Last van een kater?
Sombere
arbeidsmarkt
biedt nog kansen
De
handdoek is een viezerd!
mm
WAT TEVEEL GEDRONKEN EN
HET IS NIET ALLEEN DE ALKOHOL DIE HET HEM DOET
Na een gezellig avondje, waarop de drank
rijkelijk vloeide en sommige leden van het
gezelschap wat meer dronken dan goed
voor hen was, komt voor hen de „kater".
Zo vrolijk, opgewekt en levenslustig zij
die avond onder invloed van een goed glas
waren, zo naar en puur ellendig voelen
zij zich de volgende morgen. Het is een
vorm van totaal onbehagen, veel al gepaard
met een barstende hoofdpijn, die hen plaagt.
Voor deze toestand kenden de oude Ro
meinen reeds een woordje: „Crapula". Het
betekende niet alleen hoofdpijn, maar merk
waardig genoeg ook „hars", de bekende
welriekende, kleverige stof, die we uit den-
nehout zien komen. Zo op het oog lijkt
dat een merkwaardige dubbelbetekenis.
Maar zo merkwaardig en toevallig is die
niet. Wanneer we bedenken, dat in die
oude tijden de wijn bepaald niet zo rein
was en dat die meestal sterk verontreinigd
was door verschillende stoffen, waarbij dik
wijls ook hars, dan wordt het ons al iets
duidelijker.
De vermoedens van de oud Romeinen
blijken bij wetenschappelijke onderzoekingen
volkomen juist te zijn. Reeds lang wist men,
dat de narighied die voortvloeit uit een
overmatig drankgebruik niet alleen voort
vloeit uit de alkohol zelf. Zeker, de alkohol
speelt een zeer belangrijke rol, maar er
zijn diverse omstandigheden, die het proces
kunnen versnellen en verergeren, zoals veel
roken, gebrek aan frisse lucht en niet te
vergeten een lege maag.
Men weet nu echter ook, dat daar nog
andere faktoren bijkomen, zoals het per
centage alkohol en vooral de „bijstoffen",
dat zijn die stoffen, die naast de pure
alkohol in de drank zitten, hetzij als gevolg
van het chemische proces, of om de drank
een bepaalde smaak of kleur te geven.
Verschillende van die stoffen zijn gewoon
vergiften, zoals in dit verband wijnzuur,
Gehuwde vrouw.
Een ander extra nadeel heeft Nederland
op te vangen in het arbeidsaanbod van
gehuwde vrouwen dat hier te lande achter
blijft in vergelijking jnet bijvoorbeeld Enge
land en West-Duitsland. In de komende
jaren zal een deel van onze gehuwde vrou
wen stellig proberen deze achterstand in
te halen, vooral als wij bedenken dat de
situatie bij de mannen ook nog ongunstiger
zal worden. Voorlopig zijn onze problemen
die van de gehele westerse wereld, zodat
er zowel op nationaal als op internationaal
niveau naar oplossingen wordt gezocht.
Op internationaal niveau probeert men
de consumptie op te voeren. Met name
West-Duitsland en Japan zouden daartoe
een bijdrage kunnen leveren. Deze landen
worden daarvan weerhouden door hun vrees
voor inflatie. In dit verband wordt aan
houdend getracht verbetering te brengen
in de internationale wisselkoers-verhoudin
gen. Hiervoor is nog geen oplossing gevon
den, maar het is niet onmogelijk dat men
alsnog tot grotere samenwerking komt.
Deze samenwerking zou gepaard moeten
gaan met verbeteringen in het vrije handels
verkeer. Bescherming van de eigen handel
en industrie leidt wel tot enig soelaas in
een bepaald land, maar zal op langer zicht
de welvaart nog meer aantasten. Het pleit
voor Nederland dat wij in principe het
beginsel van de vrije wereldhandel hoog
houden.
appelzuur, boterzuur, etylacetaat, etylifor-
maat en diverse anderen.
De onderzoekingen hebben uitgewezen,
dat de verhouding alkohol tot bijstoffen
in een groot aantal dranken nogal ver
schillend is en zo kunnen bepaalde dranken
waarin een groot percentage bijstoffen
voorkomt, soms sneller tot „de kater" leiden
dan andere dranken.
