Wijsheid overdracht
Raadsvergadering Wissenkerke
Op maandag 22 augustus j.l. was er weer
gemeenteraadsvergadering der gemeente
Wissenkerke, waarbij eerst het lid Remijnse
met kennisgeving afwezig was, doch later
alsnog op de vergadering verscheen.
De burgemeester deelde mede, dat de
volgende raad zou zijn op 3 oktober a.s.
Bij de behandeling van de notulen waren
er opmerkingen van Kouwer en Uijl en
vroeg Blok of het college reeds gesproken
had over de aanleg van fietspaden in deze
gemeente. De burgemeester beaamde dit en
liet college had naar aanleiding van een
opgesteld fietsplan voor de gemeente posi
tief gereageerd op dit plan. Ook stond op
dit plan de aanleg van een fietspad langs
de provinciale weg Geersdijk Kamperland.
Naar aanleiding van de ingekomen stuk
ken deelde de voorzitter mede, dat de
gemeente financieel bij was, gezien de goed
keuring van G.S. van de rekeningen over
1974. Hij noemde verder het grote aantal
brandweeroefeningen in deze gemeente en
prees de resultaten die het korps Kamper
land op de wedstrijden behaald heeft. Een
schrijven van de PvdA-fractie verwees hij
voor behandeling naar de rondvraag.
Er werd een bedrag van 4797,88 be
schikbaar gesteld aan de Chr. lagere school
te Kamperland, ten behoeve van de aanschaf
van kasten. Bij de bekrachtiging van dit
voorstel (door middel van een hamerslag)
vlogen wederom enige spijkers uit de door
de raad aangeboden nieuwe voorzitters
hamer. De reacties op dit ongeluk varieerden
van opzet tot slechte kwaliteit. De voor
zitter besloot het verdere verloop van deze
raad zonder de hamerslagen te doen plaats
vinden, hetwelk geschiedde.
Een nieuwe identiteitskaart met onbe
perkte duur voor de Benelux werd in deze
gemeente ingevoerd en verkrijgbaar gesteld
voor de prijs van 10,—.
Een oprit aan de Dorpsdijk te Wissen
kerke werd voor 1,gekocht van de
heer C. A. de Neef.
De intrekking van het raadsbesluit tot
uitgifte van grond en water in erfpacht
aan jachtwerf Jeroen Bakker ontlokte enkel
een opmerking van de heer Uijl. Deze zei,
dat hij bij het besluit reeds gewaarschuwd
had niet te optimistisch te zijn; hoewel
hij het toch wel jammer vond dat er
nu helemaal niets van terecht kwam. De
burgemeester kon niet anders dan deze
opmerking beamen met: Inderdaad.
Het nieuwe bestemmingsplan Geersdijk-
Oost-II had ter inzage gelegen en er waren
geen bezwaren binnengekomen. Er werd
voorgesteld het plan ongewijzigd vast te
stellen.
Kouwer vond het prachtig en vroeg of
de grond vlug aangekocht kon worden. Wel
vroeg hij of er woningwetwoningen gebouwd
gaan worden. De burgemeester zei dat over
het bouwen van woningen nog niet ge
sproken was. En op de vraag van Blok
(over het verloop van de grondverwerving)
zei de voorzitter, dat hij daar goede hoop
op had. Aldus werd besloten.
Een wijziging van de bouwverordening
werd vastgesteld.
Het college stelde voorts voor toe te
treden tot een gemeenschappelijke regeling
tot het geven van advies bij de opname
van bejaarden in een tehuis. Er zijn door
het rijk wettelijke bepalingen opgesteld
hoe de samenstelling van zo'n regeling
moet zijn en voor een kleine gemeente is
dit financieel onhaalbaar, vandaar een re
geling voor Noord- en Zuid-Beveland en
het eiland Tholen. De burgemeester zei,
dat het college er eigenlijk geen behoefte
aan had, maar later er toch anders over
is gaan denken, daar men dan buiten alles
zal vallen. Na 2 jaar kan men uittreden.
