van mening, dat
met aannemen van het voorstel een slag
vaardiger beleid kan worden gevoerd, maar
hij wil ook dat alle gevallen aan de raad
worden bekendgemaakt.
De burgemeester had geen bezwaar met
de toevoeging, dat het alleen geldt voor
de huidige zittingsperiode. Dit was voor
de WD en SGP aanleiding om het voorstel
te steunen.
Wat de B.K.R.-regeling betreft; er wordt
binnenkort een kort geding aangespannen,
omdat het college de regeling voor de
betrokkene niet meer geldig acht. Men is
hiermee dan ook gestopt.
Een voorstel om aan de Vrouwen Advies
Commissie een subsidie van 800,— te
geven voor het houden van een provinciale
studiedag door de provinciale VAC in het
dorpshuis „De Pompweie" te Kortgene,
stuitte bij de PvdA-fraktie op bezwaren.
De Looff vroeg zich af waarom de provincie
geen bijdrage geeft en of daar om gevraagd
is. Waarom ook geen bijdrage van de
gemeente Wissenkerke. Het is toch ook een
Noord-Bevelandse aangelegenheid. Hij wil
het voorstel niet in zijn geheel afwijzen.
We willen gaan tot 500,—, aldus De
Looff. Nadat Boot, Blankenstijn en mevr.
Van Oeveren zich achter het voorstel
schaarden, zei wethouder Filius dat het
college bereid is om deze subsidie te geven
in verband met het bijzondere karakter.
De dames hebben veel bijgedragen bij de
totstandkoming van het dorpshuis en bij
de renovatie van de gemeentewoningen.
Hij vraagt de PvdA om toch het voorstel
te steunen. Deze blijft echter bij een bedrag
van ƒ500,—. Met de stemmen van de
PvdA-raadsleden tegen, werd het voorstel
aangenomen.
Bij een voorstel om aan de Lawn Tennis
Club „Noord-Beveland" een renteloze lening
te verlenen voor het bouwen van oefen
muren bij de tennisbanen, vroeg Dobbelaar
zich af of men geen precedenten gaat
scheppen. Hij zou liever een geringe rente
vragen. Hij wilde weten of andere vere
nigingen ook in aanmerking komen als ze
een beroep op de gemeente doen en of
de voetbalclub van Colijnsplaat is benaderd
waar die muur geplaatst zal worden. Boot
vond, gezien de toenemende belangstelling
voor de tennissport, het voorstel aanvaard
baar. Ook Van Damme en Blankenstijn
lieten zich positief uit.
Wethouder Van der Weele was zeker
bereid ook andere verenigingen op dezelfde
wijze te helpen en omdat de tennisclub
ook nog veel bijkomende kosten heeft,
acht het college het voorstel verantwoord.
Het werd dan ook met algemene stemmen
aangenomen.
Het volgende voorstel was een krediet
aanvrage van 200.000,— voor diverse
aanschaffingen bij de brandweren. Dit zijn
een brandweerauto voor Kortgene, verbin-
dingsapparatuur voor alle korpsen, helmen
voor alle korpsen en uniformen voor de
korpsen van Kats en Colijnsplaat, een kre
diet voor de ombouw van de auto voor
het korps uit Kats, een krediet voor ver
warming van de brandweergarage te Kats
en een goede bluswatervoorziening voor
de kern Kats.
Van Damme was blij, dat de zaken zo
grondig worden aangepakt. Dobbelaar was
die mening ook toegedaan, maar vroeg
zich af of het in de toekomst niet beter
is wat geleidelijker te werk te gaan.
De burgemeester zèi, dat dit voorstel
tot stand is gekomen in overleg met de
inspectie. Ook de plaatselijke commandan
ten zijn hierin betrokken. Hij beoordeelde
de brandweren erg positief, gezien hun
enthousiasme. De brandweer van Kats is
zelfs bereid om zelf de pomp in de auto
te bouwen. Wat de werkzaamheden in geval
van nood betreffen, er zijn goede afspraken
gemaakt tussen Colijnsplaat en Kats om
gezamenlijk in Kats te kunnen optreden.
Het college is zeker bereid te reserveren
voor tussentijdse aanvullingen. Nadat Blan
kenstijn had gezegd bereid te zijn een
groter krediet toe te staan, werd het
voorstel met algemene stemmen aange
nomen.
De gezamenlijke kosten zien er als volgt
uit; brandweerauto met opbouw en bij
behorende uitrusting 140.289,83, verbin-
dingsapparatuur 31.050,—, helmen en uni
formen 6.860,—, ombouw auto Kats
ƒ3.000,—, verwarming garage Kats ƒ500,—
en bluswatervoorziening 14.632,—.
Omdat er behoefte bestaat aan een re
organisatie van de reserves van de alge
mene dienst, werd een voorstel dienaan
gaande aangenomen.
