Vervolg afscheid
in raad Kortgene
Raadsvergadering Wissenkerke
Hierna voerde het woord de heer M.
de Smit, die namens de raad zich tot
dc scheidende heren richtte. Deze zei:
Mijnheer de voorzitter, geachte raadsleden.
Vandaag 24 augustus 1978 is het dan
zover, dat vier raadsleden uit deze ge
meenteraad met groot verlof gaan. Meer
dan 33%> van de raad verdwijnt na vandaag
vanachter de bestuurstafel. Weliswaar wordt
plaats gemaakt voor anderen, maar u neemt
bii het vertrek ook mee: „Een stuk erva
ring, opgedane inzichten en ook de door u
aangemeten takt om met mensen, andere
bestuurders, om te gaan." U behoort tot
die raadsleden die gerijpt zijn door de
jaren, tot wat u nu bent.
Als het toegestaan is, wil ik toch even
afzonderlijk uw persoon belichten. Als ik
dan met u mag beginnen, mijnheer Klaas-
sen. U bent uw raadslidmaatschap begonnen
direkt na de oorlog 1945. Tot op heden
hebt u een plaats bezet in deze raad,
weliswaar met een onderbreking van vier
jaar, maar ik veronderstel dat u in die
vier jaar de gemeentepolitiek toch niet
heeft losgelaten. Men kan rustig zeggen,
dat het een deel van uw leven is geworden.
Een deel waarin misschien alles niet zo
verliep, zoals u dat wilde. Maar het feit,
dat u er in mee kon doen, zal ongetwijfeld
u een stuk voldoening hebben gegeven.
U hebt zich met name ingezet voor de
kern Kats, voor het behoud van die leef
gemeenschap. U hebt het bij tij en ontij
verkondigd, dat de kern Kats en zijdelings
Colijnsplaat ten onder zou gaan, als de
bakens van het beleid niet verzet werden.
Ik dacht, dat dit ook is bevestigd. Kats
heeft gestaan aan de rand van verpaupe
ring. Te veel huizen verdwenen in de re
creatieve sfeer, te veel jonge mensen ver
trokken naar andere plaatsen voor werk
en woongelegenheid. Evenredige verdeling
van woningen was wel eens zoek. Andere
kernen ontwikkelden zich in alle glorie.
En toch, mijnheer Klaassen, wat u hebt
bevochten en verdedigd, komt boven water.
Deze raad wil in z'n geheel inzien, dat
Kats en Coliinsplaat aan de beurt zijn. Wij
zijn er vast van overtuigd, dat de nieuwe
raad daar verder aan zal werken. Dus toch
nog een stukje verwezenlijking van het
ideaal, van een roepende in de woestijn.
De probleempjes bleven u echter lang
achtervolgen tot het punt van uw opvolging.
Daar dacht ik echter van te mogen zeggen,
dat dit uiteindelijk bijzonder goed is
uitgepakt. Jong bloed met frisse ideeën
en niet onaantrekkelijk. Ik denk dat de raad
unaniem deze gedachte is toegedaan. We
stellen het echter niet ter discussie.
Verder, mijnheer Klaassen, vind ik het
fijn, dat voor het beëindigen van uw poli
tieke loopbaan u hebt mee mogen doen
aan het tot stand brengen van het CDA-
verband Kortgene. U hebt naar ik meen
altijd open oor gehad voor het anti-revo
lutionair denken: dat kan niet anders
dan de harmonie bevorderen.
Mijnheer Welleman. U maakt niet veel
verschil in periode met dhr. Klaassen, 30
aug. 1946 vermeldt de geschiedenis. Ik
dacht ook dat uw inzet in de raad en
voor de gemeente niet de geringste is ge
weest. Ik heb bij andere gelegenheden
wel eens gehoord hoeveel vragen er door u
in de raad gesteld zijn in al die jaren en
dat was een niet onaanzienlijk aantal.
Mijnheer Welleman, u schoof nogal eens
naar voren: „Ik ben niet zo wijs, ik weet
niet zoveel, ik ben maar van lage komaf".
