Energiezorgen op termijn De mens in de kou Het instinct Brink jij of drink ik Bij de oliecrisis in 1973 werd door vele deskundigen geprofiteerd dat er nimmer meer een geheel vrije markt voor olie mogelijk zou zijn. In ieder geval zou ieder olieverbruikend land zich nog gedurende vele jaren beperkingen moeten opleggen bij het invoeren van olie en olieprodukten. Aan het begin van 1978 is er van die prognose niet veel meer overgebleven. De oliecrisis heeft alle landen wakker gemaakt voor het energievraagstuk. De niet^bezitters van energiegrondstof zijn zich gaan bezinnen op de produktie van krachtbronnen. Er is begonnen met de bouw van kernenergie-centrales, die later weer werd afgezwakt toen men beduchtheid toonde voor de risico's. Nadien zijn vele sluimerende energie-bronnen opengebroken of worden er voorbereidingen getroffen om die open te breken. Wij denken aan de aan dacht voor de teer-olie projecten in de VS. Men heeft zich weer gericht op de steenkool als energiebron. Met verdubbelde geestdrift zijn allerlei olie-re- search-projecten tot uitvoering gebracht. In een aantal landen is men bezig de produktie van de zogenaamde witte steenkool te vermeerderen, waarbij energie uit waterkracht wordt gewonnen. Een valuta-crisis. Het vruchtdragende Alaska-project is in tussen gereed gekomen. Er zijn nieuwe olie velden ontdekt vooral in de Noordzee, maar ook in een land als China. De landen van de OPEC, de olieproducerende landen, zijn niet overgegaan tot een vergaande produk- tiebeperking maar er zijn er die de pro duktie zelfs hebben opgevoerd. De samen werking tussen deze landen is nog niet verder gekomen dan tot een prijskartel, dat ook nog een wankel bestaan leidt. Deze uitkering van het aanbod werd o.m. mo gelijk door de prijsverhogingen, die in en na 1973 werden doorgevoerd. Het gevolg is geweest dat er sindsdien meer een valuta crisis is ontwikkeld dan een directe olie crisis. De hogere prijzen van de energie, in welke vorm dan ook, hebben de betalings balansen van een aantal invoerlanden, de VS gaan daarbij aan kop, in grote wanorde gebracht. Dit beïnvloedt de onrust in de financiële en politieke wereld meer dan het tekort aan energie-grondstoffen, al thans op korte termijn. Op dit moment bestaat er zelfs een overschot aan olie aanbod, dat volgens deskundigen zal voort duren tot 1982. Er zijn er zelfs die al voorspellen dat er tot 1985 meer dan vol doende olie zal zijn, zeker als men er vanuit gaat dat in de komende jaren nog meer olievelden in exploitatie komen. Besparingsactie. Er schijnt weinig behoefte te zijn om grote voorrraden olie op te slaan, zoals men had verwacht. Nederland ondervindt daar al de nadelen van. In Rotterdam zijn de grote olie-opslagplaatsen sterk onder bezet en ook andere tank-velden in de wereld worstelen met leegloop. Dat zou er zelfs op kunnen wijzen dat in de olie landen een terugval in de prijzen wordt verwacht. Aan de vraagzijde zijn de voorspellingen ook niet uitgekomen. De economische groei blijft achter bij de verwachtingen. Vóór 1973 steeg het jaarlijks olieverbruik met 7°/o. Nadien is de groei van de afzet slechts 1% geweest en men verwacht tot 1980 een toeneming van ten hoogste 3,5°/o. Daarvan moet het conjunctuurherstel zich dan wel doorzetten en dit is lang niet zeker. Op korte termijn wordt er dus geen vraag- crisis verwacht. Op langere termijn ligt dat anders. Er zijn daar tal van studies over ge maakt, die er op neerkomen dat er gere kend moet worden op. een toeneming van het energieverbruik met 50 tot 150%. Ge zien in dit licht blijft niet alleen het aan bod van energie een probleem maar zal ook aan de besparing de nodige aandacht moeten worden besteed. Die besparing is niet minder spectaculair wat de resultaten betreft als de toeneming van het