een geheel nieuwe wereld
Vismijn Colijnsplaat niet voor
1 januari 1977 dicht
Drink jy
of drink ik
In de raadsvergadering van de gemeente
Kortgene van donderdag 3 juni j.l. werd
dit besluit na uitvoerige toelichting en
discussie, waaraan alle aanwezige raads
leden deelnamen zonder hoofdelijke
stemming genomen.
Voor men aan dit ene punt op de agenda
begon, herdacht de voorzitter, burgemeester
P. J. Evers, het plotselinge overlijden van
het raadslid Breure. Op de begrafenis van
het raadslid had hij de droeve taak ook
namens de gemeente verricht, maar wilde
niet nalaten dit ook in de raad te doen.
Met enige ogenblikken stilte herdacht
de raad het verscheiden van deze markante
figuur, waarna het lid Klaassen de persoon
van Breure belichtte.
Hij zei hierover:
Nauwelijks een paar maanden geleden
hadden wij in de gemeenteraad een vacature
door het vertrek van de heer Koole naar
Kruiningen. In mijn welkomstwoord tot de
heer De Looff heb ik gezegd, dat een
tussentijdse vacature maar heel zelden voor
komt in de gemeenteraad van Kortgene,
dan alleen door overlijden van een des
betreffend raadslid.
Wat zijn mensenwoorden toch betrek
kelijk, ook al berusten die op ervaringen.
Sinds vorige week vrijdag is er weer
een nieuwe vacature ontstaan door het
plotseling overlijden van de heer Breure.
Dit overlijdensbericht is als een schok
door ons heengegaan. Mogelijk hebben wij
de kreet geslaakt: Waarom de heer Breure?
Hij is niet oud geworden: 62 jaar en
was voorzover wij hem hebben gekend,
nog helemaal niet levensmoe. Hij was een
heel bijzonder man, naar het scheen een
eenling in de raad. Wanneer hij het nodig
vond om z'n principe's uit te dragen, ook
al stond hij dan vaak alleen, dan wist hij
van geen wijken.
Hij was ook iemand met een bijzonder
zakelijke, materiële inslag. Hij beschikte
over een goed inzicht en had veel kennis
van gemeentezaken; daarin was hij een
dominerende kracht in de goede zin van
het woord (niet overheersend).
Hij wist ook vaak de nodige humor op
te brengen, wat zo heel eigen aan hem was.
Hij kon (misschien niet bewust) met verve
een dubbele rol spelen.
Zo soepel en meegaand hij kon zijn op
maatschappelijk, zakelijk terrein, zo recht
lijnig en onverbiddelijk was hij in princi
piële geloofszaken. Ik heb dat nooit zo goed
begrepen voorheen, maar nu na de rouw
dienst heb ik wat meer informatie en in
zicht gekregen in die dingen.
Aan de grammatica van de Nederlandse
taal heeft hij nooit zwaar getild. Meestal
sprak hij een z.g. moeilijk woord uit zoals
het geschreven stond, maar dat betekende
niet, dat hij niet begreep waarop het be
trekking had.
Wij hebben veel plezier met hem gehad,
omdat hij zelf vaak de aanleiding gaf voor
een vrolijke noot. Wij zullen hem missen
op onze vergadering, want hij was ons aller
vriend.
Natuurlijk gaan ook vandaag onze ge
dachten uit naar zijn vrouw en kinderen.
Ook die zullen hem node missen.
Mogen zij kracht en troost ontvangen
om het leed te dragen en verder te kunnen
gaan, van Hem die troosten kan.
Hierna komt de behandeling van het
Vismijnbedrijf te Colijnsplaat aan de orde.
In zijn toelichting zegt de voorzitter,
dat deze vergadering een week is vervroegd;
dit naar aanleiding van een ingekomen brief
van Rijkswaterstaat.
Uit deze briet, aldus de voorzitter, ko
men twee belangrijke punten naar voren.
Ten eerste de financiële toestand tot 1
januari 1976, tot welke datum in de geleden
tekorten wordt tegemoetgekomen met een
bedrag van ƒ200.000,en ten tweede dat
na 1 januari 1976 niet meer mag gerekend
worden op een bijdrage in het exploitatie
tekort van de vismijn.