De kosten zullen voor onze gemeente plm.
100.000,gaan bedragen.
Het lid Kouwer stond er helemaal niet
achter en hij zei er dit over:
Geacht college.
Niet alleen lettend op de in art. 20 van
de gemeenschappelijke regeling genoemde
kosten, maar meer kijkend naar de in art 18
genoemde uittreding uit deze regeling, zou
ik graag een paar kanttekeningen willen
maken bij deze regeling.
Acht het college de gang van zaken,
zoals die momenteel wordt toegepast, niet
veel wenselijker en menselijker?
Als we kijken hoe de bejaarde in onze
gemeente wordt opgevangen en opgenomen I
door het bestuur van het bejaardentehuis,
dan kunnen we daar alleen maar blij om
zijn. De mens is niet tot een nummer ge
degradeerd, maar de bejaarde krijgt m.b.t.
het al of niet opnemen in het bejaarden
tehuis, de aandacht die nodig is.
Men kan beslist niet stellen, dat deze
of gene wordt voorgetrokken of achteruit
gezet. Als men oud is, dan is de opname
in een bejaardenhuis vaak een zeer ge
voelige zaak. Als men, zoals bij deze rege
ling, een commissie voor Zuid- en Noord-
Beveland en Tholen gaat instellen, dan
vrees ik dat de bejaarde en de wensen
van de bejaarden voor een groot deel over
'het hoofd worden gezien en dat men de
bejaarde, voor het gemak, aan de kant zet.
Is dat nu bejaardenzorg? Het gaat er op
lijken, dat als je bejaard bent, je niet
meer meetelt.
Ik wil graag meehelpen om iets positiefs
voor de bejaarde te doen, maar niet aan
een van bovenaf opgelegde regeling die
het tegengestelde bereikt. Het gebeurt nu
toch goed!'
J. C. Kouwer.
De burgemeester zei het wel eens te
zijn met de argumentatie, maar we hebben
ingezien dat het niet anders kan dan tot
toetreding te besluiten.
Uijl zag het bezwaar in de hoge kosten,
maar vond er wettelijk niets aan te doen.
En Remijnse vroeg of er wel goede samen
werking komt tussen de commissie en het
tehuis. De burgemeester rondde deze dis
cussie of met de opmerking dat het hier
om het geven van adviezen ging en dat er
wel degelijk overleg zou plaatsvinden. Toch
besloot het lid Kouwer tegen te stemmen.
Bij enkele begrotingswijzigingen over 1976
gaf de burgemeester de volgende toelich
ting. In het jaar 1976 bleek de gemeente
een onvoorzien te hebben van 375.000,—.
Hiervan wordt nu ƒ251.000,— gebruikt
voor extra afschrijvingen en er wordt een
ƒ40.000,— als reserve voor het onderhoud
van wegen in de toekomst bestemd. Er
is dan nog een flink bedrag over, wat later
zal worden weggewerkt.
Uijl vroeg of al deze cijfers geen nadelen
voor de uitkeringen zouden opleveren, maar
de burgemeester zei dat die vast stonden.
Bij de behandeling van de rondvraag
werd eerst besproken het schrijven van de
PvdA-fractie betreffende de problemen ropd
de zuivering in deze gemeente. Men had
het volgende schriftelijk gevraagd:
Aan het college en de raad der gemeente
Wissenkerke.
Mijne Heren.
Naar aanleiding van de publikatie in de
PZC en navraag bij het Waterschap Noord-
Beveland betreffende de moeilijkheden over
de bouw van de zuiveringsinstallatie in de
gemeente Wissenkerke, wil de PvdA-fractie
u de volgende vragen, c.q. suggesties
voorleggen.
1. Wij menen te moeten opmaken, dat
door het rechtstreeks inschakelen van G.S.
de raad dezer gemeente buitenspel wordt
gezet en straks voor een voldongen feit
wordt gezet. Is uw college deze mening
ook toegedaan?
