Gaat de cent verdwijnen?
Medische overconsumptie
De kat heeft karakter
Wat zijn de rijkste landen?
PRIJSVERHOGINGEN 'T VERVELENDE GEVOLG
De rol van de cent in de Nederlandse economie lijkt zich hedentendage
vrijwel te beperken tot de levensmiddelenbranche. Alleen de melkman, de
bakker, de kruidenier en de groenteman hanteren nog prijzen, die tot centen
zijn afgerond. In nagenoeg alle andere branches is de stuiver tegenwoordig
de laagste' munteenheid.
Nochtans is de afschaffing van de cent een hachelijke zaak. Berekeningen
van het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben uitgewezen dat zo'n afschaf
fing toch een verhogend effect op het algemeen prijsniveau zou hebben en
dat is iets waar we in deze tijd van stijgende prijzen allerminst behoefte
aan hebben. Niettemin wordt er serieus gedacht over de afschaffing van de
cent als betaalmiddel, zodat het interessant lijkt de consequenties hiervan nog
eens op een rijtje te zetten.
Verwachting dat prijzen naar boven worden
afgerond.
De cent, die na de Napoleontische tijd
de plaats van de duit innam, was tot 1940
een zo belangrijk betaalmiddel, dat vrijwel
alle prijzen in veelvouden van centen wer
den genoteerd. In die tijd kenden we zelfs
nog het „halfje" als munteenheid, d.w.z.
een halve cent, die druk werd gebruikt.
Ook de halve stuiver, dus 2x/z cent, is
in ons muntstelsel opgenomen geweest en
werd pas na de tweede wereldoorlog afge
schaft. De cent bleef aanvankelijk een
belangrijk betaalmiddel, beslist niet alleen
in de levensmiddelenbranche, maar door de
toenemende geldontwaarding gedurende de
afgelopen 15 jaar is de waarde van de cent
sterk gedaald en moet je al een hele porte
monnee met centen op zak hebben om een
kleinigheid te kunnen kopen. Een groot
deel van de handel rondt zijn prijzen dan
ook reeds lang niet meer af op de cent.
De stuiver is in de praktijk van alledag
in diverse sectoren reeds de laagste munt
eenheid geworden, hoewel zeker in de sector
van duurzame gebruiksvoorwerpen men zijn
prijzen tegenwoordig op de gulden afrondt
of op een dubbeltje. (Dit laatste dan veelal
als lokkertje, b.v. de prijs afronden op zoveel
gulden en negentig cent).
Omdat in de levensmiddelenbranche de
cent als betaalmiddel nog steeds een be
langrijke rol speelt, hebt u hier meteen
de reden waarom de overheid aarzelt om
de cent uit de circulatie te nemen. Uit prijs
politieke redenen is het niet raadzaam de
cent vroegtijdig af te schaffen. Niemand
gelooft immers dat wanneer de cent zou
verdwijnen, de melkman, de bakker en de
kruidenier hun prijzen naar beneden zou
den afronden tot veelvouden van een stuiver.
Natuurlijk gebeurt precies het omgekeerde:
de prijzen zullen naar boven worden af
gerond.
Steekproef.
Wat gebeurt er met het prijsniveau wan
neer de cent wordt afgeschaft? Hierover
zijn berekeningen gemaakt. Zo heeft het
Centraal Bureau voor de Statistiek 7 jaar
geleden reeds berekend dat afschaffing van
de cent het eerste jaar zou leiden tot een
algemene prijsstijging van 0,42% en het
volgend jaar tot een prijsstijging van 0,23%.
In het vakblad Economisch Statistische
Berichten verscheen kortgeleden een publi-
katie over een onderzoek, dat werd ge
houden bij een grote Haagse supermarkt.
De steekproef, die werd gehouden op de
drukste winkeldag (zaterdag) en waarin
2.000 artikelaankopcn werden betrokken,
moest inzicht verschaffen in de consequen
ties, die afschaffing van de cent zou hebben
Belanghebbenden hebben teveel te vertellen
binnen gezondheidszorg.
