Wijsheid overdracht Raadsvergadering Wissenkerke Op maandag 22 augustus j.l. was er weer gemeenteraadsvergadering der gemeente Wissenkerke, waarbij eerst het lid Remijnse met kennisgeving afwezig was, doch later alsnog op de vergadering verscheen. De burgemeester deelde mede, dat de volgende raad zou zijn op 3 oktober a.s. Bij de behandeling van de notulen waren er opmerkingen van Kouwer en Uijl en vroeg Blok of het college reeds gesproken had over de aanleg van fietspaden in deze gemeente. De burgemeester beaamde dit en liet college had naar aanleiding van een opgesteld fietsplan voor de gemeente posi tief gereageerd op dit plan. Ook stond op dit plan de aanleg van een fietspad langs de provinciale weg Geersdijk Kamperland. Naar aanleiding van de ingekomen stuk ken deelde de voorzitter mede, dat de gemeente financieel bij was, gezien de goed keuring van G.S. van de rekeningen over 1974. Hij noemde verder het grote aantal brandweeroefeningen in deze gemeente en prees de resultaten die het korps Kamper land op de wedstrijden behaald heeft. Een schrijven van de PvdA-fractie verwees hij voor behandeling naar de rondvraag. Er werd een bedrag van 4797,88 be schikbaar gesteld aan de Chr. lagere school te Kamperland, ten behoeve van de aanschaf van kasten. Bij de bekrachtiging van dit voorstel (door middel van een hamerslag) vlogen wederom enige spijkers uit de door de raad aangeboden nieuwe voorzitters hamer. De reacties op dit ongeluk varieerden van opzet tot slechte kwaliteit. De voor zitter besloot het verdere verloop van deze raad zonder de hamerslagen te doen plaats vinden, hetwelk geschiedde. Een nieuwe identiteitskaart met onbe perkte duur voor de Benelux werd in deze gemeente ingevoerd en verkrijgbaar gesteld voor de prijs van 10,—. Een oprit aan de Dorpsdijk te Wissen kerke werd voor 1,gekocht van de heer C. A. de Neef. De intrekking van het raadsbesluit tot uitgifte van grond en water in erfpacht aan jachtwerf Jeroen Bakker ontlokte enkel een opmerking van de heer Uijl. Deze zei, dat hij bij het besluit reeds gewaarschuwd had niet te optimistisch te zijn; hoewel hij het toch wel jammer vond dat er nu helemaal niets van terecht kwam. De burgemeester kon niet anders dan deze opmerking beamen met: Inderdaad. Het nieuwe bestemmingsplan Geersdijk- Oost-II had ter inzage gelegen en er waren geen bezwaren binnengekomen. Er werd voorgesteld het plan ongewijzigd vast te stellen. Kouwer vond het prachtig en vroeg of de grond vlug aangekocht kon worden. Wel vroeg hij of er woningwetwoningen gebouwd gaan worden. De burgemeester zei dat over het bouwen van woningen nog niet ge sproken was. En op de vraag van Blok (over het verloop van de grondverwerving) zei de voorzitter, dat hij daar goede hoop op had. Aldus werd besloten. Een wijziging van de bouwverordening werd vastgesteld. Het college stelde voorts voor toe te treden tot een gemeenschappelijke regeling tot het geven van advies bij de opname van bejaarden in een tehuis. Er zijn door het rijk wettelijke bepalingen opgesteld hoe de samenstelling van zo'n regeling moet zijn en voor een kleine gemeente is dit financieel onhaalbaar, vandaar een re geling voor Noord- en Zuid-Beveland en het eiland Tholen. De burgemeester zei, dat het college er eigenlijk geen behoefte aan had, maar later er toch anders over is gaan denken, daar men dan buiten alles zal vallen. Na 2 jaar kan men uittreden. De kosten zullen voor onze gemeente plm. 100.000,gaan bedragen. Het lid Kouwer stond er helemaal niet achter en hij zei er dit over: Geacht college. Niet alleen lettend op de in art. 20 van de gemeenschappelijke regeling genoemde kosten, maar meer kijkend naar de in art 18 genoemde uittreding uit deze regeling, zou ik graag een paar kanttekeningen willen maken bij deze regeling. Acht het college de gang van zaken, zoals die momenteel wordt toegepast, niet veel wenselijker en menselijker? Als