Voor mij is echter primair was voor mens
men is? Maar ik wilde opmerken, dat juist
door veel te vragen men een stuk wijsheid
en kennis weet te verzamelen. Zo zie je,
maar weer dat wie het goede aas gebruikt,
veel kans heeft op een goede vangst. U hebt
dacht ik, goed kunnen functioneren in deze
raad en daarnaast hebt u kans gezien
anderen te inspireren en aan te zetten
om de hand aan de ploeg te slaan, met
name in de zogenaamde achterban. U was
veel bezig met de zorg voor de zwakkeren
in de samenleving en het onrecht wanneer
u dat meende waargenomen te hebben,
werd fel door u bestreden. Althans zo
kwam het mij over. Ik zou echter nooit
een goede anti-revolutionair geweest zijn
om niet te erkennen, dat dit primair
moet staan. Daar waar mensen dreigen
vermorzeld te worden, moet men ingrijpen.
Dat is niet alleen sociaal, maar ook bijbel^.
De mens is geschapen in zeer hoog aan
zien door z'n schepper. Bijna goddelijk,
zegt Psalm 8, en daar zullen we rekening
mee dienen te houden in ons doen en
niet-doen.
Mijnheer Welleman, ik heb verleden week
al iets mogen zeggen in het college van
bijstand. Ik zou dat kunnen herhalen, maar
dat doe ik niet. We weten dat u hard
gewerkt hebt, het met heel uw inzet hebt
gedaan. Dat daar in de raad bij velen ook
erkenning voor is geweest, moet u door
de politieke mazen heen hebben gezien
en gevoeld. Ook met u hebben wij vrij
harmonieus kunnen werken in deze raad.
Ik hoop, dat in komende jaren met een
andere raad daar naar gestreefd blijft
worden en dat er ruimte voor blijft.
Kom ik vervolgens bij dhr. Geelhoed.
U bent op 23 dec. 1958 in dit gezelschap
terecht gekomen, wat toch ook nog altijd
20 jaar betekend. Ja, mijnheer Geelhoed,
u bent weef een heel ander type, dan
de zojuist gepasseerde partijman. Ik kan
me wel indenken, hoe u in de raad terecht
gekomen bent. De hitte van de dag en
de koude van de nacht, als ik het zo eens
figuurlijk mag uitdrukken, hebt u met name
voor de oorlog geproefd. Ik weet wel,
dat de tijden niet zo gunstig waren, maar
men kan zich toch afvragen of het voor
sommigen zo slecht moest zijn, zoals het
was. Achteraf niet meer zo duidelijk te be
oordelen. U bent m.i. mijnheer Geelhoed,
zo iemand geweest, die heel veel betekent
heeft voor de fraktie voor het onderhouden
van de kontakten met de kiezers uit de
pemeente. U ving heel wat op onder de
mensen. Wat verkeerd dreigde te gaan of
niet juist was, kwam via uw fraktie toch
op tafel. Dat zijn zo de stille werkers, die
langer en beter kunnen luisteren en daar
door niet zo gauw terug hoeven. Aan
collegaliteit heeft het u niet ontbroken,
ook niet ten aanzien van andere partijen,
zonder daarbij uw eigen zienswijze in te
leveren.
Ik kan het niet met zekerheid zeggen,
mijnheer Geelhoed, maar ik geloof dat u
ook met name in uw fraktie steeds bezig
bent geweest om de meningen van de ver
schillende leden van uw fraktie tot een
wat geëgaliseerde eindconclusie naar buiten
te brengen. Zoiets kan veel betekenen voor
de uiteindelijke stellingname.
Als laatste, maar eigenlijk als eerste,
vertrekt dhr. P. van der Weele. En dat is
eigenlijk te vroeg. 7 jan. 1971 begonnen
en nu '78 er uit, dat is te vlug. De kwade
jaren van gewening zijn nu eigenlijk pas
ten einde.
Maar dicht bij de waarheid ligt, dacht
ik Van der Weele, dat dit soort werk u
eigenlijk niet ligt. Wel graag een vrije
WD-er, maar niet te veel over anderen
beslissen en oordelen. Ik denk, dat meer
dere leden van de raad dit niet zo op
prijs stellen, maar het hoort onherroepelijk
bij dit vak van bestuurder. Ik geloof zelfs,
dat men er op rekend, dat de zaken door
leden van de raad worden geordend. Zo
komt weer eens naar voren, dat waar de
ene graag z'n tijd aan geeft, voor een
ander min of meer een opgave is.