Kortgeleden zorgde de Rotterdamse me
dicus prof. Burema voor de nodige deining
door te verklaren dat het belang van het
baarmoederhalskankeronderzoek in ons land
schromelijk wordt overdreven en dat het
overmatig wordt toegepast. Onmiddellijk
kwamen toen discussies over dit onderwerp
op gang. Bij een aanzienlijk aantal vrouwen
wordt na dit onderzoek een positieve uit
slag geconstateerd, maar die uitslag bleek
na de operatie en ook volgens de cijfers die
door verschillende instanties en in diverse
regio's werden verzameld, voor een belang
rijk deel, soms voor meer dan de helft, vals
te zijn geweest. Kortom, een groot aantal
vrouwen is voor niets geopereerd!
In het blad „De Ambtenaar" gaf de arts
G. A. de Haak, adviserend geneeskundige
van een ziekenfonds, hierop onlangs zijn
visie. Als verklaring voor de rage voor baar
moederhalskankeronderzoek gaf hij onder
meer, dat er binnen onze gezondheidszorg
teveel personen en instellingen zijn, die
enerzijds als deskundig gelden maar die
anderzijds medisch en financieel belang
hebbende zijn. Met name gynaecologen heb
ben indertijd met statistisch materiaal her
baarmoederonderzoek op grote schaal be
vorderd, terwijl andere niet belangheb
bende hoogleraren met andere cijfer
matige gegevens komen aandragen. Dr. De
Haak meent dat echte baarmoederhalskan
ker veel minder voorkomt dan wordt aan
genomen en dat b.v. een vergrote aandacht
voor de meer voorkomende bostkanker van
groter belang is voor onze volksgezond
heid.
voor de portemonnee van de klant.
Dr. J. H. C. Lisman en H. Pathuis, res
pectievelijk adviseur bij het Centraal Plan
bureau en pis. hoofd van de hoofdafdeling
prijsstatistieken van het CBS, schrijven in
een commentaar op dit onderzoek, dat de
prijzen met 0,25% <?f iets meer zouden
stijgen, indien de cent zou komen te ver
vallen.
Speculaties.
Zo'n prijsstijging, die voornamelijk in de
sector voeding zou ontstaan, is onontkoom
baar indien bij het verdwijnen van de cent
de prijzen van de betreffende artikelen stuk
voor stuk naar boven op veelvouden van
vijf cent zou worden afgerond. Het is echter
de vraag of dat in werkelijkheid ook zou
gebeuren. Een rem om alle prijzen naar
boven tot veelvouden van vijf cent af te
ronden, zou de grote concurrentie kunnen
zijn die juist in de levensmiddelenbranche
kolossale afmetingen heeft aangenomen.
Drs. Lisman en H. Pathuis houden dan
ook rekening met een procedure, dat men
enerzijds prijzen naar boven afrondt en
anderzijds sommige prijzen naar beneden,
hetgeen zou kunnen leiden tot een even
wichtiger prijspeil. Zij geven ook andere
mogelijkheden aan. Stel dat een bepaald
artikel van 1,22 naar 1,25 zou moeten
gaan 2V2% prijsstijging), dan kan men die
stijging beperken door per tweetal de prijs
te brengen van 2,44 op 2,45 (prijsstijging
slechts V2%).
Nochtans blijven deze overwegingen spe
culaties. Vaststaat in ieder geval wel dat
wanneer de cent zou worden afgeschaft,
het algeheel prijsniveau daarvan de ge
volgen zal ondervinden, al kan men twisten
over een tiende of honderdste procent meer
of minder.
Lisman en Pathuis spreken daarom de
verwachting uit dat het zeker nog wel tot
het begin der tachtiger jaren zal duren
voordat de betekenis van de cent zodanig
zal zijn afgenomen, dat afschaffing als
wettig betaalmiddel nauwelijks meer invloed
heeft op het prijspeil van de particuliere
consumptie. Wel vestigen zij nadrukkelijk
de aandacht op het feit dat wanneer alle
prijzen eindigen op 0 of 5, de daarna nood
zakelijke prijsverhogingen ook in eenheden
van vijf cent zullen worden uitgedrukt en
dat dit ook weer invloed kan hebben op
het algehele prijspeil.
