Vervolg afscheid in raad Kortgene Raadsvergadering Wissenkerke Hierna voerde het woord de heer M. de Smit, die namens de raad zich tot dc scheidende heren richtte. Deze zei: Mijnheer de voorzitter, geachte raadsleden. Vandaag 24 augustus 1978 is het dan zover, dat vier raadsleden uit deze ge meenteraad met groot verlof gaan. Meer dan 33%> van de raad verdwijnt na vandaag vanachter de bestuurstafel. Weliswaar wordt plaats gemaakt voor anderen, maar u neemt bii het vertrek ook mee: „Een stuk erva ring, opgedane inzichten en ook de door u aangemeten takt om met mensen, andere bestuurders, om te gaan." U behoort tot die raadsleden die gerijpt zijn door de jaren, tot wat u nu bent. Als het toegestaan is, wil ik toch even afzonderlijk uw persoon belichten. Als ik dan met u mag beginnen, mijnheer Klaas- sen. U bent uw raadslidmaatschap begonnen direkt na de oorlog 1945. Tot op heden hebt u een plaats bezet in deze raad, weliswaar met een onderbreking van vier jaar, maar ik veronderstel dat u in die vier jaar de gemeentepolitiek toch niet heeft losgelaten. Men kan rustig zeggen, dat het een deel van uw leven is geworden. Een deel waarin misschien alles niet zo verliep, zoals u dat wilde. Maar het feit, dat u er in mee kon doen, zal ongetwijfeld u een stuk voldoening hebben gegeven. U hebt zich met name ingezet voor de kern Kats, voor het behoud van die leef gemeenschap. U hebt het bij tij en ontij verkondigd, dat de kern Kats en zijdelings Colijnsplaat ten onder zou gaan, als de bakens van het beleid niet verzet werden. Ik dacht, dat dit ook is bevestigd. Kats heeft gestaan aan de rand van verpaupe ring. Te veel huizen verdwenen in de re creatieve sfeer, te veel jonge mensen ver trokken naar andere plaatsen voor werk en woongelegenheid. Evenredige verdeling van woningen was wel eens zoek. Andere kernen ontwikkelden zich in alle glorie. En toch, mijnheer Klaassen, wat u hebt bevochten en verdedigd, komt boven water. Deze raad wil in z'n geheel inzien, dat Kats en Coliinsplaat aan de beurt zijn. Wij zijn er vast van overtuigd, dat de nieuwe raad daar verder aan zal werken. Dus toch nog een stukje verwezenlijking van het ideaal, van een roepende in de woestijn. De probleempjes bleven u echter lang achtervolgen tot het punt van uw opvolging. Daar dacht ik echter van te mogen zeggen, dat dit uiteindelijk bijzonder goed is uitgepakt. Jong bloed met frisse ideeën en niet onaantrekkelijk. Ik denk dat de raad unaniem deze gedachte is toegedaan. We stellen het echter niet ter discussie. Verder, mijnheer Klaassen, vind ik het fijn, dat voor het beëindigen van uw poli tieke loopbaan u hebt mee mogen doen aan het tot stand brengen van het CDA- verband Kortgene. U hebt naar ik meen altijd open oor gehad voor het anti-revo lutionair denken: dat kan niet anders dan de harmonie bevorderen. Mijnheer Welleman. U maakt niet veel verschil in periode met dhr. Klaassen, 30 aug. 1946 vermeldt de geschiedenis. Ik dacht ook dat uw inzet in de raad en voor de gemeente niet de geringste is ge weest. Ik heb bij andere gelegenheden wel eens gehoord hoeveel vragen er door u in de raad gesteld zijn in al die jaren en dat was een niet onaanzienlijk aantal. Mijnheer Welleman, u schoof nogal eens naar voren: „Ik ben niet zo wijs, ik weet niet zoveel, ik ben maar van lage komaf". Voor mij is echter primair was voor mens men is? Maar ik wilde opmerken, dat juist door veel te vragen men een stuk wijsheid en kennis weet te verzamelen. Zo zie je, maar weer dat wie het goede aas gebruikt, veel kans heeft op een goede vangst. U hebt dacht ik, goed