NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD EEN ILLUSIE ARMER U houdt nu het meest gelezen blad op Noord-Beveland in handen Zeeland Magazine? No. 9808 Donderdag 20 april 1978 81e jaargaag BWK EN UITGAVE: DRUKKERIJ MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON 3 06 - GIRO 206882 Abonnementsprijs ƒ18,00 per jaar Franko per post ƒ30,00 per jaar Advertenties 30 ct per mm, excl. BTW Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen FEUILLETON 33 Voorzichtig haar woorden kiezend, ant woordt Jossa: „In Helmond woont een kunstkenner en dito beschermer. Hij koopt wel eens wat van ons. Enige tijd geleden vroeg hij met hem te trouwen. Ik heb er over nagedacht, maar er zijn onoplosbare problemen tussen ons, bijvoorbeeld het gods dienstverschil, dus heb ik na ampele over weging nee gezegd." „Hoe heet die man?" Jossa zegt: „Wees maar voorzichtig, want hij is niet de eerste de beste: Meneer Voor houd: hij is directeur van een confectie fabriek en woont in Helmond." De man denkt na. „VoorhoudVoor houdhoe ken ik die naamwacht eensik heb net zoiets genoteerd: u was toch uit met uw vriend, Drikus Voor houd? Familie?" Jossa begint iets te begrijpen. „Dat is zijn zoon. Maar Peet kan onmogelijk ge weten hebben, dat wij samen het weekeind uit zouden gaan. Het is eigenlijk zo maar ineens opgekomen." „We zullen toch maar eens proberen uit te vissen, wat die meneer Voorhoud senior gedurende de paasdagen heeft uitgevoerd." Het onderzoek in Helmond haalt niet veel uit. Peter Voorhoud blijkt donderdag in de ochtenduren al weggereden te zijn naar Zwitserland, naar een zakenrelatie in Airoso. De directeur heeft naam en adres plus telefoonnummer voor de rechercheur opge schreven en er aan toegevoegd, dat hij maandagavond laat pas teruggekomen is in Helmond. Rechtstreeks. En de volgende morgen weer normaal aan het werk gegaan op kantoor. Nee, de rechercheur is niet veel wijzer geworden. Het alibi is niet waterdicht, maar de politieman heeft wel zoveel ge zond verstand om te beamen, dat de fa brikant geen enkele reden heeft om Dolf een pak slaag te geven of te laten geven. Al bleek wel, dat de man verrast scheen, toen hem verteld werd, dat Jossa van Hunninkhuizen het Paasweekeind met zijn zoon op sjouw was geweest in België en Duitsland. Nee, veel succes heeft hij nog niet met zijn onderzoek in de zaak Prinsse. Jossa gaat de dag er op, woensdags, twee keer naar het ziekenhuis om Dolf te bezoeken, maar hij ligt waarschijnlijk nog zwaar onder de injekties, want hij herkent haar nauwelijks of is in slaap of wat daar op moge lijken. Zijn toestand is nog onveranderd ernstig. Ze heeft Julia gebeld, die tegenwoordig in Haarlem woont. Maar die blijkt pas aan het eind van de week terug te komen; ze is met vakantie in Engeland. Maar men zal haar bij terugkeer meteen op de hoogte stellen van het feit, dat haar vader ernstig ziek is. De rechercheur bezoekt Jossa die dag nog een keer, maar wordt niet veel wijzer. De vingerafdrukken heeft men niet kunnen identificeren. De buren links en rechts zijn gevraagd of ze wat bizonders hebben gezien of gemerkt, maar die waren ook afwezig en weten nergens van. Don derdagsmorgens belt Jossa het ziekenhuis en krijgt te horen, dat de patiënt in ieder geval een iets rustiger nacht heeft gehad. Maar dat is dan ook alles; nog altijd is er levensgevaar. Diezelfde donderdagmorgen staat