NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Balk en
R
splinter
U houdt nu
het meest gelezen blad
op Noord-Beveland
in handen
druk en uitgave: drukkerij markusse te wissenkerke - telefoon 3 08 - giro 206882
Zeeland
Magazine?
postbus i -
wissenkerke
DE TAPIJT-
SPECIALIST
IB
No. 3770
Donderdag 28 juli 1977
80e jaargang
Abonnementsprijs ƒ17,50 per jaar Franko per post ƒ27,50 per jaar Advertenties 28 ct. per mm., excl. BTW
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen
FEUILLETON
„Ik hoef me toch niet alles te laten ge
zeggen? Ze is nog te beroerd om een
handje te helpen. Ik heb overal gezogen,
het hele huis; kan zij toch wel tenminste
één kamer stoffen? Of is dat niet in over
eenstemming met de standing van een
Havo-leerling?"
Jan Boode troont zijn dochter mee naar
de keuken en wijst op de verbandtrommel,
die er altijd op het keukenkastje staat.
„Ontsmet tenminste je wang en doe er zo
lang een pleister op. Moet je infectie krij
gen met die halfvuile zakdoek? Ben jij
verpleegster?"
In weerwil van alles lacht ze even en
doet, wat haar vader zegt. Daarna werkt
ze nog een half uurtje en maakt koffie
klaar. Ook zij is van mening, dat dit zo
niet door kan gaan. „U zult echt aan een
huishoudster moeten, want dit is niet
houdbaar. Straks is Tanja 't huis uit en
blijft u alleen achter met Liset. En wat
hebt u aan haar? Niets. Totaal niets."
De man weet al sinds zijn terugkeer
uit Sneek, dat er een oplossing gevonden
moet worden voor dit probleem, maar een
huishoudster werkt niet pro deo en hij
heeft er niet de minste notie van, wat
die gaat kosten. Tocht maar werk van
maken, want zo kan het niet langer. Wat
mist hij zijn Jannie in deze eerste weken
na haar dood.
Jeltje komt een dag en is op haar beurt
bezig het huis weer een beetje toonbaar
te maken. heeft bij deze gelegenheid
ook de kamer van Liset onderhanden ge
nomen en daar tot een ontdekking ge
komen, die haar te denken geeft. Want in
een doosje, in de kast tussen slordig door
elkaar gegooide kleding, vindt Jeltje een
horloge. De vrouw bekijkt het, gaat ermee
naar het raam en beziet het nog eens om
dan tot de conclusie te komen, dat het
goud is. Het is een precisie uurwerk van
de eerste rang; ze heeft immers een zwa
ger, die juwelier is en ook klokken en
horloges verkoopt. Van hem heeft ze hier
over het een en ander geleerd.
's Middags, als Jan Boode uit school
thuiskomt en thee drinkt, die zijn schoon
zuster klaargemaakt heeft, haalt ze het
doosje te voorschijn en toont de man
het horloge. „Ken je dat?"
De man neemt het in zijn handen, be
kijkt het en daarna blikt hij weer op naar
de vrouw. „Machtig mooi. Van jou?"
„Welnee, zulk duur spul heb ik niet.
't Is van je jongste dochter."
Jan grinnikt. „Ze heeft geen horloge.
Verleden jaar kreeg ze er een op haar
verjaardag; prompt een maand later had
ze 't verloren en nooit meer terug na
tuurlijk."
Jeltje zegt op ernstige toon: „Ik heb
haar kast opgeruimd; het lag er tussen
haar kleren in een doosje."
„Je meent het?"
„Allicht. Wat denk jij ervan?"
De man begrijpt onmiddellijk, wat ze
met deze woorden bedoeld en begint rood
te worden. „Denk jij, dat ze er niet eerlijk
aan gekomen is?"
„Dat is te boud gesproken, maar je er
haar toch wel over aan de tand voelen,
dacht ik. Hoewel ik er niet zo gek veel
verstand van heb, kan ik je wel vertellen,
dat het echt goud is, een Zwitsers precisie-
uurwerk. 't Kan wel vijf-, zeshonderd gulden
kosten."