Hoe het dan ook verder zij, heer Van
der Weele, wij hebben in goede verhouding
met elkander kunnen debatteren en dineren
en er is nooit gesabboteerd. En gematigde
VVD-er daar kan ook het CDA mee uit
de voeten. En in de toekomst naar het
zich laat aanzien, ook de PvdA.
Tenslotte namens de raad hartelijk dank
voor het vele moeizame werk. Het werk
van een raadslid is als een ijsberg, voor
ééntiende deel boven water (zichtbaar),
voor negentiende deel onwaarneembaar:
zonder dat men er zelf in duikt.
Tevens wil ik gaarne gebruik maken van
de gelegenheid om de echtgenote's hartelijk
te feliciteren met de inzet van uw man
gedurende zo'n lange reeks van jaren voor
de gemeenschap. U moest hem tenslotte
daar het meest voor afstaan.
Zo is, geachte vergadering, ieder mens
dagelijks bezig in z'n arbeid en door z'n
arbeid, gewild en ongewild aan de af
ronding van een aan alle zijde zuchtende
samenleving, die plaats zal maken voor
een nieuw begin, waar datgene gevonden
zal worden wat tot op heden door niemand
en nergens is waargenomen: „Leven en
werken in de verwachting".
Mag ik u namens de raad, incl. de
voorzitter, een herinnering aanbieden voor
het schrijven van uw memoires.
Secretaris W. Goossen bracht namens het
gemeentepersoneel dank uit aan de schei
denden voor de goede samenwerking.
Klaassen sprak eerst woorden van dank
aan de Koningin vopr het toekennen van
de onderscheiding aan hem. Hij zei verder
nog het volgende:
Mijnheer de voorzitter, dames en heren.
Er is een heel bekende spreuk, nl.: Er
is een tijd van komen en een tijd van gaan.
In 1945 in de noodgemeenteraad vlak na
de bevrijding ben ik gekomen en nu meen
ik, dat het voor mij de tijd is om te gaan.
Eigenlijk is het nu de tweede keer dat
ik ga, al was het toen voor korte tijd,
maar nu ga ik onder veel gelukkiger om
standigheden dan in 1962. Toen was er
geen opvolger, nu gaat de vakature ver
vuld worden door mevr. De Looff - de Wild,
waar ik persoonlijk heel blij om ben. Ik
hoop, dat zij een goede vervangster zal
zijn en zo mogelijk een toekomstige wet-
houdster.
Ik ben heel dankbaar, dat ik (tamelijk
vitaal nog) dit ambt mag overdragen aan
een jonge kracht. Dankbaar ook omdat
God mij de moed en de volharding heeft
willen geven om dit ambt met vallen en
opstaan te kunnen vervullen. Over zo'n
lange periode zou veel te zeggen zijn. Op
zakelijke aangelegenheden ga ik nu niet in.
Een paar gebeurtenissen wil ik noemen,
omdat die bij mij een blijvende herinnering
zullen achterlaten. Ik denk aan 1 febr. 1953,
de feestelijke opening van het nieuwe ge
meentehuis met daarop volgend de ramp
nacht van de watersnood. De omgekomen
mensen en dieren, de huisvestingsellende
zal niet licht vergeten worden. Zeker niet
door hen, die ternauwernood zichzelf in
veiligheid wisten te brengen of door an
deren zijn gered.
Een tweede aangrijpende gebeurtenis is
voor mij geweest: Het plotseling ontvallen
van enkele zittende raadsleden. Ik meen,
dat het in deze periode drie keer is voor
gekomen, nl. mevr. Janssen, dhr. Van der
Weele en dhr. Breure.
Het lid zijn van de gemeenteraad is voor
mij een leerzame en boeiende, soms ook
spannende tijd geweest. Ik heb er veel le
venservaring verworven en veel verschillende
mensen leren kennen. Humoristische, be
trouwbare en heel zakelijke mensen. Ook
mensen die menen alles te weten, ook voor
een ander. De twijfelaars, die zeer moei
zaam tot een besluit konden komen, wan
neer het algemeen belang moest prevaleren.
Mensen, die onderlinge afspraken en be
sluiten niet accepteren en volkomen ne
geerden. Beschermers voor het bezit en
strijders voor de zgn. vrijheid.