we kijken hoe de bejaarde in onze gemeente wordt opgevangen en opgenomen I door het bestuur van het bejaardentehuis, dan kunnen we daar alleen maar blij om zijn. De mens is niet tot een nummer ge degradeerd, maar de bejaarde krijgt m.b.t. het al of niet opnemen in het bejaarden tehuis, de aandacht die nodig is. Men kan beslist niet stellen, dat deze of gene wordt voorgetrokken of achteruit gezet. Als men oud is, dan is de opname in een bejaardenhuis vaak een zeer ge voelige zaak. Als men, zoals bij deze rege ling, een commissie voor Zuid- en Noord- Beveland en Tholen gaat instellen, dan vrees ik dat de bejaarde en de wensen van de bejaarden voor een groot deel over 'het hoofd worden gezien en dat men de bejaarde, voor het gemak, aan de kant zet. Is dat nu bejaardenzorg? Het gaat er op lijken, dat als je bejaard bent, je niet meer meetelt. Ik wil graag meehelpen om iets positiefs voor de bejaarde te doen, maar niet aan een van bovenaf opgelegde regeling die het tegengestelde bereikt. Het gebeurt nu toch goed!' J. C. Kouwer. De burgemeester zei het wel eens te zijn met de argumentatie, maar we hebben ingezien dat het niet anders kan dan tot toetreding te besluiten. Uijl zag het bezwaar in de hoge kosten, maar vond er wettelijk niets aan te doen. En Remijnse vroeg of er wel goede samen werking komt tussen de commissie en het tehuis. De burgemeester rondde deze dis cussie of met de opmerking dat het hier om het geven van adviezen ging en dat er wel degelijk overleg zou plaatsvinden. Toch besloot het lid Kouwer tegen te stemmen. Bij enkele begrotingswijzigingen over 1976 gaf de burgemeester de volgende toelich ting. In het jaar 1976 bleek de gemeente een onvoorzien te hebben van 375.000,—. Hiervan wordt nu ƒ251.000,— gebruikt voor extra afschrijvingen en er wordt een ƒ40.000,— als reserve voor het onderhoud van wegen in de toekomst bestemd. Er is dan nog een flink bedrag over, wat later zal worden weggewerkt. Uijl vroeg of al deze cijfers geen nadelen voor de uitkeringen zouden opleveren, maar de burgemeester zei dat die vast stonden. Bij de behandeling van de rondvraag werd eerst besproken het schrijven van de PvdA-fractie betreffende de problemen ropd de zuivering in deze gemeente. Men had het volgende schriftelijk gevraagd: Aan het college en de raad der gemeente Wissenkerke. Mijne Heren. Naar aanleiding van de publikatie in de PZC en navraag bij het Waterschap Noord- Beveland betreffende de moeilijkheden over de bouw van de zuiveringsinstallatie in de gemeente Wissenkerke, wil de PvdA-fractie u de volgende vragen, c.q. suggesties voorleggen. 1. Wij menen te moeten opmaken, dat door het rechtstreeks inschakelen van G.S. de raad dezer gemeente buitenspel wordt gezet en straks voor een voldongen feit wordt gezet. Is uw college deze mening ook toegedaan? 2. Heeft uw college ooit een plaats voor de zuivering aan het Waterschap Noord- Beveland kenbaar gemaakt? 3. Vindt het college het juist, dat deze bij de kleinste kern (Geersdijk) zou komen? Wij dachten dat het financieel goedkoper zou zijn wanneer deze bij de grootste kern kwam te liggen, o.a. door het aanleggen van de persleidingen er naar toe. Is dit juist? 4. De persleidingen naar deze zuivering vanaf de kernen komen ten laste van de gemeente. Wie betaalt de persleidingen vanaf de recreatieterreinen? In het rapport van het Waterschap wordt gesproken, dat die ten laste komen van derden. Wie zijn die derden, de gemeente of de terreinen? 5. Waarom kan men de recreatieterreinen niet buiten deze zuivering houden en deze hun eigen zuivering laten behouden? Deze dienen dan wel optimaal te functioneren. Wanneer zulks echter niet gewenst wordt geacht, hoe ziet men dan een oplossing om deze terreinen toch voor de te maken hogere kosten van de zuivering te laten betalen? 6. Heeft de raadsvoorzitter als gezworene voor de vervuilers ooit al deze problemen in het Waterschap besproken? En wat waren de resultaten hiervan? 