„Zo duur? Weet je dat zeker?"
Bent u reeds geabonneerd op
een twee - maandelijks tijd
schrift met actualiteiten, cul
tuur, evenementen, historie
en recreatie.
Het geheel in 4 - kleuren
omslag en alle artikelen
voorzien van nog nimmer
gepubliceerde foto's.
Slechts 18,per jaar.
Vraag een gratis
proefnummer aan:
door G. Fortius
De vrouw komt overeind en toont de
man het keurstempeltje in het goud. „Be
wijs, dat het echt is. Ik heb zoiets nooit
bezeten." Ze kijkt lachend naar haar eigen
gewone polshorloge.
Liset is er zoals gewoonlijk 's avonds
niet tijdens het diner, dat met z'n drieën
wordt genuttigd, want Tanja is er toe
vallig ook. Als Jan er over moppert weet
Tanja te vertellen, dat haar zusje de
laatste tijd wel vaker bij haar vriendin
eet. „En je kunt 't haar eigenlijk niet
kwalijk nemen," voegt ze er aan toe.
Zoals steeds laatste tijd, is Liset pas
over half tien thuis. Op de vraag, waar ze
zo laat vandaan komt, antwoord ze met
opgetrokken wenkbrauwen: „Waar zou ik
nu vandaan komen, denkt u? Natuurlijk
van m'n vriendin Erna. Als u soms denkt,
dat ik wat met jongens aanhaal, bent u
abuis, want jongens interesseren me niet."
Ze gooit haar tas op een stoel en gaat
zelf ook zitten.
De vader kijkt haar aan en komt dan
met het doosje op de proppen. „Hoe kom
je hier aan?"
Liset schrikt kennelijk even, maar weet
zich vrijwel meteen te beheersen. „Wat
doet u in mijn kamer?" Ze begint te
kleuren.
„Tante Jeltje was er vandaag; ze heeft
onder meer jouw kamer schoongemaakt en
de kast opgeruimd, want jij doet het niet.
Toen vond ze dit doosje."
„O. Nou, heb ik gevonden."
„Gevonden?"
„Ja. Op straat. Of nee, we wandelden in
het park. Erna en ik. Ik zag het liggen."
„Met doosje en al?" De man kijkt haar
ongelovig aan.
„Ja. En een mooi lintje en papiertje er
omheen. Kennelijk door iemand verloren."
„Wanneer?"
„O jéal weken geleden. Zeker drie
of vier maanden, als het niet langer is."
„Had je toch op moeten geven bij de
politie?"
„Waarom? Moeten ze maar niet zo stom
zijn het te verliezen."
Dat ze zelf ook binnen een maand haar
eigen horloge verloor, laat Jan maar in
het midden. Hij constateert enkel: „Hei-
is niet van jou Liset."
„Zo. Ik heb 't toch eerlijk gevonden?
De man of de vrouw, die het verloren
heeft, is er al lang overheen, hoor. Zal
wel een ander gekocht hebben."
„Maar Liset, het is van echt goud. Het
kan wej vijfhonderd gulden waard zijn!"
Liset grinnikt even. „Ga nouer zat
een papiertje van Vroom en Dreesman om
en daar verkopen ze vast geen gouden
horloges. 'tZal heus wel imitatie zijn."
„Toch moet het aangegeven worden bij
de politie, Liset, dat doe ik dan morgen
wel. Wie weet hoe degene, die het ver
loren heeft gedupeerd is."
Liset wil nog protesteren, maar bedenkt
zich. Schouderophalend pakt ze haar tas
en maakt aanstalte om naar boven te
gaan. „Ik moet nog wat nakijken," zegt
ze op kalme toon en is weldra verdwenen.
De volgende dag brengt Jan het sieraad
naar het politiebureau. Naam en adres
wordt genoteerd; de dienstdoende agent
zegt, dat het in de krant gezet zal worden
en daarmee is dan voor Jan de kous af.
Het duurt tien dagen, dan is er op een
avond een meneer op de stoep, die aan
belt. Jan is zoals doorgaans alleen thuis.