Hierna gaat de voorzitter in op een brief
van Zevibel van 31 mei 1976. Hij is ver
heugd uit die brief te vernemen, dat de
vissers bereid zijn de aanvoer op de mijn
zo hoog mogelijk te doen zijn. In de brief
staat letterlijk: „De bereidheid van ALLEN,
om zich in te zetten, de aanvoeren tot een
maximum op te voeren, is ten volle aan
wezig en men wil daartoe aanzienlijke
offers brengen in die zin, dat de vangst
van schepen, die elders havenen, naar de
mijn in Colijnsplaat wordt vervoerd, ten
einde daar af te slagen en een zo hoog
mogelijke besomming te Colijnsplaat te be
reiken. Wij hebben dit nadrukkelijk door
elke aanwezige doen verklaren en beamen."
Vervolgens zegt de voorzitter, dat uit
het maandoverzicht van mei is komen vast
te staan, dat dertien schepen regelmatig
hebben aangevoerd en twee schepen slechts
één week. Hij noemt dit een bemoedigend
teken.
Twee factoren beheersen het voortbestaan
van de vismijn: de aanvoer en de loonkosten.
Wat het laatste betreft komt er een nieuwe
situatie: slechts één mijnmeester/admini-
strateur en één mijnknecht. Wat de aan
voer betreft heeft men niets in de hand.
Het laat zich aanzien dat de omzet van
drie miljoen niet gehaald zal worden, daar
ook de prijzen nog slecht zijn.
Namens b. en w. stelt hij voor de mijn
niet te sluiten vóór 1 januari 1977. Het
college heeft eerst overwogen deze datum
te stellen op 1 oktober 1976, maar aange
zien het beste visseizoen na 1 oktober
aanvangt, zou het niet eerlijk geweest zijn
dit niet mee te nemen. Ook in verband
met het toerisme, waarvoor de vismijn
altijd een grote trekpleister is. Het zou
voor Colijnsplaat een flinke slag geweest
zijn.
In de hierna volgende discussie vraagt
mevr. Van Oeveren in hoeverre die twee
ton van Rijkswaterstaat de werkelijke te
korten van de vismijn dekt. Volgens de
heer Meesen bedragen die ruim drie ton.
Zij zegt verder dat men weet dat de visserij
een wisselend bedrijf is, maar wij moeten
ook vertrouwen hebben in de medewerking
van de vissers, zoals de brief aantoont. Zij
gaat graag met het voorstel van b. en w.
mee.
De Smit wil de mijn niet zo maar zonder
meer sluiten en zou graag zien, dat de
onderhandelingscommissie zou blijven be
staan. Hij vindt de tijd van drie jaar, die
men heeft moeten wachten op de antwoord
brief van Rijkswaterstaat wel wat heel erg
lang en tekent bezwaar aan tegen het af
schepen met slechts twee ton. Om de vis
sers een gerede kans te geven, prefereert
hij openstelling van de mijn tot 1 juli 1977.
Hij is echter zeer somber gestemd en waar
schuwt op te passen dat het geschatte
tekort van plm. '84.000,niet oploopt
tot 1 a lV2 ton.
De voorzitter zegt moeite te hebben
met het woordje „afschepen". U moet we
ten, dat de gemeente géén rechten heeft
op Rijkswaterstaat. Na het klaarkomen van
haven en mijn zou de exploitatie in handen
gegeven worden van D.E.L., maar die zeiden:
wij zijn aanvoerders, geen verkopers. Een
morele plicht ziet de voorzitter echter wel,
die nu na veel onderhandelen en lange tijd
wachten gehonoreerd is. Hij is zeker niet
ontevreden en stelt voor het verleden per
1 januari 1976 af te sluiten. Er zijn drie
vismijnen in Zeeland, die alle drie met een
tekort draaien. En daarvan is Colijnsplaat
de kleinste. Het is dus niet zo verwon
derlijk, dat men dit aantal dus van drie
naar twee terug wil brengen. Vlissingen
en Breskens krijgen dan wat meer aanvoer.
Klaassen staat achter het gezegde van
De Smit. Hij is niet zo enthousiast over de
brief van Zevibel. Er is maar een enkele
goedwillende en voor de rest: veel beloven,
maar niets doen.