Het hangt echter niet alleen van het
percentage bijstoffen af, maar ook van de
aard van die bijstoffen. Een fijne Ameri
kaanse whisky blijkt bijvoorbeeld tegenover
elke eenheid stoffen, slechts 150 eenheden
alkohol te bezitten, hetgeen laag genoemd
kan worden. Schotse whisky doet het wat
beter met 1 eenheid bijstoffen tegenover
160 eenheden alkohol. Brandewijn staat 1
tegenover 164 en rum 1 tegenover 228.
Bij een goede wijn is de relatie 1 tegenover
250 en bij bier 1 tegenover 400. Jenever
staat vrij zuiver 1 tegenover 1000 en wodka
spant de kroon met 1 tegenover 4600. Het
zijn slechts enkele voorbeelden uit lange
rijen die men na wetenschappelijk onder
zoek heeft opgesteld.
Het is echter wel van belang, dat men
geen verkeerde voorstelling van zaken krijgt
en er moet dus even op worden gewezen,
dat ook al staan jenever en wodka aan
de kop met een minimum aan bijstoffen
en kunnen zij als de meest zuivere alko-
holische dranken worden beschouwd, daar
om toch wel tot „een kater" kunnen leiden,
aangezien het tenslotte ook voor een be
langrijk deel de alkohol zelf is, die de
narigheid veroorzaakt en wanneer men te
veel gedronken heeft, wreekt zich dit altijd.
Het onderzoek doelde er slechts op te
wijzen op de dikwijls bijkomende funeste
invloed van de bijstoffen, die soms door
hun texische werking samen met de invloed
van de alkohol, sneller tot een kater kun
nen leiden.
Het derde vraagstuk ligt internationaal
in de arbeidsverdeling tussen rijke en arme
landen. Wanneer vooral de grote landen
hun financiële steun aan arme landen ver
groten zal de minimale steun van 0,31%
van het bruto nationale produkt wellicht
opgetrokken kunnen worden tot de Neder
landse bijdrage die met 0,7% bijna een
half procent hoger ligt.
Voor ons land liggen er daardoor moge
lijkheden om verdere hulp iets meer te
binden aan het verkrijgen van meer werk
gelegenheid in eigen land. Zo komen wij
ongemerkt terecht bij de werkgelegenheids-
problematiek in Nederland.
Onderwijs.
Het ziet er naar uit, dat de grootste
problemen in de arbeidsvoorzieningen in
de eerstkomende jaren zullen liggen bij de
hoger gekwalificeerde arbeid. Zo tegen 1985
moet gerekend worden met een groot over
schot in leerkrachten. In de medische sfeer
zal er eveneens overcapaciteit ontstaan ter
wijl men in andere sectoren ook verwacht
aan tenminste 100.000 op hoger niveau af
gestudeerden geen toekomst te kunnen
bieden.
Wij zullen onze inspanning voor de pro-
duktie van hoog-technische produkten dus
moeten vergroten en de investeringen in die
richting moeten aanmoedigen. Dat zou een
mes zijn dat aan twee kanten snijdt, want
een hoog-gekwalificeerde produktie eist gro
te investeringen en die zijn op hun beurt
weer de aanjager van de overige produktie.
Ook zullen er voor onderzoek naar de
levensvatbaarheid van nieuwe produkten ge
weldige kapitalen beschikbaar moeten ko
men. Wanneer de daarvoor gevraagde ar
beidskrachten niet te hoge salariseisen stel
len, zullen in die sector velen arbeid kunnen
vinden.
Ook is te verwachten dat de beter op
geleide krachten genoegen zullen nemen met
een lagere functie, zodat op hun beurt de
middelbare krachten ook een veer zullen
moeten laten. In de sector van de uit
voerende beroepen lijken voor werkgelegen
heid de beste kansen te liggen met het
accent op de handel, dienstverlening en de
administratie.
Voor de laatste groep moet enig voorbe
houd worden gemaakt, omdat er nog geen
zicht is op de snelheid waarmee de auto
matisering op dit gebied voortschrijdt. Hoe
meer wij afdalen naar de lagere regionen
van de uitvoerende beroepen, hoe groter
het aanbod in werkgelegenheid wordt. Voor
vrouwen liggen er in de huishouding' en
de schoonmaak grote mogelijkheden. Het is
mode geworden om daar de neus voor op
te halen. De aard van dit soort werkzaam
heden is echter ook wel veranderd, zodat
hier wellicht duizenden krachten kunnen
worden opgenomen.
