Raadsvergadering Kortgene
jraKKfQ
of drink ik
I
Donderdag 19 januari j.l. kwam de raad
van de gemeente Kortgene in vergadering
bijeen, onder voorzitterschap van burge
meester J. L. D. van der Linde. Afwezig
het lid P. M. van der Weele.
Met enige hartelijke woorden van welkom
opent de voorzitter deze vergadering, die
ook gericht zijn aan de publieke tribune,
waar de laatste tijd nogal veel belangstel
ling is. Hij zegt verder geen nieuwjaarsrede
te willen houden, daar de algemene be
schouwingen bij de begrotingsvergadering
nog maar pas achter de rug zijn. Wel zegt
hij het een belangrijk jaar voor de raad
te vinden, mede in verband met de te
houden verkiezingen, waardoor deze raad
wellicht niet meer in deze samenstelling
zal terugkeren.
De notulen worden, met enige opmerkin
gen van een paar leden, vastgesteld en de
ingekomen stukken voor kennisgeving aan
genomen. Bij de opgave van de culturele
evenementen van de Stichting Cultuursprei
ding Zeeland, heeft het lid Filius voor dit
seizoen de gemeente Kortgene gemist
waarop de voorzitter zegt, dat wanneer
Kortgene weer over voldoende accommodatie
zal beschikken, de gemeente daarin opge
nomen zal worden. In het scholenprogram
ma staan de scholen wél opgenomen
Bij de mededelingen zegt de voorzitter
december j.l. het laatste blok
van de 28 gerenoveerde woningwetwoningen
zijn opgeleverd. Daarmede is geheel
volgens de planning - dit project afgesloten
behoudens de administratieve afwikkeling!
De bevolking van de gehele gemeente
is met 49 personen toegenomen. Daarvan
neemt Kortgene er 52 voor zijn rekening
en Kats 8, terwijl Colijnsplaat 11 inwoners
minder heeft. Volgens de voorzitter kan
de verordening tweede woningen daar ook
te Colijnsplaat verandering in brengen.
totaalbesomming van de vismijn was
in 1977 3.592.980.30, tegen ƒ2.734.076,-
ïn 1976.
Hierna komt in behandeling de huur
van een noodlokaal voor de openbare la
gere school te Colijnsplaat en het verstrek
ken van credietep voor de bijkomende kos
ten van plaatsen en inrichten.
Boot zegt hierop, dat zijn partij met
dit voorstel van b. en w. akkoord kan gaan.
Doorslaggevend is, dat tegenover de uit
gaven een jaarlijkse uitkering van 25.270,-
staat.
Blankenstijn vraagt of dit bedrag een
extra uitkering is, wat door de voorzitter
bevestigend wordt beantwoord. Toch kan
hij met het voorstel van b. en w. niet
meegaan, daar hij koop veel voordeliger
vindt. Verder vraagt hij of in die huurprijs
ook het onderhoud is begrepen en of er
een prognose is gemaakt van het aantal
leerlingen, dat verwacht kan blijven worden.
Filius sluit zich voor een groot deel bij
de woorden van Blankenstijn aan, daar ook
hij van mening is, dat koop de voordeligste
weg is. Bovendien staat er in de christelijke
school ook nog altijd een lokaal leeg, wat
de gemeente geld kost.
De voorzitter zegt dat in het huurkontrakt
een recht van koop opgenomen kan worden.
Bovendien kan de gemeente hier geen sle
pende zaak van maken, daar de kerk toe
stemming heeft gegeven voor de huur van
de grond voor hoogstens 5 jaar. Bij koop
kan zo'n termijn gemakkelijk overschreden
worden en bij huur kan men bijvoorbeeld
reeds morgen aan nieuwbouw beginnen.
Ook zag de voorzitter moeilijkheden bij
afbraak en/of verplaatsen. Een exacte prog
nose over het te verwachten leerlingen
aantal valt niet te geven, mede gelet op
het feit ddt Colijnsplaat stimuleringsgebied
is geworden.