Voor houd senior ineens in de winkel. Jossa bekijkt hem met een zekere argwaan, op- Bent u reeds geabonneerd op een twee - maandelijks tijd- schiit met actualiteiten, cul tuur, evenementen, historie en recreatie. Het geheel in 4 - kleuren omslag en alle artikelen voorzien van nog nimmer gepubliceerde foto's. Slechts 18,— per jaar. Vraag een gratis proefnummer aan: POSTBUS 1 - WISSENKERKE door Leida Graafland gewekt door de rechercheur met zijn ver onderstellingen, maar steekt toch haar hand uit. „Wat voert u hierheen?" vraagt ze, hem nu weer vormelijk „u" noemend. „Wat is er met Dolf aan de hand?" steekt hij meteen van wal. „Weet je, dat de politie bij me geweest is en me heeft verhoord?" Jossa begrijpt: dat zat er wel in. Maar in enkele zinnen zet ze uiteen, hoe ze Dolf gevonden heeft, toen ze dinsdagavond thuis kwam. En dat zijn toestand onveranderd ernstig is. „Volgens de dokters is hij door minstens twee of drie mannen mishandeld. Op beestachtige wijze. Hij heeft zwaar in wendig letsel opgelopen. En daardoor be staat de mogelijkheid, als hij er boven op komt, dat hij de rest van zijn leven in valide blijft." De man is kennelijk onder de indruk. „Helemaal geen idee, wie het gedaan kan hebben, Jossa?" Ze kijkt de bezoeker verontwaardigd aan. „Wat dacht u? Dat ik dit dan niet dadelijk tegen de politie gezegd zou hebben?" „Kan het geen klant geweest zijn met wie hij zakelijke moeilijkheden heeft gehad? Je moet alles de revue laten passeren." Jossa maakt schouderophalend een uit nodigende beweging. „Komt u maar mee naar het atelier. Het is net zo ongeveer koffietijd." Een poos later drinken ze koffie, roken en denken na. Maar ze komen er niet uit. Niemand heeft ook maar 't minste ver moeden. Men zal moeten wachten tot de patiënt in zoverre wat opgeknapt is, dat men hem een kort verhoor zal kunnen af nemen. Tot zolang zullen ze wel in het duister blijven tasten. Na de koffie wijst Jossanaar de hoek, waar Dolf in de regel een stapel schilderijen en paneeltjes, al of niet ingelijst, heeft staan. Voorhoud zegt: „Dolf heeft mijn dienstertje geschilderd. Martie zei me en kele dagen geleden, dat het schilderij de finitief klaar was. Mag ik het zien, of is dat niet toegestaan?" Jossa komt overeind. „Waarom niet? Al veronderstel ik, dat Dolf het niet zal willen verkopen. Best mogelijk, dat Martie het uiteindelijk kado krijgt." Ze loopt naar de bewuste hoek en zoekt naar het doek, dat tamelijk groot moet zijn. Maar kan het niet vinden. Eigszins verwondert kijkt ze rond en gaat dan zoeken bij haar eigen doekjes. Maar daar is het portret van Martie evenmin. „Eigenaardig," zegt ze, naden kend; „ik zou zweren, dat ik het donder dagmiddag, een paar uur voor ik vertrok, nog zag staan op die ezel." Ze wijst op het betrokken voorwerp en herinnert zich nu, dat die schuin tegen de wand stond na haar thuiskomst. Ze bekijkt de ezel eens wat nauwkeuriger en ontdekt nu, dat het voorwerp hier en daar beschadigd is. „Dat isnee, dat is onmogelijk!" „Wat is onmogelijk?" De man kijkt haar verwonderd aan. „Het is er niet meer. Dat schilderij van Martie. Heeft ze er niet over gesproken de laatste dagen?" „Enkel, dat het nu definitief klaar was. Ik denk: ruim een week geleden." „Ik zou haar er maar eens naar vragen, als ik u was, want hier is het niet meer." „Martie is ziek." „Ziek?" „Ja. Ik was het Paasweekeind in Zwit serland en