NOORD-BEVELANDS NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD E Baardproblemen II houdt nu het meest gelezen blad op Noord-Beveland in handen GIEPS GOUDEN VIJFJE door Henk van Heeswijk Zeeland Magazine? No. 3714 Donderdag 1 juli 1976 79e jaargang Druk en uitgave: Drukkerij Markusse te Wissenkerke, Tel 3 08, Giro 206882 Ab/innementsprijs 16,— per jaar Franco per post 25,— per jaar Advertenties 27 ct. per mm, excl. BTW Voor fouten in advertenties per telefoon opgegeven, kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid dragen FEUILLETON Hoofdstuk 5: De groothandel. In juni 1948 liep de overeenkomst af, die Giep Geugies drie jaar tevoren met de eigenaar van de grote kippeschuur had ge sloten. Al die tijd was het gebouw ingericht geweest als showroom en opslagplaats voor de meubelen, die hij verkocht. Al die maan den waren er vrijwel dagelijks bezoekers geweest, van de Veluwe en uit de provincie Utrecht. Want al had Giep contractueel enkel een deel van noordoost Utrecht toe gewezen gekregen, in feite bediende hij de gehele provincie; af en toe druppelsgewijs zelfs meublezaken in Noord- en Zuidholland. Tot nog toe was daar nooit aanmerkingen over gemaakt, maar in 1948 ging Maarten Stroet voor zijn fabriek reizen en bewerkte ook een gedeelte van de provincie Utrecht. Giep had het evenwel te druk om er erg in te hebben. Want hij had besprekin gen met de gemeente, omdat de kippeboer besloten had, dat het driejarig kontrakt met Giep Geugies niet verlengd zou wor den. Hij wilde weer een vermeerderings- bedrijf beginnen, zodat Giep naar een ander onderkomen moest uitzien. Daarvoor moest hij grond hebben. Weliswaar was de nieuw benoemde burgemeester niet ongenegen mee te werken, zodat Giep te zijner tijd zou kunnen verhuizen en zo mogelijk uitbreiden, maar het terrein, dat hem toegewezen werd, leek hem niet.Het lag ongunstig, vooral voor de mensen, die met de trein arriveer den, want er was-ook geen busverbinding langs het terrein, dat voor industrievestiging beschikbaar was gesteld. Daar kwam als klap op de vuurpijl nog bij, dat Giep met zijn gezin het huis uit moest, want Piet Zwaan was afgekeurd en beëindigde van de ene dag op de andere zijn dienst als sta tionschef. En omdat hij in een zogenaamde spoorwoning zat, moest hij die ook zo spoedig mogelijk ontruimen. Er was een nieuwe chef benoemd, afkomstig uit Lim burg. De man ging voorlopig op kamers, reisde in het weekeind naar zijn vrouw en kinderen, maar iedereen begreep, dat dit een noodmaatregel was, die zo spoedig mogelijk opgeheven diende te worden. In Hoogerbroek waren meer dan vier honderd woningzoekenden. De bouw van nieuwe huizen begon net zo'n beetje op gang te komen. Maar daar had Giep niet veel aan. Zijn oom en tante zouden weldra een huis toegewezen krijgen, dat wist hij. Maar hij, zijn vrouw en beide dochters waren inwonend, dus in feite konden ze door de Spoorwegen op straat gezet worden. Gelukkig waren er verantwoordelijke mensen op het gemeentehuis, dfe inzagen, dat hier spoedig een beslissing moest wor den genomen. Hoewel het bestemmingsplan niet toeliet, dat er op het industrieterrein ook woningen zouden worden gebouwd, wil den burgemeester en wethouders wel de raad voorstellen het plan in dit éne geval te wijzigen, maar de eerstkomende raads vergadering was pas over drie weken. Met het risico, dat het afgestemd werd, omdat de raad enkele maanden geleden al woe dend was geweest op een wethouder, die zijn zoon ergens een benzinepomp had laten plaatsen, terwijl in het onderhavige be stemmingsplan was bepaald, dat er op geen enkele wijze industrie of iets derge lijks gevestigd mocht worden. De wethou- derszoon was er intussen al een garage begonnen. Dit had kwaad bloed gezet en Bent u reeds geabonneerd op een twee-maandelijks tijd schrift met actualiteiten, cultuur, evenementen, his torie en recreatie. Het geheel in 4 - kleuren omslag en alle artikelen voorzien van nog nimmer gepubliceerde foto's. Slechts 16,— per jaar. Vraag een gratis proef nummer aan POSTBUS 1 - WISSENKERKE daarom viel er niet veel heil van de ge meenteraad te verwachten. Toen nam Giep Geugies