Blankenstijn blijft bij zijn advies tot aan
koop en ook Filius blijft zijn standpunt
handhaven. Bij koop, zo zegt hij verder,
kan er op voorstel van leraren gemakkelijk
in zo'n lokaal veranderd en aangepast
worden, wat bij huur totaal onmogelijk is,
zonder toestemming van de verhuurder Wat
betreft het afbreken en opruimen van zo'n
noodgebouw voorzag Filius geen moeilijk
heden. Men kan zulks om niet laten doen.
Voor zo'n lokaal van amper vijf jaar oud
zijn altijd liefhebbers voor te vinden.
De Smit brengt een correctie aan op
de woorden van Filius, door op te merken
dat dat lokaal van de chr. school nog wel
degelijk gebruikt wordt.
De voorzitter vraagt machtiging om op
de financieel meest gunstige wijze dit lokaal
aan te schaffen en op voorstel van weth.
Van der Weele wordt besloten dat dan
met een „papieren vergadering" (bij hoge
uitzondering) te besluiten, waarmee iedereen
instemt.
Ook het volgende agendapunt: subsidie
streek VVV Noord-Beveland brengt de ton
gen van alle fracties in beweging. B. en w.
hadden bij dit agendapunt de volgende
uitgebreide toelichting gevoegd:
Het bestuur van het streek VW Noord-
Beveland heeft ons medio 1977 benaderd
met de vraag het gemeentelijke subsidie
van jaarlijks ƒ2.000,— te verhogen met
8.700,zijnde de helft van het voor
1978 geraamde tekort.
Uit de daarbij overgelegde begroting
blijkt dat de gemeenten vooral de kosten
van de full-time informatrice zouden gaan
dragen. In een nota (d.d. 4-6-'77) tracht
het WV-bestuur een en ander te motiveren.
In aanwezigheid van een vertegenwoor
diging van het Prov. VVV hebben de colleges
van b. en w. van Kortgene en Wissenkerke
het subsidieverzoek nader besproken met
het VW-bestuur. Na vervolgens de zaak
nogmaals in een bespreking van genoemde
colleges te hebben behandeld, werd door
ons op 27-9-'77 aan het VVV-bestuur in
een uitvoerig beargumenteerd schrijven* be
richt, dat wij geen vrijheid konden vinden
u een voorstel te doen voor een subsidie
verlening ter grootte van het gevraagde
bedrag.
Daarbij werd tevens gesteld dat bij alter
natieve voorstellen van het VW-bestuur
ten aanzien van de door het VVV te ver
richten werkzaamheden (b.v. met part-time
krachten vanuit meerdere steunpunten) ons
college bereid was de raad een aanmerke
lijke verhoging ten opzichte van het be
staande subsidie voor te stellen. In reacties
hierop door zowel het bestuur van het
streek WV Noord-Beveland als van de zijde
van het Prov. VW werden deze alternatieven
afgewezen en slechts gepleit voor de eerder
vermelde opzet, te weten één kantoor met
een permanente bezetting. Als de financiën
daarvoor niet beschikbaar zouden komen,
dan zou het kantoor worden gesloten en
de vereniging zou gaan „slapen". Intussen
was in de loop van 1977 een full-time
informatrice op het VW-kantoor met haar
werk gestart.
Wij vinden in deze opstelling geen aan
leiding ons eerdere standpunt te herzien
en stelden u in de ontwerp-begroting 1978
dan ook voor wederom 2.000,— aan het
VW te subsididëren. In de begeleidingsbrief
bij deze begroting besteedden wij aandacht
aan de problematiek, hetgeen u aanleiding
gaf tot bespreking van het subsidie-verzoek
tijdens de begrotingsbehandeling.
Daarbij zegden wij u toe het geheel
opnieuw te zullen bestuderen.