7. Wat vindt uw college van het probleem slat de recreant in het geheel en op dit moment zo weinig aan de zuivering bij dragen? 8. Ook de volgorde van aansluiting op deze nieuwe zuivering verdient naar onze mening wel enige verbetering. Waarom Geersdijk b.v. als laatste aansluiten? 9. Ziet uw college nog andere mogelijk heden om tot kostenverlichting van de eigen inwoners te komen? Want daar gaat het bij ons in hoofdzaak om. Gelet op de toch al hoge zuiveringslasten voor de in woners en de investeringen van vele mil joenen die daar nog bij komen, wordt er naar onze mening een te hoge last op de schouders van de inwoners gelegd en dienen alle middelen aangewend te worden om tot lastenverlichting te komen. Afsluitend willen wij uw college vragen te bevorderen, dat wij als raad zo volledig en spoedig mogelijk geinformeerd worden over de gehele problematiek van deze bouw en de gevolgen daarvan. f In afwachting verblijven wij met de meeste hoogachting, namens de PvdA-fractie L. J. Blok. De burgemeester gaf hierop de volgende toelichting: Algemeen. Het zuiveringsplan heeft voor iedereen kosteloos ter inzage gelegen op het kantoor van het waterschap en op de gemeente secretarieën van Kortgene en Wissenkerke. Deze ter inzagelegging is op de algemeen gebruikelijke wijze bekend gemaakt, onder andere via advertenties in de dagbladen. Vraag 1. Ons college is niet de mening toegedaan, dat uw raad buitenspel wordt gezet bij het bepalen van de plaats van de te bouwen zuiveringsinstallatie in deze gemeente. Tus sen ons college en het dagelijks bestuur van het waterschap is in de laatste 4 jaren meermalen overleg gepleegd over de te kiezen bouwplaats. In eerste instantie gingen de zuiveringsplannen uit van een zuiverings installatie voor geheel Noord-Beveland, waarvoor als stichtingsplaats werd gedacht aan een gebied ten oosten van de weg Geersdijk-Wissenkerke, in de omgeving van de boerderijen van Hoveijn en De Kam. In een later stadium is een plan voor geheel Noord-Beveland verlaten en is gekozen voor een gedecentraliseerde opzet. Hierin is opgenomen een nieuwe centrale zuiverings installatie voor de gemeente Wissenkerke. Bij brief van 8 augustus 1977 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap ons college verzocht of wij bereid zijn deel te nemen aan een gesprek met Gedeputeerde Staten van Zeeland omtrent de moeilijk heden welke zich hebben voorgedaan bij het kiezen van een geschikte bouwplaats van de centrale zuiveringsinstallatie. Overigens achten wij het een normale zaak, dat het vooroverleg i.v.m. het kiezen van een bouwplaats via ons college loopt. Uit dit vooroverleg wat we ook kennen bij het ontwerpen van bestemmingsplannen moet blijken of iets haalbaar is bij de verschillende instanties waarmee voorover leg is voorgeschreven. Wij achten het niet dienstig, voordat dit vooroverleg heeft plaatsgevonden, om bij uw raad aan te kloppen met een wijziging van het be stemmingsplan „Buitengebied". Vraag 2. Bij brief van 26 oktober 1976 heeft het waterschap een drietal mogelijkheden voor de bouw van de zuiveringsinstallatie aan ons college voorgelegd. Bij brief van 11 november 1976 hebben wij het waterschap laten weten, dat de voorkeur van ons college uitging naar het gebied dat in de volksmond wordt aangeduid met „De Blikken". Dit gebied heeft ingevolge het bestemmings plan „Buitengebied" van deze gemeente de bestemming natuurgebied. Met het waterschapsbestuur zijn wij van mening, dat het betreffende gebied door de uitgevoerde ruilverkaveling en speciaal vanwege de daardoor plaatsvindende diepere ontwatering een bestemming heeft die dis cutabel is. Vraag 3. Voor het kiezen van een stichtingsplaats van een zuiveringsinstallatie spelen diverse factoren een rol. Het is zeer aanbevelens waardig dat het effluent van een zuiverings installatie kan worden geloosd in een op pervlaktewater