Praktische scholing.
Voor de mannen liggen er banen te wach
ten in het horecabedrijf en in de meer
zware beroepen als inpakkers, verladers.
Het is hier handen uit de mouwen steken
geblazen, maar wij zullen toch wel terug
moeten naar een mentaliteit van minder
kieskeurigheid. Daar moet aan worden toe
gevoegd, dat ook de mobiliteit van de ar-
beidzoekende zal moeten worden vergroot.
Al te gemakkelijk wordt aangenomen dat,
wanneer men de opleiding heeft voltooid,
passende arbeid in de buurt van de woon-
Is het u ook wel eens overkomen, dat u
in een of andere gelegenheid uw handen
wilde wassen en dat u na het wassen tot
de ontdekking kwam, dat de handdoek
die er hing, zo vies en onsmakelijk was,
dat u liever met natte handen naar buiten
ging dan ze aan die handdoek af te drogen?
Is het u ook wel eens gebeurd dat het
stukje zeep bij een gelegenheid om handen
te wassen er zo vies uitzag, dat u de
handen maar liever alleen met wat water
waste?
De bovengestelde vragen moeten we
helaas maar te dikwijls met ja beantwoor
den. In veel openbare gelegenheden man
keert er jammer genoeg dikwijls het een
en ander aan de hygiënische omstandig
heden waaronder men naar toiletten gaat,
handen wast, enzovoort. In feite draait een
belangrijk deel van de gehele hygiëne om
dat gemeenschappelijke stukje zeep en die
gemeenschappelijke handdoek.
Het is een feit dat er al diverse malen
akties zijn geweest om hierin verbetering
te brengen, maar helaas zijn de resultaten
bescheiden. Het gaat namelijk niet alleen
om de stukjes zeep en de handdoeken in
openbare gelegenheden, maar ook in fa
brieken, kantoren, ateliers, e.d. en tenslotte
ook bij ons thuis. Steeds weer zijn het dat
gemeenschappelijk stukje zeep en die ge
meenschappelijke handdoek die gevaren op
leveren voor de gezondheid van anderen.
Het is heel simpel. We hebben twee
handen, bestaande uit tien vingers, twee
handpalmen en twee handruggen. Dat zijn
belangrijke instrumenten van de mens, want
met die handen doet hij eigenlijk alles.
Die handen komen daardoor ook met alles
in kontakt en het zijn voor een belangrijk
deel de handen die de grootste kans lopen
bezet te worden met bacteriën. Onze han
den zitten in principe vol met micro
organismen, waaronder goede en kwade.
Door middel van het wassen van de handen
trachten we die handen schoon te krijgen,
maar dat betekent niet alleen gereinigd
van vuil dat zichtbaar is, maar ook van
schadelijke bacteriën. Daarbij gebruiken we
plaats moet kunnen worden gevonden.
In het beeld van het voorgaande dient
over de beroepsvoorbereiding nog het vol
gende te worden opgemerkt. Zelfs wanneer
men een langdurige scholing heeft gevolgd
voor een beroep, waarin zelfs een stage is
opgenomen, betekent dit nog niet dat men
een deskundige is in het gekozen beroepen
veld. Nodig is daaraanvolgend nog een ja
renlange praktische scholing in de praktijk,
waarbij het zelfs een goede zaak kan zijn
om op de onderste sport van de beroeps
ladder te beginnen. De theoretisch verkregen
vakkennis en vaardigheid komen er dan
wel uit. Zij leiden dan heus wel tot een
snelle stijging op de ladder.
Anderen, die minder voorbereiding in het
beroep hebben meegekregen, zullen dit dan
ook respecteren. Maar dit ervaringsfeit geeft
tevens kansen aan de in de aanvang minder
geschoolden. Ook in de praktijk van de
lagere beroepen doet men een schat aan
ervaring op, die een goede opstap kan zijn
naar hogere functies. Die zijn in onze maat
schappij bereikbaar voor iedereen.
Naast elke regulière opleiding bestaat er
thans zogenaamde tweede kansonderwijs in
cursussen of avondscholen, waarvan het
einddiploma dezelfde maatschappelijke
waarde heeft als die van de dagschool.