Intussen bereikte ons het bericht dat
de raad van Wissenkerke, op voorstel van
het college van b. en w., in zijn vergadering
van 28-11 -'77 besloot het subsidie voor
het VW Noord-Beveland voor 1978 vast
te stellen op 10.800,— (is: het gevraagde
bedrag), onder de voorwaarde dat ook
Kortgene eenzelfde bedrag zal toekennen;
indien dat niet gebeurt is er een nieuwe
situatie ontstaan die nader beraad vereist,
aldus de mening van de gemeente Wis
senkerke. (N.B. Alle hiervoor genoemde
stukken liggen op de gebruikelijke wijze
ter inzage).
Tot zover de stand van zaken. In aan
sluiting daarop merken wij thans het vol
gende op:
1. Het bestaan van een VVV achten wij
voor Noord-Beveland een nuttige zaak. De
aard van de recreatie, te weten vooral ver-
bliifsrecreatie vraagt ons inziens echter een
niet zeer intensieve begeleiding, in tegen
stelling tot het dag-toerisme. Promotion
van Noord-Beveland is nauwelijks nodig,
gelet op de enorme aantrekkingskracht van
met name Veerse Meer, Oosterschelde en
Noordzee. De grotere vakantiecentra (b.v.
campings, jachthaven) doen bovendien zelf
veel aan werving etc.
Als inforipatie-bron voor toekomstige be
zoekers en voor de op het eiland verblij
vende gasten is het VVV een waardevolle
instelling.
Deze informatieve functie en de nauw
daaraan verbonden „bemiddelingsfunctie"
(niet letterlijk, maar als intermedium tus
sen gast en akkommodatie-bezitter) zijn
vooral van belang voor die gast en die
akkommodatie-bezitter en de recreatieve be
drijven. Hoe groot is daarbij het algemeen
belang en hoeveel mag dat kosten?
2. De noodzaak van een kantoor, dat
gedurende het gehele jaar ongeveer elke
dag bezet is, ontgaat ons. Is er werkelijk
zinvol werk voor een full-time kracht in
bijvoorbeeld de maanden oktober, novem
ber, december, januari, februari en maart,
en is bezetting van het kantoor op zaterdag
en alleen de andere ochtenden of middagen
in de zomermaanden niet voldoende? Wij
zijn ons ervan bewust ons met deze vragen
op het beleidsterrein van een autonome
organisatie te begeven. Deze organisatie
vraagt echter veel overheidsgeld, zodat wij
deze kwestie zeer zorgvuldig hebben te
beoordelen.
Alles overwegende komen wij tot de con
clusie, dat het WV voldoende zou kunnen
functioneren met een part-time kracht. Er
vanuit gaande dat zo'n kracht plm. ƒ15.400
zal vergen 1), is het nodig als gemeenten
13.000 in totaal bij te dragen of 6.500
per gemeente.
Wij stellen u dientengevolge voor het
geraamde subsidie voor het streek WV
Noord-Beveland van 2.000 te verhogen tot
6.500. Met een dergelijke, op zich zeer
forse verhoging zal het VW-werk op Noord-
Beveland naar onze overtuiging in voldoen
de mate gesteund worden.
1) Gebaseerd op de overweging dat een
part-time kracht meer kost dan een „halve
full-time" kracht en bovendien zeer waar
schijnlijk gezocht/gevonden zal worden on
der de gehuwde vrouwen. Zoals bekend is
er bij vele gehuwde vrouwen behoefte aan
werk, maar dan bij voorkeur part-time. Ook
is denkbaar dat in Colijnsplaat, Kamperland,
Kortgene en Wissenkerke in totaal 4 steun
punten worden gevonden (b.v. in bestaande
kantoren/bedrijven), waarvoor aan bepaalde
medewerk(st)ers een zekere vergoeding
wordt gegeven.
Boot zegt hierop: Het CDA wil graag
een forse handreiking aan het bestuur van
de streek VW Noord-Beveland. Het WV
is nooit goed van de grond gekomen en
wij willen hiervoor graag de mogelijkheid
geven. Een goed draaiende VVV achten wij
van groot belang, zowel voor de toerist
als de eigen bewoners. Wij gaan akkoord
met uw voorstel en hopen dat het VW door
reorganisatie en zelfwerkzaamheid goed zal
functioneren.