De voorzitter is het daar in zijn alge
meenheid wel mee eens, maar voelt zich
momenteel toch wel gerust, zeker naar
aanleiding van de maand mei. Als men
ziet dat vorig jaar maar 7 h 8 schepen
OP WEG NAAR
Diverse uitvindingen hebben in de loop
der eeuwen een bijzonder grote invloed ge
had op de mens en zijn maatschappij. We
behoeven hierbij maar te denken aan de
uitvinding van het vuur, het wiel, de boek
drukkunst en zo zouden we kunnen door
gaan. Verliepen er vroeger vele eeuwen,
alvorens de ene belangrijke uitvinding de
andere opvolgde, tegenwoordig en zeker
sinds de laatste tientallen jaren, volgt de
ene belangrijke vinding de andere op in
snel tempo. Het beeld van de wereld waar
in de mens leeft, verandert in onze tijd
zo snel, dat zelfs één generatie aan het
einde van het leven een geheel andere
wereld aanschouwt, dan aan het begin. Het
ziet er overigens naar uit, dat deze ont
wikkeling zeker in dit tempo zal doorgaan,
zo zelfs niet nog verder zal versnellen.
De grote vraag die velen bezighoudt is
wel: welke wereld mogen we over enige
tientallen jaren verwachten? Dit heeft geleid
tot een geheel nieuwe tak van wetenschap,
die men futurologie noemt en die zich
bezighoudt met het opstellen van toekomst
verwachtingen aan de hand uiteraard van
de huidige ontwikkelingen. Daarin zijn na
melijk bepaalde tendensen aanwezig, die
duidelijk wijzen in de richting van een ze
kere ontwikkeling, die niet te stuiten zal
zijn.
We hebben dit kunnen zien na de uit
vinding van de atoomsplitsing. Verschillende
toen nog science fiction lijkende toekomst
verwachtingen zijn nu reeds werkelijkheid
geworden, zoals het gebruik van atoom
energie voor schepen en de aanwending
van kernenergie voor de opwekking van
elektriciteit. Het staat wel vast, dat deze
ontwikkeling nog verder zal voortgaan en
dat dit zal resulteren in het gebruik van
kernenergie voor diverse vredelievende doel
einden, waarin we nu nog nauwelijks kun
nen geloven. Ook de kernfusie, namelijk
het samensmelten van atomen, zal onge
twijfeld in de toekomst een gigantische
bron van energie gaan worden, die ook weer
vele toepassingsmogelijkheden zal opleveren,
zoals bijvoorbeeld voor moderne verwar
ming, e.d.
Toch zijn dat in wezen allemaal dingen,
die nog nauwelijks toekomst genoemd mo
gen worden, omdat we ze nu reeds kennen
of binnen korte tijd goed zullen leren ken
nen. Iets anders ligt dat met zaken die
momenteel nog in een bijzonder pril sta
dium bevinden en waarvan het grote publiek
nauwelijks iets weet of heeft gehoord en
die toch over enkele tientallen jaren er toe
zullen bijdragen om onze wereld een ge
heel nieuw aanzien te geven.
In de eerste plaats denken we hierbij
aan de computer. Dat ingenieuze stukje
aanvoerden en soms maar 3. Ook de vis
sers zijn er van doordrongen en hebben
een koelwagen aangeschaft. Klaassen: daar
mee kan men ook naar een andere mijn
rijden.
Ook Geelhoed vindt dat de mijn behouden
moet blijven en het doet hem genoegen
dat de vissers hun medewerking willen
verlenen. In en rond Colijnsplaat zijn geen
campings of iets dergelijks, maar door de
mijn heeft Colijnsplaat toch een goede trek
pleister. Hij ziet een groot aantal busreizen
niet meer in Colijnsplaat halt houden,
wanneer de vismijn er niet meer zijn zal.
De Looff heeft ook moeite met het bedrag
van Rijkswaterstaat op zich. Een mogelijke
sluitingsdatum ziet hij graag verlegd naar
1 april 1977, dan kunnen de resultaten over
1976 verwerkt zijn. Ook het dorpsbelang
speelt bij hem mee en de directe en indirecte
werkgelegenheid.
