NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
GEI
EEN ILLUSIE ARMER
mi
U houdt nu
het meest gelezen blad
op Noord-Beveland
in handen
1
|7
J
1
1 1
1
1
n
I
Goede vangsten bij hengelwedstrp
l
m
r
Zeeland
Magazine?
3'
-
51
56
71
No. 3807
Donderdag 13 april 1978
81e jaargang
DRUK EN UITGAVE: DRUKKERIJ MARKUSSE TE WISSENKERKE - TELEFOON 3 08 - GIRO 206882
Abonnementsprijs ƒ18,00 per jaar Franko per post 30,00 per jaar Advertenties 30 ct per mm, excl. BTW
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen
FEUILLETON
Meteen draait ze zich om en rent de
trap op, naar de grote voorkamer, maar
daar is niemand en er brandt ook geen
licht. Dan loopt ze terug naar de overloop
en probeert de deur van zijn slaapkamer.
Die geeft mee. Gelijk klinkt een stem:
„Ben jij het, Jossa?"
„Ja. Waarom lig je al in bed? Ben je
ziek geworden?" Zonder antwoord af te
wachten knipt ze ook hier licht aan en
kijkt naar de man in bed. Meteen slaakt
ze een gil. Want wat ze ziet, is inderdaad
om te schrikken. Zijn beide ogen zijn ken
nelijk dichtgeslagen, zijn gezicht is bebloed
en bont. Meteen knielt ze bij hem neer:
„Allemachtig, wat is er met jou gebeurd?
Ben je gevallen ofheb je gevochten?"
Hij zegt moeilijk en nu valt haar ook
zijn gezwollen lippen op: „Ze hebben mè
met z'n drieën in elkaar geslagen... God,
Jossa, help me alsjeblieftik heb zo'n
pijnikHij begint te huilen.
Jossa kijkt nog een paar momenten met
ontzetting toe, maar komt dan met een
vaart omhoog. „Ik bel meteen een dokter.
Je hebt er zeker nog geen laten komen,
he? Dacht ik al. Hou je taaiik zal
vragen of hij meteen kan komen..."
De dokter is er binnen enkele minuten.
Hij zat net aan de maaltijd, maar toen
Jossa zei, wat er met Dolf Prinsse aan
de hand was, zei hij onmiddellijk te zullen
komen. In de tijd, dat men op zijn komst
wacht, probeert Jossa met wat lauw water
de verwondingen in zijn gezicht schoon te
maken, maar af en toe gilt hij het uit
van de pijn, dus laat ze het maar zo.
Jossa zit ontzet aan zijn bed en vraagt
nog eens: „Wat is er precies voorgevallen?
Wie hebben je zo toegetakeld?" Maar ze
krijgt geen antwoord. Het is nu net of hij
maar half bij bewustzijn is. Hij kreunt
en ademt zwaar.
De arts, die ter hulp geroepen is, schudt
ook zijn hoofd, als hij de aangebrachte
ravage aan het lichaam van de man aan
ziet. Maar begint de wonden te verbinden
en verder onderzoekt hij de man nauw
keurig. Geeft dan tenslotte een spuitje
tegen de ergste pijn. De arts vraagt intus
sen: „Hoe lang ligt hij hier al?" Maar
Jossa weet het immers niet. „Ik was het
Paasweekeind weg en ben nog geen uur
thuis. Ik ontdekte hem in deze toestand
en heb toen meteen u gebeld."
„Dus u hebt ook geen idee, wie het
gedaan kunnen hebben?"
„Niet in het minst", antwoordt de vrouw.
Na enkele minuten begint de verdoving
te werken. De man in bed valt in een
soort slaap. De arts komt langzaam over
eind en pakt zijn tas in. Dan wenkt hij
de vrouw en deze volgt hem naar de gang,
waar ze de deur op een kier laat staan.
De arts zegt op zachte toon: „Ik zal pro
beren of ik ergens plaats voor hem krijg,
want het is niet uitgesloten, dat hij in
wendige kwetsuren heeft. Die man is half
dood geslagen en geschopt. Hij moet wel
een paar erge vijanden hebben."
Jossa weet niet goed, wat ze daarop
moet antwoorden. „Waarom zou hij vij
anden hebben? Hij heeft nooit wat met
iemand: ik ken hem al maanden."
