Ml belangrijke wet
Kinderen
aan de drank
Cdak|$
of drink ik.
Vrouwen achtergesteld
VOOR BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN
De laatste jaren staan de sociale verzekeringswetten zo ter discussie, dat
ook de leek wel nauwkeurig of in ieder geval globaal weet wat de WW, de
WAO of de AOW voor rechten bieden. Minder" bekend is de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), waarover nauwelijks publieke discussie wordt
gevoerd.
De AWBZ is een volksverzekering, die iemand verzekert tegen het risico van
bijzondere ziektekosten, die onder meer een gevolg zijn van het verblijf in een
verpleeginrichting, behandeling en verzorging van langdurig zieken en van li
chamelijk of geestelijk gehandicapten. Het is een uiterst belangrijke wet,
want als de AWBZ niet zou bestaan, zou een groot aantal mensen in de kortste
tijd in grote financiële moeilijkheden komen, want de kosten van langdurige
behandeling, verpleging of verzorging kan vrijwel niemand uit eigen zak betalen.
Langdurige zieken voornaamste AWBZ-
klanten.
De AWBZ is dus een volksverzekering,
die zich in beginsel uitstrekt tot ieder die
in Nederland zijn woonplaats heeft. Men
is voor de AWBZ verzekerd door het be
talen van de premie, die bij personen in
loondienst trouwens door de werkgever
wordt betaald. Deze premie wordt evenals
die voor de AOW en AWW door de be
lastingdienst geïnd.
De AWBZ beoogt dus iemand te verze
keren tegen het risico van bijzondere ziekte
kosten en inderdaad ligt de nadruk hier op
„bijzonder". De kosten van gewone genees
kundige verzorging worden immers geheel
of grotendeels vergoed door ziekenfondsen,
ziektekostenverzekeraars, etc. De AWBZ is
echter in het leven geroepen om te voor
zien in bijzondere (medische) noden. Met
name de langdurige ziekten vormen een be
langrijke categorie, aanvankelijk zou de wet
ook de benaming „Wet Langdurige Genees
kundige Risico's" krijgen.
Krachtens de AWBZ hebben verzekerden
thans aanspraak op opneming en verder
verblijf in een ziekenhuis, voorzover het
verblijf de periode van één jaar te boven
gaat. Populair gezegd: het eerste jaar wordt
betaald door het ziekenfonds, daarna valt
de ziekenhuispatiënt onder de werking van
de AWBZ. Belangrijk is dat ook psychia
trische inrichtingen onder het begrip „zie
kenhuis" vallen evenals trouwens de sana
toria voor tbc-patiënten. Juist in de psy
chiatrische ziekenhuizen (totale patiënten
bestand in Nederland minstens 30.000) vin
den we veel patiënten, die daar al langer
dan een jaar verblijven, ja daar soms hun
hele verdere leven blijven zitten.
Andere- verzekerden.
Maar ook andere groepen van patiënten
kunnen ten laste van de AWBZ worden
verpleegd, bijvoorbeeld indien zij moeten
worden opgenomen in een verpleeginrich
ting, een zwakzinnigeninrichting, een in
richting voor doven of slechthorenden en
voor blinden of slechtzienden, een medisch
kindertehuis of medisch kleuterdagverblijf,
een dagverblijf voor gehandicapten of
sinds 1976 ook een verblijf in een ge
zinsvervangend tehuis.
Verblijf in een van genoemde inrichtingen
komt echter alleen ten laste van de AWBZ,
wanneer die inrichting is erkend en wan-
Vele gevolgen.
Werd rond de jongste eeuwwisseling
drankmisbruik- vooral waargenomen in de
lagere sociale milieus als een soort medi
cament tegen de armoede en ontbering,
thans lijkt het alcoholprobleem meer een
welvaartsziekte te zijn. Want juist in alle
westerse welvaartslanden neemt het alcohol
vraagstuk steeds ernstiger afmetingen aan.
De maatschappelijke consequenties van deze
drankexplosie zijn niet gering: meer ver
keersongevallen door overmatig alcoholge
bruik, een toenemend aantal verslaafden dat
een beroep doet op de gezondheidsvoorzie
ningen en een stijgend aantal mensen, dat
zich in fysiek opzicht „kapot" drinkt. Ook
vele criminele gedragingen zijn nauw ver
bonden met overmatig alcoholgebruik en
dan moet men niet alleen denken aan een
stevige vechtpartij in een kroeg of een over
treding van de wegenverkeerswet, maar ook
aan zware geweldsdelicten en misdrijven
tegen de zeden.