Voorts ligt er in de lauwheid en de ge
latenheid, waarmee velen zich laten drijven
op de gemakzucht van deze tijd, een pracht
kans op een dikke voorsprong voor degenen
die zich met doorzettingsvermogen en vaste
wil een toekomst willen bouwen. Voor hen
ligt er ook nu een baan. Recht op hun eigen
beroepsrails of op een nevenspoor.
De geschiedenis van elke carrière bewijst,
dat in minder gunstige tijden de basis is
gelegd voor een topfunctie van mensen
met een bescheiden begin. Met deze weten
schap achter de hand hoeft niemand mis
moedig de arbeidsmarkt te betreden.
(Nadruk verboden).
Drs. A. van Mierlo.
zeep om de ongerechtigheden van onze huid
los te maken. Daarna komen we tot het
afspoelen en we mogen verwachten dat
een belangrijk deel van deze ongerechtig
heden via de waterstroom van onze handen
worden verwijderd. Laten we ons echter geen
illusies maken. Op onze handen zitten dan
nog vele ongewenste gasten endie ve
gen we af aan de handdoek waaraan we
onze handen drogen. Als het er op aan
komt is de handdoek een grote bron van
besmetting, want wanneer een volgende
persoon de handen aan zo'n handdoek
droogt en hij treft niet een zuiver schoon
stukje, dan neemt hij zonder meer bacteriën
van een ander op zijn handen over. Het
zelfde kan al gebeuren met een stukje
zeep wat door een ander is gebruikt. Het
zijn en blijven moeilijke zaken.
Ideaal zou zijn, voor ieder die handen
wast een aparte dosis zeep en op de een
of andere manier een eigen mogelijkheid
tot het drogen van de handen.
Vast staat, dat het stukje zeep niet zo
best is. Nu zijn er tegenwoordig zeepauto-
maten en wanneer die goed funktioneren,
dan betekenen ze inderdaad reeds een
grote vooruitgang.
Komen we aan de handdoek, de ergste
boosdoener. De gemeenschappelijke hand
doek, waarover we reeds spraken is na
tuurlijk uit den boze. Dan kennen we nog
de handdoek aan de rol. Ook die is niet
ideaal, want in veel gevallen komt men
ook daar in kontakt met reeds gebruikte
delen. Voor iedere handenwasser een schon,e
handdoek is natuurlijk economisch niet
haalbaar, maar wel wanneer men papieren
handdoekjes gebruikt, die na gebruik kun
nen worden weggeworpen. Dat is een voor
treffelijke oplossing alsook de warmelucht-
blazers, die de handen in korte tijd drogen,
zonder dat men in kontakt met een hand
doek e.d. behoeft te komen.
Het is te hopen, dat men steeds meer
het nut en de noodzaak gaat inzien van
vervanging van die gemeenschappelijke
handdoek en zeep en overgaat tot meer
hygiënische voorzieningen.
WAAR KOMT DIE
UITDRUKKING VANDAAN
„Slabakken".
Onder „slabakken" verstaan wij lui zijn,
treuzelen, vertraging veroorzaken. Het is
een vrij gecompliceerd woord, dat zeer
waarschijnlijk is ontstaan uit de woorden
„slakken" en „bakken". Het eerste betekent
slap worden. Zie dus „slap" en „slab".
Het tweede heeft de betekenis van kleven,
vast blijven zitten, in welke vorm we het
woord nog kennen in de schoolterminologie
bij zitten blijven. De totale vorm komt
dan neer op inactief blijven zitten.
„Iets te berde brengen".
Hiermede bedoelen we, iets aanvoeren,
iets naar voren brengen, iets onder de
aandacht brengen, opperen, enz., veelal be
doeld als voorbeeld als bewijsgrond, als
verontschuldiging e.d.
Wanneer zoiets plaats vindt op bijvoor
beeld een vergadering, wordt voor boven
staande uitdrukking ook wel gebruikt, iets
ter tafel brengen. Nu dan, dit is in wezen
de letterlijke vertaling van „iets te berde
brengen". De middeleeuwse naam voor
tafel was „berde".
„Zich kunnen bedruipen".
Een uitdrukking waarmee wij aanduiden
dat men geheel voor zichzelf kan zorgen
en geen hulp wat dat betreft nodig heeft.