een radikaal besluit. Hij huurde een zomerhuisje aan de rand van het bos in een aangrenzende ge meente. Het was een stevig stenen bouwsel, weliswaar klein, maar net voldoende voor twee volwassenen en twee kinderen. In deze gemeente waren meer mogelijkheden en dus vroeg en verkreeg Giep een onderhoud met de burgemeester en beide wethouders. De drie mannen voelden er wel wat voor de meubelgroothandel van Geugies in hun ge meente te krijgen. Na het onderhoud stapte men in auto's en reed door de betrekkelijk kleine gemeente. De burgemeester wees naar een stuk grond, tegen het bos aan, op een paar honderd meter van de grote weg af, maar goed bereikbaar, omdat de ge meente de grond al bouwrijp had gemaakt en de weg provisorisch verhard. Giep vroeg de meterprijs en die viel hem mee. In ieder geval een stuk lager dan in Hoogerbroek. Het hele terrein bedroeg ruim een halve hectare. „Als ik in de kortst mogelijke tijd een bouwvergunning krijg, koop ik het hele stuk," besliste Giep. „Maar dan moet ik ten volle op uw medewerking kunnen re kenen, omdat de tijd voor mij dringt." Die toezegging gaf men. Drie dagen later had via de notaris de overdracht plaats en nam Giep een architect in de arm. Hij liet zijn bedrijf in Hoogerbroek zien en zei, dat hij daar weg moest. „In Schalenveld heb ik grond gekocht van de gemeente. Voor wat de bouwvergunning betreft, heb ik alle me dewerking van de gemeentelijke autoriteiten daar. Maak een tekening en bestek en voor waarden, zodat we zo snel mogelijk aan het werk kunnen." In het najaar van 1948 verhuisde Giep met zijn vrouw en dochters naar het zo merhuisje, dat op een kilometer afstand lag van de grond, de hij gekocht had voor zijn bedrijf. Met de boer, die eigenaar was van de grote kippeschuur kwam hij over een, dat hij er ook na afloop van het kon trakt zou mogen blijven tot zijn nieuwe gebouw klaar zou zijn. Al moest hij daar voor wel een hogere huur betalen. Thuis maakte Giep 's avonds berekenin gen. Want al had hij deze drie naoorlogse jaren redelijk goed verdiend, hij had bij lange na niet voldoende geld om alles te kunnen financieren. Dan kwam Hielkje wel eens bij hem staan, sloeg haar mollig ge worden armen om zijn hals en kuste hem. Op een avond zei ze op zachte toon tegen hem: „Als je niet voldoende geld hebt voor die nieuwbouw, zeg het dan. Ik heb nog behoorlijk wat op de bank en als het moet, zal vader je zeker wel willen lenen." Hij legde zijn vulpen neer en draaide zich naar zijn vrouw. „Liefje, dit is op geen stukken na in kontanten te voldoen. Ik heb een ruwe berekening gemaakt. Als ik alles wil hebben, zoals dat in mijn hoofd zit, met woning en kantoor, ontvangstkamertje, keuken, hal, parkeergelegenheid, centrale verwarmingenfin, noem maar op, dan kom ik zeker op acht ton. Achthonderddui zend. En ik steek er beslist niet mijn hand voor in het vuur, dat ik er geen cent boven kom. De architect waagde zich niet een bedrag te noemen, maar ik kon aan zijn gezicht wel zien, dat driekwart miljoen, wat ik opperde, in zijn ogen nauwelijks vol doende zou zijn." Hielkje schrok niet gauw, maar keek toch wel verbaasd. „Acht ton! Maar lieverd, waar wil je dat vandaan halen?" Hij keek naar het verwonderde gezicht van zijn vrouw en trok haar in een op welling op zijn schoot. „Breek jij je lieve hoofdje daar maar niet over, schat. Dat komt allemaal best in orde. Zorg jij er maar voor, dat we volgend jaar een zoon hebben." Ze vleide zich tegen hem aan. „En als het nu weer een dochter is, Giep? Wat dan?" vroeg ze zacht. „Dan is ze vanzelfsprekend even welkom, wat dacht je? Maar ik had toch wel graag een zoon Toen alle plannen eenmaal rond waren, kwam nog vrij snel de bouwvergunning af en veertien dagen later begon men met het grondwerk. Dagelijks ging Giep even kijken. Thuis maakte hij weer berekeningen en begreep, dat hij veel geluk zou moeten hebben, als in de voorzomer van 1949 alles onder de pannen zou zijn. Als eerst de grote hal maar klaar was, dan kon hij zijn meubelvoorraad over laten brengen en was hij tenminste van die huur af. Op gezette tijden reed het echtpaar met de kinderen naar Dronrijp, waar iedereen