„Bent u zijn vriendin?"
„Het hangt er van af in welk opzicht
u bedoelt. We zijn confraters, want we
schilderen beiden. Zodoende zijn we ook
Bent u reeds geabonneerd op
een twee - maandelijks tijd-
schift met actualiteiten, cul
tuur, evenementen, historie
en recreatie.
Het geheel in 4 - kleuren
omslag en alle artikelen
voorzien van nog nimmer
gepubliceerde foto's.
Slechts 18,per jaar.
Vraag een gratis
proefnummer aan:
POSTBUS 1 -
WISSENKERKE
door Leida Graafland
vrienden. Meer niet." Ze wijst naar het
eind van de gang. „Daar is mijn kamer."
Beneden belt de arts. Het beste is, dat
hij naar Eindhoven gaat. Een ambulance
wordt gewaarschuwd. Een half uur daarna
is Dolf Prinsse op weg naar een ziekenhuis
in Eindhoven. Jossa volgt, voorzover dat
mogelijk is, de ziekenauto. Want die rijdt
met hoge snelheid en haar Morresje is daar
niet op berekend. Gelukkig weet ze het
ziekenhuis te vinden en arriveert enkele
minuten later. Dan is de patiënt al op de
ondcrzoektafel. Tegen de portier zegt ze,
dat ze zijn huisgenote is. „Ik wil het on
derzoek afwachten, want ik wil weten of
er levensgevaar is."
Ze moet lange tijd antichambreren. Het
wordt laat. De nachtploegen zijn al in
dienst. Al die tijd is men schijnbaar met
Dolf Prinsse bezig. Pas tegen tien uur
wordt Jossa geroepen in de directiekamer.
Daar zitten een paar artsen en een dame.
Men stelt zich voor en Jossa zet uiteen,
wat haar relatie is met de binnengebrachte
man. En hoort dan, dat het uitwendig
letsel wel te genezen zal zijn, maar dat
hij ernstige inwendige kwetsuren heeft op
gelopen. Men vraagt haar uit naar de da
ders, maar Jossa kan immers geen enkele
aanwijzing geven? Ook nu zet ze uiteen,
dat ze donderdagavond met haar vriend is
weggereden en pas deze avond terugkwam.
En in huis Dolf in bed vond, zoals ze hem
in het ziekenhuis hebben gebracht: bont
en blauw geslagen. En voegt er aan toe:
„Er is in het atelier ook gerommeld; waar
schijnlijk heeft men ergens naar gezocht."
Nee, ze heeft geen idee. Misschien komt
het uit de doeken, als de patiënt wat tot
zijn positieven is gekomen? Jossa kan echt
geen bizonderheden vertellen.
Eén der doktoren zegt: „Dit moeten wij
doorgeven aan de justitie, mevrouw, want
het staat nog te bezien of wij de patiënt
in leven kunnen houden. In het gunstigste
geval blijft hij invalide."
Ze schrikt opnieuw. „Is het zó erg met
hem?"
De arts knikt zwijgend. En dan heeft
Jossa moeite zich in te houden. Als in
een droom rijdt ze over elven de nog altijd
drukke stad vyeer uit. De grote weg op
naar Boxtel, thuisgekomen ontsteekt ze
alle lichten in het atelier en bekijkt de
aangebrachte ravage, maar gedachtig aan
de woorden van de dokter, dat de justitie
hiervan op de hoogte gesteld zal worden
er is immers levensgevaar besluit .ze
overal af te blijven. Ze kan eigenlijk niets
meer doen. Het beste is maar, dat ze naar
bed gaat. Maar ze maakt eerst nog wat
drinken voor zichzelf klaar. En rookt een
sigaret. En piekert, maar hoe ze ook na
denkt, ze heeft er geen idee van wat er
precies tijdens haar afwezigheid is voor
gevallen. En wie de lafbekken waren, die
hem zo verschrikkelijk mishandeld hebben.
Hoofdstuk 10.