De man zegt, dat hij komt in verband met
het gevonden gouden horloge. Dus laat Jan
hem binnen. De bezoeker blijkt een juwe
lier te zijn uit een naburige stad. „Het is
een maand of vier geleden uit de zaak
gestolen; we hadden het al afgeschreven.
Waar hebt u het eigenlijk gevonden?"
Jan Boode legt uit, dat niet hij, maar
zijn dochter het vond. In het park in deze
stad. Netjes met een papiertje en een
lintje er omheen. De bezoeker zegt, dat hij
erg blij is, omdat het gerekend kan wor
den tot een kostbaarheid, want er zijn
briljanten in verwerkt. De bezoeker haalt
een portefeuille uit zijn zak en neemt er
drie briefjes van honderd gulden uit, die
hij op tafel legt. „Als beloning, meneer.
Er zijn tegenwoordig niet meer zoveel eer
lijke vinders. Wilt u uw dochter hartelijk
groeten en haar dit geld geven? Wij zijn
van mening, dat eerlijkheid op gepaste
wijze beloond dient te worden."
Tot Jans verbazing is Liset er helemaal
niet van ondersteboven, als ze later op de
avond de drie bruine briefjes ziet, die Jan
voor haar uitspreidt. „Het horloge was on
geveer tweeduizend gulden waard," zegt
hij, „want het was bezet met briljanten.
Nou, dit geld is voor jou, 'want jij hebt
't gevonden."
„O. Nou, bewaar het maar voor me,
want wat, moet ik met zoveel geld? Ik
heb 't niet nodig."
Er gaan weer enkele dagen overheen. Jan
heeft een advertentie geplaatst voor een
huishoudster en er hebben drie dames op
geschreven. Hij kiest er een van en nodigt
haar uit om op een avond te komen pra
ten. Ze is een vrouw van tegen de zestig,
weduwe en vreselijk spraakzaam. Nee, hoog
loon is niet belangrijk, want ze heeft wel
wat geld van zichzelf. Elet belangrijkste is
een prettige sfeer en een goede verstand
houding. Meneer ook weduwnaar? Ja, al
leen is maar alleen, nietwaar? Mevrouw
Schravenbroek kan desnoods de eerste van
de komende maand beginnen en is bereid
voor driehonderd in de maand plus volle
kost, bewassing en zo te komen. Ze heeft
eigen meubelen en wil graag een kamer
naar haar eigen smaak inrichten.. Jan is
geschrokken van het in zijn ogen hoge
salaris en zegt, dat hij haar wel zal be
richten. Driehonderd in de maanddat-
is toch niet op te brengen!
Intussen staat de trouwdag van Tanja
en Piet voor de deur, namelijk begin
maart. Daarna zal het jonge paar veertien
dagen op reis gaan, want Piet heeft va
kantie- en snipperdagen opgespaard, dus
kunnen ze volop reizen en trekken, als ze
willen. Ook Eefje heeft aangekondigd, dat
ze binnen enkele weken met dokter Varssen
in het huwelijk zal treden: waarschijnlijk
in de eerste helft van mei. Daarna zal Jan
Boode dus overblijven met zijn jongste
dochter en zal toch aan een huishoudster
moeten; daar komt hij niet onderuit.
Drie dagen vóór het huwelijk van Tanja
en Piet krijgt Jan Boode bezoek van een
politieman. Van hem verneemt Jan de jobs
tijding, dat men zijn zoon Albert weliswaar
heeft gevonden, maar zijn huidige ver
blijfplaats is niet bepaald prettig om te
vernemen. En Jan Boode wordt bleek van
ontzetting, als hij te horen krijgt, dat zijn
zoon, de stamhouder van het gezin Boode,
die aanvankelijk predikant wilde worden en
daartoe al ruim een jaar college liep op de
Vrije Universiteit in Amsterdam, al maan
den geleden in Frankrijk is gearresteerd
wegens het in zijn bezit hebben van een
hoeveelheid hasj. Samen met zijn vriendin,
ene juffrouw Pronk. De jongeman zit in
Le Havre in voorarrest, juffrouw Pronk in
de vrouwengevangenis in Parijs.
HOOFDSTUK 15:
De ene ellende na de andere.