In wezen slaat de uitdrukking op het
braden van vogels aan het spit. Wanneer
een vogel in zijn eigen vet kon worden
gebraden, dan zei men dat hij zichzelf kon
bedruipen en dus geen vreemd vet nodig
had.
„Iemand de voeten spoelen."
Dit is de betiteling bij de zeevaart, wan
neer iemand overboord wordt gezet. Tegen
woordig gebeurt dit nog slechts bij mensen
die op zee overleden zijn en die een zee
mansgraf krijgen.
Vroeger werd dit door kapers, zoals de
Duinkerkers en later ook als weerwraak
door de Zeeuwen, gedaan met leden van
de bemanning van veroverde schepen, die
dan levend overboord werden gesmeten,
met de bedoeling dat zij zouden verdrinken.
„Iets op zijn eigen houtje doen".
Dat zeggen we wanneer iemand iets
doet zonder hulp en geheel voor eigen re
kening. In dit laatste schuilt reeds de ver
klaring, want met houtje wordt bedoeld
kerfhoutje, of kerfstok. Vroeger diende een
dergelijke stok als een soort rekening cou
rant tussen mensen die handel met elkaar
bedreven. Elk had fco'n stok en wanneer
er een bepaalde koop werd gesloten, dan
werden de twee stokken precies tegen el
kaar aangelegd, zodat ze keurig sloten en
dan werd er een snede of een kerf gegeven
over beide, zodat later precies kon worden
nagegaan of het netjes sloot. Koper en
verkoper hadden zo beide een bewijs. Wie
oo eigen kerfstok handelde, deed dit dus
voor eigen rekening en zonder hulp.
„Iemand links laten liggen."
In dat geval bemoeit men zich niet met
iemand, men slaat geen acht op hem, neemt
geen notitie van hem, alsof hij er niet is.
Uit het begrip „links" heeft zich reeds
zeer vroeg dat van „verkeerd" ontwikkeld.
Reeds bij de Romeinen betekende „sinister",
evenals „laevus", links en ongelukkig, ver
keerd. De uitdrukking betekent dus: iemand
aan die zijde laten liggen waar het ongeluk
vandaan komt.
„Voor iemand in het krijt treden."
Daarmee wordt bedoeld het voor iemand
opnemen, hem verdedigen, voor hem in het
strijdperk treden. En met dit laatste zijn
we al aan de verklaring toe. De oude
middeleeuwse naam voor strijdperk was
„krijt". Het is het woord voor kampplaats,
kring, cirkel, afgeperkte ruimte, waarin een
tweekamp wordt gestreden.
KOLLEKTE NED. RODE KRUIS
De jaarlijkse kollekte van het Ned. Rode
Kruis op Noord-Beveland heeft opgebracht
6462,70. Verdeeld over de dorpen:
Kats 520,—
Colijnsplaat 1094,40
Kortgene 909,80
Geersdijk f 316,55
Wissenkerke 651,—
Kamperland 2970,95
Duizenden jonge mensen hebben weer het moment bereikt waarop zij de
school moeten ruilen voor een beroeo in de maatschappij. Is er ruimte voor
hen en hoe zien hun kansen eruit. Wij weten dat er sprake is van grote
werkloosheid en dat deze op korte termijn niet kan worden terug gedrongen.
Een extra moeilijkheid voor de Nederlandse arbeidsmarkt is wel dat er de ko
mende jaren een brede golf van arbeidszoekenden moet worden verwerkt als
gevolg van de geboortegolven uit de vijftiger jaren, terwijl daarna rekening
moet worden gehouden met een inkrimping van het aantal werkzoekenden.
Maar voordat het zover is zijn wij tien jaar verder en daar kunnen de meeste
schoolverlaters van nu moeilijk op wachten. Voor hen zou een herstel van de
economische groei in de wereld zeer welkom zijn.
Wel is het zo, dat de conjuncturele vooruitzichten op dit moment iets gun
stiger zijn, maar deze zouden een niveau moeten bereiken van 4,5% groei om
effectief te zijn en het ziet er niet naar uit dat dit haalbaar is. De situatie lijkt
extra somber omdat er ook nog een stuk verborgen werkloosheid aanwezig is.
Die is te vinden in het hoge percentage WAO-trekkers, waarvan stellig een
gedeelte zou terugkeren naar de arbeidsmarkt als de werkgelegenheid weer
gunstiger zou worden.
EEN ENORME BRON VAN BESMETTING