aanbod. In Nederland alleen zou een daadwerkelijke besparingsactie er toe kunnen leiden dat ons energieverbruik tot 60 a 65% van het huidige niveau zou kunnen worden terug gebracht. Dat is een vraagvermindering met een derde. Lange-termijn-beleid. Ondanks de nu bestaande ruimte op de energie-markt baseren de meeste landen zich toch op een lange-termijn-beleid. Voor Nederland betekent dat men de prijs van het gas zal aanpassen aan die op de we reldmarkt. Niet alleen wordt daardoor het besparingseffect versterkt, maar er worden ook kansen geschapen voor de exploitatie van andere vormen van energie. De kern energie zal daarbij zeker niet worden ver geten. Er zal veel aandacht worden gegeven aan het veiligheidsaspect en het publiek zal optimaal worden voorgelicht, zodat de De mens is toch maar een geweldenaar die in samenwerking met de moderne tech niek bezig is zijn wereld uit te breiden en in de toekomstleefruimte te scheppen op de bodem van de zeeën en in de ruimte van de kosmos. De moderne techniek helpt ons om een klein privéwereldje als dat op aarde met ons mee te nemen, waardoor het ons mo gelijk wordt om in zelfs de mèest moeilijke situaties in leven te blijven. Voor het leven op de bodem van de zee krijgen we de beschikking over speciale be huizingen en speciale kostuums, compleet met ademhalingsapparatuur. De moeilijk heid op de bodem van de zee is wel, het opvangen van de bijzonder hoge druk die daar heerst en het ontbreken van normale ademhalingsmogelijkheden. Voor het verblijf in de ruimte of op andere planeten wordt de ondernemende mens eveneens uitgerust met speciale kle ding en apparaten, om in die onvriendelijke wereld elders in leven te kunnen blijven. In de ruimte moet men kunstmatig de druk herstellen die de mens op aarde angst over de geheimzinnigheid, die daar doorheen speelt, wordt weggenomen. Het besef breekt hier door dat bij elke energie- produktie en -aanvoer zekere risico's moeten worden genomen. Zo heeft Nederland met Algerije een overeenkomst gesloten voor de aanvoer van vloeibaar LNG-gas, dat met tankers zal worden aangevoerd. Wanneer die tankers een aanvaring krijgen of stran den kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Daar zullen dus ook zekere risico's niet kunnen worden vermeden. Voorts wordt gepleit voor het vergassen van steenkool en het in de handel brengen van een mengsel van Algerijns gas en kolengas dat ons eigen aardgas kan ver vangen en aanvullen. Samen met de in petto zijnde besparingsmaatregelen kan er dan zuiniger omgesprongen worden met ons eigen aardgas. Dit produkt kan dan voor mijieu-gevoelige aanwending worden gere serveerd, waarbij tevens het verbruik van het gas uit eigen bodem over een langere 'periode kan worden uitgesmeerd. Voor onze sterkte van de deviezenpot in de ko mende kwarteeuw een niet onaardig pers pectief. Het is intussen duidelijk dat de omvang van het wereldenergieprobleem in belang rijke mate samenhangt met het herstel van de economische groei in de gehele wereld. Herstelt die groei zich niet, dan is het energieprobleem minder ernstig maar dan moeten wij daarvoor wel de prijs betalen in de vorm van een omvangrijke werkloos heid. Komt die groei wel terug dan brengt dit het vraagstuk van de energie naderbij. Dan stijgt de prijs van elke vorm van brandstof nog wel verder maar die is dan ook beter te dragen. Bij zo'n prijsstijging worden echter ook duurdere energie-soorten vroeger rijp voor de markt. Dan komen er ook weer grotere mogelijkheden voor research. En bij dit alles kunnen wij er van over tuigd zijn dat zowel de energie-deskundigen als de experts van de energieverslindende apparatuur alles in het werk stellen om meer produktie te creëren en het verbruik te beperken. Voldoende voor Nederland om de