van een zo groot mogelijke waterloop, die tevens een goede doorstro ming heeft. Daarnaast is het ook zeer belangrijk waar de waterloop waarop wordt geloosd uitkomt. Om deze en nog andere redenen is het oog gevallen op de waterloop, die vanaf het gebied ten westen van het dorp Wissen kerke uitmondt bij de Geersdijkse kaai. Een nog westelijker gelegen waterloop is minder geschikt, daar deze uitmondt in het haven kanaal bij Kamperland. Recreatie!!! Toen „De Blikken" niet acceptabel bleek is gezocht naar een zuidelijker gelegen plaats aan dezelfde waterloop, met name in de Geersdijkpolder. Overigens ligt de toen gekozen plaats niet vlakbij de kern Geers dijk, maar zeer centraal ten opzichte van de drie kernen van deze gemeente. Vraag 4. De persleidingen vanaf de drie kernen naar de zuiveringsinstallatie zijn voor reke ning van het waterschap. De persleidingen vanaf de recreatieter reinen komen volgens het opgestelde zuiveringsplan ten laste van „derden". Dit houdt in: voor rekening van de exploi tanten van de recreatieterreinen. Overigens is het niet denkbeeldig, dat de gemeente in dit verband als tussenpersoon optreedt wat de geldelijke verrekening betreft. Van zelfsprekend blijven de lasten van reeds gereedgekomen of in uitvoering zijnde zo merwoningenterreinen ten laste van de ge meente. Vraag 5. Ongeveer 75% van de in Nederland aan wezige zuiveringsinstallaties hebben geen zogenaamde „derde" zuiveringstrap. Er vindt alleen beluchting en bezinking plaats, maar geen afbraak van fosfaten en chlorering. Het gehele streven tenaanzien van de waterzuivering is erop gericht om overal te komen tot een volledige zuivering. Voor de zgn. derde trapszuivering is een goed beheer en een zo groot mogelijke eenheid voor de zuivering van zeer groot belang. Mede uit kostenoverwegingen is het niet wel mogelijk om bij elke kleine zuiverings installatie een zgn. derde trapszuivering uit te voeren. Ook leent het type van de aanwezige installaties zich dikwijls hier voor niet. Daarnaast wordt het effluent van de recreatieterreinen geloosd op plaat sen waar geen voldoende doorstroming van het oppervlaktewater plaats vindt. Hoewel er zeker waardering is voor de aangebrachte zuiveringsinstallaties bij re creatieterreinen, is er een groot specialisme nodig voor het goed werken van een zui veringsinstallatie, zeker als ook de zgn. derde trapszuivering wordt toegepast. Zoals eerder vermeld komen de kosten van de persleidingen voor rekening van de exploitanten van de recreatieterreinen. Daarnaast betalen deze terreinen mee in de kosten van'de zuiveringsinstallatie via de heffingen van het waterschap. Voor de recreatieterreinen zullen de lasten van de waterzuivering zeker behoorlijk toenemen. Vraag 6. Vanzelfsprekend heeft uw raadsvoorzitter deze zaken in het waterschapsbestuur mede besproken. Overigens treedt het water schapsbestuur op als een collectief, dat als zodanig verantwoordelijk is voor alle taken die een waterschap kent. In elke vergadering van het dagelijks bestuur wordt zeker 1/3 van de tijd besteed aan zaken, die de waterzuivering betreffen. Daarnaast vergt de zuiveringstaak veel extra besprekingen en vergaderingen, waar de door u genoemde gezworene altijd of bijna altijd bij aanwezig is. Vraag 7. Bij de beantwoording van deze vraag dient het volgende onderscheid te worden gemaakt in soorten recreanten: a. bewoners van zomerwoningen. Deze dragen volledig bij in de kosten van de waterzuivering. Zij betalen het tarief per woning, dat ook geldt voor permanent be woonde woningen. b. campings. Het tarief volgens de Ko ninklijk goedgekeurde heffingsverordening van het waterschap bedraagt voor campings 0,04 X waterverbruik in m3 X bedrag per i.e. Overigens is de heffingsverordening van het waterschap volledig gebaseerd en vrijwel gelijkluidend aan de heffingsveror dening van het rijk. Daar de recreanten op een camping slechts betrekkelijk