kunnen functioneren in deze raad en daarnaast hebt u kans gezien anderen te inspireren en aan te zetten om de hand aan de ploeg te slaan, met name in de zogenaamde achterban. U was veel bezig met de zorg voor de zwakkeren in de samenleving en het onrecht wanneer u dat meende waargenomen te hebben, werd fel door u bestreden. Althans zo kwam het mij over. Ik zou echter nooit een goede anti-revolutionair geweest zijn om niet te erkennen, dat dit primair moet staan. Daar waar mensen dreigen vermorzeld te worden, moet men ingrijpen. Dat is niet alleen sociaal, maar ook bijbel^. De mens is geschapen in zeer hoog aan zien door z'n schepper. Bijna goddelijk, zegt Psalm 8, en daar zullen we rekening mee dienen te houden in ons doen en niet-doen. Mijnheer Welleman, ik heb verleden week al iets mogen zeggen in het college van bijstand. Ik zou dat kunnen herhalen, maar dat doe ik niet. We weten dat u hard gewerkt hebt, het met heel uw inzet hebt gedaan. Dat daar in de raad bij velen ook erkenning voor is geweest, moet u door de politieke mazen heen hebben gezien en gevoeld. Ook met u hebben wij vrij harmonieus kunnen werken in deze raad. Ik hoop, dat in komende jaren met een andere raad daar naar gestreefd blijft worden en dat er ruimte voor blijft. Kom ik vervolgens bij dhr. Geelhoed. U bent op 23 dec. 1958 in dit gezelschap terecht gekomen, wat toch ook nog altijd 20 jaar betekend. Ja, mijnheer Geelhoed, u bent weef een heel ander type, dan de zojuist gepasseerde partijman. Ik kan me wel indenken, hoe u in de raad terecht gekomen bent. De hitte van de dag en de koude van de nacht, als ik het zo eens figuurlijk mag uitdrukken, hebt u met name voor de oorlog geproefd. Ik weet wel, dat de tijden niet zo gunstig waren, maar men kan zich toch afvragen of het voor sommigen zo slecht moest zijn, zoals het was. Achteraf niet meer zo duidelijk te be oordelen. U bent m.i. mijnheer Geelhoed, zo iemand geweest, die heel veel betekent heeft voor de fraktie voor het onderhouden van de kontakten met de kiezers uit de pemeente. U ving heel wat op onder de mensen. Wat verkeerd dreigde te gaan of niet juist was, kwam via uw fraktie toch op tafel. Dat zijn zo de stille werkers, die langer en beter kunnen luisteren en daar door niet zo gauw terug hoeven. Aan collegaliteit heeft het u niet ontbroken, ook niet ten aanzien van andere partijen, zonder daarbij uw eigen zienswijze in te leveren. Ik kan het niet met zekerheid zeggen, mijnheer Geelhoed, maar ik geloof dat u ook met name in uw fraktie steeds bezig bent geweest om de meningen van de ver schillende leden van uw fraktie tot een wat geëgaliseerde eindconclusie naar buiten te brengen. Zoiets kan veel betekenen voor de uiteindelijke stellingname. Als laatste, maar eigenlijk als eerste, vertrekt dhr. P. van der Weele. En dat is eigenlijk te vroeg. 7 jan. 1971 begonnen en nu '78 er uit, dat is te vlug. De kwade jaren van gewening zijn nu eigenlijk pas ten einde. Maar dicht bij de waarheid ligt, dacht ik Van der Weele, dat dit soort werk u eigenlijk niet ligt. Wel graag een vrije WD-er, maar niet te veel over anderen beslissen en oordelen. Ik denk, dat meer dere leden van de raad dit niet zo op prijs stellen, maar het hoort onherroepelijk bij dit vak van bestuurder. Ik geloof zelfs, dat men er op rekend, dat de zaken door leden van de raad worden geordend. Zo komt weer eens naar voren, dat waar de ene graag z'n tijd aan geeft, voor een ander min of meer een opgave is. Hoe het dan ook verder zij, heer Van der Weele, wij hebben in goede verhouding met elkander kunnen debatteren