Ik heb ook leren ontdekken wat echte
vrijheid is (niet in de gemeenteraad), maar
de vrijheid in Christus. Vanuit die levens
visie kun je leren incasseren en verdragen.
Ik moet wel bekennen, dat ik daarin nog
maar ten dele ben geslaagd. Ik kan me
nog niet volledig laten inmaken. Graag
mijn excuus voor mijn misschien wel eens
onprettige reacties.
Dank aan allen die mij hebben gedragen
en verdragen en allen waarmee ik heb
mogen samenwerken in het belang van de
gemeente Kortgene, in dienst van de ge
meenschappen. Dank ook aan u, mijnheer
de voorzitter, voor uw goede leiding aan
de gemeenteraadsvergaderingen. In het be
gin heb ik wel eens gedacht: als de burge
meester zo soepel blijft, wordt hij door
z'n eigen partij onder de tafel gewerkt.
Gelukkig is dat best meegevallen. U moet
aan het CDA toch wel een makje gehad
hebben.
Ik wens u met uw nieuwe raad veel
wijsheid toe om een constructief beleid
te voeren, elk deel en onderdeel van de
gemeente, hoe klein ook, daar de vruchten
van zal mogen plukken.
Tenslotte mijnheer de voorzitter: „Ik gae
noe wé uut de gemeênteraed, mè je bin
nog nie va m'n af, wan ik bluuf nog op
Kas weune. Mê da zaje wê nie elemaele
verstae, begriepe misschien wê".
De heer Geelhoed bracht ook een woord
van dank aan de Koningin voor de onder
scheiding. Hij heeft geprobeerd om zich
waar te maken en algemeen belang boven
persoonlijk te laten prevaleren. Hij zei
vrienden en vijanden gemaakt te hebben.
Vroeger kon hij zich vaak verschuilen
achter Bom en Welleman, maar in de frak
tie heeft hij zich wel laten horen. Hij be
streed de gedachte van Colijnsplaat, die
Kortgene altijd als de hoofdstad zag. Hij
hoopte op respect voor de nieuwe raadsleden
en bracht dank aan het personeel voor de
medewerking.
Welleman zei het jammer te vinden om
deze raad te moeten verlaten met een ne
derlaag van het college, terwijl hij ook
de wethoudersverhoging nog moest missen.
Hij verlangde altijd van anderen dat ze zich
stipt aan de tijd hielden. Kats en Colijns
plaat zijn achtergebleven door de onzeker
heid van de Oosterschelde-afsluiting. Hij
had nog moeite met het CDA, omdat hij
vond dat de AR dicht bij de PvdA stond.
Hij bracht ook dank uit aan iedereen. En
verder zei hij:
Bij mijn afscheid wil ik in vogelvlucht
enkele gebeurtenissen de revue laten pas
seren, die in verband staan met de porte-
feuille's, die mij waren toebedeeld als
wethouder.
Allereerst de sport. Toen ik 4 jaar ge
leden begon, leek het er op dat het aan
leggen van een voetbalveld te Colijnsplaat
zo zou gebeuren. Er bleken echter nog
enkele m2 te ontbreken. Wie daar de schuld
van was, laat ik in het midden, maar het
was een lekker vrachtje waar ik mee op
gezadeld was. Het heeft nogal wat lelijke
woorden gekost, maar het is nu toch zo
ver, dat het veld binnenkort in gebruik
kan worden genomen. Natuurlijk is iedereen
daar niet blij mee, maar de vele strubbe
lingen hebben niet kunnen verhinderen, dat
de goede verstandhouding met de Colijns-
plaatse voetbalclub is gebleven. Daar ben
ik dankbaar voor, evenals voor de prettige
verhouding met de tennisclub. Vooral op
financieel gebied waren er nogal wat hob
bels, maar we zijn er toch in geslaagd om
16 maanden nadat de eerste brief was ge
schreven, de tennisbanen op Colijnsplaat
te openen. Wat de gymnastieklokalen op
Kortgene en Kats betreffen, helaas is nog
niet veel gedaan aan de slechte akoestiek,
maar het ziet ër naar uit dat er wat
gaat veranderen.