Mevr. Van Oeveren onderschrijft de woor
den van de WV en vindt dat Noord-Beveland
zeker geen VVV kan missen. De WV doet
nuttig werk en wijst mede in verband
daarmee op het vorig jaar verschenen
boekje met fietsroutes. Jammer vindt zij
het, dat door het college niet het volledig
gevraagde bedrag is overgenomen. De VVV
is belangrijk voor het gehele eiland.
Blankenstijn vindt de instelling van de
leden van de VW verkeerd. Men moet bij
tegenslag niet gaan „slapen", maar juist
er tegenaan gaan. Men moet niet leunen
op de overheid. Hij gaat met het voorstel
van b. en w. akkoord.
De Looff vindt ook de handelwijze van
de vereniging verkeerd. Zij hebben eerst de
informatrice aangesteld en zijn daarna pas
bij de overheid aan gaan kloppen. Trou
wens, hoe moet dat dan met de andere
subsidies? Dit zal zeker een precedent gaan
scheppen. Hij is voorstander van het gelijk
matig optrekken van de subsidie, zoals
dat ook bij andere verenigingen gebeurt.
Belangrijk voor de dorpen zelf is het op
die dorpen aanwezig zijn van een kontakt-
persoon.
De voorzitter zegt dat deze subsidie zorg
vuldig in het college onderzocht en be
sproken is. Zou men het gehele gevraagde
bedrag geven, dan komt men aan een sub
sidie van ongeveer ƒ2,— per inwoner, wat
bij lange na niet door welke vereniging dan
ook in de gemeente gekregen wordt. Over
het feit dat men het beleid van het bestuur
niet goedkeurt kan hij dit zeggen, dat men
als overheid niet op de stoel van het
bestuur mag gaan zitten. Toch vindt hij
dat de gemeente de WV een royale kans
geeft en hoopt hij van harte dat de vere
niging niet zal gaan slapen.
Mevr. Van Oeveren ziet de taak van de
VW toch breder en zij had gehoopt dat
na Wjssenkerke, die de eerste stap heeft
genomen, Kortgene zich daarbij aan zou
sluiten.
De Smit zegt: 't Is wel veel, maar 't is
ook voor een goed doel.
Filius zegt, dat wanneer het gevraagde
bedrag gegeven zou worden, de gemeente
meer zou bijdragen dan de leden van de
WV. Bovendien is er ook geen behoefte
op Kortgene de recreatie uit te breiden.
Hii zou de VVV dan ook toe willen voegen:
Ga dan maar slapen. Hij vindt wel dat de
raadsleden het volste recht hebben te zeg-
een of er iets goedkoper of beter kan. Ook
met het voorgestelde bedrag van het college
paat hij niet meer. Hij vindt 2000 genoeg.
De voorzitter handhaaft het voorstel van
het college en wethouder Welleman zegt
nog dat de gemeente hier een goede hand
reiking doet. Bovendien heeft ook Van Agt
gezegd, dat men niet teveel tegen de over
heid aan moet leunen.
Filius verlangt hoofdelijke stemming
waarna het voorstel van b. en w. met de
stemmen van De Looff, Filius en Geelhoed
tegen, wordt aangenomen.
In behandeling komt hierna de herziening
van de huur van de kantine van de vismijn,
waarop Boot zegt deze aanvaardbaar te
vinden. En dan graag jaarlijks herzien op
index. Met de consumptieprijzen kan de
beheerder wellicht rekening houden. Ook
mevr. Van Oeveren vindt de verhoging rede
lijk en Blankenstijn zegt dat het gesprek
met de man voor hem de doorslag geeft,
waarop Filius zegt, dat er toch wel een
brief naar aanleiding van deze verhoging
van de Horeca Nederland is binnengekomen,
dus dat deze aanvaarding niet zo maar
zonder slag of stoot is geschied.'