De Smit wil de mijn ook wel behouden,
maar niet tegen elke prijs. Hij dringt aan
op een goede controle bij de aanvoer en
zegt verder nog dat het hem verbaast dat
15 jaar geleden de mijnrechten 3waren
en vandaag de dag nóg. In dat verband wijst
hij op de fruitveilingen, die wél hun rech
ten hebben verhoogd. De voorzitter geeft
dit toe, en zegt dat dit een zeker gentle-
ments-agreement is, wat voor geheel Neder
land geldt.
Tot slot van de discussie zegt Welleman
dat men bewust de datum van 1 januari
1977 heeft aangehouden om een zekere stok
achter de deur te hebben. Ook goud kan
men te duur betalen, maar het behoud
van de vismijn te Colijnsplaat is hem toch
veel geld waard.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hier
na besloten de datum op 1 januari 1977
te stellen.
Hierna werd nog even gesproken over
de aan te trekken mijnmeester/administra-
teur, of, zoals de voorzitter uitdrukte, wij
zoeken hiervoor een schaap met vijf poten.
Geelhoed wilde na afloop van de ver
gadering de voorzitter wel een tip in die
richting geven, maar De Smit wilde en
verkreeg de belofte dat per advertentie naar
zulk een persoon in openbare functie werd
gevraagd.
In de rondvraag komt De Smit nog even
treug op de zwemgelegenheid in de jacht
haven te Colijnsplaat, dat dat toch eigen
lijk wel mee viel. De voorzitter beaamt dit
en zegt dat men de vlonders gebruikt en
soms misbruikt. Hij heeft De Smit gelijk,
wanneer die zegt dat de steigers toch open
baar zijn, evenals het haventerrein.
Tot slot van de vergadering zegt Welle
man dat er een oplossing gevonden is
voor de decoratieve verlichting in de Hoofd
straat van Kortgene. In een gesprek met
Middenstand en PZEM is er iets gevonden
dat licht vandalisme tegen gaat. De over
name zal 2000,— gaan kosten.
techniek, dat tot wonderlijke prestaties in
staat is, die in bepaalde opzichten de
menselijke geest zelfs voorbij streven. We
behoeven hierbij maar te denken aan het
simpele feit, dat dergelijke computers in
staat zijn de meest ingewikkelde bereke
ningen te maken in onderdelen van secon
den, iets dat geen mens zou kunnen pres
teren. Nu is de computer niet een van die
uitvindingen waarvan velen nog niet ge
hoord hebben. Iedereen heeft wel eens over
computers als een soort rekenrobots horen
praten, maar veel buitenstaanders weten
niet, dat computers veel meer kunnen, dan
alleen maar erg ingewikkelde berekeningen
in korte tijd maken. Er zijn ontwikkelingen
in de computertechniek gaande, die de
computer mogelijkheden gaan geven, die de
mens volledig in de schaduw zullen stel
len. Het is een ontwikkeling die beslist
niet kan worden tegengehouden en dus
zullen we er in de toekomst rekening mee
moeten houden en mee moeten leren leven.
Dan zijn er de machines gekoppeld aan
computers, die volautomatisch werkzaam
heden verrichten, waarbij we spreken van
automatisering. De machines doen het
werk en de mensen worden overbodig. Op
het oog zal men zeggen, dat de toekomst er
maar somber uitziet, maar de mens en zijn
maatschappij passen zich aan en zo ont
staat in een betrekkelijk zeer korte tijd
een geheel nieuw wereldbestand.
Wat is namelijk het geval? Die machines
waarover we spraken, moeten tenslotte ook
worden ontworpen, vervaardigd en dat
brengt weer een geheel nieuwe techniek,
branche en werkzaamheden met zich mee.
De machines zullen het werk van veel
mensen kunnen doen, maar tenslotte zullen
deze machines ook moeten worden bediend,
gecontroleerd, onderhouden, eventueel ge
repareerd e.d. Mensen blijven er steeds no
dig, maar slechts weinigen en dan nog
alleen zij, die zullen behoren tot de tech
nisch bijzonder begaafden.
Deze ontwikkeling zal ongetwijfeld weer
aanleiding zijn tot grote sociale spanningen,
zoals we die bij de industriële ontwikkeling
vroeger ook hebben gekend.