Bij de rondvraag herinnert Van Damme
er aan, dat een schrijven aan het bestuur
van het Veerse Meer is gericht, waarin
werd geprotesteerd tegen het niet toestaan
dat passagiers van de showboot „Made
leine" tussen zonsondergang en zonsopgang
op één der eilanden in het Veerse Meer
aan wal gingen. Omdat alle steigers, on
danks de 24-uurs-regeling, konstant bezet
zijn, wordt aan de recreanten een unieke
recreatiemogelijkheid ontnomen. Als men
ziet welke bedragen onze gemeente aan
de ontwikkeling van het Veerse Meer bij
draagt, moet het mogelijk zijn, dat meer
eigen inwoners van de eilanden kunnen
profiteren.
De burgemeester zegt dat die brief onder
de aandacht van het bestuur van het Veerse
Meer is gebracht. Dit college is echter niet
bereid om vergunning te geven voor het
betreden van de eilanden voor grote groe
pen tussen zonsondergang en zonsopgang.
Hij kan daar begrip voor opbrengen, daar
hij hier weinig recreatieve bedoelingen in
ziet. Wel zal de afvaardiging van Kortgene
het ongeoorloofd gebruik van de verpo
zingssteigers nogmaals te berde brengen,
al is het wel opmerkelijk dat alleen
vanuit Kortgene daar aanmerkingen over
worden gemaakt.
Verder sprak Van Damme zijn erkente
lijkheid uit voor de medewerking aan de
plannen voor het plaatsen van oefenmuren
op de tennisbanen.
Op een vraag van Van Damme, hoe
groot het aantal kunstwerken is, dat via de
B.K.R.-regeling door de gemeente zijn aan
gekocht en wat de prijs daarvan is, kon
de voorzitter geen exact antwoord geven,
maar dit zal nagegaan worden.
De vergadering wordt hierna gesloten.
men telkens weer grondstoffen kopen en
daarvoor zijn geldmiddelen nodig. In nood
zou men daarvoor krediet van de overheid
kunnen vragen.
Bij een flinke recessie zou er echter
voortdurend weer nieuwe import van grond
stoffen moeten worden gefinancierd, waar
door de kredietwaardigheid van een land
in gevaar zou kunnen komen via een voort
durend negatieve betalingsbalans. Dat heeft
bijvoorbeeld een land als Zweden moeten
ondervinden.
Niets voorspelbaar.
Men weet niet hoe lang een recessie
duurt en men weet evenmin of zich na
een depressie de vraag naar dezelfde pro-
dukten zal herstellen. Het gevaar is dus
niet denkbeeldig, dat men grote voorraden
produkten vervaardigt waarvoor nooit meer
afnemers te vinden zijn.
Dezelfde problemen doen zich voor wan
neer een overheid besluit om zelf alle of
een deel van de overbodige arbeidskracht
in dienst te nemen. Dan loopt men het
gevaar dat het overheidswerk te duur wordt
omdat het ambtelijk apparaat overbemand
is of omdat men diensten levert die voor
de gemeenschap te duur worden. Het geld
voor de overheidsdiensten moet immers
door de gehele gemeenschap worden op
gebracht. Wordt die gemeenschap te zwaar
belast, dan worden voor dat land de pro-
duktiekosten in het algemeen te hoog. Dat
voelt men dan wel door de buitenlandse
concurrentie.
Ook daarmee worstelt men al in Neder
land dat via te hoge sociale lasten allerlei
uitkeringen doet waarvoor de middelen
door het bedrijfsleven moeten worden op
gebracht. Het is een proces dat moeilijk
te stuiten is en waarvan de eenmaal op
geroepen problemen nog lang nawerken.
Naast de opgesomde mogelijkheden om
werkgelegenheid geforceerd te creëren heeft
de Nederlandse regering in de afgelopen
jaren getracht werk te behouden door met
vele miljoenen steun te bieden aan zwakke
bedrijven, bijvoorbeeld in Limburg en Gro
ningen.
De resultaten van deze pogingen zijn
niet om trots op te zijn. Honderden mil
joenen zijn ermee verloren gegaan. Hiermee
is aangetoond dat het behoud van werk
niet is af te dwingen. Nieuw werkgelegen
heid zal alleen kunnen worden geschapen
door innovatie van produktieprocessen en
door nieuwe technologische ontwikkelingen,
die ook investeringen vragen. 1
Het zal zaak zijn om voor het bedrijfs
leven de voorwaarden te scheppen waarop
het zelf een nieuwe periode van opgang
kan bouwen.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.
schikken, zich dan wel verstaanbaar maken.
De bij is hiervan een mooi voorbeeld. On
derzoekingen van Von Frisch hebben ons
hierover veel geleerd.
