NOORD-BEVELANDS
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
H
O houdt nu
het meest gelezen blad
op Noord-Beveland
in handen
Het dier is gelukkig
GIEPS GOUDEN
VIJFJE
door Henk
van Heeswijk
Zeeland
Magazine?
postbus i -
wissenkerke
verschillen tussen mens en dier
gewoon tevreden zijn met het "zijn"
No. 3715
Donderdag 8 juli 1976
79e jaargang
Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel 3 08, Qirp 206882
Abf/flnementsprijs 16,— per jaar Franco per post 25,— per jaar Advertenties 27 ct. per mm, excl. BTW
Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen
FEUILLETON
Terug in Dronrijp begreep Giep al gauw,
dat Hielkje gesproken had over de kosten
van de nieuwbouw.
Sake Westra keek zijn voortvarende
schoonzoon nadenkend aan en dacht: ik be
gin oud te worden. Maar ik heb ook nooit
financiële zorgen gehad. Ik stapte in een
gespreid bed, toen heit en mem van de
state gingen. En mijn zoon Fokke zal te
zijner tijd precies hetzelfde doen. Een bedrijf
overnemend, dat winst maakt, omdat het
een goed onderhouden en economisch ge
voerd bedrijf is. Als er koeien of een fokstier
met een zeer goede afstamming of een of
andere landbouwmachine gekocht moet wor
den, kunnen we dat kontant betalen. Hypo
theek is een woord, dat bij ons generaties
lang onbekend was. Maar in deze tijd schijnt
het heel gewoon te zijn. Het enige, wat
Sake begreep was: „Dat kost je zeker wel
vier procent rente." In stilte uitrekenende,
dat vier procent van vierhonderdduizend
gulden zestienduizend gulden per jaar is.
Driehonderd en twintig gulden in de week.
Gezwegen nog van de aflossing, want een
hypotheek heb je niet ten eeuwige dage.
En wat moet een mens vandaag de dag al
niet verdienen, enkel al om driehonderd
en twintig gulden rente op te brengen? Dan
had je zelf bij wijze van spreken nog geen
boterham. Werd er dan zoveel verdiend in
de meubelbranche? Van land en vee wist
hij alles af, maar wat verdien je aan een
tafel met vier stoelen?
Giep rookte in alle rust de sigaar, die
hij van zijn schoonvader gekregen had. „Ik
beding misschien drie en een half," zei hij.
„Trouwens, ik heb al een aanbod van drie
drie-kwart en de eerste vijf jaren geen
aflossing. Dat is heel mooi. In die vijf jaren
kan ik alles consolideren. Komen er geen
tegenslagen, dan zit ik daarna stevig genoeg
in het zadel om elk half jaar af te lossen.
Het gaat enkel om die eerste vijf jaren,
snapt u?"
Sake antwoordde niet dadelijk, want in
werkelijkheid snapte hij er niets van. Over
vijf jaar moest je niet alleen rente betalen,
maar ook gaan aflossen. Vier of drie drie
kwart maakte niet zo veel verschil. Daarom
had hij grote bewondering voor deze jonge
zakenman. Tenslotte was Giep na de be
vrijding toch met weinig begonnen. Enkel
de erfenis van zijn ouders en dan nog de
helft. Terwijl hij bovendien ook nog geld
in die fabriek gestoken heeft.
Opeens zei hij: „Je kunt van mij een ton
krijgen tegen twee procent. Als je wilt
tenminste."
Giep keek de man verrast aan. „En de
aflossing?"
„Als het je lucht geeftde eerste vijf
jaar hoeft niet. Daarna moet je maar zien."
Ze bespraken nog enige details, maar
tenslotte drukten ze elkaar stevig de hand.
„Dank je, vader, dit zal ik niet vergeten,"
zei hij getroffen. Sake klopte hem lachend
op de schouders. „Jij slaagt in het leven,
jongen, daarvan ben ik overtuigd."
De overige financiering van het project
vormde geen moeilijkheden meer. Er waren
twee maatschappijen, die bereid waren hem
drie ton en als het moest nog meer te lenen
tegen drie drie-kwart procent. Giep besprak
het met de architect en deze ried hem aan
't te doen. „De algemene tendens is een
stijgende rentevoet, meneer."