en dineren en er is nooit gesabboteerd. En gematigde VVD-er daar kan ook het CDA mee uit de voeten. En in de toekomst naar het zich laat aanzien, ook de PvdA. Tenslotte namens de raad hartelijk dank voor het vele moeizame werk. Het werk van een raadslid is als een ijsberg, voor ééntiende deel boven water (zichtbaar), voor negentiende deel onwaarneembaar: zonder dat men er zelf in duikt. Tevens wil ik gaarne gebruik maken van de gelegenheid om de echtgenote's hartelijk te feliciteren met de inzet van uw man gedurende zo'n lange reeks van jaren voor de gemeenschap. U moest hem tenslotte daar het meest voor afstaan. Zo is, geachte vergadering, ieder mens dagelijks bezig in z'n arbeid en door z'n arbeid, gewild en ongewild aan de af ronding van een aan alle zijde zuchtende samenleving, die plaats zal maken voor een nieuw begin, waar datgene gevonden zal worden wat tot op heden door niemand en nergens is waargenomen: „Leven en werken in de verwachting". Mag ik u namens de raad, incl. de voorzitter, een herinnering aanbieden voor het schrijven van uw memoires. Secretaris W. Goossen bracht namens het gemeentepersoneel dank uit aan de schei denden voor de goede samenwerking. Klaassen sprak eerst woorden van dank aan de Koningin vopr het toekennen van de onderscheiding aan hem. Hij zei verder nog het volgende: Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Er is een heel bekende spreuk, nl.: Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. In 1945 in de noodgemeenteraad vlak na de bevrijding ben ik gekomen en nu meen ik, dat het voor mij de tijd is om te gaan. Eigenlijk is het nu de tweede keer dat ik ga, al was het toen voor korte tijd, maar nu ga ik onder veel gelukkiger om standigheden dan in 1962. Toen was er geen opvolger, nu gaat de vakature ver vuld worden door mevr. De Looff - de Wild, waar ik persoonlijk heel blij om ben. Ik hoop, dat zij een goede vervangster zal zijn en zo mogelijk een toekomstige wet- houdster. Ik ben heel dankbaar, dat ik (tamelijk vitaal nog) dit ambt mag overdragen aan een jonge kracht. Dankbaar ook omdat God mij de moed en de volharding heeft willen geven om dit ambt met vallen en opstaan te kunnen vervullen. Over zo'n lange periode zou veel te zeggen zijn. Op zakelijke aangelegenheden ga ik nu niet in. Een paar gebeurtenissen wil ik noemen, omdat die bij mij een blijvende herinnering zullen achterlaten. Ik denk aan 1 febr. 1953, de feestelijke opening van het nieuwe ge meentehuis met daarop volgend de ramp nacht van de watersnood. De omgekomen mensen en dieren, de huisvestingsellende zal niet licht vergeten worden. Zeker niet door hen, die ternauwernood zichzelf in veiligheid wisten te brengen of door an deren zijn gered. Een tweede aangrijpende gebeurtenis is voor mij geweest: Het plotseling ontvallen van enkele zittende raadsleden. Ik meen, dat het in deze periode drie keer is voor gekomen, nl. mevr. Janssen, dhr. Van der Weele en dhr. Breure. Het lid zijn van de gemeenteraad is voor mij een leerzame en boeiende, soms ook spannende tijd geweest. Ik heb er veel le venservaring verworven en veel verschillende mensen leren kennen. Humoristische, be trouwbare en heel zakelijke mensen. Ook mensen die menen alles te weten, ook voor een ander. De twijfelaars, die zeer moei zaam tot een besluit konden komen, wan neer het algemeen belang moest prevaleren. Mensen, die onderlinge afspraken en be sluiten niet accepteren en volkomen ne geerden. Beschermers voor het bezit en strijders voor de zgn. vrijheid. Ik heb ook leren ontdekken wat echte vrijheid is (niet in de