Mijn zwaarste karwei was het beheren
van de portefeuile van de camping. Vanaf
het eerste ogenblik ben ik met problemen
geconfronteerd. Er werd mij gevraagd uit
Middelburg of ik tevree was met 250.000,-
subsidie voor de aanleg van het nieuwe
terrein. Ik dacht, dat begint goed, maar
enkele dagen later kwam er bericht dat
het niet doorging. Toen werd er gesugge
reerd of de wethouder het wel handig had
gespeeld. Ik weet niet wat de oorzaak was,
maar als je alleen een stukje van de over-
heidskoek krijgt als je het wat handig
speelt, dan moet er nog heel wat veranderen
eer men van eerlijk delen kan spreken. Je
had meer moeten aanhouden werd me ge
zegd. Dat is wel mogelijk, maar ik heb
ook ervaren dat er ambtenaren zijn die er
kritiek op hadden, als ik over een of ander
maar door bleef zeuren. Ik denk dan aan de
perikelen bij de aanleg van het parkeer
terrein bij de camping.
Hoe het ook zij, ondanks vele moeilijk
heden hebben we een camping die er zijn
mag. De laatste jaren heb ik nogal wat
kritiek over het beleid van de camping
moeten slikken. De vorige raadsvergadering
is me echter veel lof toegezwaaid.
Dat de camping is, zoals hij nu is, is
mede te danken aan de familie Brinkman.
Ik was en ben het niet altijd met hem
eens. Er is wel eens flinke ruzie geweest.
Hij is niet gemakkelijk en dat kan ik ook
van mezelf zeggen. Ik heb echter ervaren,
dat moeilijke mensen niet altijd de slecht
ste zijn. Overigens, wat meer belangstelling
voor de camping zou niet misstaan.
Bij' de functie van voorzitter van de so
ciale dienst zijn we er steeds van uit
gegaan, dat hulp aan mensen niet mag
stranden op de kosten, als men met eer
lijke gevallen te maken heeft. We hebben
natuurlijk wel eens meegemaakt, dat er
bedrog in het spel was. Dat werd tot
op de draad uitgezocht, omdat we oneigen
lijk gebruik van sociale voorzieningen
scherp afkeuren. Toch is het onverdraag
lijk, dat veel bijstandtrekkers getekend
worden. Natuurlijk is niet alles in de haak,
maar zij die op slinkse wijze belasting
ontduiken worden wat zachter behandeld.
Zowel oneigenlijk gebruik van sociale voor
zieningen, als belasting ontduiken, zijn dief
stal van overheidsgelden. Ik weet zo net
niet welke groepering het meeste plukt.
Overigens, in een tijd van weelde bij zeer
velen, er is nog altijd een categorie die,
niet dan met veel hulp, rond kan komen.
Overheidsmaatregelen om hen te helpen,
blijven noodzakelijk.
Omdat we een politiek college zijn, is
het niet ongewoon, dat ik daar in het
kort wat aandacht aan besteed. Meermalen
is mij door mederaadsleden gevraagd waar
om ik nu juist voor de PvdA heb gekozen.
Ik zal dat eens zeggen. Toen ik tot oor
deelsvorming kwam en gelezen had hoe de
arbeiders in het verleden werden uitgebuit,
hoe ze rechteloos waren en hoe ze uit
hun werk werden geschopt, als het zo
uitkwam. Was het voor mij, als arbeider,
vanzelfsprekend dat ik me bij die beweging
aansloot wier grote verdienste het is ge
weest dat ze bij die arme mensen de ogen
hebben geopend. En deze partij, waar de
arbeiders, en zij niet alleen, zoveel aan te
danken hebben, hoop ik trouw te blijven.
."B
Men ziet nogal eens, dat sommigen op het
eind van hun carrière de partij gaan ver
laten en die vechten voor hun partij als
er groei in zit, maar zo gauw keert het
getij of ze lopen weg om zich bij een
andere partij aan te sluiten. Zoiets is voor
mij onbegrijpelijk.
Niettegenstaande mijn politieke kleur,
was de verhouding met raadsleden van an
dere partijen goed. We hebben de degens
wel eens gekruist, maar mensen die hun nek
uit durven steken, zijn nu eenmaal geen
doetjes. Ik hoop dat de nieuwe raad er van
uit zal gaan dat men elkaar moet aan
vaarden en niet dat men elkaar moet
dulden.