Wij veronderstellen dat de- overheid deze
mogelijkheid ook wel onder ogen ziet,
zodat we niet verwachten dat de cent de
eerste vijf jaar uit het geldverkeer zal ver
dwijnen.
(Nadruk verboden).
Als het waar zou zijn dat er in ons land
patiënten worden geopereerd die eigenlijk
helemaal niet geopereerd hadden moeten
worden, dan mag men toch wel stellen dat
de grenzen van een optimale gezondheids
zorg hier duidelijk overschreden zijn en dan
rijst meteen de vraag of we ook niet te
royaal omspringen met andere medische
voorzieningen.
Overmatig medicijngebruik.
Dr. De Haak stelt in „De Ambtenaar" dat
cijfers van het Landelijk Informatie Sy
steem van de Ziekenfondsen duidelijk uit
wijzen dat de streken met de meeste zieken
huisruimte ook de meeste ziekenhuisopna
men kennen Zet dus in een bepaalde
streek maar een ziekenhuis neer en de bed
den raken toch wel bezet, zou men kunnen
zeggen. Weer een bewijs dat in de gezond
heidszorg de economische wet dat de vraag
het aanbod bepaalt, niet lijkt te gelden.
De medische overconsumptie manifesteert
zich echter vooral op het gebied van het
medicijngebruik, met name in de sector
kalmeringsmiddelen. Het gebeurt1 in de
praktijk bijvoorbeeld maar al te vaak, dat
iemand librium of valium krijgt voorge
schreven en dat zo'n recept door de jaren
heen steeds wordt verlengd, zonder dat se
rieus bekeken wordt of het nog wel zin
heeft met zo'n medicament door te gaan.
Dr. De Haak meent overigens dat met
name de farmaceutische industrie en de fa
brikanten van medische apparatuur ook
grote invloed hebben op het „voorschrijf-
gedrag" van de arts. De industrie wekt
vaak de indruk dat de patiënten tekort
komen als zij niet een bepaald geneesmiddel
of een bepaalde behandeling krijgen en
zowel de bevolking zelf als vele artsen
laten zich hierdoor beïnvloeden.
Hobbyisme.
Besparingen in de sector ziektekosten
kunnen ook worden gerealiseerd door de
beddencapaciteit in de ziekenhuizen te ver
minderen. De indruk bestaat dat sommige
jjatiënten langer in een ziekenhuis verblij
ven dan medisch gezien noodzakelijk is.
Trouwens, het is toch een publiek geheim
dat vele ziekenhuizen een patiënt die za
terdags best weg zou kunnen toch tot
maandag vasthouden, omdat pas op die dag
het bed weer door een andere patiënt bezet
gaat worden. Menige ziekenhuisdirectie doet
's nachts geen oog dicht als er in zijn zie
kenhuis een bed leeg staat. Zolang er met
deze instelling gewerkt wordt, kunnen we
besparingen in de sector gezondheidszorg
wel vergeten.
Dr. De Haak signaleert in „De Ambte
naar" ook nog het hobbyisme van vele spe
cialisten. Vanuit de ziekenhuizen wordt er
Nederland komt er goed af.
Het blad Economisch Statistische Be
richten refereerde onlangs aan een publi
catie van het Bureau voor de Statistiek der
Europese Gemeenschap, waarin gegevens
zijn opgenomen over de welvaartssituatie
in de 9 EEG-landen en enkele andere landen
zoals USA, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden
en Japan.
Op grond van deze statistische gegevens
was het mogelijk een „rangorde van wel
vaart" samen te stellen. Uit die rangorde
kan worden afgeleid, hoe rijk de rijkste
landen van de wereld zijn. Terecht wijst
Economische Statistische Berichten er echter
op dat men deze rangorde critisch dient te
interpreteren. Er zijn namelijk verschillende
maatstaven om de welvaart van een bepaald
land te meten.