Maar de futurologen verwachten dat door
de logische ontwikkeling ook hier oplos
singen voor komen, zoals bijvoorbeeld in
het sociaal-ecenomische vlak, waarbij de
goedkope arbeidsprestaties van de compu
ter-robots, tenslotte de gehele maatschappij
op de een of andere wijze ten goede zal
komen, waardoor een belangrijk deel van
de te verwachten sociale spanningen kunnen
worden opgevangen.
Daar zal het echter niet bij blijven. Wil
de mens tenslotte niet geheel in de macht
van deze robots geraken, dan zal het nodig
zijn, dat hij ze volledig onder controle
houdt en daartoe zullen alleen zeer hoog
begaafde mensen in staat zijn. Uiteraard
is, zoals de zaken nu liggen, dit slechts
een zeer dunne bovenlaag in onze wereld.
Wanneer het aantal van deze intelligentie
elite klein blijft, bestaat de mogelijkheid,
dat het in de toekomstige ontwikkelingen
niet zij het niet alleen kunnen bolwerken.
Hunt aantal zou te klein zijn en hun werk
zaamheden te veel omvattend en hun ver
antwoordelijkheden te groot.
Er is dus in de toekomst grote behoefte
aan een groot aantal mensen met een hoge
IQ, aan zeer begaafden. Maar het probleem
blijft, waar haalt men die mensen vandaan?
Bij een gerichte methode van belangstelling
kweken voor de technische wetenschappen,
e.d. zullen er uit het beschikbare poten
tieel nog vele krachten kunnen worden
aangetrokken, maar het staat wel vast,
dat er in de toekomst onherroepelijk een
tekort zal ontstaan als er althans geen
verandering komt op dit gebied.
Hiermee komen we op een geheel ander
toekomstterrein. Mede door deze te ver
wachten behoefte, maar uiteraard ook nog
door diverse andere ontwikkelingen, zal er
in de toekomst een geheel ander type mens
ontstaan. Een mens met hogere morele
waarden en met een hoger IQ. Het nare is
echter, dat deze ontwikkeling bij de soort
mens, zich zeer langzaam voltrekt, terwijl
daarnaast de technische ontwikkelingen met
zevenmijlslaarzen voortgaat. Het staat wel
vast, dat onze persoonlijke ontwikkeling
de ontwikkeling van de technische wereld
om ons heen niet kan bijhouden en dan
zou alles uit de hand lopen.
Op bio-chemisch terrein zijn er echter
ook bijzonder grote en belangrijke ontwik
kelingen gaande, die nu nog in een pril
stadium verkeren, doch die waarschijnlijk
in de toekomst een bijzonder belangrijke rol
zullen gaan spelen. Het is zeker niet on
denkbaar, dat de mens in die toekomst in
staat zal zijn op kunstmatige wijze zijn
intelligentie te verhogen door jmiddel van
toediening van bepaalde stoffen. Dat zou
op zich al een bescheiden bijdrage zijn,
die kan helpen het probleem op te lossen.
Maar de futurologen zien nog andere
toekomstbeelden die samenhangen met deze
bio-chemische ontwikkeling. Namelijk de
geboorte van een geheel nieuw soort mens.
De tijd is waarschijnlijk niet ver meer, dat
men in slaat is in te grijpen in de erfelijke
eigenschappen van de mens en in dat geval
zal men kunnen komen tot een „super
individu" en daarmee zou de zich lang
zaam voltrekkende ontwikkeling van de
mens ineens een grote sprong vooruit
maken.
Nu moet men niet denken, dat al deze
schijnbare science-fiction beelden nog ver
in de toekomst liggen, want zoals reeds
eerder gezegd, de ontwikkeling gaat razend
snel en we moeten er rekening mee houden,
dat een en ander reeds voor onze kinderen
werkelijkheid zal kunnen worden.
HYPNOSE
De hypnose bij mens en dier is niet ge
heel met elkaar te vergelijken. Het dier
blijft zijn „bewustzijn houden", de mens niet
Een dier dat door zijn belager „gehyp
notiseerd" wordt, blijft roerloos liggen,
vaak met gesloten ogen om zo de indruk
te wekken dood en cadaver te zijn. Voor de
belager is zo'n dier dan oninteressant, om
dat hij liever een verse en levende prooi
oppeuzelt, dan een cadaver.