Gedurende de eerste maanden van 1949
zat Giep nog met zijn meubelen in de kippe-
Bent u reeds geabonneerd op
een twee-maandelijks tijd
schrift met actualiteiten,
cultuur, evenementen, his
torie en recreatie.
Het geheel in 4 - kleuren
omslag en alle artikelen
voorzien van nog nimmer
gepubliceerde foto's.
Slechts 16,per jaar.
Vraag een gratis proef
nummer aan
schuur aan de Langkamperweg, maar zag
in het naburige Schalenveld de twee nieuwe
hallen verrijzen, terwijl men gelijktijdig met
de bouw van de woning een aanvang had
gemaakt. De architect was tevreden over de
gang van zaken, al had het werk bijna een
maand stilgelegen door vorstverlet. Voor
het overige had men het weer mee. Op een
stralende voorjaarsdag liep Giep met de
architect langs het werk, dat zo ongeveer
onder de kap was. De man zei: „We zijn
nauwelijks een week achter op ons schema,
maar dat komt door de vorst. Als we niet
al te veel regendagen krijgen, zit u hier
begin juni de eerste stoelen te verkopen."
Giep glimlachte. „En de woning?"
De man dacht na en antwoordde even
later schouderophalend: „Maand later, denk
ik. Zeg zes weken. Maar voor u is toch
de hoofdzaak, dat u uw zaak hierheen kunt
brengen, nietwaar?" En dat kon Giep niet
ontkennen; dat was inderdaad het belang
rijkste.
De dertigste mei werd de grootste hal
als showroom geopend; de andere hal, die
hoofdzakelijk als voorraadmagazijn gebruikt
zou worden, was wellicht over twee of drie
weken kant en klaar. De woning schoot ook
al aardig op. Giep had uitnodigingen ge
zonden aan al zijn relaties en in overleg
met Pomstra had men in Leeuwarden een
serie kasten gebouwd, die tegen een zeer
concurrerende prijs verkocht kon worden.
Zodat deze stunt als een soort openings
reclame kon dienst doen. Er was koffie met
gebak, lichte borreltjes, sigaren en siga
retten; iedereen kreeg een reclame-asbak.
De vakmensen bewonderden de geweldige
hal, waarin een keur van meubelen uitge
stald stond. Jammer genoeg kon Hielkje
niet van de partij zijn, omdat de bevalling
van haar derde kind nabij was, zodat Giep
een paar meisjes had gehuurd voor de be
diening en zodoende de honneurs waar
namen. Het was de hele dag een af en aan
rijden van auto's en zelfs een bus uit de
noordveluwe stond bij de hal geparkeerd.
Giep genoot van zijn succes; hij had al
geruime tijd een verkoper in dienst, die de
hele dag orders noteerde, daarin bijgestaan
door Douwe Westra, die voor deze gelegen
heid naar Schalenveld was gekomen om te
assisteren. En 's avonds, toen ze de zware
deuren achter de laatste klant van die dag
sloten, zakten alle mensen, die op deze
dag in touw geweest waren, in crapauds
en fauteuils neer. Doodmoe, maar blij en
voldaan. Want iedereen gunde Giep Geugies
zijn succes. Hij heeft er altijd hard voor
gewerkt, wist men. Zulke mensen verdienen
het succes.
Drie dagen na de opening werd een derde
dochter geboren in het zomerhuisje aan de
bosrand van Schalenveld. Toen Hielkje van
de dokter hoorde, dat het werkelijk opnieuw
een dochtertje was, barstte ze in een zenuw
achtig huilen uit. „Giep heeft zo gehoopt
op een jongen en nu is het weer een meisje."
Maar de man zelf was blij en dankbaar, dat
alles weer vlot verlopen was. Hij kuste zijn
uitgeputte vrouw en fluisterde haar in het
oor: „Dank je, schat, voor dit Godsgeschenk.
Als onze derde dochter net zo knap wordt
als haar moeder, ben ik al lang dankbaar
en tevreden." En deze woorden gaven haar
weer enige troost.