De eerste mogelijkheid is om het bruto
binnenlands product per hoofd van de be
volking als „welvaartsmeter" te nemen.
Dan blijkt dat Zwitserland, Zweden, Ame
rika en West-Duitsland de rijkste landen
Horen, zien en tasten.
De zintuigen bij een kat zijn buitengewoon
sterk ontwikkeld. Zij hoort zeer goed en
ook het zien en de reuk zijn voortreffelijk.
Zij kan bijvoorbeeld geluiden van elkaar
onderscheiden, die voor de mens volkomen
gelijk zijn.
Wat het zien betreft, moeten wij eerst
een fabeltje uit de wereld helpen. Men
beweert wel eens, dat een kat in het donker
kan zien, maar dit is een pertinente on
waarheid. In volslagen duister kan ook
een kat niets waarnemen. In schemer, wan
neer er slechts iets licht is, staan de zaken
echter anders. Dan kan de kat prima zien,
in tegenstelling tot de mens.
De oorzaak hiervan is gelegen in het feit,
dat de ogen van een kat gevoelig zijn
voor ultra-violette stralen en doordat de
pupil zich geweldig kan vergroten, zodat
al het beschikbare licht kan binnentreden.
Proefnemingen hebben uitgewezen, dat de
kat echter kleurenblind is. Wat zij ziet, is
in nuances van grijs-zwart. Een tweede
hulpmiddel om de weg in het donker te
vinden, is voor de kat haar snor.
Ieder weet, dat de kat op de bovenlip
lange, harde, grote haren heeft. Deze snor
doet dienst als tastorgaan. Wanneer de
kat in het donker voorzichtig voortgaat,
vertrouwt zij voor een groot deel op deze
snor. De fijnste trillingen worden ermee
opgevangen en de kat weet dadelijk, wat
dit betekent. Hoe gevoelig deze organen
zijn, blijkt, wanneer wij bij een slapende
kat even voorzichtig een puntje van een
snorhaar aanraken, het dier zal dan da
delijk wakker worden, hetgeen bij een an
dere aanraking ergens op het lichaam,
niet het geval zal zijn.
De barometer.
De staart van de kat is een aardige
barometer om te zien, hoe het met haar
humeur gesteld is. Is zij in een goed humeur,
of heeft het dier bepaalde verlangens, dan
zal de staart langzaam en soepel zwaaien.
vanuit de specialismen een voortdurende
druk uitgeoefend om nieuwe apparatuur aan
te schaffen en nieuwe (kostbare) onderzoek
methoden door te voeren. Het heeft er
daarbij de schijn van dat zuiver medische
overwegingen niet zelden ondergeschikt zijn
aan het idee van iets te moeten hebben.
Een zeer groot aanbod van mogelijk
heden in de gezondheidszorg lijkt een goede
zaak, maar een andere vraag is of inves
teringen in de gezondheidszorg altijd ge
rechtvaardig zijn. Helaas heeft men in de
medische sector jarenlang de kostenfactor
op grote schaal genegeerd en zitten we nu
met het feit dat we zo langzamerhand een
slordige 10% van ons nationaal inkomen
aan de gezondheidszorg opsouperen. Dras
tische besparingen zijn derhalve onont
koombaar en de 400 miljoen gulden, die
de regering tot 1980 op de gezondheidszorg
wil bezuinigen, lijkt dan ook nog maar een
schijntje.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
zijn. Niet Amerika gaat hier dus aan de kop,
maar de twee Europese staten Zwitserland
en Zweden. Op de vijfde plaats, dus achter
Ver. Staten en Duitsland, komt Denemarken,
gevolgd door Luxemburg, Noorwegen, Frank
rijk en België. Op de tiende plaats komt
Nederland, dat een kleine achterstand op
België heeft, maar nog ruim voorligt op
no. 11 van deze wereldranglijst, t.w. Japan.
Deze rij van 15 landen wordt gesloten door
Oostenrijk, Groot-Brittanië, Italië en Ierland.
En het is bijzonder triest om het eens zo
machtige Verenigd Koninkrijk nu in de
staartgroep te moeten aantreffen.