gemeenteraad), maar de vrijheid in Christus. Vanuit die levens visie kun je leren incasseren en verdragen. Ik moet wel bekennen, dat ik daarin nog maar ten dele ben geslaagd. Ik kan me nog niet volledig laten inmaken. Graag mijn excuus voor mijn misschien wel eens onprettige reacties. Dank aan allen die mij hebben gedragen en verdragen en allen waarmee ik heb mogen samenwerken in het belang van de gemeente Kortgene, in dienst van de ge meenschappen. Dank ook aan u, mijnheer de voorzitter, voor uw goede leiding aan de gemeenteraadsvergaderingen. In het be gin heb ik wel eens gedacht: als de burge meester zo soepel blijft, wordt hij door z'n eigen partij onder de tafel gewerkt. Gelukkig is dat best meegevallen. U moet aan het CDA toch wel een makje gehad hebben. Ik wens u met uw nieuwe raad veel wijsheid toe om een constructief beleid te voeren, elk deel en onderdeel van de gemeente, hoe klein ook, daar de vruchten van zal mogen plukken. Tenslotte mijnheer de voorzitter: „Ik gae noe wé uut de gemeênteraed, mè je bin nog nie va m'n af, wan ik bluuf nog op Kas weune. Mê da zaje wê nie elemaele verstae, begriepe misschien wê". De heer Geelhoed bracht ook een woord van dank aan de Koningin voor de onder scheiding. Hij heeft geprobeerd om zich waar te maken en algemeen belang boven persoonlijk te laten prevaleren. Hij zei vrienden en vijanden gemaakt te hebben. Vroeger kon hij zich vaak verschuilen achter Bom en Welleman, maar in de frak tie heeft hij zich wel laten horen. Hij be streed de gedachte van Colijnsplaat, die Kortgene altijd als de hoofdstad zag. Hij hoopte op respect voor de nieuwe raadsleden en bracht dank aan het personeel voor de medewerking. Welleman zei het jammer te vinden om deze raad te moeten verlaten met een ne derlaag van het college, terwijl hij ook de wethoudersverhoging nog moest missen. Hij verlangde altijd van anderen dat ze zich stipt aan de tijd hielden. Kats en Colijns plaat zijn achtergebleven door de onzeker heid van de Oosterschelde-afsluiting. Hij had nog moeite met het CDA, omdat hij vond dat de AR dicht bij de PvdA stond. Hij bracht ook dank uit aan iedereen. En verder zei hij: Bij mijn afscheid wil ik in vogelvlucht enkele gebeurtenissen de revue laten pas seren, die in verband staan met de porte- feuille's, die mij waren toebedeeld als wethouder. Allereerst de sport. Toen ik 4 jaar ge leden begon, leek het er op dat het aan leggen van een voetbalveld te Colijnsplaat zo zou gebeuren. Er bleken echter nog enkele m2 te ontbreken. Wie daar de schuld van was, laat ik in het midden, maar het was een lekker vrachtje waar ik mee op gezadeld was. Het heeft nogal wat lelijke woorden gekost, maar het is nu toch zo ver, dat het veld binnenkort in gebruik kan worden genomen. Natuurlijk is iedereen daar niet blij mee, maar de vele strubbe lingen hebben niet kunnen verhinderen, dat de goede verstandhouding met de Colijns- plaatse voetbalclub is gebleven. Daar ben ik dankbaar voor, evenals voor de prettige verhouding met de tennisclub. Vooral op financieel gebied waren er nogal wat hob bels, maar we zijn er toch in geslaagd om 16 maanden nadat de eerste brief was ge schreven, de tennisbanen op Colijnsplaat te openen. Wat de gymnastieklokalen op Kortgene en Kats betreffen, helaas is nog niet veel gedaan aan de slechte akoestiek, maar het ziet ër naar uit dat er wat gaat veranderen. Mijn zwaarste karwei was het beheren van de portefeuile van de camping. Vanaf het eerste ogenblik ben ik met problemen geconfronteerd. Er werd mij gevraagd uit Middelburg of ik tevree was met 250.000,- subsidie