Hij heeft ontdekt, dat wanneer een bij
een rijke voedselbron heeft ontdekt, zij
naar de korf terugkeert en daar haar vondst
precies omschreven meedeelt. Hoe zij dat
doet? Wel doormiddel van een dans en
door geur. Al dansende beschrijft de bij
bepaalde figuren en daarmee drukt zij uit,
waar de bron zich bevindt.
Ligt de bron binnen 50 meter van de
korf, dan maakt zij een rondedans. Is de
afstand meer dan 100 meter, dan beschrijft
ze een dans in de vorm van een 8, waarbij
het achterlijf heen en weer kwispelt. De
lengterichting van de achtvorm geeft de
richting aan waarin de voedselbron moet
worden gezocht, het aantal kwispelingen
met de staart de afstand tot op 100 meter
nauwkeurig. Op een afstand van 100 meter
kwispelt zij met een snelheid van 40 slagen
per minuut, op 200 meter met 32 maal
en op 3000 meter slechts 8 maal. Bovendien
scheidt ze een geur af, waardoor de andere
bijen weten of het gaat om honing of
stuifmeel en van welke bloem of meel
draden. Is de mededeling gedaan, dan vlie
gen alle bijen zonder mankeren naar de
juiste plaats.
Dit is slechts een voorbeeld hoe het bij
de bijen toegaat, maar ieder begrijpt, dat
de „conversatie" zich nog verder uitstrekt.
Bij vissen treffen we ook een soort ge
barentaal aan. Wanneer Izij zich bedreigd
voelen, nemen zij een afweerhouding aan.
Een en ander kunnen we soms zien in ons
aquarium. Het duidelijkst blijkt hoe vissen
elkaar verstaan, wanneer we een gehele
paringsceremonie kunnen volgen. Het is
als het ware een spel van vraag en aanbod
in gebarentaal, die aan duidelijkheid niets
te wensen overlaat.
Zo zien we, dat bij alle dieren er op
de een of andere manier een mogelijkheid
bestaat tot communicatie die echter niet
overeenkomt met wat wij onder spreken
verstaan.
Vooral na de ervaringen van de dertiger jaren met zijn hoge werkloos
heidscijfers is het één van de voornaamste doelstellingen van de naoorlogse
regeringen in een reeks van landen geweest te zorgen voor volledige werk
gelegenheid. Geruggesteund door uitgebreide herstelplannen en een onmeetbare
inhaalvraag was dat in de tweede helft van de jaren veertig, en nog meer in
de vijftiger jaren, niet zo'n kunst. De geïndustrialiseerde westerse wereld heeft
het zelfs een kwart eeuw gepresteerd de volledige werkgelegenheid hoog in
het vaandel te houden.
Het optimistisch denken daarover werd nog aangemoedigd door de lessen
die men van de Engelse econoom Keynes had geleerd. Er moest maar flink
wat overheidsgeld in circulatie worden gebracht als de aktiviteit stagneerde
en dan liep het wel weer in de werkgelegenheid.
Wereldvraagstuk.
Toch is de werkloosheid als levensgroot
vraagstuk terug gekomen. Zelfs met de
toepassing van het recept van Keynes. Het
is zelfs gebleken, dat bij voortdurende
toepassing van geldinjecties h la Keynes
het middel erger wordt dan de kwaal.
Sindsdien zijn wij op zoek naar een
nieuw recept dat wij nog niet hebben ge
vonden. Of wij nu naar een liberaal of
naar een socialistisch geregeerd land kij
ken, overal in de wereld is het aantal
werklozen toegenomen.
Toch menen wij, en daarover bestaat ner
gens verschil van mening, dat er voldoende
werk is in de wereld. Wij falen alleen in
het vinden van het bij die gedachte pas
sende organisatorisch patroon. Dat falen
kan veroorzaakt worden door de fouten
bij enkele staten. Maar wij kunnen het
ook allemaal fout doen.
Niet alleen politieke formaties, maar ook
de vakbewegingen in verschillende landen
hebben zich met het probleem bezig ge
houden. Het is gemakkelijk de aanbieders
van werkgelegenheid, dus de werkgevers,
de schuld te geven van het tekort aan
arbeidsplaatsen. Dat doet men dan ook
meestal, alhoewel men beter weet, want
ook de werkgevers willen liefst zoveel
mogelijk mensen aan het werk houden. Dat
komt de voortgang van het produktieproces
ten goede en liet verhoogt de winst.
Eén van de theorieën, die nogal eens
indruk maakt, is het maken van contracten
met werkgevers over het garanderen van
een aantal arbeidsplaatsen. Daarmee dwingt
men de leiding van de ondernemingen om
creatief te zijn in het zoeken van werk,
anders gaat de onderneming te gronde. De
ervaring heeft echter bewezen, dat het laat
ste gebeurt en dat er dan nog minder
werkgelegenheid is dan voorheen.