De voorzitter zegt dat er sinds 1961 geen
verhoging heeft plaats gevonden en dat een
verhoging nooit leuk is. Men kan dit ook
niet tot in het oneindige doorvoeren, hoewel
een bedrag van 1500,— in 1961 méér was
dan ƒ2000,nu.
Filius vraagt toch nog om een nader
overleg met betrokken persoon en De Smit
zegt een verhoging een normale zaak te
vinden. Iedere ondernemer heeft met kos
tenverhogingen te maken.
De voorzitter zegt toe nogmaals nader
overleg te plegen, alhoewel er dit jaar ook
een opknapbeurt plaats vindt.
Op verzoek van de Dorpsgemeenschap
Colijnsplaat is er onderzocht of de post
kantoren van Colijnsplaat en Kats gebruikt
kunnen worden en ingericht tot hulp-se
cretarieën. Van de PTT is er bericht ont
vangen dat tegen vergoeding van een vast
bedrag per jaar en een zeker bedrag per
handeling, daartegen geen bezwaar bestaat.
Schattenderwijs zal dat de gemeente ƒ3000
per jaar gaan kosten. Geelhoed spreekt
hierover zijn blijdschap uit, gevolgd door
alle andere fracties.
De vergoedingen voor de leden van de
stembureau's worden trendmatig verhoogd
en een verordening op besmettelijke zieken-
rechten wordt hierna vastgesteld.
Hierna wordt een krediet van 125.000
verleend voor de uitbreiding van de par
keergelegenheid in de omgeving van de
camping. Vooraleer echter dit werd ver
leend zegt De Looff, dat anderhalf jaar
geleden dit ook al in de raad is geweest
en toen niet is doorgegaan. Dat is winst
geweest voor de gemeente. De aanleg is
nu goedkoper geworden en er komen 22
plaatsen méér bij. Hij vindt dit een goede
verbetering en een juist voorstel.
Ook Boot vindt dit een goede zaak. Er is
al veel te lang mee gewacht. Hij vraagt
verder hoe men aan de 20% kosten voor
de camping komt. Ook mevr. Van Oeveren
vindt het een goede aanzet en de 80-20%
een redelijke verdeling, hetgeen ook Blan
kenstijn vindt.
Wethouder Welleman zegt dat met de
aanleg spoed betracht zal worden om alles
vóór het seizoen klaar te hebben. Hij hoopt
dat er goed gegokt wordt en dat de goed
keuring van GS spoedig zal afkomen.
De parkeerplaatsen en wegverbreding, zo
zegt de voorzitter, zijn er niet alleen voor
de camping, maar ook de woonboten maken
er een gebruik van. Het bevordert tevens
de toegankelijkheid van het Veerse Meer.
Ten aanzien van het nu volgende punt
op de agenda: beheer zwembad, was daarbij
onderstaande toelichting verschenen:
Reeds een aantal jaren bestaan klachten
en ontevredenheid over de toestand van het
zwembad te Kortgene. Meermalen is gedacht
over de mogelijkheden om te komen tot
verbetering van die toestand, doch tot he
den moest het bij gedachten blijven.
Het seizoen staat weer voor de deur en
opnieuw moet worden bekeken wat gedaan
moet worden. Het is bekend, dat de vloer
van het bad een slechte kwaliteit heeft
en elk jaar reparaties vraagt. Tijdens het
zwemseizoen vallen gaten in de vloer, waar
door modder omhoog wordt geperst, het
geen verontreiniging van het water tenge
volge heeft. Verder ontstaat verontreiniging
door algen.
De wateroppervlakte van het bad, onge
veer 3500 m2, is eigenlijk te groot, de
vormgeving wordt niet zo ideaal gevonden
en de veiligheidsvoorzieningen zijn niet op
timaal. Tenslotte dient de toilet- en kleed
gelegenheid verbeterd te worden.