De achttien consultatiebureau's voor al
cohol- en druggebruik, die ons land rijk is,
en die ook vele over het land verspreide
afdelingen hebben (circa 70) zitten dan ook
niet om werk verlegen en de zogenaamde
verslavingsklinieken hebben ieder bed con
stant bezet.
neer er een indicatie voor opneming en
verder verblijf bestaat. Is de inrichting niet
erkend, dan kan de betrokkene daar nor
maliter niet voor rekening van de AWBZ
verblijven.
Op die regel bestaan echter uitzonde
ringen. Patiënten die wegens plaatsgebrek
(nog) niet in een erkende verpleeg- of
zwakzinnigeninrichting kunnen worden op
genomen, doch wel voldoen aan een indi
catie voor opneming aldaar, hebben onder
bepaalde voorwaarden aanspraak op een
vergoeding van de kosten voor verblijf in
een niet-erkende inrichting. Een terechte
uitzondering, want het is duidelijk dat
onder deze categorieën patiënten wel eens
acute gevallen voorkomen, die per se op
genomen moeten worden.
Eigen bijdrage.
Van de verzekerden die ten laste van de
AWBZ worden verpleegd, kan een eigen
bijdrage in de verpleegkosten worden ge
vraagd. Een dergelijke bijdrage is verschul
digd door de ongehuwde van 18 jaar en
ouder en voor de gehuwde man van 18
jaar en ouder, indien zowel hij als zijn
echtgenote voor rekening van de AWBZ in
een inrichting of tehuis verblijven.
Deze bijdrage gaat overigens niet direct
in, maar pas na één jaar. De eigen bijdrage
regeling bestaat nog maar enkele jaren,
nadat er (zeer terecht) van vele zijden kri
tiek was geuit op het feit dat talrijke
langdurige zieken en invaliden wel maan
delijks hun volledige WAO of andere so
ciale uitkering kregen, maar geheel „gratis"
in de inrichting of het tehuis verbleven
zodat ze vaak met een behoorlijk kapi
taaltje werden ontslagen. Leuk voor hen
natuurlijk, maar niet voor een gemeenschap,
die via de premieheffing de AWBZ finan
ciert.
Rest nog te vermelden dat de AWBZ
wordt uitgevoerd door ziekenfondsen, toe
gelaten ziektenkostenverzekeraars in de zin
van deze wet en organen die een publiek
rechtelijke ziektenkostenregeling voor amb
tenaren uitvoeren. Voor beslissingen van
deze uitvoeringsorganen m.b.t. AWBZ-ver-
strekkingen en -vergoedingen staat beroep
open bij de Raad van Beroep in de regio,
waar u woonachtig bent.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
Zorgwekkend is vooral het stijgend drank
gebruik bij jongeren in de leeftijdsgroep
van 12, 13 tot 21 jaar. Bij consultatiebu
reau's krijgt men soms te maken met
jongeren van een jaar of vijftien, die binnen
enkele jaren al volledig aan de drank ver
slaafd zijn geworden. Die jongeren komen
uit alle bevolkingsgroepen. De plattelands
jongeren domineren relatief (vooral uit
plaatsen waar in het weekend verder weinig
vertier is te vinden) maar ook in de grote
steden neemt het aantal drinkende tieners
hand over hand toe.
Onschuldig begin.
Het drinken van jongeren begint meestal
onschuldig, bijvoorbeeld op een school
feestje of een avondje van een dansclub.
Meestal vinden ze het niet eens lekker,
maar het staat nu eenmaal stoer om met
een glas bier of een glas sherry in je hand
rond te lopen.
Vooral de jongens voelen zich pas man,
als zij kunnen drinken. Maar op dat idee
zouden zij niet komen, als in de wereld
van de volwassenen het gebruik van sterke
drank niet een dergelijke „sociale" functie
vervulde. Jongeren volgen, ook wat de al
cohol betreft, nu eenmaal altijd het ge
bruikspatroon van ouderen. Sociale onder
zoekingen hebben bijvoorbeeld aangetoond
dat kinderen uit gezinnen, waar veel sterke
drank wordt gebruikt dat voorbeeld vaak
ook volgen.