Niet te verplaatsen.
Het systeem werkt relatief nog het beste
bij grote concerns. Men zou bijvoorbeeld
de internationals daarvoor kunnen kiezen.
Deze zouden zich altijd wel garant kunnen
stellen voor het aanbieden van werk aan
een aantal werknemers. Dit werkt echter
niet positief voor de gehele hap aan werk
gelegenheid.
Eén van de moeilijkheden is dat de
werknemers niet, zoals machines of mate
riaal, verplaatsbaar zijn naar elk deel van
de wereld. Maar als zo'n onderneming als
kolos daarvoor een oplossing vindt, zit men
toch nog omhoog met het groot aantal
funkties. Men kan dan wel constateren dat
zo'n concern zijn verplichtingen nakomt,
maar het gebrek aan werkgelegenheid wordt
dan afgewenteld op de toeleveringsbedrijven
als men in nood komt.
Produkten die anders worden gekocht
gaat men dan zelf maken. Meestal is dat
duurder, zodat er dan weer minder geld
overblijft voor de ontwikkeling van nieuwe
produkten.
Als men alles optelt en aftrekt is het
resultaat negatief of van geen betekenis.'
Men kan ook stellen dat iemand altijd
een eenmaal verkregen functie moet be
houden. Dit systeem is in Engeland veel
toegepast, maar ook berucht geworden.
Zo'n onderneming is gehouden verouderde
arbeidssystemen in stand te houden en
wordt dan te duur tegenover nieuwe be
drijven die bijvoorbeeld geautomatiseerd
zijn.
Het is niet te voorkomen, dat na verloop
van tijd bepaalde werkzaamheden door
een machine worden overgenomen wanneer
deze goedkoper een prestatie kan leveten
dan de mens. Het is met name- dit pro
bleem dat ons nu reeds parten speelt en
in de toekomst nog meer hoofdbrekens
zal kosten.
Een andere variant kan men vinden door
het ontbreken van afzet ter discussie te
stellen. Men kan van mening zijn dat van
een artikel of groep van artikelen of zelfs
van alle produkten, de verkoop achter blijft
om conjuncturele redenen. Maar dat is een
tijdelijk verschijnsel en wanneer men nu
de voorraden maar ophoopt, kan men na
herstel van de afzet de overtollige voor
raden slijten.
Ook daarbij komt men van een koude
kermis thuis. Bij voorraadvorming moet
MIMIEK. GEBARENTAAL EN GEUREN, MIDDELEN TOT COMMUNICATIE
Dieren kunnen niet praten, althans niet
in de zin die wij aan praten toekennen.
Praten of spreken is voor ons het doen
van mededelingen, die in woorden worden
verklankt.
Wanneer dieren niet kunnen praten in
die zin, hoe hebben ze dan kontakt met
elkaar, zal men zich afvragen. De manier
waarop dienen met elkaar kontakt hebben
wijkt af van die van ons mensen en we
krijgen daarvan al een indruk, wanneer we
eens goed op onze hond letten. Het blaffen
van de hond is geen vorm van praten.
Het blaffen is niets anders dan het onder
strepen van zijn pogen tot mededelen via
mimiek en gebarentaal. We kunnen met
een enkele oogopslag zien of onze hond
blij, boos, verdrietig, verwachtingsvol of
bang is, terwijl het dier verder geen geluid
geeft. De uitdrukking -van gelaat, ogen,
stand van de oren, de bek en zijn bewe
gingen, dus mimiek en gebaren maken het
ons reeds duidelijk. Blaffen, piepen of grom
men zijn daarbij slechts toevoegsels, be
doeld als onderstreping.
Wanneer wij als mens op die manier
onze hond als het ware kunnen verstaan,
dan is het begrijpelijk, dat zijn soortgenoten
dit ook kunnen, ja zelfs nog beter dan wij.
Misschien hebt u zich wel eens afge
vraagd, waarom uw hond liefst op de hoek
van een straat en bij een aantal bomen
of palen zijn visitekaartjes deponeert. Hij
zet hiremee zijn „vlaggen" uit. Dat wil
zeggen: hij paalt hiermede zijn terrein af.
Dit is een overblijfsel uit de natuur, waar
het dier op die manier zijn jachtterrein
aangaf. Nu betekent het: dit terrein is van
mij en ik wil andere honden dit duidelijk
maken.
Door zijn scherpe reukzin kan een hond
door het snuffelen dadelijk constateren of
een terrein al bezet is en door wie. Nu kan
het voorkomen, dat ook een andere hond
..neent recht te hebben op dit terrein en
hij plaatst er zijn „geurvlag" overheen.
Andere honden, die hun concurrenten vre
zen, doen dit niet.
De vraag is natuurlijk begrijpelijk, hoe
andere dieren, die niet over mimiek be-