2. Heeft uw college ooit een plaats voor
de zuivering aan het Waterschap Noord-
Beveland kenbaar gemaakt?
3. Vindt het college het juist, dat deze
bij de kleinste kern (Geersdijk) zou komen?
Wij dachten dat het financieel goedkoper
zou zijn wanneer deze bij de grootste kern
kwam te liggen, o.a. door het aanleggen
van de persleidingen er naar toe. Is dit
juist?
4. De persleidingen naar deze zuivering
vanaf de kernen komen ten laste van de
gemeente. Wie betaalt de persleidingen
vanaf de recreatieterreinen? In het rapport
van het Waterschap wordt gesproken, dat
die ten laste komen van derden. Wie zijn
die derden, de gemeente of de terreinen?
5. Waarom kan men de recreatieterreinen
niet buiten deze zuivering houden en deze
hun eigen zuivering laten behouden? Deze
dienen dan wel optimaal te functioneren.
Wanneer zulks echter niet gewenst wordt
geacht, hoe ziet men dan een oplossing
om deze terreinen toch voor de te maken
hogere kosten van de zuivering te laten
betalen?
6. Heeft de raadsvoorzitter als gezworene
voor de vervuilers ooit al deze problemen
in het Waterschap besproken? En wat waren
de resultaten hiervan?
7. Wat vindt uw college van het probleem
slat de recreant in het geheel en op dit
moment zo weinig aan de zuivering bij
dragen?
8. Ook de volgorde van aansluiting op
deze nieuwe zuivering verdient naar onze
mening wel enige verbetering. Waarom
Geersdijk b.v. als laatste aansluiten?
9. Ziet uw college nog andere mogelijk
heden om tot kostenverlichting van de
eigen inwoners te komen? Want daar gaat
het bij ons in hoofdzaak om. Gelet op de
toch al hoge zuiveringslasten voor de in
woners en de investeringen van vele mil
joenen die daar nog bij komen, wordt er
naar onze mening een te hoge last op de
schouders van de inwoners gelegd en dienen
alle middelen aangewend te worden om
tot lastenverlichting te komen.
Afsluitend willen wij uw college vragen
te bevorderen, dat wij als raad zo volledig
en spoedig mogelijk geinformeerd worden
over de gehele problematiek van deze bouw
en de gevolgen daarvan. f
In afwachting verblijven wij met de
meeste hoogachting, namens de PvdA-fractie
L. J. Blok.
De burgemeester gaf hierop de volgende
toelichting:
Algemeen.
Het zuiveringsplan heeft voor iedereen
kosteloos ter inzage gelegen op het kantoor
van het waterschap en op de gemeente
secretarieën van Kortgene en Wissenkerke.
Deze ter inzagelegging is op de algemeen
gebruikelijke wijze bekend gemaakt, onder
andere via advertenties in de dagbladen.
Vraag 1.
Ons college is niet de mening toegedaan,
dat uw raad buitenspel wordt gezet bij
het bepalen van de plaats van de te bouwen
zuiveringsinstallatie in deze gemeente. Tus
sen ons college en het dagelijks bestuur
van het waterschap is in de laatste 4 jaren
meermalen overleg gepleegd over de te
kiezen bouwplaats. In eerste instantie gingen
de zuiveringsplannen uit van een zuiverings
installatie voor geheel Noord-Beveland,
waarvoor als stichtingsplaats werd gedacht
aan een gebied ten oosten van de weg
Geersdijk-Wissenkerke, in de omgeving van
de boerderijen van Hoveijn en De Kam. In
een later stadium is een plan voor geheel
Noord-Beveland verlaten en is gekozen
voor een gedecentraliseerde opzet. Hierin is
opgenomen een nieuwe centrale zuiverings
installatie voor de gemeente Wissenkerke.
Bij brief van 8 augustus 1977 heeft het
dagelijks bestuur van het waterschap ons
college verzocht of wij bereid zijn deel te
nemen aan een gesprek met Gedeputeerde
Staten van Zeeland omtrent de moeilijk
heden welke zich hebben voorgedaan bij
het kiezen van een geschikte bouwplaats
van de centrale zuiveringsinstallatie.