energie-toekomst te durven trotseren. Drs. A. van Mierlo. (Nadruk verboden). gewend is en ook hier, waar het wat de druk betreft het tegenovergestelde is van op de zeebodem, mist men de mogelijkheid tot normaal ademhalen, dus ook hier is ademhalingsapparatuur noodzakelijk. Wanneer we deze pogingen van de mens om in deze regionen door te dringen be kijken, dan lijkt het ons, dat er in wezen toch maar een heel klein gebied is, waar we normaal kunnen leven en dat is op het boven water uitstekende deel, het land dus, van onze planeet. Maar wanneer we hier wat dieper op doorgaan, dan bemerken we, dat het ge bied voor de mens nog kleiner is dan we zo op het eerste gezicht zouden denken, want van het land is ook nog een deel bijzonder onvriendelijk voor de mens. We behoeven hierbij maar te denken aan de hete woestijnen, waar geen druppel water is te vinden en aan de onherbergzame poolstreken, zowel aan de noord- als aan de zuidpool, waar een enorm gebied voor de mens vrijwel niet bewoonbaar is, mits hij ook hier weer gebruik maakt van kunstmiddelen, waarmee hij in staat is de barheid te trotseren. In die poolgebieden liggen voor de mens, evenals trouwens op de bodem van de zee en in de ruimte, ongekende mogelijkheden, maar zelfs het ontwikkelen van de moge lijkheden aan de polen is nog steeds een bijzonder moeilijke opgave. De mens moet daar kunnen leven en werken en daartoe zal hij zijn leefwijze geheel moeten veranderen. De kleding is hierbij van bijzonder be lang. Stoffen die normaal onverslijtbaar zijn, blijken bij hevige koude weinig waard te zijn. Rubber voert de warmte af, inplaats van deze te isoleren. Kunstrubber wordt broos als beschuit. De beste kwaliteit plastic scheurt als papier wanneer de ther mometer erg ver zakt. Van alle kunst stoffen blijkt nylon nog het meest geschikt. Grote problemen schept de transpiratie in dergelijke kleding. Bij werken wordt het een dringende noodzaak het zweet af te voeren. Men probeerde het met een water dichte laag, die strak om het lichaarti werd getrokken. Het isoleerde de warmte prachtig, maar de mensen klaagden dat ze zich zo nat en klam en allesbehalve prettig voelden. Men vond een andere oplossing en liet de transpiratie door de eerste laag heen dringen. De voering van de buitenste wind en waterdichte laag kleding werd uitknoop- baar gemaakt en op deze voering zette het transpiratievocht zich als ijskristallen af. Wordt zo nu en dan deze voering uit- geknoopt en uitgeschud, dan vallen de ijs- Schijnbaar een expressie zonder impressie. Net als zovele biologische verschijnselen en uitingen is dat van het instinct van samengestelde structuur. Wij lichten van daag slechts één aspect er uit, t.w. dat van de handelingen die zonder vooraf gegane empirische kennis (ondervinding) nagenoeg feilloos worden verricht. En hier mee hebben wij bijna „instinctmatig" in stinct beschreven als een drang tot doel treffend handelen zonder bewustheid van het doel. Wij kennen genoeg voorbeelden uit de natuur waarbij een dier een daad verricht krachtens een louter aangeboren werksche ma zonder dat een tijdens het individuele leven verworven ondervindingen resp. er varing er aan te pas komt. Nog sterker zelfs: die daad wordt verricht zonder aan wezigheid van een voorbeeld of patroon. Schijnbaar een expressie zonder impressie. Dit klinkt wonderlijk in de oren en doet heel geheimzinnig aan. Wij „verstande- lijkte" westerlingen uit de twintigste eeuw kunnen ons dit bijna niet indenken. Wij gaan immers volgens doelbewust ontworpen richtlijnen te werk, steunend op eigen on dervinding en kennis en die van anderen! Een doelmatige handeling uitvoeren zonder bewuste kennis van het doel doet ons nog maals vreemd en onwezenlijk aan; voor het dier blijkbaar niet, omdat het voor hem bij wijze