De volgende morgen vroeg is de politie
er al. Met een rechercheur. Men heeft wat
bizonderheden gekregen van de Eindhovense
gemeentepolitie. Jossa laat het tweetal bin
nen en vertelt op hun vragen, wat ze weet:
dat ze de avond tevoren thuisgekomen is
van een lang Paasweekeind met haar vriend
en bij thuiskomst ontdekte, in welke toe
stand Dolf Prinsse verkeerde. Dat ze een
dokter heeft gewaarschuwd en dat die hem
naar het ziekenhuis heeft laten transpor
teren. En tenslotte, dat ze in het ziekenhuis
heeft vernomen, dat zijn toestand ernstig
is en als hij er bovenop komt, waarschijn
lijk de rest van zijn leven invalide zal zijn.
Er nog aan toe voegende, dat er beneden
wel wat voorgevallen zal zijn, omdat een
deel van het atelier overhoop is gehaald.
De rechercheur besteedt de hele morgen
aan het onderzoek en neemt hier en daar
vingerafdrukken. Er blijken er vooral aan
enkele schilderijen te zitten, die overigens
ook van Dolf zelf kunnen zijn, maar dat
zoeken wij wel uit, verklaart de politieman.
Hij vraagt Jossa over Dolf als het ware
het hemd van 't lijf, maar geeft hem zo
veel mogelijk inlichtingen. Of er een vrouw
in het spel is? Jossa spreidt haar handen.
Geen idee. De rechercheur zit om half elf
bij haar in de keuken, drinkt af en toe
van de koffie, die Jossa voor hem heeft
neergezet en rookt, de vrouw aankijkend.
„Hebt u broers of vrienden, die dit gedaan
kunnen hebben?"
Grote verwondering bij Jossa. „Waarom
zou dat? Ik heb één broer. En vrienden...
Dolf is een vriend van me, maar niet in
die zin, als u misschien denkt. We schil
deren beiden en hebben elk onze eigen
slaapkamer. Is dat duidelijk genoeg?"
De politieman grinnikt even. „Nou, het
is geen schande, hoor. Mij zal het een zorg
zijn als u of hij af en toe een overstapje
neemt. U zei, dat u het weekeind uit was
met uw vriend. Mag ik zijn naam weten?"
Jossa zet door deze vraag haar stekels
op. „We waren onafgebroken in eikaars
gezelschap."
„Ook 's nachts?"
Ze voelt zich kleuren, als ze antwoordt:
„Inderdaad, ook 's nachts. We zaten eerst
in een camping in België, in een tent. In
de buurt van Luik. Later hebben we de
tent opgezet ergens in de Eifel. We zijn
trouwens gisteren in de avond pas terug
gekomen."
„Hij kan het dus, volgens u niet gedaan
hebben?"
„WatDolf toegetakeld? Laat u me
niet lachen, want Driek kent Dolf nauwe
lijks. Voorzover is me kan herinneren, heb
ben ze elkaar nooit ontmoet."
„Dat zegt op zichzelf niet veel." De man
denkt na en als hij zijn sigaret uitknijpt,
vervolgt hij, voor zich uit kijkend: „Juf
frouw Hunninkhuizen, nu moet u eens nuch
ter nadenken over wat ik ga zeggen. U zegt
zelf, dat u voor 't eerst eigenlijk een aantal
dagen achtereen bent weg geweest. Vindt u
het zelf dan niet eigenaardig, dat juist in
deze dagen die meneer Prinsse zo een on
genadig pak slaag heeft gekregen? Als ik
het een met het ander combineer, ontdek
ik toch een enigszins logisch resultaat. La
ten we zeggen: wraakneming van een ja
loerse medeminnaar. Of van iemand, die u
hebt versmaad. Bestaat die mogelijkheid
niet?"
Jossa denkt na en ineens schiet haar
Peter Voorhoud te binnen. Hem heeft ze
inderdaad een blauwtje laten lopen, maar
eigenlijk zijn ze toch als goede vrienden
uiteen gegaan. In haar ogen onmogelijk.
Hoewelhij is een vooraanstaande in
dustrieel met de nodige relaties. Best mo
gelijk, dat hij ze ook in de onderwereld
heeft, want volgens haar is dit het werk
van een stel gangsters geweest. Maar toch...
Nee, ze ziet Peet er niet voor aan.
De rechercheur bezit de nodige mensen
kennis en voelt aan, dat er inderdaad ie
mand kan zijn, dat zij er over nadenkt.