Jan Boode is er helemaal kapot van. Hij
vraagt een paar dagen verlof van de school,
want hij wil naar Frankrijk. Proberen of
hij zijn zoon daar mag bezoeken en po
gingen in het werk stellen om via de Ne
derlandse vertegenwoordiging iets voor de
jongen te bereiken.
Hij heeft nog niets aan zijn dochters
verteld. En omdat hij niet goed weet, hoe
hij zijn plan moet verwezenlijken, belt hij
Jeltje en zet haar de droeve zaak uiteen.
Jeltje is meteen aktief. „Even voorberei
dingen treffen," zegt ze, „zodat de kinderen
weten dat ik weg ben en waarheen. Dan
stap ik in mijn wagen en rijd naar je toe.
Is je pas in orde? Kun je vrij krijgen van
de school? Juist, dan is dat tenminste geen
probleem. Maak je niet overstuur; voor
middernacht ben ik bij je. Kijk jij intussen
op een autokaart, hoe we het beste kunnen
rijden. Wout en ik zijn indertijd een keer
in Frankrijk geweest, maar als ik me goed
herinner in een geheel ander gedeelte. En
fin, jij als leraar Fransdat is je wel
toevertrouwd. Beheers jemet een uur
of drie, vier ben ik wel bij je."
De man legt de hoorn op de haak en
verlaat de telefooncel. Thuis denkt hij na.
Een kaart van Frankrijk... natuurlijk heeft
hij een atlas, waarin Frankrijk voorkomt,
maar er staan vanzelfsprekend geen auto
wegen op, daar hield men vroeger geen
rekening mee. Nee, een eigenlijke toeristen-
kaart van Frankrijk heeft hij helemaal niet.
Hij is er immers in jaren niet geweest?
De laatste maal was het per trein.
Liset komt als gewoonlijk pas tegen tien
uur thuis. Het wordt de laatste tijd steeds
later. Jan maakt er aanmerkingen op, maar
het meisje zegt: „Bij Erna thuis is het ten
minste gezellig; hier in huis is sinds mams
dood niets meer aan." En hij kan deze
verklaring niet eens kwalijk nemen; het is
immers zo? Maar omdat hij ongetwijfeld
een paar dagen weg zal zijn, stapt hij op
zijn fiets en rijdt naar de nieuwe woning
van Piet en Tanja. Piet is in de bijkeuken
aan het schilderen en begroet zijn schoon
vader op joviale wijze. „Kom-ie een handje
helpen?" grapt hij, maar als hij het be
zorgde gezicht van de man ziet, komt hij
van de trap af en vraagt: „Is er wat?
Toch geen moeilijkheden?"
Tanja komt er ook bij en dan vertelt
Jan Boode, wat hij vanavond te weten is
gekomen over Albert. Dat hij tante Jeltje
gebeld heeft en dat zij weldra onderweg zal
zijn naar Dopsbergen, want ze zullen samen
naar Frankrijk rijden.
Tanja is geschrokken van het nare be
richt. maar denkt toch het eerst aan haar
huwelijk. „Als u overmorgen dan maar te
rug bent, hoor! Op onze trouwdag!"
(Wordt vervolgd).
BURGERLIJKE STAND KORTGENE
Geboren:
2 juni: Marije C. P., d.v. A. van der
Heijde en A. Walhout.
13 juni: Joyce M. J., d.v. A. Dieleman en
W. A. Dieleman.
20 juni: Adrianus M., z.v. D. J. Bouterse
en B. F. M. Rossen.
25 juni: Elise, d.v. W. J. Minnaar en
N. J. Hoogerheide.
Ondertrouwd:
20 juni: D. J. Verburg, 25 jaar en C. M.
Lutz, 21 jaar.
Gehuwd: Geen.
Overleden:
5 juni: P. van der Weele, 59 jaar, e.v.
C. J. Clement.
DELTA STAR
Torendijk 45 - Kortgene
Telefoon 01108-2 80-4 28
Het goedkoopste adres
van Zeeland voor
TAPIJT
Kruiswoordpuzzel no. 536
Horizontaal: 1. droog van wijnen - 4.