Overigens achten wij het een normale
zaak, dat het vooroverleg i.v.m. het kiezen
van een bouwplaats via ons college loopt.
Uit dit vooroverleg wat we ook kennen
bij het ontwerpen van bestemmingsplannen
moet blijken of iets haalbaar is bij de
verschillende instanties waarmee voorover
leg is voorgeschreven. Wij achten het niet
dienstig, voordat dit vooroverleg heeft
plaatsgevonden, om bij uw raad aan te
kloppen met een wijziging van het be
stemmingsplan „Buitengebied".
Vraag 2.
Bij brief van 26 oktober 1976 heeft het
waterschap een drietal mogelijkheden voor
de bouw van de zuiveringsinstallatie aan
ons college voorgelegd. Bij brief van 11
november 1976 hebben wij het waterschap
laten weten, dat de voorkeur van ons college
uitging naar het gebied dat in de volksmond
wordt aangeduid met „De Blikken". Dit
gebied heeft ingevolge het bestemmings
plan „Buitengebied" van deze gemeente
de bestemming natuurgebied.
Met het waterschapsbestuur zijn wij van
mening, dat het betreffende gebied door
de uitgevoerde ruilverkaveling en speciaal
vanwege de daardoor plaatsvindende diepere
ontwatering een bestemming heeft die dis
cutabel is.
Vraag 3.
Voor het kiezen van een stichtingsplaats
van een zuiveringsinstallatie spelen diverse
factoren een rol. Het is zeer aanbevelens
waardig dat het effluent van een zuiverings
installatie kan worden geloosd in een op
pervlaktewater van een zo groot mogelijke
waterloop, die tevens een goede doorstro
ming heeft. Daarnaast is het ook zeer
belangrijk waar de waterloop waarop wordt
geloosd uitkomt.
Om deze en nog andere redenen is het
oog gevallen op de waterloop, die vanaf
het gebied ten westen van het dorp Wissen
kerke uitmondt bij de Geersdijkse kaai. Een
nog westelijker gelegen waterloop is minder
geschikt, daar deze uitmondt in het haven
kanaal bij Kamperland. Recreatie!!!
Toen „De Blikken" niet acceptabel bleek
is gezocht naar een zuidelijker gelegen
plaats aan dezelfde waterloop, met name
in de Geersdijkpolder. Overigens ligt de toen
gekozen plaats niet vlakbij de kern Geers
dijk, maar zeer centraal ten opzichte van
de drie kernen van deze gemeente.
Vraag 4.
De persleidingen vanaf de drie kernen
naar de zuiveringsinstallatie zijn voor reke
ning van het waterschap.
De persleidingen vanaf de recreatieter
reinen komen volgens het opgestelde
zuiveringsplan ten laste van „derden".
Dit houdt in: voor rekening van de exploi
tanten van de recreatieterreinen. Overigens
is het niet denkbeeldig, dat de gemeente
in dit verband als tussenpersoon optreedt
wat de geldelijke verrekening betreft. Van
zelfsprekend blijven de lasten van reeds
gereedgekomen of in uitvoering zijnde zo
merwoningenterreinen ten laste van de ge
meente.
Vraag 5.
Ongeveer 75% van de in Nederland aan
wezige zuiveringsinstallaties hebben geen
zogenaamde „derde" zuiveringstrap. Er vindt
alleen beluchting en bezinking plaats, maar
geen afbraak van fosfaten en chlorering.
Het gehele streven tenaanzien van de
waterzuivering is erop gericht om overal
te komen tot een volledige zuivering. Voor
de zgn. derde trapszuivering is een goed
beheer en een zo groot mogelijke eenheid
voor de zuivering van zeer groot belang.