Het is bekend, dat ik nogal wantrouwend
ben. Dit is wel een beetje geluwd, maar
toch blijft het hangen. Al van mijn prille
jeugd is het me opgevallen, dat een mens
beoordeeld wordt naar gelang zijn maat
schappelijke positie. Dat heeft me altijd
gegriefd en van toen al is het wantrouwen
gekweekt. Die achteruitstelling zie je nog
dagelijks en meermalen hebben we het er
in het college over gehad. We waren het
niet altijd eens hierover, maar zij die om
hun maatschappelijke positie nooit zijn ge
negeerd weten dat niet zo goed. Overigens
wordt je door je eigen luizen soms het
hardst gebeten.
Over de verhouding met het secretarie-
personeel het volgende. Toen ik mijn in
trede deed in de gemeenteraad wist ik niets
van het gemeentelijk apparaat. Ik heb ge
probeerd, door veel te vragen, mondeling of
schriftelijk, wat aan de weet te komen. De
antwoorden die ik kreeg, mondeling zowel
als schriftelijk, waren niet altijd even
vriendelijk. Ik heb ze deze week nog eens
doorgelezen en ik dacht: het is ook nooit
goed. Als je niets zegt, deugd het niet,
maar als je veel vraagt ook niet. Als ik
alles echter nog eens overzie, kan ik ver
klaren dat alle ambtenaren mij behulp
zaam zijn geweest en daar dank ik ze
hartelijk voor.
Als ik over ambtenaren spreek, moet me
nog wat van het hart. Aankomende ambte
naren kunnen op kosten en in de tijd van
de gemeente cursussen volgen. Daar is niets
tegen, integendeel. Wel vindt ik het on
aanvaardbaar, dat als iemand op kosten
van de gemeente een zeker diploma heeft
gehaald, onmiddellijk naar een betere po
sitie in een andere gemeente kan sollici
teren. Ik vind, dat de gemeente, die alles
heeft betaald, om de kennis van een ambte
naar te verrijken er 1 of 2 jaar van moet
kunnen profiteren. Bij de huidige gang van
zaken plukt een grotere gemeente de vruch
ten. Het zijn juist de kleine gemeenten
die daar de dupe van zijn.
Nu ik het gemeentelijk apparaat ga ver
laten, wil ik wel zeggen dat ik het werk
met genoegen heb gedaan. Het valt niet
mee om dit in de steek te laten. Soms zeg
ik, ik had er niet mee op moeten houden,
maar ik heb er geen spijt van dat ik het
besluit heb genomen. Met Pietje, die me
altijd tot grote steun is geweest, hebben
we er uren over gepraat eer de knoop
werd doorgehakt.
Ik heb het niet alleen gedaan, omdat de
PvdA er voorstander van is dat men zich
na de pensioengerechtigde leeftijd niet meer
verkiesbaar stelt, niet omdat ik het beu
ben, niet omdat de verhouding in het col
lege en de raad slecht zou zijn en niet
omdat ik me te oud voel. Ik hou er mee op,
omdat je niet moet wachten tot je versleten
ben. Als ik zeg, dat het me spijt, dan is
dat het me spijt dat ik geen 25 jaar jonger
ben. Overigens is voor ons wel een flinke
financiële aderlating!!!
Natuurlijk heb ik in de lange periode
nogal eens aan kritiek blootgestaan. Soms
terecht en soms ten onrechte. Dat is niet
altijd leuk, maar het is een verschil van
wie je het krijgt. Het is alleen maar te
waarderen als je het krijgt van mensen die
bereid zijn, op welk gebied dan ook, zelf
de handen uit de mouwen te steken. Er
zijn echter nogal wat lieden, die alles beter
weten, maar zelf nooit een vinger voor een
of ander uitsreken. Van zulke negatieve-
lingen is kritiek huichelachtig.
Het is me ook opgevallen, dat veel men
sen wat afwijzend staan tegen overheids-
bemoeingen. De overheid moet hier met
zijn vingers afblijven en cie overheid moet
daar met zijn vingers afblijven. Dat zullen
we zelf wel regelen. Ja, ja. Het houdt ech
ter op, als men zelf aan de bak komt. Ik
heb er dikwijls versteld van gestaan hoe
mensen, die altijd op de overheid prikken,
er als de kippen bij zijn om zakken graan
tjes mee te pikken als het in hun kraam
te pas komt.