gezond was en Sake geleidelijk aan de teu gels overgaf aan zoon Fokke, die het bedrijf te zijner tijd zou overnemen. Dan reden ze zondags na kerktijd nog even door naar Snakkerburen, naar Douwe en Catrien, be wonderden daar hun zoon en bespraken de zaken. Want Douwe had al moeilijk heden gehad met Maarten, omdat deze in zijn rayon, de drie noordelijke provincies, aktief was geweest en aan een nieuwe zaak een grote partij meubels had verkocht. „Die knul schiet onder mijn duiven en wat kan ik er aan doen? In feite is hij ook nog mijn baas." „Wat zegt Pomstra ervan?" „O, met hem is wel te praten. Hij heeft beloofd Maarten onder handen te nemen." „Waar werkt Maarten eigenlijk? Ik be doel: welk rayon heeft hij?" „Officieel eigenlijk niets. Ik heb nog altijd geen idee, of hij systematisch werkt of zo maar eens te hooi en te gras wat orders weet los te krijgen. Ik denk, dat ie wel vaak in het zuiden zit." Nu schoot het Giep te binnen, dat Maar ten ook al aan het werk was geweest in Utrecht. Weliswaar in dat deel van de pro vincie, dat officieel niet tot zijn rayon be hoorde, maar omdat er toch nooit iemand uit Leeuwarden kwam, had hij geleidelijk aan de hele provincie als zijn werkterrein gaan beschouwen. Giep wist nu, dat Maar ten er al menige order, die hij anders kreeg, in de wacht had gesleept. „We moeten maar eens een keer naar Leeuwarden om met Pomstra te praten," meende Giep. „Mij dunkt, er is toch zeker nog plek genoeg voor Maarten om af te werken. Als ik denk aan Overijssel en de rest van Gelderland, dan heeft hij een groter rayon dan ik. En denk eens aan het zuiden Douwe haalde de schouders op. „In het zuiden krijgen wij toch geen voet aan de grond. Daar zitten zoveel andere fabrieken." (Wordt vrevolgd). VOOR ONZE VOORVADEREN WAS SCHEREN EEN MARTELENDE BEZIGHEID Vrijwel geen enkele moderne man be schouwt het dagelijks scheerkarwei als een regelmatig weerkerende ellende. De moderne middelen die ons ten dienste staan, zijn van dien aard, dat we ons in een wip en zonder problemen keurig glad scheren. Wanneer u zo in de vroege morgen met het scheren bezig bent, denkt u dan eens aan uw voorvaderen, voor wie dit zelfde werk niet minder dan een marte lende bezigheid was. Reeds eeuwenlang voert de man een verbeten strijd met de stoppels die zijn gelaat ontsieren. Het is een eenzijdig ge vecht, want de baard is een onverslaanbaar monster. Hoe heviger men strijdt, des te sterker en veelvuldiger toont de tegenstan der zijn wapens. Bij alle volkeren in de grijze oudheid werd de baard in ere gehouden. De grote goden van het heidendom werden met een baard afgebeeld en ook Mozes bemoeide zich met de baard. Hij kondigde namelijk af, dat mannen zich niet mochten scheren; slechts slaven en zwakken werden geschoren. De bewoners van Kreta schoren als straf de baard af van dieven en brandstichters en de Spartanen deden dit bij gedeserteerde soldaten. In die tijden betekende het baard loos zijn een schande. De Grieken dachten er anders over. Bij hen zien wc keurig gladgeschoren gezichten op de afbeeldingen. De beroemde veldheer Alexander de Grote, heeft de mode om zich te scheren sterk verbreid en via Sici lië, kwam de scheergewoonte naar het oude Rome. Pro en contra baard wisselden daar nogal met de verschillende heersers. Scipio Africanus verbood het dragen van een baard, behalve als teken van rouw. Keizer Hadria- nus voerde de baard echter weer in, maar keizer Constatijn deed hem weer in de ban en zo ging dat nog lange tijd door. De oosterlingen hebben zeer lang de baard in ere gehouden. In Egypte mochten slechts edellieden een vierkante baard dra gen en het gewone volk moest glad ge schoren door het leven. In Rusland is heel lang de baard in ere geweest, totdat Peter de Grote, die de westerse zeden in zijn land wilde door voeren, het dragen van de baard verbood. Een hevig oproer was hiervan het gevolg en de vorst werd gedwongen de maatregel in te trekken. Het baarddragen werd wel toegestaan, maar er werd zwaar belasting op geheven. Daardoor lieten de Russen zich niet afschrikken en het geld stroomde in de schatkist. Slechts heel langzaam hebben de