Mede uit kostenoverwegingen is het niet
wel mogelijk om bij elke kleine zuiverings
installatie een zgn. derde trapszuivering
uit te voeren. Ook leent het type van de
aanwezige installaties zich dikwijls hier
voor niet. Daarnaast wordt het effluent
van de recreatieterreinen geloosd op plaat
sen waar geen voldoende doorstroming
van het oppervlaktewater plaats vindt.
Hoewel er zeker waardering is voor de
aangebrachte zuiveringsinstallaties bij re
creatieterreinen, is er een groot specialisme
nodig voor het goed werken van een zui
veringsinstallatie, zeker als ook de zgn.
derde trapszuivering wordt toegepast.
Zoals eerder vermeld komen de kosten
van de persleidingen voor rekening van de
exploitanten van de recreatieterreinen.
Daarnaast betalen deze terreinen mee in
de kosten van'de zuiveringsinstallatie via
de heffingen van het waterschap. Voor de
recreatieterreinen zullen de lasten van de
waterzuivering zeker behoorlijk toenemen.
Vraag 6.
Vanzelfsprekend heeft uw raadsvoorzitter
deze zaken in het waterschapsbestuur mede
besproken. Overigens treedt het water
schapsbestuur op als een collectief, dat als
zodanig verantwoordelijk is voor alle taken
die een waterschap kent. In elke vergadering
van het dagelijks bestuur wordt zeker 1/3
van de tijd besteed aan zaken, die de
waterzuivering betreffen. Daarnaast vergt
de zuiveringstaak veel extra besprekingen
en vergaderingen, waar de door u genoemde
gezworene altijd of bijna altijd bij aanwezig
is.
Vraag 7.
Bij de beantwoording van deze vraag
dient het volgende onderscheid te worden
gemaakt in soorten recreanten:
a. bewoners van zomerwoningen. Deze
dragen volledig bij in de kosten van de
waterzuivering. Zij betalen het tarief per
woning, dat ook geldt voor permanent be
woonde woningen.
b. campings. Het tarief volgens de Ko
ninklijk goedgekeurde heffingsverordening
van het waterschap bedraagt voor campings
0,04 X waterverbruik in m3 X bedrag
per i.e. Overigens is de heffingsverordening
van het waterschap volledig gebaseerd en
vrijwel gelijkluidend aan de heffingsveror
dening van het rijk. Daar de recreanten op
een camping slechts betrekkelijk korte tijd
aanwezig zijn, is het waterverbruik dien
aangaande beperkt. Toch dient bij het op
stellen van de capaciteit van een zuiverings
installatie met een zogenaamde piekbelas-
ting rekening te worden gehouden.
Ons college is van mening, dat de cam
pings doormiddel van het huidige tarief
naar verhouding te weinig bijdragen in de
kosten van de waterzuivering. Via de Unie
van Waterschappen wordt getracht hierin
verandering te brengen, daar dit een pro
bleem is dat op veel plaatsen in Nederland
speelt. De genoemde factor 0,04 zou on
geveer dienen te worden opgetrokken tot
0,15. Mede omdat de factor van 0,04 voor
komt in de heffingsverordening van het
rijk is dit echter niet zo'n eenvoudige zaak.
Ons college kan zich volledig verenigen
met het streven het tarief voor campings
te verhogen.
Vraag 8.
Een zuivering werkt pas goed bij een zo
groot mogelijke belasting. Dit is vooral van
belang in de winterperiode. De werking is
onvoldoende als minder dan 50% van de
capaciteit wordt bereikt.
Bij de volgorde van aansluiting speelt
ook een rol het beschikbaar zijn van finan
cieringsmiddelen. Daarnaast is een meer
jarenplanning gemaakt, waardoor wordt
bereikt dat de zuiveringslasten een gelijk
matige stijging ondergaan. Overigens zou
bij het verkrijgen van een behoorlijke sub
sidie kunnen worden bereikt dat alle kernen
en recreatieterreinen ongeveer gelijktijdig
kunnen worden aangesloten. De kans op
het verkrijgen van met name ACW-subsidie
is echter zeer klein, zo niet nihil (op dit
moment in Zeeland).