Dragen de drinkgewoonten van de meeste
tieners aanvankelijk een onschuldig karakter
door allerlei factoren kan daarin een on
gunstige verandering optreden en gaat het
gelegenheidsdrinken aldra over in probleem-
drinken met alle verslavingsverschijnselen
van dien. Want het gebruik van veel al
cohol bij jongeren wijst meestal op een
aantal andere problemen, daarover zijn
alle deskundigen het zonder meer eens.
Ongunstige huiselijke omstandigheden
(spanningen tussen de ouders, gebrek aan
contact met de ouders, e.d.) zullen een
jongere sneller in de verleiding brengen
om de werkelijkheid te ontvluchten en dat
kan erg goed door alcoholgebruik. Ook
spanningen ontstaan door werk- of school-
omstandigheden, werkloosheid e.d. kunnen
het alcoholgebruik in de hand werken.
Voorts en dit bepaald niet in de laatste
plaats kunnen individuele factoren het
alcoholgebruik stimuleren. Jongeren met
psychische problemen kunnen hun angsten
en eenzaamheidsgevoelens onvoldoende ver
werken en grijpen dan sneller naar de
drankfles, hier begint in feite het probleem
al, dat als zo vaak uitmondt in een trieste
alcoholcarrière.
Voorbeeld.
Je kan natuurlijk je kinderen verbieden
Opheffing ongelijkheid kost veel geld.
Door een emancipatie-staatssecretaris in
zijn midden op te nemen, heeft deze re
gering aangetoond ernst te willen maken
met de volledige maatschappelijke gelijkstel
ling van man en vrouw. Maar consequenties
in het financiële vlak heeft dat wel. Ze
ker wanneer je die gelijkstelling ook wil
doorvoeren op het vlak van de sociale ver
zekeringen.
De regering zit nu al danig in de maag
met een door de Kamer aangenomen aman-
dement van de socialistische mevrouw Nel
Barendregt, krachtens welke de AAW uitge
breid dient te worden tot gehuwde vrouwen
die een vrij beroep uitoefenen, een eigen
onderneming leiden, of wel samenwerken
met hun echtgenoot in diens zelfstandige
onderneming. Je zou het een stuk emanci-
patie-beleid kunnen noemen dat deze cate
gorieën van vrouwen, wanneer zij arbeids
ongeschikt worden, ook recht op een AAW-
uitkering kunnen doen gelden. Waarom
immers zij niet en de mannen wel? Er is in
deze gevallen duidelijk sprake van inko
mensderving, want wanneer bijvoorbeeld een
vrouw wegens ziekte niet meer kan mee
werken in het bedrijf van haar man, dan
zal normaliter een andere kracht moeten
worden aangetrokken en die zal betaald
dienen te worden.
Maar uitbreiding van de AAW tot deze
categorieën van gehuwde vrouwen mag uit
punt van gelijke rechten een goede zaak zijn,
het gaat wel geld kosten en hoe moet je
dat verkopen ïn deze tijd nu allerwege wordt
om sterke drank te gebruiken, maar wie
gelooft dat dit ook maar iets uithaalt? Je
kan ze ook verbieden om om te gaan met
vriendjes, die zich al een riskante (alcohol)
leefgewoonte hebben eigen gemaakt, maar
ook dat haalt weinig uit.
Ook „moraliseren" over het alcoholge
bruik van tieners lijkt niet het juiste mid
del, want de riskante drinkgewoonte van
vele jongeren wijzen nu juist zo uitdruk
kelijk naar verkeerde drinkgewoonten van
ouderen De jeugd spiegelt zich steeds aan
het voorbeeld van volwassenen en als de
jeugd ziet dat ouderen ook dikwijls een
stevig glas drinken en de alcohol aangrijpen
om hun problemen te onderdrukken, dan
moet je niet vreemd opkijken als jongeren
zich met die ouderen gaan identificeren en
ook veel gaan drinken.
Deskundigen zijn het er over eens, dat het
alcoholgebruik door tieners drastisch zou
verminderen, wanneer de ouderen er gezon
dere leefgewoonten op na zouden houden,
ook op het punt van alcohol. Zij menen
tevens dat kinderen die een sterke per
soonlijke band met hun ouders hebben en
die opgroeien in een evenwichtige gezins
situatie, minder snel tot alcoholverslaving
zullen vervallen dan kinderen, die zich om
wat voor reden ook in het gezin niet thuis
voelen en hun frustraties daarover afrea
geren door riskante leefgewoonten zoals
drug- of alcoholgebruik.