gaf haar vrij tot maandagavond. Maar toen ik Tweede Paasdag tamelijk laat thuiskwam, was ze er nog niet. Evenmin de volgende morgen en middag. Dus belde ik naar Heeze. Daar kreeg ik te horen, dat Martie ziek was." „Wat scheelt haar?" De man zucht. „Sorry, daar heb ik hele maal niet naar gevraagd. Temeer, omdat ze zeiden, dat 't niet lang zou duren. Ik dacht: misschien een zware verkoudheid." Er begint een vermoeden bij Jossa van Hunninkhuizen te groeien. Want het is haar opgevallen, dat Dolf de laatste tijd nogal dik was met het meisje. Dat ze vaker eigenlijk zonder een bepaald doel kwam en dat ze ook wel eens samen en kele uren weg waren. In Dolfs oude wagen. Stel je voor, datZe vraagt de man: „Bent u enigszins bekend met de familie omstandigheden van Martie?" „Hoe bedoel je?" „Wel, bijvoorbeeld met hoevelen ze nog thuis is. Ze woont immers in Heeze?" „Ja. Het is een vrij groot gezin. Zelf is ze zo ongeveer de middelste en heeft nog drie broers thuis. En twee zusjes. Eén van haar broers werkt bij mij in de fabriek." Jossa knikt en loopt zonder verder te antwoorden naar de telefoon, belt het po litiebureau op en vraagt naar rechercheur Schriks. Hij is er, als mevrouw even ge duld heeft? En als de man zich eindelijk meldt, spreekt Jossa haar vermoedens uit. En verneemt dan tevens, dat de toestand van de patiënt nog altijd van die aard is, dat hij niet verhoord kan worden. In Heeze woont een familie Van Lierop. Ze hebben onder anderen een dochter, die Martie heet. Om precies te zijn: Margaretha. Meneer Prinsse heeft haar geschilderd en ik her inner me, dat er een begin van vriendschap ontstond tussen hen beiden. Het gekke is: het schilderij is er niet meer en ik weet zeker, dat het donderdagmiddeg vorige week nog op een ezel stond. Die Martie heeft thuis nog drie broers. Ik kom nu niet los van de idee, dat die er meer van kunnen weten. Bovendien is die Martie na Pasen niet meer op haar werk geweest. Zoge naamd ziek. Als u daar eens uw licht ging opsteken? De rechercheur is mogelijk met een an dere belangrijker zaak bezig of heeft er niet veel zin in. „Waar woont die familie Van Lierop? Heeze is tegenwoordig een uitgebreid dorp en Van Lierop is een veel voorkomende naam in deze streek. Zonder verdere gegevens kan ik zo maar niet daar binnenstappen." „Zo? En hoeveel gegevens had u dan wel, die het binnenstappen bij meneer Voorhoud in Helmond rechtvaardigden?" De man is kennelijk in een slecht humeur. „Dat is onze zaak, juffrouw. Maar ik heb 't genoteerd. Zodra ik gelegenheid heb, stap ik er wel eens naar toe." Jossa legt de hoorn op de haak en kijkt Voorhoud verontwaardigd aan. „Snapt u dat nu? Ik geef die vent een tip, die volgens mij de moeite waard is om na te trekken en wat zegt meneer de rechercheur? Als ik tijd heb, zal ik wel eens naar Heeze gaan". Voorhoud vraagt bizonderheden, want het is hem nog niet helemaal duidelijk, wat de broers van Martie er mee te maken kunnen hebben. Jossa vertelt dan haar vermoedens. De fabrikant is plotseling alert. Op zijn horloge kijkend, besluit hij: „Ik rijd eens naar Heeze, nu wil ik haring of kuit heb ben over die mishandeling, want tenslotte behoor ik ook enigszins tot de verdachten en dat is allesbehalve een prettige ge dachte." De volgende dag worden drie broers van Martie van Lierop gearresteerd: twee in Heeze en één in de fabriek te Helmond. Verdacht van