Vraag 9.
Kostenverlichting is mogelijk op de vol
gende drie manieren (voor „eigen" inwoners)
a. hoge subsidies op de investeringskosten;
b. subsidies in de exploitatiekosten van
de zuiveringen;
c. een rechtvaardiger verdeling van de lasten
tussen campings en bewoners van woningen
(en zomerwoningen). Zie voor dit laatste
de beantwoording op vraag 7.
Ad a. De kans hierop is zeer gering
(zie antwoord vraag 8).
Ad b. Bij brief van 13 juni 1975 heeft
het dagelijks bestuur van het waterschap
Noord-Beveland aan de minister van verkeer
en waterstaat gevraagd om een overheids
bijdrage in de kosten van de waterzui
vering, die voor Noord-Beveland erg hoog
was (en is), zo niet de hoogste in geheel
Nederland. Deze aanvraag was gebaseerd
op artikel 23, lid 3, van de wet veront
reiniging oppervlaktewateren. Tot op heden
heeft het waterschap op deze brief geen
antwoord ontvangen.
De problemen van de hoge heffing zijn
eveneens aangekaart bij de minister van
financiën, toen deze in het voorjaar van
1977 een bezoek aan Zeeland heeft gebracht.
Ad c. Zie antwoord op vraag 7.
Overigens zijn de lasten ook elders in
het land sterk gestegen en is de heffing
op Noord-Beveland in 1977 niet meer de
hoogste in Nederland. Daarnaast dient bij
het vergelijken van tarieven te worden
bedacht, dat niet in alle provincies, water
schappen of zuiveringsschappen de zuivering
in hetzelfde stadium verkeert. In sommige
gevallen wordt er niet of bijna niet ge
zuiverd, zodat er tarieven zijn van 12,50
a 15,00 per inwonerequivalent.
Ter vergelijking hieronder een aantal hef
fingsbedragen 1977 per woning:
Goeree ƒ67,50; Walcheren 84,—; Brede
Watering Zuid-Beveland ƒ105,— Tholen
111,—; SchouwenDuiveland 114,—;
Noord-Beveland 120,en Brielse Dijkring
124,44.
Vraag 10.
Met de beantwoording van de eerste 9
vragen is hieraan zeker voldaan.
Blok reageerde hierop met de vraag,
waarom de reactie van het college hier niet
schriftelijk bijgevoegd was. Als raadsleden
moeten wij ook alles schriftelijk doen. Hij
was verder toch wel erkentelijk voor de
uitvoerige toelichting. Wel zette hij ook
vraagtekens bij het vooroverleg met G.S.
De burgemeester zei dat vragen voor de
rondvraag mondeling beantwoordt werden.
En zag verder weinig verschil tussen overleg
met een commissie uit G.S. of een andere
planologische commissie.
Uijl was van mening dat er nog enkel
drie-traps zuiveringen gebouwd werden. En
Dieleman vroeg of het gebied De Blikken
van de baan was.
De burgemeester zei, dat het niet gebrui
kelijk is een drie-traps zuivering te bouwen,
omdat de kosten zo hoog zijn. In Zeeland
staan er nog geen. En voor wat het gebied
betrof, zei hij, dat het college de bestem
ming van natuurgebied ging aanvechten.
En het derhalve nog niet van de baan was.
Remijnse besloot met de opmerking, dat
hij het jammer vond dat een vogel voorrang
had voor de bouw van een zuivering.
Vervolgens kwamen de mondelinge vragen
aan de beurt, waarbij Blok de eerste vraag
naar voren bracht. Hij vond dat er nog
steeds reden tot twijfel is voor het goed
functioneren van de riolering achter de
huizen aan de Dorpsweg. Wordt' daar iets
aan gedaan?