voor de aanleg van het nieuwe terrein. Ik dacht, dat begint goed, maar enkele dagen later kwam er bericht dat het niet doorging. Toen werd er gesugge reerd of de wethouder het wel handig had gespeeld. Ik weet niet wat de oorzaak was, maar als je alleen een stukje van de over- heidskoek krijgt als je het wat handig speelt, dan moet er nog heel wat veranderen eer men van eerlijk delen kan spreken. Je had meer moeten aanhouden werd me ge zegd. Dat is wel mogelijk, maar ik heb ook ervaren dat er ambtenaren zijn die er kritiek op hadden, als ik over een of ander maar door bleef zeuren. Ik denk dan aan de perikelen bij de aanleg van het parkeer terrein bij de camping. Hoe het ook zij, ondanks vele moeilijk heden hebben we een camping die er zijn mag. De laatste jaren heb ik nogal wat kritiek over het beleid van de camping moeten slikken. De vorige raadsvergadering is me echter veel lof toegezwaaid. Dat de camping is, zoals hij nu is, is mede te danken aan de familie Brinkman. Ik was en ben het niet altijd met hem eens. Er is wel eens flinke ruzie geweest. Hij is niet gemakkelijk en dat kan ik ook van mezelf zeggen. Ik heb echter ervaren, dat moeilijke mensen niet altijd de slecht ste zijn. Overigens, wat meer belangstelling voor de camping zou niet misstaan. Bij' de functie van voorzitter van de so ciale dienst zijn we er steeds van uit gegaan, dat hulp aan mensen niet mag stranden op de kosten, als men met eer lijke gevallen te maken heeft. We hebben natuurlijk wel eens meegemaakt, dat er bedrog in het spel was. Dat werd tot op de draad uitgezocht, omdat we oneigen lijk gebruik van sociale voorzieningen scherp afkeuren. Toch is het onverdraag lijk, dat veel bijstandtrekkers getekend worden. Natuurlijk is niet alles in de haak, maar zij die op slinkse wijze belasting ontduiken worden wat zachter behandeld. Zowel oneigenlijk gebruik van sociale voor zieningen, als belasting ontduiken, zijn dief stal van overheidsgelden. Ik weet zo net niet welke groepering het meeste plukt. Overigens, in een tijd van weelde bij zeer velen, er is nog altijd een categorie die, niet dan met veel hulp, rond kan komen. Overheidsmaatregelen om hen te helpen, blijven noodzakelijk. Omdat we een politiek college zijn, is het niet ongewoon, dat ik daar in het kort wat aandacht aan besteed. Meermalen is mij door mederaadsleden gevraagd waar om ik nu juist voor de PvdA heb gekozen. Ik zal dat eens zeggen. Toen ik tot oor deelsvorming kwam en gelezen had hoe de arbeiders in het verleden werden uitgebuit, hoe ze rechteloos waren en hoe ze uit hun werk werden geschopt, als het zo uitkwam. Was het voor mij, als arbeider, vanzelfsprekend dat ik me bij die beweging aansloot wier grote verdienste het is ge weest dat ze bij die arme mensen de ogen hebben geopend. En deze partij, waar de arbeiders, en zij niet alleen, zoveel aan te danken hebben, hoop ik trouw te blijven. ."B Men ziet nogal eens, dat sommigen op het eind van hun carrière de partij gaan ver laten en die vechten voor hun partij als er groei in zit, maar zo gauw keert het getij of ze lopen weg om zich bij een andere partij aan te sluiten. Zoiets is voor mij onbegrijpelijk. Niettegenstaande mijn politieke kleur, was de verhouding met raadsleden van an dere partijen goed. We hebben de degens wel eens gekruist, maar mensen die hun nek uit durven steken, zijn nu eenmaal geen doetjes. Ik hoop dat de nieuwe raad er van uit zal gaan dat men elkaar moet aan vaarden en niet dat men elkaar moet dulden. Het is bekend, dat ik nogal wantrouwend ben. Dit is wel een beetje geluwd, maar