„Noem me zijn naam eens," nodigt hij lako-
niek uit. Maar Jossa glimlacht, in weerwil
van alle narigheid. „Te zot om ook maar
te veronderstellen."
„We lopen vaak tegen de gekste con
clusies aan, juf. Hoe heet-ie?"
(Wordt vervolgd)
Op zaterdag 8 april 1978 werd in de
Oosterschelde in de omgeving van Colijns-
plaat de 3e competitiewedstrijd gehouden
van de Noord-Bevelandse hengelsportvere
niging.
Ondanks de koude Noord-Oostenwind,
waardoor het aan de zeedijk erg fris was,
kwamen er toch nog 65 deelnemers op
dagen. Terstond na het beginsignaal kwa
men de vissen reeds boven water. Wanneer
je het parcours langs keek, zag je regel
matig vissen in de lucht bengelen. Soms
drie tegelijk. Niemand dacht nog aan de
koude frisse wind. Door de goede vangsten
was er geen tijd om daarover te denken.
Er was dan ook goed gevangen, zo bleek
na afloop van de wedstrijd. Niet minder
dan 301 bovenmaatse- en 238 ondermaatse
vissen die een puntentotaal van 48.200 pun
ten opleverden. Er was ruim 31 kg vis ge
vangen. Toch was er nog 1 pechvogel, die
niets gevangen had en je vraagt je af hoe
dit mogelijk is bij zulke goede vangsten.
Voor de 13 mooie prijzen kwamen in
aanmerking:
1. K. Begthel, Geersdijk 1700 pnt.
2. M. Warren, Colijnsplaat 1675 pnt.
3. H. de Pan, Kamperland 1530 pnt.
4. P. v. d. Velde, Colijnsplaat 1505 pnt.
5. H. Crusio, Bergen op Zoom 1485 pnt.
6. Ad. Versluis, Colijnsplaat 1395 pnt.
7. J. J. Lamse, Colijnsplaat 1335 pnt.
8. J. Kastelein Az., Geersdijk 1230 pnt.
9. C. M. v Oosterhout, Eindh. 1190 pnt.
10. L. L. Koole, Kamperland 1150 pnt.
11. M. Zuijdweg, Kamperland 1140 pnt.
12. J. L. Brouwer, Colijnsplaat 1130 pnt.
13. J. P. Minnaard, Wissenkerke 1070 pnt.
De prijzen werden na afloop uitgereikt
door de voorzitter Biondina uit Kamperland.
Hij bedankte de deelnemers en vond dat
de vangsten van deze middag goed waren
geweest. Verder bracht hij de volgende wed
strijd op 22 april 1978 nog in herinnering.
Inschrijven voor deze wedstrijd in café „Ju
liana" te Colijnsplaat vanaf 13.30 uur.
Er wordt gevist vanaf 14.30 tot 17.00 uur.
JUNIOREN VAN S.V. WISSENKERKE
BEZOCHTEN PSV - FC TWENTE
De junioren van de s.v. Wissenkerke be
zochten op 8 april de wedstrijd PSV
FC Twente in Eindhoven. Deze wedstrijd
ging om het kampioenschap van Nederland.
Ze vertrokken om 17.00 uur met een volle
bus. De wedstrijd begon om 20.00 uur. De
jongens zagen een leuke wedstrijd, die
eindigde in een 3—1 overwinning voor
PSV. Jan Poortvliet (ex-Arnemuiden) scoorde
2 doelpunten, wat natuurlijk voor ons als
„Zeeuwen" een extra attraktie was.
Na afloop liep het publiek het veld op
en maakte een ereronde met de spelers.
Op de terugweg werd er dan ook nog druk
gepraat over deze wedstrijd. Om 24.30 uur
was de bus weer in Wissenkerke.
Deze reis was georganiseerd door de
evenementencommissie ter gelegenheid van
het 25-jarig jubileum van de s.v. Wis
senkerke.
KORTGENE
°Geboren: 13 maart: Thomas Cornelis, z.v.
W. J. Dek en T. L Knape; 22 maart: Izak
Jacobus Nicolaas, z.v. C. H. I. van der
Maas en E. A. Cornelisse.
Gehuwd: 10 maart: C. Slabbekoorn, 26
jaar en J. J. M. de Bruijne, 21 jaar.