Tegen een dergelijke berekening op grond
van het bruto binnenlands product per
hoofd van de bevolking kunnen echter
bezwaren worden ingebracht. Zo kan men
menen dat het onjuist is om ieder lid van
de bevolking ongeacht zijn leeftijd even
zwaar te laten meetellen. Niet alleen dra
gen ze lang niet allen tot de productie bij,
maar bovendien tellen ze ook niet even
zwaar in de consumptie. Daarom is er
Verkeert het dier in opwinding, dan zal
slechts het puntje van de staart met korte
rukjes heen en weer gaan, terwijl de rest
van de staart in rust is.
Is een kat kwaad, dan zwiept de staart
wild heen en weer met korte, krachtige
slagen. Wanneer bij kleine, jonge katjes
het staartje trillend rechtop staat, betekent
dit, dat er nood is
In verband met het feit, dat de kat een
individueel jager is, zal zij altijd rustig en
bedachtzaam eten. Bij dieren, die in sa
menwerking jagen, is dit anders, die zullen
schrokkerig eten, want wanneer de troep
de buit verslindt, moet ieder zorgen zoveel
mogelijk voedsel naar binnen te krijgen.
Bij de kat is dit anders, die neemt er de
tijd voor.
Akrobaat.
De kat is een geweldige akrobaat. Zij
kan klimmen, springen en op een uiterst
smal randje lopen en buitengewoon snel
reageren als geen ander. Toch kan het
voorkomen, dat een kat valt endan is
het helemaal niet zeker, dat zij op haar
pootjes terecht komt.
Over het algemeen heeft de mening post
gevat, dat een kat altijd op de pootjes
terecht komt en zich dan nooit zou bezeren.
Dit is natuurlijk een fabeltje. Ongetwijfeld
heeft de kat in zijn staart een prachtig
hulpmiddel om, als het enigszins mogelijk
is, met de poten naar beneden op de
grond te belanden, maar dit is toch niet
altijd het geval.
Wanneer de kat valt, zal zij dadelijk haar
staart loodrecht in de lucht steken en alle
haren opzetten. Hierdoor doet de staart
dienst als balanceerstok en als een soort
parachute, al heeft deze laatste weinig
waarde. In zeer veel gevallen zal de kat
dus wel op de poten terecht komen, maar
of het dier zich zal bezeren, is een kwestie,
die afhankelijk is van de hoogte, waarvan
het valt en de bodem waarop het terecht
komt.
veel voor te zeggen de totale productie
per huishouden te meten omdat in dat
geval bovengenoemde bezwaren minder
zwaar wegen.
Per huishouden.
Dus publiceert Economisch Statistische
Berichten ook een wereldranglijst op grond
van het bruto binnenlands product per
huishouden.
Dan blijken de Ver. Staten het rijkste
land ter wereld te vormen, gevolgd zowaar
door onze Beneluxpartner Luxemburg, ter
wijl Zwitserland en Noorwegen resp. de
derde en vierde plaats bezetten. Pas op de
vijfde plaats komt Zweden en daarna komen
met overigens onderling minimale verschillen
Duitsland, Japan, Denemarken en op de
9e plaats Nederland. België en Frankrijk
blijven nu bij ons land achter, terwijl Oos
tenrijk, Groot Brittanië, Ierland en Italië
de vier „armste" landen blijven. Het blijkt
uit de cijfers dat landen als Oostenrijk en
Groot Brittanië twee keer minder rijk zijn
dan „toppers" als de Ver. Staten en Zwit
serland.
Werkende bevolking.
Maar ook de maatstaf „bruto binnenlands
product per huishouden" is voor bestrij
ding vatbaar. Men zou de productie ook
kunnen zien als het resultaat van de in de
productie ingezette arbeid. We tellen dan
alleen degenen mee die werkelijk aan de
productie hebben deelgenomen, dus de
zogenaamde werkende bevolking.