toch blijft het hangen. Al van mijn prille jeugd is het me opgevallen, dat een mens beoordeeld wordt naar gelang zijn maat schappelijke positie. Dat heeft me altijd gegriefd en van toen al is het wantrouwen gekweekt. Die achteruitstelling zie je nog dagelijks en meermalen hebben we het er in het college over gehad. We waren het niet altijd eens hierover, maar zij die om hun maatschappelijke positie nooit zijn ge negeerd weten dat niet zo goed. Overigens wordt je door je eigen luizen soms het hardst gebeten. Over de verhouding met het secretarie- personeel het volgende. Toen ik mijn in trede deed in de gemeenteraad wist ik niets van het gemeentelijk apparaat. Ik heb ge probeerd, door veel te vragen, mondeling of schriftelijk, wat aan de weet te komen. De antwoorden die ik kreeg, mondeling zowel als schriftelijk, waren niet altijd even vriendelijk. Ik heb ze deze week nog eens doorgelezen en ik dacht: het is ook nooit goed. Als je niets zegt, deugd het niet, maar als je veel vraagt ook niet. Als ik alles echter nog eens overzie, kan ik ver klaren dat alle ambtenaren mij behulp zaam zijn geweest en daar dank ik ze hartelijk voor. Als ik over ambtenaren spreek, moet me nog wat van het hart. Aankomende ambte naren kunnen op kosten en in de tijd van de gemeente cursussen volgen. Daar is niets tegen, integendeel. Wel vindt ik het on aanvaardbaar, dat als iemand op kosten van de gemeente een zeker diploma heeft gehaald, onmiddellijk naar een betere po sitie in een andere gemeente kan sollici teren. Ik vind, dat de gemeente, die alles heeft betaald, om de kennis van een ambte naar te verrijken er 1 of 2 jaar van moet kunnen profiteren. Bij de huidige gang van zaken plukt een grotere gemeente de vruch ten. Het zijn juist de kleine gemeenten die daar de dupe van zijn. Nu ik het gemeentelijk apparaat ga ver laten, wil ik wel zeggen dat ik het werk met genoegen heb gedaan. Het valt niet mee om dit in de steek te laten. Soms zeg ik, ik had er niet mee op moeten houden, maar ik heb er geen spijt van dat ik het besluit heb genomen. Met Pietje, die me altijd tot grote steun is geweest, hebben we er uren over gepraat eer de knoop werd doorgehakt. Ik heb het niet alleen gedaan, omdat de PvdA er voorstander van is dat men zich na de pensioengerechtigde leeftijd niet meer verkiesbaar stelt, niet omdat ik het beu ben, niet omdat de verhouding in het col lege en de raad slecht zou zijn en niet omdat ik me te oud voel. Ik hou er mee op, omdat je niet moet wachten tot je versleten ben. Als ik zeg, dat het me spijt, dan is dat het me spijt dat ik geen 25 jaar jonger ben. Overigens is voor ons wel een flinke financiële aderlating!!! Natuurlijk heb ik in de lange periode nogal eens aan kritiek blootgestaan. Soms terecht en soms ten onrechte. Dat is niet altijd leuk, maar het is een verschil van wie je het krijgt. Het is alleen maar te waarderen als je het krijgt van mensen die bereid zijn, op welk gebied dan ook, zelf de handen uit de mouwen te steken. Er zijn echter nogal wat lieden, die alles beter weten, maar zelf nooit een vinger voor een of ander uitsreken. Van zulke negatieve- lingen is kritiek huichelachtig. Het is me ook opgevallen, dat veel men sen wat afwijzend staan tegen overheids- bemoeingen. De overheid moet hier met zijn vingers afblijven en cie overheid moet daar met zijn vingers afblijven. Dat zullen we zelf wel regelen. Ja, ja. Het houdt ech ter op, als men zelf aan de bak komt. Ik heb er dikwijls versteld van gestaan hoe mensen, die altijd op de overheid prikken, er als de kippen bij zijn om zakken graan tjes