scheer- methoden zich in de loop der tijden ont wikkeld en veel van onze voorvaderen heb ben ongetwijfeld gejammerd over de ellende die hen was „beschoren". Het scheermes van de oude Grieken had veel weg van een sikkel. Hiermede kon men echter niet alle behaarde plaatsen bereiken. De resterende plukjes haar moesten gewoon met een tangetje worden uitgetrokken. Een uiterst pijnlijke zaak. De Romeinen gebruikten reeds een meng sel van vet en alcali, om de baardharen wat soepeler te maken voor de behandeling. De Egyptenaren gebruikten een mes, dat veel op een beitel leek! De Germanen had den koperen scheermessen en elders waren nog andere martelwerktuigen in gebruik, zoals scherp geslepen stenen, stukken bam boe, schelpen en wat al niet meer voor materialen. Steeds weer kwam het er op neer dat het scheren een bijzonder on plezierige zaak was, waaraan de mannen zich dienden te onderwerpen. Tegenwoordig hebben we geen problemen meer. Velen scheren zich elektrisch, zonder gebruik van water en zeep en daartoe staan« hen de modernste apparaten, voortreffelijke stukjes van onze hoogontwikkelde techniek ter beschikking. Anderen houden het bij het oude vertrouwde scheermes en gebrui ken nog water en zeep. Maar ook hier hebben zich ontwikkelingen voorgedaan, die het scheren een werkje van korte duur maken en wat zeker geen marteling meer is. Prima gladgeschoren in een wip is te genwoordig een normale zaak. Wanneer de „ouden" eens om een hoekje konden kijken, zouden ze ons benijden. Kruiswoordpuzzel no. 484 Horizontaal: 1. voorzetsel - 3. jongensnaam 6. schrede - 8. voorzetsel - JO. vaartuig 11. geur - 14. bejaarde - 15. wrede keizer 17. godheid - 19. ter attentie van (afk.) 21. wederhelft - 23. gelofte - 25. boos 27. stuk grond - 28. telwoord - 30. gebied 33. schillen - 35. vaartuig - 36. afvoerbuis 39. jong dier - 40. Fr. lidwoord - 41. tweetal - 42. gebruik in kleding - 43. vaartuig - 44. opening - 46. drank - 48. ontkenning - 50. afgod - 52. elke - 55. in orde - 56. Europeaan - 58. drank - 59. wate ring - 61. opzoeken - 64. voorzetsel - 66. vul kaan - 67. verstand - 69. advies - 70. plaats in Frankrijk - 72. land in Europa - 74. af standsmaat (afk.) - 75. bijb. naam - 76. bergweide - 77. goud (Fr.). Verticaal: 1. in orde (afk.) - 2. familielid 3. kledingstuk - 4. bericht - 5. zangnoot 6. handelsterm - 7. noodsein - 8. begrip 9. deel van een Franse ontkenning - 12. Europese hoofdplaats - 13. drank - 16. landbouwwerktuig - 18. bez. voornaamw. 19. stapel - 20. omroepvereniging - 22. van het jaar - 23. rivier in Spanje - 24. Spaanse titel - 26. gymnasticktoestel - 29. armoede - 31. soort dans - 32. soort bank roet - 33. stofvöuw - 34. draagvat - 37. meisjesnaam - 38. familielid - 45. plant 47. lijst - 49. verharde huid - 50. graaf- diertje - 51. munt - 53. vogel - 54. aanzien 56. zijrivier van de Donau - 57. vreemde 60. plaats in N.-Holland - 62. tegen - 63. tijdperk - 65. rivier in Spanje - 66. plaats in Gelderland - 68. water in Utrecht - 69. godsdienst (afk.) - 71. bestaat - 73. bijwoord. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 483 Horizontaal: 1. USA - 4. overvol - 9. das 11. leb - 13. as - 14. on - 15. Eem - 16. lo 17. aantasten - 21. es - 23. staand - 25. pikant - 27. rr - 28. ai - 30. ao - 31. er 32. sinaasappelen - 37. sta - 38. ag - 39. tm - 40. nog - 42. Ee - 43. sr - 44. ego 45. af - 46. du - 47. tno - 49. db - 51. si 52. kil - 53. onderstelling - 59. zr - 60. os 61. mi - 62. ra - 64. freule - 68. koepel 71. To - 72. indrukken - 75. Ik - 76. bof 78. ei - 79. Ee - 80. Eva - 82. neb - 83. kroning - 84. ons. Verticaal: 2. slot - 3. ae - 5. vandaag - 6. Est - 7. vos - 8. ontpopt - 9. de - 10. amen 12. Baarn - 15. enkel - 16. LSK - 18. An 19. Ab - 20. ei - 22. sta - 24. arie - 26. aren - 29. is - 30. ap - 32. steno - 33. aarde 34. angst - 35. email - 36. nodig - 37. set 41. gul - 48. onze - 50. broeder - 51. slikken 52. knap - 54. druif - 55. ss - 56. em - 57. Irene - 58. oft - 63. elk - 65. robe - 66. In 67. nu - 69. oe - 70. elan - 73. Rip - 74. kei - 77. Ob - 81. vo.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1976 | | pagina 1