(Nadruk verboden).
gesproken over bezuinigen op de sociale
uitgaven? Maar stel dat genoemde catego
rie van vrouwen wel onder de AAW wor
den gebracht, betekent dat dan weer niet
een discriminatie ten opzichte van die ge
huwde vrouwen, die niet werken maar
alleen een taak binnen de gezinshuishou
ding uitoefenen?
Huisvrouwen.
Inderdaad, strikt genomen zouden ook
deze vrouwen onder de AAW moeten vallen.
Wanneer een huisvrouw zo ziek of invalide
wordt, dat zij als arbeidsongeschikt dient
te worden aangemerkt, dan kan dit soms
ook een inkomensderving betekenen, hoewel
die moeilijker is vast te stellen. Kortom,
door deze grote categorie vrouwen buiten de
AAW te houden, bevoorrecht je in zekere zin
de andere categorieën van vrouwen, die
wel onder de AAW gaan vallen of die als
werkneemsters onder de WAO-verzekering
ressorteren. Allemaal problemen dus, waar
over de regering zich het hoofd breekt.
Maar als je de gelijkstelling tussen man
en vrouw ook wat betreft de sociale
verzekeringen op alle punten wil doorvoe
ren, dan zou dit tot nog hogere sociale
uitgaven leiden. Immers, gehuwde vrouwen
die onvrijwillig werkloos worden, krijgen
nu wel WW, maar als de 26 weken van
deze uitkering verstreken zijn komen zij niet
als manlijke werklozen of ongehuwden vrou
welijke werklozen voor een WWV-uitkering
in aanmerking. Verschillende maatschappe
lijke groeperingen hebben tegen deze onge
lijke behandeling van werkloze, gehuwde
vrouwen geprotesteerd, maar anderzijds
staat vast dat opheffing van deze ongelijk
heid (dus wel recht op WWV voor gehuwde,
werkloze vrouwen) tot een fikse verhoging
van de sociale uitgaven zal leiden.
Weduwnaars.
Als je de gelijkheid tussen man en vrouw,
ook t.a.v. de sociale verzekeringswetten,
consequent wil doorvoeren, moet je weduw
naars ook niet bij weduwes achterstellen.
Dat gebeurt onder de huidige wetgeving
wel. Weduwes hebben recht op een uitke
ring krachtens de Algemene Weduwen- en
Wezenwet, weduwnaars niet. Hier wordt dus
de man aohtergesteld bij de vrouw, terwijl
het toch duidelijk is dat een weduwnaar,
zeker een weduwnaar met kinderen, vaak
hoge 'kosten moet maken om zijn gezin en
huishouden goed te laten funcioneren. Ove
rigens is dit een van de weinige voorbeelden
van achterstelling van de man in onze so
ciale wetgeving. Doorgaans is het andersom.
Mej: name geldt dat voor de gehuwde
vrouw, die ouder is dan haar echtgenoot
maar desniettemin op haar 65ste nog geen
AOW krijgt. Pas als de man 65 is, krijgt het
echtpaar AOW.
Het nieuwe kabinet heeft in zijn rege
ringsverklaring ook aangekondigd om waar
mogelijk de rechtspositie van andere relatie
vormen dan het huwelijk te verbeteren en
dus ook hier discriminatie tegen te gaan.
Ook zo'n gelijkstelling, mits consequent
doorgevoerd, kan consequenties hebben voor
de sociale verzekeringen.
Kortom, hetzelfde kabinet dat bezuini
gingen op de sociale voorzieningen over
weegt, keert zich tegen achterstelling van
groepen en personen, hetgeen nou juist
tot een verhoging van de sociale uitgaven
kan leiden. Bepaald niet een gering di
lemma.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
LET OP DE KLIMMERS
Klimplanten worden soms stiefmoederlijk
bedeeld. In het begin van het seizoen, wan
neer we weer vol enthousiasme starten,
doen we alles goed en uitgebreid. Dan krij
gen ook de klimmers onze speciale aan
dacht. Ze worden nagekeken, opgebonden
en danoch, dan groeien ze wel. Na
tuurlijk groeien ze wel, maar dat neemt
niet weg, dat ze toch voortdurend zorg
nodig hebben, aangezien het anders maar
een wilde, ongeorganiseerde boel wordt.
Dan hangen er scheuten los of ze hebben
zich vastgehecht op plaatsen waar we het
liever niet wensen.