korte tijd aanwezig zijn, is het waterverbruik dien aangaande beperkt. Toch dient bij het op stellen van de capaciteit van een zuiverings installatie met een zogenaamde piekbelas- ting rekening te worden gehouden. Ons college is van mening, dat de cam pings doormiddel van het huidige tarief naar verhouding te weinig bijdragen in de kosten van de waterzuivering. Via de Unie van Waterschappen wordt getracht hierin verandering te brengen, daar dit een pro bleem is dat op veel plaatsen in Nederland speelt. De genoemde factor 0,04 zou on geveer dienen te worden opgetrokken tot 0,15. Mede omdat de factor van 0,04 voor komt in de heffingsverordening van het rijk is dit echter niet zo'n eenvoudige zaak. Ons college kan zich volledig verenigen met het streven het tarief voor campings te verhogen. Vraag 8. Een zuivering werkt pas goed bij een zo groot mogelijke belasting. Dit is vooral van belang in de winterperiode. De werking is onvoldoende als minder dan 50% van de capaciteit wordt bereikt. Bij de volgorde van aansluiting speelt ook een rol het beschikbaar zijn van finan cieringsmiddelen. Daarnaast is een meer jarenplanning gemaakt, waardoor wordt bereikt dat de zuiveringslasten een gelijk matige stijging ondergaan. Overigens zou bij het verkrijgen van een behoorlijke sub sidie kunnen worden bereikt dat alle kernen en recreatieterreinen ongeveer gelijktijdig kunnen worden aangesloten. De kans op het verkrijgen van met name ACW-subsidie is echter zeer klein, zo niet nihil (op dit moment in Zeeland). Vraag 9. Kostenverlichting is mogelijk op de vol gende drie manieren (voor „eigen" inwoners) a. hoge subsidies op de investeringskosten; b. subsidies in de exploitatiekosten van de zuiveringen; c. een rechtvaardiger verdeling van de lasten tussen campings en bewoners van woningen (en zomerwoningen). Zie voor dit laatste de beantwoording op vraag 7. Ad a. De kans hierop is zeer gering (zie antwoord vraag 8). Ad b. Bij brief van 13 juni 1975 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Noord-Beveland aan de minister van verkeer en waterstaat gevraagd om een overheids bijdrage in de kosten van de waterzui vering, die voor Noord-Beveland erg hoog was (en is), zo niet de hoogste in geheel Nederland. Deze aanvraag was gebaseerd op artikel 23, lid 3, van de wet veront reiniging oppervlaktewateren. Tot op heden heeft het waterschap op deze brief geen antwoord ontvangen. De problemen van de hoge heffing zijn eveneens aangekaart bij de minister van financiën, toen deze in het voorjaar van 1977 een bezoek aan Zeeland heeft gebracht. Ad c. Zie antwoord op vraag 7. Overigens zijn de lasten ook elders in het land sterk gestegen en is de heffing op Noord-Beveland in 1977 niet meer de hoogste in Nederland. Daarnaast dient bij het vergelijken van tarieven te worden bedacht, dat niet in alle provincies, water schappen of zuiveringsschappen de zuivering in hetzelfde stadium verkeert. In sommige gevallen wordt er niet of bijna niet ge zuiverd, zodat er tarieven zijn van 12,50 a 15,00 per inwonerequivalent. Ter vergelijking hieronder een aantal hef fingsbedragen 1977 per woning: Goeree ƒ67,50; Walcheren 84,—; Brede Watering Zuid-Beveland ƒ105,— Tholen 111,—; SchouwenDuiveland 114,—; Noord-Beveland 120,en Brielse Dijkring 124,44. Vraag 10. Met de beantwoording van de eerste 9 vragen is hieraan zeker voldaan. Blok reageerde hierop met de vraag, waarom de reactie van het college hier niet schriftelijk bijgevoegd was. Als raadsleden moeten wij ook alles schriftelijk doen. Hij was verder toch wel erkentelijk voor de uitvoerige toelichting. Wel zette hij ook vraagtekens bij het vooroverleg met G.S. De burgemeester zei dat vragen voor de rondvraag mondeling beantwoordt werden. En zag verder weinig verschil tussen overleg met een commissie uit G.S. of een andere planologische commissie. Uijl was van mening dat er nog enkel drie-traps zuiveringen