van spreken dagelijks werk is. Wat doet om een voorbeeld aan te halen een spin? Instinctief bouwen! Geïsoleerde spinnen, die van het begin af nooit in aanraking zijn geweest met andere soort genoten en dus nooit eerder kennis hebben genomen van webben en met het doen en laten van andere spinnen, presteren het om met evenveel gemak en slagvaardigheid deze wiskundig zuiver en natuurkundig uitgebalanceerde bouwwerken te construeren zoals de niet geïsoleerde exemplaren in de vrije natuur. Verbijsterende voorbeelden. Zou de mens zo iets dergelijks tot stand kunnen brengen? Zou hij in volstrekte afzondering groot gebracht, zo maar, spon taan zonder enige voorkennis en ervaring pyramiden, kathedralen of wolkenkrabbers kunnen bouwen? Zou hij, zonder enige „voorlichting" zo maar zich kunnen voort planten en zou de vrouw onder dezelfde negatieve voorwaarden, zo maar zich zelf kunnen verlossen, zich ontdoen van baar- moederkoek, het kind afbinden, etc. etc.? We keren terug naar het dier. Indruk wekkend is het voorbeeld, dat prof. Nier- strass in dit verband heeft aangehaald: Dierkundige onderzoekingen gedurende-een expeditie hebben namelijk aan het licht gebracht dat in de paartijd in open water een bepaald soort reuzeninktvis de vreemde gewoonte er op na houdt zijn tot zaad houder of zaadbom omgevormde tentakel of vangarm los te schroeven (automutilatie) en dit lichaamsdeel daarna aan eigen „in stinctieve willekeur" prijs te geven. En wat gebeurt er dan? Dat het afge schroefde orgaan gelijk een geleid pro jectiel zijn doel opspoort, op zoek naar zijn „prooi" t.w. de mantel van het wijfje op zovele kilometers afstand van de lan- ceerder. Met ongekende behendigheid en raadselachtigheid (zou de „sexbom" uitge rust zijn met een ingebouwde biologische computer?) laveert het tussen de obstakels door naar de juiste plek, waar het zijn zaad voor de bevruchting loost. kristallen er gewoon af en is men weer droog. Ritssluitingen zoals we die vroeger ken den van metaal zijn in die koude onbruik baar, want ze vriezen vast. Aanvankelijk was men dus aangewezen op de vanouds bekende sluitingen door middel van knoop en knoopsgat. Men gebruikt nu echter ny lonritssluitingen die niet kunnen bevriezen. Ook de schoenen leverden problemen op. In deze koude streken is het beslist nodig dat de mens warme voeten houdt, terwijl hij tevens geen natte voeten mag krijgen. Rubberlaarzen zijn wat dat betreft het meest geschikt, maar zoals reeds boven vermeld, voert rubber de warmte gemak kelijk af. Hierop heeft men weer iets ge vonden. De laarzen van rubber vervaardigd worden groter gemaakt van maat en van binnen gevoerd met een dikke laag glas wol, die de warmte isoleert. Het is niet alleen de kleding, maar ook het voedsel dat de mens in die poolstreken zorgen geeft. Het voedsel moet anders zijn dan onder normale omstandigheden, want met dit voedsel moet de mens zich kunnen wapenen tegen invloeden van koude en dergelijke. Ja, er komt heel wat voor kij ken om het leven voor de mens in deze koude poolstreken mogelijk te maken. Zo zien we, dat zelfs op onze aarde er in wezen maar een klein deel is dat voor de mens bewoonbaar is, zonder dat hij genoodzaakt is, speciale voorzieningen te treffen. Yucca mot. Een ander verbijsterend voorbeeld is dat van de broedverzorging van de yucca mot (Pronuba yuccasella) uit de katoenstreek der Ver. Staten. Wat dit simpele dier vol brengt grenst aan het ongelooflijke. Het insect verricht namelijk buitengewoon in telligente handelingen zonder te weten waarom en waartoe hij het doetals in een hypnose. Het bezit niet alleen een apert gebrek aan kennis van het doel der handelingen, maar kan die kennis zelfs niet eens verwerven, omdat het reeds dood is voordat de resultaten van zijn handelingen merkbaar