Wij hebben de Technische Dienstver
zocht ons van advies te dienen met betrek
king tot dit bad. De Dienst heeft een rap
port uitgebracht waarin de diverse moge
lijkheden zijn opgesomd en toegelicht. Zou
als uitgangspunt worden genomen dat een
eenvoudige zwemgelegenheid moet worden
gecreëerd aldaar, een bad van normale af
metingen, dan berekent de Dienst de daar
aan verbonden kosten op ƒ685.000,— incl.
BTW. Voor dat bedrag ontstaat dan een
bad van 1040 m2 met een diepte van 0.30—
1.20 m. Het overblijvende deel van het
huidige bad kan dienst blijven' doen als
speelvijver, Het water in het bad zou
Veerse Meerwater zijn.
Het hier omschreven zwembad is welis
waar een verbetering te noemen, doch geen
optimale. Een dergelijk bad, met water uit
het Veerse Meer gevuld, met alle bezwaren
van dien, voor een prijs van ƒ685.000,—
lijkt ons niet verdedigbaar.
Indien gedacht moet worden over een
betere oplossing, dan móet dat zijn de bouw
van een nieuw zwembassin, met alle daar
aan te stellen eisen. Daarbij behoort een
filterinstallatie voor waterzuivering en chlo
rering en een badmeesterspost, alsmede
overige nodige ruimten. De daaraan ver
bonden kosten komen neer op 1.275.000,-
en bij verwarming van het water
op 1.320.000,-. Het wat magere resultaat
van de te dure eerste oplossing geeft ons
aanleiding daar niet verder op door te gaan.
Zou eventueel gedacht worden in de rich
ting van een nieuw bassin dan zijn wij
met de Dienst van mening, dat dat wel een
goede oplossing biedt, doch dat de situering
dan niet zo aanspreekt. Als een dergelijk
groot bedrag beschikbaar zou komen voor
een openluchtbad, dan moet een situering
nabij een kern veel gunstiger worden ge
acht. Een dergelijke vraag moet afzonderlijk
en in relatie tot andere wensen worden
bestudeerd.
Het laat zich echter aanzien, dat een
dergelijke grote investering zonder subsidie
niet haalbaar is. Blijft over de vraag, wat
dan te doen met het bestaande zwembad,
dat eigenlijk nog nauwelijks de naam
zwembad mag hebben.
Een mogelijkheid is de gehele kuip in te
richten als speelvijver, door een zandaan-
vulling aan te brengen, zodat de diepte
maximaal 0.50 m wordt. Voorzieningen
voor waterverversing is nodig. De totale
kosten worden begroot op 58.000,—, incl.
BTW en directiekosten. Een andere moge
lijkheid is de vloer en de onderwatertaluds-
te voorzien van een laag grindasfaltbeton.
Deze oplossing kost naar raming ƒ87.000,
Alles overziende hebben wij de laatste
oplossing als de beste gekozen.
Inmiddels is nader overwogen hoe het
gebruik van het bad is, zeker nadat er een
speelvijver van zal zijn gemaakt. Wij zijn
tot de conclusie gekomen dat het bad
hoofdzakelijk wordt gebruikt door gasten
op de camping en, voor wat betreft de
speelvijver, door kinderen, die op de cam
ping verblijven.
Deze overwegingen hebben er toe geleid
u voor te stellen het zwembad niet langer
te laten exploiteren door de gemeente,
doch deze exploitatie onder te brengen bij
de camping. Wij achten dit een reële aan
passing aan de gegroeide praktijk. Gezien
het feit, dat het zwembad niet als zwembad
is te betitelen en overdracht alleen kan
plaatsvinden onder voorwaarde, dat het
maken van de speelvijver ten laste van de
camping komt, ware de overdracht om niet
plaats te doen vinden. Dat houdt in, dat
de gemeente de kapitaallasten van de vroe
gere investering voor haar rekening blijft
nemen. Dit is overigens aanvaardbaar als
we bedenken, dat alle overige exploitatie
kosten voortaan voor rekening van de cam
ping komen en de gemeente dus van die
last wordt ontheven.