mee te pikken als het in hun kraam te pas komt. Toch is de overheid er ook wel eens schuldig aan dat velen schouderophalend staan tegen de uitwerking van overheids maatregelen. Als er verordeningen worden aangenomen en ze worden niet uitgevoerd, dan vraagt men om kritiek. Om enkele voorbeelden te noemen. Als men niettegen staande een parkeerverbod toch toestaat dat men op die plaatsen links en rechts parkeert, als de verordening van loslopende honden wordt genegeerd op grote schaal, deugt er iets niet. Ik ga daar niet verder over uitwijden, maar kloppen doet het niet. Tenslotte het volgende. Ik heb ervaren, dat niet alleen grote zaken voldoening ge ven. Het is natuurlijk noodzakelijk, dat men grote zaken groots aanpakt en dat heel het apparaat daarvoor in de weer is. Toch is het even noodzakelijk om grote aandacht aan ogenschijnlijk kleine zaken te besteden. Problemen van eenvoudige mensen wor den wel eens gebaggatelliseerd. En toch zijn ze voor hen zo belangrijk. Een bankje hier, een struikje voor de ramen weghalen bij mensen, die hele dagen aan hun stoel zijn gekluisterd en niet op de straat kunnen kijken, een trapje om een dijk te kunnen beklimmen. Nietigheden in het grote geheel? Niets is minder waar. Het geeft ontzaglijk veel voldoening om iets voor oude mensen te kunnen doen en het kost zo weinig. Ik schei er nu mee uit en dank het college voor de prettige samenwerking en voor de wijze waarop het heeft gemeend afscheid van ons -te nemen. Het gemeen telijk apparaat voor de prettige kontakten en allen, die op enigerlei wijze hieraan hebben meegewerkt. Ik hoop, dat de vriend schap nog wat zal blijven. Trouwens, echte vriendschap breekt men niet zo maar af. Ik wens het college, de raad en het ge meentelijk apparaat het allerbeste en ik hoop dat ze niet zullen vergeten aan kleine zaken van eenvoudige mensen aandacht te besteden. Het zijn meestal de kleine dingen die het doen. Het ga u allen goed. Als laatste bedankte Van der Weele voor de 7 jaar van goede samenwerking. Hij wenste verder de gemeente Kortgene een prachtige toekomst. Aan het eind gekomen van deze raads vergadering en het afscheid van 3 raads leden en een wethouder, bedankte burge meester Van der Linde de aanwezigen voor het in zo grote getale verschijnen. Op maandag 5 sept. j.l. kwam de raad in openbare vergadering bijeen. Het lid Re- mijnse was wegens ziekte verhinderd. De vergadering stond onder voorzitterschap van wnd. burgemeester Scheele. Deze deed mededeling over de ziekte van burgemeester Wisse en stelde voor hem een telegram te sturen voor een spoedig herstel. De notulen van de vorige vergadering werden onveranderd goedgekeurd en een wijziging in de bezoldigingsverordening gaf ook geen problemen. Een krediet van 61.616,werd beschik baar gesteld voor het bouwrijp maken van het bestemmingsplan Geersdijk Oost II. Kou- wer vroeg hierbij of men plannen had voor woningbouw, of dat men het liet afhangen van de aanvragen. Voorzitter Scheele zei, dat men op dit moment geen plannen had voor woningbouw op Geersdijk. Wel kon den particulieren altijd terecht voor de bouw van een huis op Geersdijk. Het voorstel voor een krediet van de nieuwe school te Geersdijk werd terugge nomen, omdat er nog niet voldoende gege vens waren over de onderwijsuitkeringcn van het rijk. Een bedrag van 564.550,— werd uit getrokken voor de verbouw van de Prins Willem-Alexanderschool te Kamperland. Uijl vroeg of men al een plaats voor de nood- lokalen had gevonden. Was de oude school in de Veerweg b.v. geen oplossing. Weth. Wisse zei, dat men nog geen plaats