Dat duidt er op, dat ook klimplanten
voortdurend in het oog moeten worden
gehouden. Dikwijls zullen we er niets aan
behoeven te doen, eens in de zoveel weken
zien we, dat er iets dreigt mis te gaan
en dan is het goed wanneer we dadelijk
ingrijpen. Een scheut opbinden, of een an
dere plaats voor aanhechting geven en der
gelijke dingen. Op die manier blijven ook
de klimmers een sieraad voor onze tuin.
E.H.B.O.-WEDSTRIJD
Op donderdag 9 maart j.l. zijn op Kam
perland de E.H.B.O.-kringwedstrijden van
Noord-Bpveland gehouden in het Casem-
broothujg. Drie ploegen streden om de
eerste plaats; een ploeg van Colijnsplaat,
Kortgene en Kamperland. Kamperland, die
nog maar kort een E.H.B.O.-vereniging
heeft, mocht dit voor de eerste keer
organiseren.
Bij zo'n wedstrijd is altijd een Lotus-
groep aanwezig, die dan als slachtoffers
optreden. Dit wordt grandioos gespeeld.
Uitgebeeld werd een folkloristische dans
avond, uiteraard op klompen. Door het
uitglijden van één der deelnemers was een
valpartij ontstaan, wat de nodige gewonden
tot gevolg had, waar de deelnemende ploe
gen de handen aan vol hadden. Met het
volgende resultaat.
Ploegen:
1. Kamperland 226 pnt.
2. Kortgene 168 pnt.
3. Colijnsplaat 146 pnt.
Leiders:
1. Kamperland 93 pnt.
2. Kortgene 76 pnt.
3. Colijnsplaat 68 pnt.
ALCOHOLGEBRUIK DOOR JONGEREN NEEMT STERK TOE
Kortgeleden is in Utreoht door het Nederlands congres voor openbare gezond
heidsregeling een congres gehouden over alcoholgebruik en -misbruik. Niemand
zou op de gedachte zijn gekomen om zo'n congres te organiseren, als er in
Nederland geen alcoholprobleem bestond. Maar helaas sloot dit congres wel
degelijk aan bij deze bizarre actualiteit. Tussen 1960 en nu is de consumptie van
alcoholische dranken in ons land vrijwel verdrievoudigd. Vorig jaar werd in Ne
derland per persoon bijna 80 liter bier, 3,4 liter sterke drank en rond 10 liter
wijn geconsumeerd.
Het aantal alcoholverslaafden wordt in ons land op rond 350.000 geschat,
onder wie een kleine 45.000 vrouwen en een toenemend aantal jongeren. Want
ook de Nederlandse jeugd raakt in toenemende mate aan de drank, zowel in de
steden en nog meer op het platteland. In diverse verslavingsklinieken
worden al mensen van 25 jaar opgenomen en die moeten dan toch zeker een
„drankcarrière" van minstens tien a twaalf jaar achter de rug hebben. Met an
dere woorden, vele jongeren drinken al vanaf hun dertiende t/m hun vijftiende
jaar en dat wekt de verwachting dat het alcoholprobleem in de komende jaren
alleen nog maar groter zal worden.
i liet Bedrijfschap Horeca.
OP TERREIN VAN SOCIALE VERZEKERINGEN
Het moeizaam streven van de overheid om te bezuinigen op het pakket
sociale voorzieningen lijkt in de naaste toekomst doorkruist te worden door
een andere doelstelling van die zelfde overheid: de gelijkstelling van man en
vrouw. De maatschappelijke ontwikkeling met betrekking tot de plaats van
man en vrouw in de maatschappij zal zeker ook consequenties met zich mee
brengen voor de sociale verzekeringen. Een van de gevolgen hiervan lijkt on
afwendbaar: de sociale voorzieningen zullen nog meer geld gaan kosten.
Met één van de facetten van deze problematiek worden we nu al geconfron
teerd. Als gevolg van een in de Tweede Kamer aangenomen amandement
zouden dit jaar ook de gehuwde vrouwen die een vrij beroep uitoefenen, een
eigen onderneming leiden of met hun echtgenoot samenwerken in diens zelf
standige onderneming onder de AAW (Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet)
moeten gaan vallen, maar dat zal uiteraard fikse financiële consequenties heb
ben en van de zijde van het kabinet heeft men zich gehaast te verklaren
dat „nader beraad" over deze materie eerst geboden is.