De boreling werd Jeltje gedoopt, omdat
Hielkje dit een mooie naam vond en die
nog nooit in de familie was voorgekomen.
Giep, die in deze dingen erg gemakkelijk
was, vond het al lang goed. Al was hij
af en toe wel een beetje teleurgesteld, omdat
hij zo graag een opvolger wilde hebben, een
stamhouder, maar hij liet niets aan Hielkje
merken. Het tegendeel was eerder waar.
„Ik ben een van de gelukkigste mensen ter
wereld," zei hij op een keer, „want waar
vind je zo'n knappe moeder met drie van
zulke schattige dochters? Nou? Ga jij ze
eens opzoeken? Kan me niet schelen waar,
maar die vind je niet, vrouw, 't Is, dat ik
het met de zaak te druk heb, want anders
ging ik met jullie reizen, elke dag in een
andere plaats; dan ging ik jullie aan de
mensheid vertonen: de volmaakte moeder
met de mooiste en liefste dochters ter we
reld! Gaat dat zien! Nu heb je de kans..."
Hielkje schudde in zo'n geval enkele
malen 't hoofd. „Giep, wat drijf je weer
door. Natuurlijk zijn er duizenden en nog
eens duizenden moeders als ik." Wat niet
wegnam, dat ze zich toch gevleid voelde
met deze lof. Ik ben dol op mijn Giep,
wist ze. Zoals ik het getroffen heb in mijn
huwelijkDan dacht ze aan haar zwager
cn zuster in Rotterdam. Bijna twaalf en een
half jaar getrouwd en hoewel het zoveel
mogelijk werd verheimelijkt, wist eigenlijk
iedereen in de familie, dat dit huwelijk zo
ongeveer gestrand was, want de inmiddels
tot majoor bevorderde beroepsofficier, tien
jaar ouder dan haar zuster, had al geruime
tijd een verhouding met de kantinejuffrouw,
een jonge weduwe. Sake was al eens naar
de Maasstad gereisd om zijn schoonzoon
onder handen te nemen, maar het had nau
welijks resultaat opgeleverd. Nee, dacht
Hielkje, dan heb ik het toch wel heel wat
beter getroffen dan mijn oudste zus.
Eind augustus verhuisden Giep, Hielkje
en de drie kinderen van het zomerhuisje
naar de riante villa naast de showroom
en de opslaghal. Gescheiden door een haag
dennen en een stukje gras, alsmede een
miniatuur zwembad, waarin de kinderen
zouden kunnen spelen, als het weer zulks
toeliet.
En in het najaar van dit veelbewogen
jaar 1949 wist Hielkje: ik ben weer in ver
wachting. Hoewel men overeengekomen was,
dat er nu maar eens een lange pauze moest
zijn, omdat Hielkje in vrij korte tijd drie
kinderen ter wereld bracht, was het toch
weer zover. Jeltje was nog maar enkele
maanden oud en had nog alle aandacht
van haar moeder nodig. Tonnie liep door
het hele huis, soms tot wanhoop van het
meisje, dat Hielkje in dienst genomen had,
want alleen kon ze het nu niet meer af.
En de ruim drie jaar oude Fokje was een
echt moederskindje, dat de hele dag achter
Hielkje aan liep, wat dreinerig was en
helemaal niet alleen kon spelen. Ja, de
oudste was wel het zorgenkind. Maar nu...
Ze rekende het voor de zoveelste maal uit:
waarschijnlijk de tweede helft van juli vol
gend jaar.
Op een avond, toen Giep thuis was en
in de salon zat te lezen, was Hielkje al
een paar keer naar boven gegaan omdat
Fokje iedere keer riep en als ze dan niet
snel genoeg kwam, begon het kind te krijsen.
Toen voor de derde maal de schreeuwstem
van het kind klonk, kwam Giep overeind.
„Blijf jij nu maar eens zitten. Ik zal haar
eens aan het verstand brengen, dat dit zo
niet door kan gaan. Ze lijkt wel, gek
Hielkje keek haar man geschrokken aan
en riep nog: „Giep, je slaat haar niet, hoor!