Toch is de overheid er ook wel eens
schuldig aan dat velen schouderophalend
staan tegen de uitwerking van overheids
maatregelen. Als er verordeningen worden
aangenomen en ze worden niet uitgevoerd,
dan vraagt men om kritiek. Om enkele
voorbeelden te noemen. Als men niettegen
staande een parkeerverbod toch toestaat
dat men op die plaatsen links en rechts
parkeert, als de verordening van loslopende
honden wordt genegeerd op grote schaal,
deugt er iets niet. Ik ga daar niet verder
over uitwijden, maar kloppen doet het niet.
Tenslotte het volgende. Ik heb ervaren,
dat niet alleen grote zaken voldoening ge
ven. Het is natuurlijk noodzakelijk, dat men
grote zaken groots aanpakt en dat heel het
apparaat daarvoor in de weer is. Toch is
het even noodzakelijk om grote aandacht
aan ogenschijnlijk kleine zaken te besteden.
Problemen van eenvoudige mensen wor
den wel eens gebaggatelliseerd. En toch
zijn ze voor hen zo belangrijk. Een bankje
hier, een struikje voor de ramen weghalen
bij mensen, die hele dagen aan hun stoel
zijn gekluisterd en niet op de straat kunnen
kijken, een trapje om een dijk te kunnen
beklimmen. Nietigheden in het grote geheel?
Niets is minder waar. Het geeft ontzaglijk
veel voldoening om iets voor oude mensen
te kunnen doen en het kost zo weinig.
Ik schei er nu mee uit en dank het
college voor de prettige samenwerking en
voor de wijze waarop het heeft gemeend
afscheid van ons -te nemen. Het gemeen
telijk apparaat voor de prettige kontakten
en allen, die op enigerlei wijze hieraan
hebben meegewerkt. Ik hoop, dat de vriend
schap nog wat zal blijven. Trouwens, echte
vriendschap breekt men niet zo maar af.
Ik wens het college, de raad en het ge
meentelijk apparaat het allerbeste en ik
hoop dat ze niet zullen vergeten aan kleine
zaken van eenvoudige mensen aandacht
te besteden. Het zijn meestal de kleine
dingen die het doen. Het ga u allen goed.
Als laatste bedankte Van der Weele voor
de 7 jaar van goede samenwerking. Hij
wenste verder de gemeente Kortgene een
prachtige toekomst.
Aan het eind gekomen van deze raads
vergadering en het afscheid van 3 raads
leden en een wethouder, bedankte burge
meester Van der Linde de aanwezigen voor
het in zo grote getale verschijnen.
Op maandag 5 sept. j.l. kwam de raad
in openbare vergadering bijeen. Het lid Re-
mijnse was wegens ziekte verhinderd. De
vergadering stond onder voorzitterschap
van wnd. burgemeester Scheele. Deze deed
mededeling over de ziekte van burgemeester
Wisse en stelde voor hem een telegram
te sturen voor een spoedig herstel.
De notulen van de vorige vergadering
werden onveranderd goedgekeurd en een
wijziging in de bezoldigingsverordening gaf
ook geen problemen.
Een krediet van 61.616,werd beschik
baar gesteld voor het bouwrijp maken van
het bestemmingsplan Geersdijk Oost II. Kou-
wer vroeg hierbij of men plannen had voor
woningbouw, of dat men het liet afhangen
van de aanvragen. Voorzitter Scheele zei,
dat men op dit moment geen plannen had
voor woningbouw op Geersdijk. Wel kon
den particulieren altijd terecht voor de
bouw van een huis op Geersdijk.
Het voorstel voor een krediet van de
nieuwe school te Geersdijk werd terugge
nomen, omdat er nog niet voldoende gege
vens waren over de onderwijsuitkeringcn
van het rijk.
Een bedrag van 564.550,— werd uit
getrokken voor de verbouw van de Prins
Willem-Alexanderschool te Kamperland. Uijl
vroeg of men al een plaats voor de nood-
lokalen had gevonden. Was de oude school
in de Veerweg b.v. geen oplossing. Weth.