Overleden: 9 maart: Albertus A. Deenik,
72 jaar; 13 maart: Herman G. Wenig,
65 jaar, e.v. M. J. van den Broek; 25 maart:
Theuntje J. van der Weele, 80 jaar, e.v.
E. J. de Rijcke.
Kruiswoordpuzzel no. 571
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
15
16
17
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
35
36
37
38
40
41
1*1»
45
46
48
49
50
51
52
55
57
58
59
60
61
62
64
65
66
67
68
69
70
|72
73
Horizontaal: 1. geestelijke - 7. sloop - 13.
iemand van adel - 14. oude munt - 15.
Sociaal Econ. Raad (afk.) - 18. mak - 20.
hoefdier - 22. ongeschonden - 25. jongens
naam - 27. vriendschappelijk - 29. voor
zetsel - 30. bosje haar - 32. spil - 33. per
expresse (afk.) - 34. indien - 35. open plek
in het ijs - 37. Idiwoord - 39. gevangenis
41. reeds - 42. niemand uitgezonderd - 43.
rivier in Italië - 45. houding - 47. kern
48. vleesgerecht - 50. wiel - 52. en der
gelijke (afk.) - 54. familielid - 55. aanhaling
57. in memoriam (afk.) - 58. Aziaat - 61.
Fr. lidwoord - 62. luchtig verblijf- 63.
plaats in Overijsel - 65. verfrissing - 66.
speelgoed - 68. plant - 70. telwoord - 72.
omgang - 73. licht uitschijnen.
Verticaal: 2. jongensnaam - 3. sluis - 4.
deel van een trap - 5. reden - 6. onbep.
vnw. - 8. vreemde munt (afk.) - 9. schuld
voldoen - 10. vogel - 11. oude vochtmaat
12. reeds - 16. sprookjesfiguur - 17. edel-
grootachtbaar (afk.) - 19. Europeaan - 21..
plaats in Duitsland - 23. vierhandig zoogdier
24. hinder - 26. zangnoot - 28. het koelen
29. namelijk (afk.) - 31. boos - 34. geur
36. oosterse jongensnaam - 37. kostbare
stof - 38. visgerei - 40. familielid - 44. nuk
46. geneesmiddel - 48. deel van het paarde-
tuig - 49. smalle strook - 51. deel van de
dag (afk.) - 53. Spaanse titel - 54. gevuld
56. uitroep - 59. Ned. Televisie Stichting
(afk.) - 60. alsmede - 62. soort vet - 64.
deel van ambtsldeding - 65. hevig - 67.
deel van het oor - 68. selenium (afk.) - 69.
water in Friesland - 70. deel van de bijbel
(afk.) - 71. deel van een Franse ontkenning.
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 570
Horizontaal: 1. grappig - 7. episode - 13. air
14. oer - 15. dor - 16. box - 17. zo - 18.
end - 19. kam - 20. mt - 22. del - 24.
ben - 26. leuk - 29. rover - 31. rose - 33.
leger - 35. tel - 36. porie - 37. el - 38. ion
40. hek - 41. mm - 42. Boskoop - 43. ba
45. Rijn - 46. pee - 48. os - 50. ulaan
52. Urk - 54. riant - 56. imam - 57. aster
59. snee - 60. ala - 61. gom - 63. e.o.
65. ons - 66. Eem - 67. l.k. - 68. rot - 70.
Lek - 72. Oss - 73. net - 74. diploma
75. attente.
Verticaal: 1. gazelle - 2. rio - 3. ar - 4.
pond - 5. ieder - 6. gr - 7. Ed - 8. poker
9. Iran - 10. Ob - 11. dom - 12. extreem
21. rug - 23. lot - 24. bel - 25. oor - 27.
eel - 28. kei - 30. verkort - 31. rok - 32.
slim - 34. robijn - 36. peper - 39. non
40. hop - 43. buizerd - 44. alm - 45. ram
47. eis - 48. one - 49. sterkte - 51. aak
52. U.S.A. - 53. keg - 55. A.N.P. - 57.
alsem - 58. roest - 60. Anlo - 62. mest
64. ooi - 67. Let - 69. t.p. - 71. ka - 72.
o.a. - 73. nn.