Economisch Statistische Berichten publi
ceerde derhalve een wereldranglijst met het
bruto binnenlands product per hoofd van
de werkende bevolking als maatstaf. En met
deze berekening klimt Nederland zowaar op
naar een plaats onder de vier rijkste landen
ter wereld, pal achter de Ver. Staten, Zwit
serland en Duitsland en met een heel kleine
voorsprong op Zweden. De oorzaak van deze
Nederlandse stijging is uiteraard de geringe
omvang van de totale Nederlandse beroeps
bevolking die rond 35% van de totale be
volking bedraagt. (Vergeleken Zweden 48,8%
en Duitsland 42,5%).
Uit bovenstaande blijkt dat men niet zo
eenvoudig kan zeggen welk land het rijkste
ter wereld is, aangezien het maar de vraag
is welke maatstaven je aanlegt. Dat blijkt
uit de positie van Nederland, dat een „kop
loper" is als je het bruto nationaal product
per hoofd van de werkende bevolking als
maatstaf neemt, en slechts als „midden
moter" fungeert, als je het bruto product
per hoofd van de totale bevolking als crite
rium neemt.
Nochtans kan uit bovenstaande cijfers
worden afgeleid, dat wij Nederlanders wei
nig te klagen hebben over onze levens
standaard en dat de hoge positie van som
mige landen, vooral de Ver. Staten, ook
heel weinig zegt, als men bedenkt dat de
welvaart daar bijzonder onredelijk verdeeld
is en bittere armoede en weelderige rijkdom
daar naast elkaar leven. We kunnen ons
troosten met de gedachten dat de ongelijk
heid van inkomens, die ook in Nederland
bestaat, hier in ieder geval niet geleid heeft
tot verpaupering van grote bevolkingsgroe
pen, zoals dat in de U.S.A. het geval is.
(Nadruk verboden).
Mr. A. Bronsbergen.
De poten van de kat zijn buitengewoon
elastisch en zullen een groot deel van de
schok opvangen. Is de val van een te grote
hoogte, dan zullen de poten het niet kunnen
houden en het is daarom wel meer voor
gekomen, dat de kat ernstige kneuzingen
opliep door een val.
Wanneer men zo het één en ander van
de kat weet over haar lichamelijke eigen
schappen, die ten nauwste samenhangen
met haar karakter, dan kan men het dier
aanmerkelijk beter begrijpen. Tracht daarom
dus nooit een kat te haasten en helemaal
niet haar uw wil op te leggen. Bij het om
gaan met katten wordt een grote dosis takt
vereist. Liefde en vriendelijkheid zullen
hierbij de beste hulpmiddelen zijn.
Haar trouw geeft een kat niet zo snel
als een hond, maar heeft men het dier
eenmaal gewonnen, hetgeen heus wel mo
gelijk is, dan is een kat zeker zo aanhan
kelijk en trouw, al is dit niet zo bekend.
(Nadruk verboden).
VRIENDELIJK VERZOEK
De heer C. van Winkelen uit Sint-Anna-
land is deze week gestart met het samen
stellen van twee ansichtkaartenboekjes van
evenzoveel Noord-Bevelandse dorpen, t.w.
van Colijnsplaat, deel II en Kamperland
Geersdijk, deel II.
De vorige boekjes, welke destijds werden
samengesteld door C. P. Pols uit Zierikzee
zijn al heel lang uitverkocht. De heer Van
Winkelen zoekt echter nog fotomateriaal
van deze dorpen b.v. van het verenigings
leven, brandweer, kerkelijk leven, school
foto's, bekende dorpsfiguren en oude an
sichten van Colijnsplaat, Geersdijk en Kam
perland. Uiteraard alles in bruikleen.
Wie tijdelijk iets af wil staan voor dit
doel of iets erg graag geplaatst zou willen
zien kan rechtstreeks kontakt opnemen
met de samensteller de heer C. van Win
kelen, Tuinstraat 26 te Sint-Annaland,
Telefoon 01665 -24 04.
De boekjes verschijnen over enkele maan
den bij de Zeeuwsche Boekhandel, Postbus
30, Zierikzee.
BURGERLIJKE STAND
KORTGENE
Geboren: 2 sept.: Johanna A. d.v. J. P.