Europese hoofdplaats - 10. keg - 13. ver
dichte zuurstof - 15. gewapende ruiter
16. plaats in Zeeland - 17. plaats in
Utrecht - 19. schouwburgplaats - 21. Eng.
voorzetsel - 22. Fr. onbep. vnw. - 24. getij
25. lengtemaat (afk.) - 27. Chin, maat
29. uitbouw - 32. voorzetsel - 34. muziek
drama - 37. deel v. e. muziekinstrument
39. koning (Lat.) - 40. vervuld zijn van
droefheid - 42. waterkering - 43. ter
plaatse (afk.) - 44. namelijk (afk.) - 45.
gebogen been - 46. maanstand (afk.) - 47.
ambtshalve (Lat. afk.) - 48. boom - 50.
roofvogel - 51. lyrisch gedicht - 52. eens
54. soort stof - 56. laatst leden (afk.)
57. plaats in Groningen - 60. de lezer heil
(Lat. afk.) - 61. gewicht (afk.) - 62. natuur-
kundeterm (afk.) - 63. trekdier - 65. ten
laatste (afk.) - 76. reden - 70. georgani
seerde geweldpleging - 73. steek - 74. meer
stemmige compositie - 76. zangstuk - 77.
oude vochtmaat /- 78. in de hoogste mate
79. sportterm.
Verticaal: 1. kledingstuk - 2. zoon van Isaak
3. samengesteld geheel - 5. bouwval - 6.
bunzing - 7. N.V. (Fr.) - 8. sluis - 9. één
jarig dier - 10. goede daad - 11. hetzelfde
12. verlaagde toon - 14. deel v. e. Fr.
ontkenning - 16. stofmaat - 18. radio-
omroep (afk.) - 20. jongensnaam - 23. pers.
vnw. - 26. ruimte voor een straatdeur
28. titel (afk.) - 30. aandoenlijk - 31.
zedig - 32. de onbekende (afk.) - 33. be
hoeftige omstandigheid - 35. specerij - 36.
kaartenboek - 37. winterkost - 38. planeet
41. nachtvogel - 49. bedevaartganger - 51.
schaaldieren - 53. Fr. pers vnw. - 55.
geogr. aanduiding (afk.) - 57. trompetvogel
58. voegwoord - 59. streek - 61. meisjes
naam - 62. Salvation Army (afk.) - 64.
de oudere (afk.) - 66. vadsige - 67. fa
milielid - 68. zonder kinderen (afk.) - 69.
varkenshok - 70. voorzetsel - 71. rondhout
72. knaagdier - 75. voorzetsel.
Oplossing kruiswoordpuzzel «o, 535
Horizontaal: 1. verslag - 7. integer - 13.
ene - 14. klamboe - 16. ala - 17. Etna
19. email - 20. klip - 21. tam - 23. Els
24. ULO - 25. toe - 27. eb - 28. ui - 29.
pro - 31. ik - 32. id - 33. enk - 35. t.s.
37. ar - 38. vrede - 39. roest - 41. bij
42. Ria - 43. hl - 45. grijns - 47. agave
50. on - 52. dd - 53. tin - 55. as - 56.
li - 57. lus - 59. ea - 60. jr - 61. alg - 62.
ten - 64. tok - 66. dor - 68. noen - 70.
boord - 72. rose - 74. ere - 75. terreur
77. men - 78. leguaan - 79. kordaat.
Verticaal: 1. veertig - 2. ent - 3. rente - 4.
Ik - 5. ale - 6. game - 7. ibis - 8. nol
9. te - 10. galop - 11. Eli - 12. rapport
15. malen - 18. Aa - 20. kl - 22. medelijden
24. uiteraard - 26. ok - 30. ra - 32. ir - 33.
eerst - 34. kraan - 36. ss - 38. vijg - 40. the
44. kolonel - 46. rd - 48. VS - 49. pigment
51. nu - 54. ivoor - 56. 11 - 58. steeg
61. aroma - 63. en - 64. torn - 65. krek
67. or - 69. ore - 70. Bea - 71. duo - 73.
sea - 75. ta - 76. rr.
-