Wisse zei, dat men nog geen plaats had,
maar dat men met bewoners in de Nieuw-
straat ging praten om de noodlokalen als
nog daar te plaatsen. De oude school in
de Veerweg was te klein om als noodlokaal
te dienen.
Het laatste perceel grond in het nieuwe
bestemmingsplan te Kamperland werd aan
gekocht van M. J. Verburg, 283.000,—
was het bedrag. Kouwer vroeg hoe dit nu
nog zat met de fasering van de woningen,
welke GS opgelegd had. Voorzitter Scheele
antwoordde, dat men bleef aandringen op
verruiming van het aantal te bouwen wo
ningen in dit plan.
De volgende subsidies werden verleend.
EHBO Kamperland ƒ750,— voor het ge
raamde tekort in 1978. Badmintonvereniging
„Badthousiast" te Kamperland 1200,— in
de kosten van oprichting en eenmalige bij
drage voor aanschaf tafeltennistafels.
Zeeuws Kunstenaarscentrum te Middelburg
kreeg een donatie van ƒ15,— per jaar.
De VAC op Noord-Beveland kreeg 525,—
voor het geraamde tekort in 1978. En de
rijvereniging Noord-Beveland kreeg een één
malige bijdrage van 2.500,— voor aanschaf
materialen en een jaarlijkse bijdrage van
750.-.
De gemeente ging een geldlening aan
van 1 miljoen gulden bij de Bank voor
Nederlandse Gemeenten.
Enkele begrotingswijzigingen over 1978
passeerden zonder op- of aanmerkingen.
Hierna kwam aan de orde het afscheid
van wethouder Scheele en van het raadslid
Kouwer.
In zijn toespraak tot het lid Kouwer
memoreerde voorzitter Scheele enkele ge
beurtenissen uit diens loopbaan als raadslid.
Hij roemde zijn inzet en inbreng en dan
vooral gericht op de zaken welke het dorp
Geersdijk aangingen. De goede samenwer
king met anderen was een verdienste van
dit raadslid. Hij wenste de heer Kouwer en
zijn gezin verder het allerbeste in de nabije
toekomst. Als stoffelijke blijk van waarde
ring kreeg hij een diaprojektor aangeboden.
Wethouder Wisse sprak daarna enkele
afscheidswoorden tot wethouder Scheele.
Men nam afscheid van een bestuurder welke
22 jaar raadslid was, waarvan 20 jaar als
wethouder. Er zijn heel veel dingen ver
anderd tijdens uw periode. Hij besloot met
te zeggen, dat er vrijdag a.s. tijdens de
officiële afscheidsreceptie ongetwijfeld nader
op vele zaken zou worden teruggekomen.
Hij besloot met: „Het ga u goed na dit
afscheid".
Het lid Dieleman sprak namens alle
raadsleden woorden van dank voor de goede
samenwerking aan het adres van wethouder
Scheele en raadslid Kouwer. De raad wenst
u beiden nog vele voorspoedige jaren toe,
zo besloot hij.
De heer Kouwer bedankte de gemeente
voor het geschenk. Hij had een plezierige
tijd beleefd in de raad. En hoopte op een
even goede samenwerking in de toekomst.
Hij eindigde met te stellen, dat hij altijd
veel voor Geersdijk heeft willen betekenen.
Wethouder Scheele had een .lange af
scheidsrede, welke helaas wegens plaats
gebrek niet in zijn geheel overgenomen
kan worden. Hij sprak daarin over vele
zaken uit het verleden en ook zaken welke
de gemeente in de toekomst kunnen gaan
bezighouden. Ook hij roemde de goede sa
menwerking en wenste een ieder het aller
beste toe in de toekomst.
Bij de rondvraag vroeg Blok hoe lang het
nog duurt voor men de lichtmasten plaatst
bij de toegang naar gymlokaal en sportveld
te Wissenkerke. Dc voorzitter zei, dat dit
onlangs met de PZEM was besproken.
Kouwer vroeg waar het bord Industrie
terrein te koop op Kamperland is gebleven.
De voorzitter zegde toe dit terug te plaatsen
De toegang naar het sportveld te Kamper
land was volgens Kouwer ook slecht. Ook
dit zou door het college bekeken worden.
Hierna volgde sluiting van de vergadering.