zware mishandeling, in vereni ging gepleegd en dat maakt het misdrijf des te zwaarder. Nog voor ze overgebracht worden naar 's Hertogenbosch, sterft Adolf Prinsse, nog vrij onverwacht. Hij heeft het gevecht om zijn leven niet meer kunnen winnen. (Wordt vervolgd). OVER DE HOORZITTING EN DE 2e JACHTHAVEN TE KAMPERLAND Woensdag 12 april j.l. werd er in Kam perland een hoorzitting gehouden over de 2e jachthaven te Kamperland. Het is goed dat de gemeente Wissenkerke het begrip inspraak serieus wil nemen. Het is overigens jammer, dat er niet meer mensen van de gelegenheid gebruik maakten om hun stem te laten horen. Want het ging tijdens deze hoorzitting om een voor de bewoners van Kamperland en omstreken belangrijke zaak. Men wil namelijk een 2e jachthaven gaan beginnen in Kamperland, aan de overzijde van het havenkanaal, tegenover de huidige jachthaven. Op de vraag waarom deze 2e jachthaven er moet komen, kon men van gemeente wege geen goed antwoord geven. (Het is toch een normale zaak, dat men voor men zoiets doet, zich toch eerst af gaat vragen of het zin heeft om zoiets te doen.) Het antwoord dat ze gaven was het volgende: De bouw van een 2e jachthaven te Kam perland staat in het basisplan voor het Veerse Meer. Maar dit plan dateert uit 1968. Op de vraag of er sindsdien nog verder onderzoek gedaan is naar de nood zaak van deze jachthaven, omdat zo'n oud plan toch wel eens bijgesteld zal moe ten worden, konden de heren van het ge meentehuis geen antwoord geven. Je kunt je afvragen of de reden dat die jachthaven vroeger in een plan opgenomen is, nu nog wel de reden kan zijn om bij Kamperland, waar toch al niet meer zoveel ruimte is, nog maar eens een jachthaven van plm. 400 ligplaatsen te beginnen. Het tweede argument van meneer Scheele en zijn gevolg was, dat er zoveel vraag was naar ligplaatsen. Bij dit standpunt van de wethouder zijn ook een aantal vraagtekens te plaatsen. Op het gemeente huis houden ze al sinds twee jaar geen wachtlijsten meer bij. Het is algemeen be kend, dat veel mensen die op wachtlijsten voor jachthavens staan, op meerdere wacht lijsten staan. In feite gaat het dus om een kleiner aantal mensen. Dat de gemeente nu zo graag nog meer mensen naar Kamperland toe wil trekken om de jachthaven op te vullen is zeer in tegenspraak met het feit dat de campings in onze gemeente maar minder mensen toe mogen laten in de toekomst. De campings hebben namelijk van het gemeentebestuur opdracht gekregen dat de standplaatsen vergroot moeten worden, zodat er dus min der mensen op zo'n camping kunnen ver blijven, waardoor dat verblijf ook weer duurder wordt. Dus, aan de ene kant sturen ze mensen weg, terwijl ze aan de andere kant boot- bezitters naar zich toe willen halen. Dit is heel onlogisch. Ik snap deze duistere tegenstrijdigheid van het gemeentebestuur dan ook niet. In Kamperland en Wissenkerke zijn er een aantal mensen, die ook graag een lig plaats in Kamperland willen hebben. Je kunt zeggen, dat voor die mensen zo'n 2e jachthaven wel fijn is. Dit is echter niet zo, want de ligplaatsen in de tweede jacht haven gaan minstens het dubbele kosten van de ligplaatsen in de huidige jachthaven. Wat de gemeente daarom wel zou moe ten doen, is de inwoners van deze ge meente voorrang geven bij het verkrijgen van een ligplaats in de huidige jachthaven. Eigen inwoners kunnen hier immers toch meer rechten laten