Het kind is toch al zo zenuwachtig
Maar even later hoorde ze aan het gebrul,
dat haar man zich niets van haar waar
schuwing had aangetrokken en zijn drie
jarige dochter over de knie had genomen.
Daarna stopte hij haar weer in bed, sloot
de deur en kwam rustig beneden.
(Wordt vervolgd).
Er is een groot verschil tussen mens
en dier en daarvan zijn wij mensen ons
dikwijls niet voldoende bewust. Wij hebben
vaak de gewoonte dieren menselijke eigen
schappen en gevoelens toe te kennen, met
als gevolg,» dat we het dier eigenlijk ver
keerd zien, ja, het oneerlijk behandelen,
want in veel opzichten verwachten we meer
van het dier dan waartoe het in staat is.
Onze houding ten opzichte van het dier
moet en mag niet zijn een houding van
sentimentaliteit en sterke bewogenheid. We
moeten het dier gewoon accepteren zoals
het is en dat is voor velen bijzonder moei
lijk. Zo kan de dood van een dier waaraan
we gehecht waren ons bijzonder aanpakken
en we vinden het zo zielig voor het dier.
Dat is niet juist.
Het is naar voor ons, omdat we iets
verloren, waaraan we waren gehecht, maar
voor het dier is de dood niet erg, omdat
het dier een totaal andere instelling heeft,
dan wij, mensen.
Het gehele leven in de dierenwereld
wordt beheerst door dood en leven. Een
maal komt ook voor elk dier het moment
dat het sterft, doch dit ondergaat het dier
geheel anders dan de mens.
Aangezien een dier zich geen voorstelling
kan maken van het begrip „dood", kent het
ook de angst hiervoor niet. Het konijn dat
rustig zit te knabbelen, de vogel die op
zijn tak zit, geniet van het „zijn" zonder
meer en zonder aan de toekomst te denken.
Wanneer een vijand hen belaagt, schrikt
het dier, maar het denkt niet: „Nu is mijn
laatste uurtje geslagen." Ook wanneer het
sterft, weet het niet, dat de dood nadert.
Het ondergaat slechts de gewaarwording
van het moment. Vlucht het dier voor een
achtervolger, dan doet het dit instinctief,
zonder zich bewust te zijn van de gevolgen
die kunnen voortvloeien uit achterhaling.
Doordat het dier zich geen voorstelling
kan maken over de toekomst kent het
ook geen zorgen en is dus in dit opzicht
gelukkiger dan de mens. Het is gelukkig
met het „zijn", met het voedsel, de zon
en alle andere dingen in de natuur. De
mens echter, die zich een voorstelling kan
maken van de toekomst, heeft dikwijls zor
gen, die het geluk van het moment kunnen
bederven.
Overigens is dood en leven in de dieren
wereld dikwijls een betrekkelijke zaak. Kij
ken we naar het lagere dierenleven, dan
zouden we soms geneigd zijn te menen dat
daar de dood niet bestaat. Het pantoffel
diertje plant zich voort door deling en men
zou dus kunnen beweren dat het onster
felijk is. Het beerdiertje, eveneens een
microscopisch wezentje leeft in water. Maar
ontbreekt het water, dan kan het tot een
stofje opdrogen. Jarenlang lijkt het dan
dat het dood is, maar wanneer het weer
in water komt, zwelt het op, leeft en gaat
verder waar het voordien was gestopt.
Hogere dieren kennen de dood, zoals
wij die kennen, doch de meesten vinden
deze dood door geweld en niet door ziekte
of ouderdom. Zij komen veelal om door
een vijand, door honger, storm, koude, vuur,
verdrinking en dergelijke.
Dood door ziekte is de tweede factor
van het einde voor dieren. Ze kunnen ziek
worden en kwalen krijgen net als mensen.
De dieren kunnen daar zelfs niets tegen
doen en zo vindt er op natuurlijke wijze
een selectie plaats, waarbij de zwakken
worden uitgeschakeld. Hierdoor handhaven
de sterken zich en planten zich voort. De
soort blijft hierdoor krachtig en gezond.
Alles vindt echter plaats, zonder dat het
dier er bewust iets aan kan doen of enige
invloed kan uitoefenen op de gang van
zaken. Het maakt er zich trouwens geen
zorgen over en is gelukkig met zijn bestaan.