gebouwd werden. En Dieleman vroeg of het gebied De Blikken van de baan was. De burgemeester zei, dat het niet gebrui kelijk is een drie-traps zuivering te bouwen, omdat de kosten zo hoog zijn. In Zeeland staan er nog geen. En voor wat het gebied betrof, zei hij, dat het college de bestem ming van natuurgebied ging aanvechten. En het derhalve nog niet van de baan was. Remijnse besloot met de opmerking, dat hij het jammer vond dat een vogel voorrang had voor de bouw van een zuivering. Vervolgens kwamen de mondelinge vragen aan de beurt, waarbij Blok de eerste vraag naar voren bracht. Hij vond dat er nog steeds reden tot twijfel is voor het goed functioneren van de riolering achter de huizen aan de Dorpsweg. Wordt' daar iets aan gedaan? De burgemeester zei, dat er een nieuwe Het is bekend, dat primitieve volkeren geloofden, dat wanneer men zich hulde in de huid van een stier, de drager de kracht, de moed en de stoerheid van de stier deelachtig werd. En zo zou dat ook het geval zijn met diverse goede eigen schappen van andere dieren. Zo zijn er ook volkeren, die zich tegoed doen aan de hersenen van hun verslagen slachtoffer, om op die manier zijn wijsheid, kracht, e.d. te bemachtigen. Het zijn allemaal lugubere zaken, waar wij beschaafde mensen ons van afwenden en die wij betitelen als bar baars en primitief. Onderzoekingen hebben echter uitgewe zen, dat we wat dat betreft toch enige reserve moeten betrachten, want dat er in dergelijke gebruiken der primitieven toch verweg iets schuilt dat wij nooit voor mogelijk hebben gehouden. De eerste resultaten op dit gebied wer den bereikt met wormen. Men sloot wormen op in Y-vormige buizen van doorzichtige kunststof. Daar bevonden ze zich in water. Men liet dat water weglopen en de wormen voelden zich niet prettig. Ze krioelden door de armen van de buis. De ene arm was verlicht en de andere donker. Na ver loop van tijd leerden de wormen, dat wan neer zij zich naar de verlichte arm begaven zij wederom water kregen, waarin zij zich konden baden. Later bleek, dat wanneer men deze „ge leerde wormen" fijnhakte en hen te eten gaf aan „ongeleerde wormen", deze laatste prompt de wetenschap hadden overgenomen van hun geconsumeerde soortgenoten, ter wijl zij voordien maar doelloos door de buis krioelden. Amerikaanse onderzoekers hebben later een dergelijk experiment herhaald maar nu met ratten en muizen. De dieren werden eveneens in een Y-vormig gesloten hok geplaatst. Het onderste deel van de U en de rechterbovenarm, hadden een bodem die bestond uit een metalen raster, dat even tueel onder de invloed van een lichte elek trische stroom kon worden gezet, zodat de riolering zou komen en dat het plan op dit moment wordt gemaakt. Wethouder Scheele vulde nog aan, dat alles zo vlug mogelijk zou gebeuren en dat de mensen ervan in kennis worden gesteld. Alleen had hij nog twijfels over de grondaankoop. De volgende vraag van Blok was of de verbetering en verbreding van de Maria- polderseweg bij camping De Roompot was afgewezen bij G.S., omdat daar nog steeds een éénrichtingsverkeer is. De burgemeester zei dat alles goedge keurd en verbeterd was, maar dat men het toch beter vond het éénrichtingsverkeer te handhaven. De laatste vraag van Blok betrof of de camping De Roompot wel juist handelde door op het openbare parkeerterrein geld te vragen. Hij was van mening dat men dan niet meer kan spreken van openbaar. De burgemeester zei, dat er door de ge meente geen voorwaarden zijn gesteld bij de aanleg van het terrein en vond dat de openbaarheid door het innen van geld niet werd aangetast. Kouwer vroeg waarom de gemeente niet positief gereageerd had op de aanschaf van een logopediste; het was toch een raads besluit geweest deze aanstelling? De burgemeester verwees deze vraag naar de schoolartsendienst, waar men alsnog zou kunnen reageren. Kouwer vroeg ook of er rond het nieuwe speelveld op Geersdijk geen