De burgemeester zei, dat er een nieuwe
Het is bekend, dat primitieve volkeren
geloofden, dat wanneer men zich hulde
in de huid van een stier, de drager de
kracht, de moed en de stoerheid van de
stier deelachtig werd. En zo zou dat ook
het geval zijn met diverse goede eigen
schappen van andere dieren. Zo zijn er
ook volkeren, die zich tegoed doen aan de
hersenen van hun verslagen slachtoffer,
om op die manier zijn wijsheid, kracht, e.d.
te bemachtigen. Het zijn allemaal lugubere
zaken, waar wij beschaafde mensen ons
van afwenden en die wij betitelen als bar
baars en primitief.
Onderzoekingen hebben echter uitgewe
zen, dat we wat dat betreft toch enige
reserve moeten betrachten, want dat er
in dergelijke gebruiken der primitieven toch
verweg iets schuilt dat wij nooit voor
mogelijk hebben gehouden.
De eerste resultaten op dit gebied wer
den bereikt met wormen. Men sloot wormen
op in Y-vormige buizen van doorzichtige
kunststof. Daar bevonden ze zich in water.
Men liet dat water weglopen en de wormen
voelden zich niet prettig. Ze krioelden
door de armen van de buis. De ene arm
was verlicht en de andere donker. Na ver
loop van tijd leerden de wormen, dat wan
neer zij zich naar de verlichte arm begaven
zij wederom water kregen, waarin zij zich
konden baden.
Later bleek, dat wanneer men deze „ge
leerde wormen" fijnhakte en hen te eten
gaf aan „ongeleerde wormen", deze laatste
prompt de wetenschap hadden overgenomen
van hun geconsumeerde soortgenoten, ter
wijl zij voordien maar doelloos door de
buis krioelden.
Amerikaanse onderzoekers hebben later
een dergelijk experiment herhaald maar nu
met ratten en muizen. De dieren werden
eveneens in een Y-vormig gesloten hok
geplaatst. Het onderste deel van de U en
de rechterbovenarm, hadden een bodem die
bestond uit een metalen raster, dat even
tueel onder de invloed van een lichte elek
trische stroom kon worden gezet, zodat de
riolering zou komen en dat het plan op
dit moment wordt gemaakt. Wethouder
Scheele vulde nog aan, dat alles zo vlug
mogelijk zou gebeuren en dat de mensen
ervan in kennis worden gesteld. Alleen had
hij nog twijfels over de grondaankoop.
De volgende vraag van Blok was of de
verbetering en verbreding van de Maria-
polderseweg bij camping De Roompot was
afgewezen bij G.S., omdat daar nog steeds
een éénrichtingsverkeer is.
De burgemeester zei dat alles goedge
keurd en verbeterd was, maar dat men
het toch beter vond het éénrichtingsverkeer
te handhaven.
De laatste vraag van Blok betrof of de
camping De Roompot wel juist handelde
door op het openbare parkeerterrein geld
te vragen. Hij was van mening dat men
dan niet meer kan spreken van openbaar.
De burgemeester zei, dat er door de ge
meente geen voorwaarden zijn gesteld bij
de aanleg van het terrein en vond dat de
openbaarheid door het innen van geld niet
werd aangetast.
Kouwer vroeg waarom de gemeente niet
positief gereageerd had op de aanschaf van
een logopediste; het was toch een raads
besluit geweest deze aanstelling?
De burgemeester verwees deze vraag
naar de schoolartsendienst, waar men alsnog
zou kunnen reageren.
Kouwer vroeg ook of er rond het nieuwe
speelveld op Geersdijk geen goede afras
tering geplaatst kon worden.
De burgemeester vond dat men dan ineens
de grote afrastering moest plaatsen. Maar
beide wethouders waren tegen het gebruik
van het nieuwe speelveld op dit moment.
Uijl sprak over een grote rommel achter
de huizen in de Molenweg. Hij was van
gedachten dat daar beplanting moest komen.
De burgemeester was deze mening ook
toegedaan en zou dit in het bestemmings
plan nog eens nakijken. Er kon dan nog
tot aanplant worden overgegaan.
Uijl sprak verder nog over vernieling van
trottoirs in de Veerweg. De burgemeester
zegde toe dit te zullen gaan bekijken.