had, maar dat men met bewoners in de Nieuw- straat ging praten om de noodlokalen als nog daar te plaatsen. De oude school in de Veerweg was te klein om als noodlokaal te dienen. Het laatste perceel grond in het nieuwe bestemmingsplan te Kamperland werd aan gekocht van M. J. Verburg, 283.000,— was het bedrag. Kouwer vroeg hoe dit nu nog zat met de fasering van de woningen, welke GS opgelegd had. Voorzitter Scheele antwoordde, dat men bleef aandringen op verruiming van het aantal te bouwen wo ningen in dit plan. De volgende subsidies werden verleend. EHBO Kamperland ƒ750,— voor het ge raamde tekort in 1978. Badmintonvereniging „Badthousiast" te Kamperland 1200,— in de kosten van oprichting en eenmalige bij drage voor aanschaf tafeltennistafels. Zeeuws Kunstenaarscentrum te Middelburg kreeg een donatie van ƒ15,— per jaar. De VAC op Noord-Beveland kreeg 525,— voor het geraamde tekort in 1978. En de rijvereniging Noord-Beveland kreeg een één malige bijdrage van 2.500,— voor aanschaf materialen en een jaarlijkse bijdrage van 750.-. De gemeente ging een geldlening aan van 1 miljoen gulden bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten. Enkele begrotingswijzigingen over 1978 passeerden zonder op- of aanmerkingen. Hierna kwam aan de orde het afscheid van wethouder Scheele en van het raadslid Kouwer. In zijn toespraak tot het lid Kouwer memoreerde voorzitter Scheele enkele ge beurtenissen uit diens loopbaan als raadslid. Hij roemde zijn inzet en inbreng en dan vooral gericht op de zaken welke het dorp Geersdijk aangingen. De goede samenwer king met anderen was een verdienste van dit raadslid. Hij wenste de heer Kouwer en zijn gezin verder het allerbeste in de nabije toekomst. Als stoffelijke blijk van waarde ring kreeg hij een diaprojektor aangeboden. Wethouder Wisse sprak daarna enkele afscheidswoorden tot wethouder Scheele. Men nam afscheid van een bestuurder welke 22 jaar raadslid was, waarvan 20 jaar als wethouder. Er zijn heel veel dingen ver anderd tijdens uw periode. Hij besloot met te zeggen, dat er vrijdag a.s. tijdens de officiële afscheidsreceptie ongetwijfeld nader op vele zaken zou worden teruggekomen. Hij besloot met: „Het ga u goed na dit afscheid". Het lid Dieleman sprak namens alle raadsleden woorden van dank voor de goede samenwerking aan het adres van wethouder Scheele en raadslid Kouwer. De raad wenst u beiden nog vele voorspoedige jaren toe, zo besloot hij. De heer Kouwer bedankte de gemeente voor het geschenk. Hij had een plezierige tijd beleefd in de raad. En hoopte op een even goede samenwerking in de toekomst. Hij eindigde met te stellen, dat hij altijd veel voor Geersdijk heeft willen betekenen. Wethouder Scheele had een .lange af scheidsrede, welke helaas wegens plaats gebrek niet in zijn geheel overgenomen kan worden. Hij sprak daarin over vele zaken uit het verleden en ook zaken welke de gemeente in de toekomst kunnen gaan bezighouden. Ook hij roemde de goede sa menwerking en wenste een ieder het aller beste toe in de toekomst. Bij de rondvraag vroeg Blok hoe lang het nog duurt voor men de lichtmasten plaatst bij de toegang naar gymlokaal en sportveld te Wissenkerke. Dc voorzitter zei, dat dit onlangs met de PZEM was besproken. Kouwer vroeg waar het bord Industrie terrein te koop op Kamperland is gebleven. De voorzitter zegde toe dit terug te plaatsen De toegang naar het sportveld te Kamper land was volgens Kouwer ook slecht. Ook dit zou door het college bekeken worden. Hierna volgde sluiting van de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1978 | | pagina 2