Mosselman en A. P. van 't Veer: 7 sept.:
Buddy, z.v. G. P. de Neef en M. P. Wester-
weele; 9 sept. Richard, S. z.v. W. J. A.
Verburg en S. Verhage; 15 sept.: Jacobus
J. z.v. M. Minneboo en P. S. Huissoon;
20 sept.: Stefanie, d.v. J. Filius en J. Bar-
dolf; 26 sept.: Martin, z.v. A. H. Visser
en M. F. M. Bekkers.
Ondertrouwd: 24 sept.: Ernst Weber, 38
jaar en Rinske F. van Aardenne, 29 jaar
te Dordrecht.
Overleden: 7 sept.: Marinus A. Huige,
14 jaar; 14 sept.: Willem Klijn, 64 jaar,
e.v. Rietdijk, A.; 15 sept.: Petra Gast,
0 jaar.
TOT OVERBODIGE OPERATIES TOE
Niet zo lang geleden heeft in KRO's Brandpunt een hoge ambtenaar van het
ministerie van Volksgezondheid met koele cijfers berekend dat er op onze ge
zondheidszorg enkele miljarden kan worden bezuinigd zonder dat dit de kwali
teit van onze gezondheidszorg zou verminderen. Diezelfde dag had de betreffen
de ambtenaar zijn rapport aan het kabinet aangeboden, dat juist stond te be
ginnen aan de beraadslaging over de grote bezuinigingsoperatie.
De overconsumptie in onze gezondheidszorg begint zo langzamerhand een
groot probleen te worden, waarmee enorme bedragen zijn gemoeid, die door de
gemeenschap moeten worden opgebracht. Volgens sommige deskundigen hebben
we het niveau van een optimale gezondheidszorg allang overschreden en is het
aanbod van mogelijkheden in de gezondheidszorg thans groter dan eigenlijk
noodzakelijk is.
POES WIL ZELFSTANDIG ZIJN
In tegenstelling tot de hond, is de kat een buitengewoon zelfstandig wezen.
Zij is wat men noemt een individualist en zal steeds dat doen, waar zij zelf
zin in heeft. Het is daardoor buitengewoon moeilijk de kat te benaderen. Over
het algemeen krijgt men de indruk, dat de kat zich niets van de mens aan
trekt, maar dit is toch niet juist. Het is alleen erg moeilijk, de kat voor
zich te winnen en men moet daar meestal meer voor doen, dan men ogen
schijnlijk zou verwachten.
Wenst de liefhebber een goede omgang met zijn kat, dan moet hij zich op
het standpunt stellen, dat hier twee gelijkwaardige individuen tegenover elkaar
staan. Geen meester en geen knecht.
Dit is iets, dat voor de mens meestal niet meevalt en het gevolg is, dat
er maar weinig mensen zijn, die werkeüjk een kat voor zich weten te winnen.
Het is daarom nuttig iets meer van de kat te weten en dit huisdier te leren
kennen.
VOORAL IN DE VERENIGDE STATEN EN ZWITSERLAND
LIGT DE LEVENSSTANDAARD HOOG
Wij mogen dan regelmatig klagen over hoge belastingen en dito sociale
lasten en dikwijls van mening zijn dat wij meer zouden moeten verdienen,
niettemin tonen de statistieken ieder jaar aan dat Nederland tot de rijkste
landen ter wereld behoort. Wij mogen qua levensstandaard dan iets achter blij
ven bij landen als Zwitserland, Zweden, de Ver. Staten en in mindere
mate West-Duitsland, wij liggen anderzijds duidelijk voor op sommige wes
terse landen, zoals Oostenrijk, Groot Brittanië, Ierland en Italië, terwijl we het
ook best tegen de Belgen en Fransen kunnen opnemen.
Dat er tussen de sociaal-economische situatie in ons land en die in de zo
genaamde ontwikkelingslanden een wijde kloof gaapt, mag als bekend worden
verondersteld, ook al vergeten veel Nederlanders dat maar al te gaarne als ze
weer eens een keer klagen over hun salaris of hun belastingaanslag.