Als laatste vroeg Uijl wanneer de raad
ingelicht werd over het gesprek van het
college met de ASD. De burgemeester ant
woordde: Zo snel mogelijk.
Als eerste vroeg Remijnse wanneer er
verbetering kwam van de Westhavendijk.
De burgemeester zei, dat het plan nog
steeds besproken wordt en dat er nogal
wat adviezen zijn, waar vele haken en ogen
aan zitten.
Remijnse vroeg wanneer er eens iets se
rieus aan het parkeren in de Veerweg
werd gedaan.
De burgemeester hoopte op verlichting
van het verkeer als de weg achterom Kam
perland gereed zou zijn. Ook was het college
bezig met grondaankoop in het begin van
de Veerweg voor parkeerplaats. Er is wel
degelijk aandacht voor dit slepende pro
bleem.
Niets meer aan de orde zijnde sloot
burgemeester Wisse met het gebruikelijke
dankgebed deze vergadering.
TAPTOE TE WISSENKERKE
Zaterdag, 27 augustus organiseert de mu
ziekvereniging „Apollo" uit Wissenkerke een
taptoe op het sportveld aan de Sportlaan
te Wissenkerke.
Deelnemende korpsen zijn: „St. Cecilia"
met majoretten uit Vlissingen, „Euphonia"
uit Goes, „Onda" uit Nieuw- en Sint Joos-
land, „Witte van Haemstede" uit Haam
stede en „Apollo" uit Wissenkerke.
De korpsen vertrekken om 19 uur vanaf
het Dorpshuis voor een rondgang door
het dorp, waarna om 19.30 uur de taptoe
begint. Na de taptoe is er nog een
lampionoptocht.
dieren een lichte schok kregen. De linker
bovenarm echter, was schokvrij. Zo leerden
de dieren na verloop van tijd, wanneer de
stroom werd aangezet, te vluchten naar die
linkerbovenarm, die verlicht was en schok
vrij.
Later werden de ratten gedood en een
extract van hun hersenen werd bij muizen
in de buikholte gespoten. Deze muizen die
niets hadden geleerd noch ondervonden,
reageerden prompt zoals de ratten dat
hadden gedaan. Werd de stroom aange
sloten, dan holden ze dadelijk naar de
verlichte arm van de kooi.
Maar met deze interessante en belang
wekkende resultaten doken meteen ook
weer diverse vragen op, want de dieren
vertoonden ook merkwaardige andere ver
schijnselen. Trainde men de rat bijvoorbeeld
om niet in de lichte, maar in de donkere
arm te vluchten, omdat daar geen stroom
was. dan bleek dit niet op muizen over
te brengen, terwijl het vluchten in de ver
lichte arm wel lukte. Leerde men de ratten
bijvoorbeeld te vluchten in de linkerarm,
waarbij niets was verlicht, dan bleek dat
heel goed over te brengen op de muizen.
Leerde men de ratten echter in de rechter
arm zich te redden, dan bleek dat niet zo
best op de muizen over te worden ge
dragen. Daar kwam nog iets heel merk
waardigs bij. Hoe langer de rat op dit
vluchten in de linkerarm was getraind en
hoe groter de hoeveelheid ingespoten ex
tract, hoe beter de muis reageerde. Bij
h<^t vluchten in de rechterarm bleek dit
niet op te gaan. Hoe langer de rat was
getraind en hoe groter de dosis van de
injectie, hoe slechter de muis reageerde.
Het ziet er nu naar uit, dat men een
wonderlijk principe heeft ontdekt, doch dat
men wat de werking betreft, nog veel
diepgaande onderzoekingen zal moeten
verrichten. Hopelijk brengen deze onder
zoekingen ons meer kennis over de wijze
waarop dieren en ook mensen iets leren,
want dit is nog steeds een duistere en
wonderlijke zaak.
EXPERIMENTEN LEVEREN WONDERLIJKE RESULTATEN OP