gelden dan bijvoorbeeld een buitenlandse toerist? Ik heb al meer gepleit voor meer ligplaatsen in de huidige jachthaven voor eigen bewoners. Toen heeft de gemeente wel wat gedaan, maar dit was een maatregel voor maar een klein aantal inwoners. Tot slot wil ik nog zeggen dat er aan de Oosterschelde nog twee werkhavens lig gen, die na de afsluiting hoogst waar schijnlijk tot jachthaven verbouwd zullen worden. Dit is een goede zaak. De kosten voor die jachthavens zullen ook niet zo hoog zijn, omdat er dan niet meer zoveel aan moet gebeuren. Dus in de toekomst zal er nog een heel groot aantal lig- nlaatsen bijkomen in deze gemeente. Om al deze redenen is de aanleg van de 2e jachthaven te Kamperland niet in het belang van de bewoners van Kamperland en omstreken. Ze zullen er eerder nog last en nadelige gevolgen van ondervinden zoals minder rust, minder ruimte, meer en gevaarlijker verkeer. M. J. Faasse, Molenweg 65, Kamperland. Kruiswoordpuzzel no. 5 78 Horizontaal: 1. oude inhoudsmaat - 6. soort oogglas - 11. wortel - 12. projectiel - 13. indien - 14. klein plantje - 16. Europeaan 18. glijlat - 19. vette vloeistof - 20. niet kunnen spreken - 22. Moh. geestelijke - 24. regel - 26. bloem - 28. dingen die men doet - 29. soort zeilboot - 30. projectiel 32. linnen huisje - 33. gesloten - 34. schrijf gerei - 37. dier - 39. buigzaam - 42. eet gerei - 43. deel van een muziekinstrument 44. Europese hoofdstad - 45. putemmer 46. deel van de dag - 49. jongensnaam 51. meisjesnaam - 54. oosterse titel - 55. een zekere - 56. duw - 58. propje in weefsel 59. uur - 60. treuzelend - 61. steensoort. Verticaal: 1. soort hond - 2. klein vertrek 3. kledingstuk - 4. lang stuk hout - 5. schouwburgplaats - 6. fijngemaakte groente 7. verdedigingsorganisatie (afk.) - 8. Centr. Bur. Statistiek (afk.) - 9. haarkrul - 10. uitstekend, voortreffelijk - 15. inhoudsmaat 17. optocht - 19. plaats in Siberië - 21. part, deel, schijf - 23. bloeiwijze - 25. her kauwer - 27. klepper - 28. spook - 31. weidedier - 34. land in West-Europa - 35. luchtvaartmaatschappij (afk.) - 36. deel van de voet - 37. belegering - 38. boosheid 39. deel van een boom - 40. luchtstrijd krachten (afk.) - 41. afbeelding - 47. vrucht bare plaats in de woestijn - 48. verbinding 49. flinke terreinverhoging - 50. tijdperk 52. cel, gevangenis - 53. graafwerktuig 56. gevel - 57. vreemde munt. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 671 Horizontaal: 1. pastoor - 7. afbraak - 13. baron - 14. reaal - 15. S.E.R. - 18. tam 20. ezel - 22. gaaf - 25. Ed - 27. amikaal 29. na - 30. lok - 32. as - 33. p.e. - 34. als - 35. wak - 37. een - 39. nor - 41. al 42. allen - 43. Po - 45. air - 47. pit - 48. ham - 50. rad - 52. e.d. - 54. va - 55. aai 57. i.m. - 58. mongool - 61. un - 62. tent 63. Olst - 65. bad - 66. tol - 68. salie 70. negen - 72. verkeer - 73. stralen. Verticaal: 2. Ab - 3. sas - 4. tree - 5. oorzaak - 6. on - 8. fr - 9. betalen - 10. raaf - 11. aam - 12. al - 16. Ali - 17. e.g.a. 19. Belg - 21. Ems - 2^. aap - 24. last 26. do - 28. koeling - 29. nl - 31. kwaad 34. aroma - 36. Ali - 37. elp - 38. net 40. opa - 44. gril - 46. remedie - 48. halster 49. lint - 51. a.m. - 53. don - 54. vol 56. au - 59. N.T.S. - 60. ook - 62 talk 64. toga - 65. bar - 67. lel - 68. se 69. Ee - 70. n.t. - 71. ne.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1978 | | pagina 1