Eens was de mens in het oer-verleden
ook gedoemd zich dood te houden bij een
aanval, omdat de aanvaller sterker was
dan hij, zo meent Gallup. Maar door de
technologische en culturele ontwikkeling
in de loop van duizenden jaren heeft de
mens zich van deze en andere selectieve
drukken bevrijd, zodat zijn harde strijd om
het naakte bestaan een andere, minder bio
logische werd. Zo langzamerhand raakte
hij bedoeld reageren op het zien van gevaar
kwijt. Zo'n reactie heeft nu trouwens geen
nut meer. Hij heeft geen dier meer te
vrezen; hij is immers daarboven uitgestegen
als triomfator.
Ziehier de nieuwe visie van Gallup op
het hypnotisch gedrag bij mens en dier.
HOUDT HET HOOFD KOEL EN DE
VOETEN WARM
„Houdt het hoofd koel en de voeten
warm" is een al zeer oude en bekende
uitdrukking, die eigenlijk bedoelt dat men
zich lichamelijk en geestelijk in goede con
ditie moet houden. Nu kan men zich af
vragen waarom men in goede conditie
blijft wanneer het hoofd koel en de voeten
warm zijn en daarop kan de wetenschap
nog steeds geen antwoord geven. Maar dat
neemt niet weg, dat wel werd bewezen,
dat deze uitdrukking, die al zo oud is,
een kernachtige waarheid bevat.
Uit onderzoekingen is komen vast te
staan, dat wanneer men het hoofd „kop"
van de koe koel houdt, dit nuttige dier
meer melk produceert dan wanneer dit
niet gebeurt. Vergelijkende onderzoekingen
toonden dit aan. Aanavankelijk dacht men
dat de dieren helemaal koel moesten staan
en dat bracht natuurlijk nog wel wat extra
kosten met zich mee, maar kortgeleden
ontdekte men, dat het alleen gaat om de
kop en een deel van de hals. Als die op
warme dagen koel worden gehouden, dan
stijgt de melkproduktie van deze dieren.
Bij varkens is iets soortgelijks gecon
stateerd. Wanneer bij deze dieren vooral
de snuit koel wordt gehouden, dan neemt
het dier sneller in gewicht toe.
In afdelingen van de universiteit van
Missouri in de Verenigde Staten doet men
reeds jaren lang onderzoekingen op dit
gebied. Men heeft de feiten kunnen vast
stellen, doch heeft nog niet kunnen ont
dekken wat de oorzaak is van dit fenomeen.
SPORTDAG BASISSCHOLEN VAN
NOORD-BEVELAND
Onder goede weersomstandigheden is vrij
dag 4 juni de jaarlijkse sportdag gehouden
in Wissenkerke. Alle leerlingen van de hoog
ste klassen streden 's morgens om de titel
sportman en sportvrouw 1976 van Noord-
Beveland.
Na het afleggen van verschillende proe
ven was de uitslag als volgt: Sportman
1976: Cor Versluis, Kamperland; tweede
werd Chris Leestemaker, Wissenkerke en
derde werd Edwin Verhorst, Colijnsplaat.
Bij de meisjes werd Sportvrouw 1976:
Ilse Swint, Geersdijk; tweede werd Petra
Zuidweg, Kamperland en derde werd Ma
rianne v. Laarschot, Colijnsplaat.
Bij de touwtrekwedstrijden, die 's mor
gens gehouden werden was de uitslag: 1.
O.L.S. Kortgene; 2. C.N.S. Kamperland; 3.
C.N.S. Wissenkerke.
's Middags kwam als eerste bij de esta
fette uit de bus: de C.N.S. Kamperland;
als tweede: de O.L.S. Colijnsplaat; als derde:
de C.N.S. Wissenkerke.
Hierna deden alle leerlingen mee aan
een prestatieloop van 3 km, waarvoor ze
een herinneringsvaantje ontvingen.
WIJ BELEVEN DE GROOTSTE OMWENTELING IN DE GESCHIEDENIS