Bovendien blijft er een zwemgelegenheid
bestaan in het Veerse Meer, hetgeen op
zich belangrijk is. Thans drukt het zwembad
voor plm. 15.000,— op de gewone dienst;
na overdracht, wordt dat 7.388,14 (zie
de volgnrs. 17300 en 46000 van de be
groting).
De uit de overdracht voor de camping
voortvloeiende kosten gebaseerd op de
werkelijke cijfers van afgelopen jaren en
de begroting voor 1978 zijn als volgt
te ramen:
kosten onderhoud terrein en gebouwen,
wateronderzoek en energie 5.500,—
Niet meer van de gemeente te ontvangen
bijdrage in de personeelskosten wegens
werk door het campingpersoneel ten behoeve
van het bad 5.500,—
Rente en afschrijving van de investering
voor het maken van de speelvijver ad
87.000,— 8l/z% is 5.800,—, aflossing in
15 jaar is per jaar ƒ7.395,—; samen
ƒ13.195,— totaal ƒ24.195,—.
Af: te innen toegangsgelden wegens kaart
verkoop, die anders voor de gemeente plaats
vond ƒ2.500,—; niet meer aan de gemeente
te betalen bijdrage wegens gebruik bad
door gasten ƒ12,000,— samen ƒ14.500,—.
Blijft behoudens latere herziening van
entreegelden ten laste van de camping
9.695,— of afgerond ƒ10.000,—.
De last past in de begroting voor 1978
van de camping.
Samenvattend stellen wij u voor het be
heer van de zwemgelegenheid te Kortgene
volledig onder te brengen bij 'de camping,
zulks om niet en onder voorwaarde dat:
a. het bestaande bad wordt omgevormd
tot een speelvijver, zoals hiervoor omschre
ven, en u het daarvoor benodigde krediet
van 87.000,— beschikbaar stelt;
b. de kapitaallasten van deze investering
volledig ten laste van de camping komen;
c. de speelvijver openbaar blijft, evenals
het buitenbad;
b. de tarieven voor toegang tot deze
voorziening door uw raad worden vast
gesteld.
Dit onderwerp is zowel in de financiële
commissie als in de werkgroep camping
aan de orde geweest; resulterend in posi
tieve adviezen.
Filius zegt naar aanleiding hiervan, dat
er weinig over te zeggen valt, of dat er
een boek vol over te schrijven is. Hij con
stateert enige verschillen in de begeleidings
brief en de begroting, waarop de voorzitter
zegt, dat een begroting geschat wordt en
dat de bedragen in de begeleidingsbrief
de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk
weergeven.
Boot gaat met het voorstel van b. en w.
akkoord en vraagt of het college de vinger
aan de pols wil houden voor het verkrijgen
van subsidie. In zo'n recreatieve gemeente
als Kortgene behoort toch een zwembad
te zijn.
Ook mevr. Van Oeveren vindt het een
redelijk voorstel, zeker ook voor de eigen
inwoners.
Blankenstijn vindt het zwembad een af
gang. Waarom niet helemaal overgedaan
aan de camping? U zegt wel, dat het hoofd
zakelijk gebruikt wordt voor de recreatie,
maar hij wil toch dat het openbaar blijft.
Waarom schenken aan de camping? zo
vraagt de voorzitter. Je zult het maar krij
gen. Want de lasten worden zoveel hoger.
Deze overdracht brengt voor de gemeente
een voordeeltje van plm. 10.000,Wan
neer dit hoger werd opgeschroefd, zou
het een onbillijkheid tegenover de camping
betekenen. De toegankelijkheid blijft open
baar, daar bestaat geen misverstand over.
Tot slot vraagt mevr. Van Oeveren nog
om een goed onderhoud van het buitenbad
en een goede afbakening.
In het volgend nummer zullen wij de rest
van de agenda behandelen.
TV|M|r jog
lictBedrijfsotapJiMeea.