Gelukkiger dan de mens, die vol zit met
zorgen en angst voor de toekomst. Dat is
de reden dat het dier gelukkig is en de
mens dit geluk nauwelijks kent.
Kruiswoordpuzzel no. 485
Horizontaal: 2. geslepen - 5. landelijke plaats
8. boom - 10. drietal - 12. karakter - 14.
Moh. geestelijke - 16. meisjesnaam - 17.
deel van een bloem - 19. rivier in Spanje
21. voegwoord - 23. prooi - 25. breekbare
27. deel van een toneelstuk - 29. weldoor
voed - 30. smalle strook - 32. meisjesnaam
34. uitroep - 36. clown - 38. groente - 40.
weerklank - 42. groot water - 44. teken
46. voorzetsel - 47. plaats in Afrika - 49.
beginstreep - 51. op deze wijze - 53. slaap
ziekte - 55. vogel - 57. plaats in Brabant
59. netto (afk.) - 60. kleur - 62. zwart. (Fr.)
64. hemellichaam - 66. iemand van gemengd
bloed - 68. krantenjongen - 70. tegen - 72.
slijtageplek - 74. kledingstuk - 76. soort
onderwijs (afk.) - 77. dierenverblijf - 79.
opera - 81. deel van een Franse ontkenning
83. hennepbraak - 85. roede - 87. vlees
gerecht - 89. luchtstrijdkrachten (afk.) - 90.
venster - 91. palm.
Verticaal: 1. staatsbedrijf - 2. zangnoot - 3.
godheid - 4. vreemd - 5. titel (afk.) - 6.
rivier in Duitsland - 7. geneesmiddel - 8.
en anderen (afk.) - 9. vlek - 11. kledingstuk
13. deel van een toneelstuk - 15. hemel
lichaam - 18. naar mens - 20. muziekterm
22. bladader - 24. deel van de VS - 26.
moesplant - 28. Ind. rivier - 29. vaartuig
31. meisjesnaam - 33. het zijn - 35. sma
delijke bejegening - 37. meisjesnaam - 39.
bez. voornaamw. - 41. munt - 43. nauwe
45. koker - 48. woede - 50. slot - 52. jon
gensnaam - 54. windrichting - 56. meisjes
naam - 58. bezinksel - 59. titel - 61. dus
63. plaats - 65. vorm van tikken - 67. bij
(Eng.) - 69. Eng. hertogdom - 71. onvrien
delijk - 73. bond - 75. vruchtbare plaats
78. ijzerhoudende aarde - 80. meisjesnaam
82. gemalen eikenschors - 84 maanstand
(afk.) - 86. deel van de dag (afk.) - 88.
meisjesnaam.
Oplossing kruiswoordpuzzel no* 484
Horizontaal: 1. om - 3. pim - 6. pas - 8. in
10. kano - 11. aroma - 14. oude - 15. nero
17. eros - 19. tav - 21. gemalin - 23. eed
25. arg - 27. eiik - 28. zes - 30. streek
33. pollen - 35. aak - 36. riool - 39. lam
40. un - 41. span - 42. mode - 43. ms
44. gat - 46. cacao - 48. nee - 50. moloch
52. iedere - 55. oke - 56. ier - 58. eel
59. lee - 61. naslaan - 64. ter - 66. etna
67. rede - 69. raad - 70. trier - 72. eire
74. km - 75. eli - 76. alm - 77. or.
Verticaal: 1. ok - 2. mama - 3. pon - 4.
mare - 5. do - 6. pari - 7. sos - 8. idee
9. ne - 12. rome - 13. melk - 16. egge
18. onze - 19. tas - 20. vara - 22. anno
23. esla - 24. don - 26. rekstok - 29.
ellende - 31. tango - 32. krach - 33. plooi
34. emmer - 37. ina - 38. oma - 45. aloe
47. ceel - 49. eelt - 50. mol - 51. cent
53. eend - 54. eer - 56. isar - 57. rare
60. edam - 62. anti - 63. aera - 65. ebro
66. ede - 68. eem - 69. rk - 71. is - 73. er.