zijn geworden. De mot verbreekt de kluisters van zijn pop op het moment, dat de lelieachtige yucca plant voor slechts enkele nachten bloeit. In die korte tijd speelt de gehele romantische geschiedenis van mot en lelie af. Nagenoeg dadelijk na de verpopping paart de mot in de zwoelte van de sub tropische avond, waarna het wijfje een wit tebroodsreisje naar de in volle bloei staande yucca-plant onderneemt, waar ze stuifmeel vergaart en dit met haar monddelen sa menbalt tot een compacte rolronde kluit. Hiermee gereed, stopt ze het balletje stuifmeel in een holte aan de onderkant van haar kop weg en vliegt er mee naar een andere bloem, waar ze de stuifmeelbal met verbazingwekkende precisie pal boven op de stempel deponeert. Hiermee heeft ze de bevruchting van de lelie ingeleid en de instandhouding van de plant verzekerd. Zonder dit raadselachtige ingrijpen van de mot, zou de yucca zich niet hebben weten te handhaven. De levenslijnen van mot en lelie kruisen elkaar dus hier. Toch is het niet de plant alleen, die er profijt van trekt. Ook het insect wil er- voordeel uit halen. Met de scherpe zijde van de legbuis snijdt het dier een opening in het vruchtbeginsel om daar op die zeer ongewone plaats haar eitjes tussen de zaad knopjes te leggen. Ook de mens. Ook de mens kent instinctieve hande lingen. Daarmee „bewijst" hij nog deel aan de natuur te hebben! Al ligt zijn instinct op een ander niveau, nochtans doet hij dingen buiten zijn verstand om. „Het in stinctief" toepassen van een geneeswijze is een voorbeeld ervan. De drang om weg te kruipen bij de naderende dood is een ander voorbeeld. Wordt voorts het geslachtsleven niet tot op zekere hoogte door instincten beïnvloed? Volgens sommigen is bij de mens, de kroon der schepping, het instinctieve sterk ingedijkt door de onstuitbare ontwikkeling van het verstandelijke, het rationele ver mogen. Op een nog niet geheel opgeklaarde wijze schijnt het menselijke instinct in de loop van de stamgeschiedkundige ontwik keling omgezet te zijn in intellect. Dit kan winst betekenen, maar ook verlies; beide hebben hun bekoring. Overzien wij dit verschijnsel nog eens, dan kunnen wij niet loochenen, dat wij hier staan voor één der fundamentele raadsels van de natuur, waar achter het menselijke (uit instinct voort- ontwikkelde?) intellect niet komen kan. Hiertoe schijnt alleen maar het instinct toegang te hebben. (Nadruk verboden). Dtt lt een puMDattevaii ket Bedrijfschap Horeca BESCHEIDEN MOGELIJKHEDEN OM TE LEVEN REEDS KLEINE AFWIJKINGEN ZIJN VOLDOENDE OM HET DE MENS MOEILIJK TE MAKEN De gehele levende natuur drijft op het instinct. Wat is in wezen instinct? Als wij heel eerlijk willen zijn, moeten wij wel bekennen, dat wij het niet precies weten. Tot heden is nog geen scherp omlijnde definitie van het begrip instinct gegeven. Overigens wel begrijpelijk omdat biologie nu eenmaal geen wiskunde is. Maar toch spreken we met de grootste vrijmoedigheid over dat verschijnsel alsof we er reeds alles van af weten. Het is net alsof we „in stinctmatig" aangenomen hebben, dat met een niet eng omgrensde omschrijving de aard dezer dingen toch „instinctief" benaderd kan worden. Eén van de beste omschrijvingen, die wij kennen, is die van Sterling die instinct kort en krachtig heeft gedefinieerd als verstand dat niet tot zelfbewustzijn in staat is. Het kan anders gezegd blijkbaar niet uit de duis ternis van het onbewuste in het licht van het bewuste treden! Hierin schuilt een kern van waarheid. Instinct heeft inderdaad zijn woning in het onbewuste van waaruit het werkt en op de buitenwereld reageert. Alle levende organis men herbergen in het bijkans ontoegankelijke van hun wezen het geheim van het instinct.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1978 | | pagina 2