goede afras tering geplaatst kon worden. De burgemeester vond dat men dan ineens de grote afrastering moest plaatsen. Maar beide wethouders waren tegen het gebruik van het nieuwe speelveld op dit moment. Uijl sprak over een grote rommel achter de huizen in de Molenweg. Hij was van gedachten dat daar beplanting moest komen. De burgemeester was deze mening ook toegedaan en zou dit in het bestemmings plan nog eens nakijken. Er kon dan nog tot aanplant worden overgegaan. Uijl sprak verder nog over vernieling van trottoirs in de Veerweg. De burgemeester zegde toe dit te zullen gaan bekijken. Als laatste vroeg Uijl wanneer de raad ingelicht werd over het gesprek van het college met de ASD. De burgemeester ant woordde: Zo snel mogelijk. Als eerste vroeg Remijnse wanneer er verbetering kwam van de Westhavendijk. De burgemeester zei, dat het plan nog steeds besproken wordt en dat er nogal wat adviezen zijn, waar vele haken en ogen aan zitten. Remijnse vroeg wanneer er eens iets se rieus aan het parkeren in de Veerweg werd gedaan. De burgemeester hoopte op verlichting van het verkeer als de weg achterom Kam perland gereed zou zijn. Ook was het college bezig met grondaankoop in het begin van de Veerweg voor parkeerplaats. Er is wel degelijk aandacht voor dit slepende pro bleem. Niets meer aan de orde zijnde sloot burgemeester Wisse met het gebruikelijke dankgebed deze vergadering. TAPTOE TE WISSENKERKE Zaterdag, 27 augustus organiseert de mu ziekvereniging „Apollo" uit Wissenkerke een taptoe op het sportveld aan de Sportlaan te Wissenkerke. Deelnemende korpsen zijn: „St. Cecilia" met majoretten uit Vlissingen, „Euphonia" uit Goes, „Onda" uit Nieuw- en Sint Joos- land, „Witte van Haemstede" uit Haam stede en „Apollo" uit Wissenkerke. De korpsen vertrekken om 19 uur vanaf het Dorpshuis voor een rondgang door het dorp, waarna om 19.30 uur de taptoe begint. Na de taptoe is er nog een lampionoptocht. dieren een lichte schok kregen. De linker bovenarm echter, was schokvrij. Zo leerden de dieren na verloop van tijd, wanneer de stroom werd aangezet, te vluchten naar die linkerbovenarm, die verlicht was en schok vrij. Later werden de ratten gedood en een extract van hun hersenen werd bij muizen in de buikholte gespoten. Deze muizen die niets hadden geleerd noch ondervonden, reageerden prompt zoals de ratten dat hadden gedaan. Werd de stroom aange sloten, dan holden ze dadelijk naar de verlichte arm van de kooi. Maar met deze interessante en belang wekkende resultaten doken meteen ook weer diverse vragen op, want de dieren vertoonden ook merkwaardige andere ver schijnselen. Trainde men de rat bijvoorbeeld om niet in de lichte, maar in de donkere arm te vluchten, omdat daar geen stroom was. dan bleek dit niet op muizen over te brengen, terwijl het vluchten in de ver lichte arm wel lukte. Leerde men de ratten bijvoorbeeld te vluchten in de linkerarm, waarbij niets was verlicht, dan bleek dat heel goed over te brengen op de muizen. Leerde men de ratten echter in de rechter arm zich te redden, dan bleek dat niet zo best op de muizen over te worden ge dragen. Daar kwam nog iets heel merk waardigs bij. Hoe langer de rat op dit vluchten in de linkerarm was getraind en hoe groter de hoeveelheid ingespoten ex tract, hoe beter de muis reageerde. Bij h<^t vluchten in de rechterarm bleek dit niet op te gaan. Hoe langer de rat was getraind en hoe groter de dosis van de injectie, hoe slechter de muis reageerde. Het ziet er nu naar uit, dat men een wonderlijk principe heeft ontdekt, doch dat men wat de werking betreft, nog veel diepgaande onderzoekingen zal moeten verrichten. Hopelijk brengen deze onder zoekingen ons meer kennis over de wijze waarop dieren en ook mensen iets leren, want dit is nog steeds een duistere en wonderlijke zaak. EXPERIMENTEN LEVEREN WONDERLIJKE RESULTATEN OP

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1977 | | pagina 2