VREEMDE AANZOEKEN
PAARDEBLOEMEN
REDDEN VELEN HET LEVEN
Nieuwe vormen van
INSEKTENBESTRIJDING
VLOERBEDEKKING
Wegens annulering order buitenlandse luchtvaartmij. kantoren/annex woning-
komplex op vliegveld Zestienhoven te koop voor minder dan de halve prijs
Div. soorten o.a. 300 m2 zuiver scheerwol tapijt 400 cm breed, winkelwaarde
225,p. mtr. Nu per strekkende meter 98,—. Enkalon tapijt excellent 400 cm
breed, in herfst- en kastanjekleur, winkelwaarde 139,nu per strekkende meter
69,—. Gebloemd tapijt, 400 cm breed, winkelwaarde 179,—, nu per strekkende
meter 89,—.
Intertest 100% zuiver scheerwol tapijt, 2 cm hoge pool (direktie-kantoren) ge
weven op dubbele jute rug, winkelwaarde 425,—, nu per strekkende meter 189,—.
Zuiver wol gebloemd, 400 cm breed, van 398,nu voor 225,—.
INLICHTINGEN STALEN AGENCY IMPORT, TEL. 02245 5 92.
'S LANDS WIJS IS 'S LANDS EER
De liefde, het aanzoek en het huwelijk
zijn zo oud als de wereld. Inderdaad is er
in de loop der tijden wel het een en ander
veranderd, maar het leidt alles tot hetzelfde
resultaat, er wordt een gezin gesticht.
In heel oude tijden maakte de man er
zich weinig zorgen over. Hij stapte naar
de vrouw zijner keuze en sleepte haar aan
de haren mee naar zijn woning. En de
jonge vrouwen maakten zich evenmin zor
gen en wachtten geduldig op de man die
haar een keer zou meesleuren. Bij sommige
Eskimo's wordt dit systeem nog altijd toe
gepast.
Maar met het vorderen van de beschaving
kwam hier ook verandering in. De vader
liet zijn dochter niet meer zo maar bij
de haren wegslepen. Hij wenste een ver
goeding voor het afstaan van zijn dochter,
want de mogelijkheid was niet uitgesloten,
dat de vader op de verzorging door zijn
dochter was aangewezen, wanneer zijn vrouw
mocht overlijden. Deze verzorging moest
hij ontberen en daarvoor diende een schade
loosstelling te worden gegeven. De minnaar
moest nu zijn geliefde kopen. Dat hierbij
door de vader of beide ouders soms weinig
op het toekomstige geluk van de dochter
werd gelet en het meisje aan de meest
biedende werd geschonken, moet gezocht
worden in een sterk materialistische neiging,
die de mens reeds blijkbaar vanuit zeer
oude tijden beheerst.
Vraag en aanbod.
Van die tijden af was dus de toestemming
der ouders, hoofdzakelijk van de vader,
verplicht voordat men tot een huwelijk
kon overgaan. In verschillende werelddelen
bestaat dit koopsysteem nog.
Gelijke tred houdende met de voort
schrijdende emancipatie van de vrouw wordt
er steeds meer met haar wensen en ge
voelens rekening gehouden. Tenslotte ver
dween in de beschaafde wereld de koop
geheel en kwamen jonge mensen slechts
tot elkaar door wederzijdse liefde. Natuur
lijk doen zich nog heden ten dage excessen
voor, doch die mogen we als uitzonderingen
beschouwen. In de moderne maatschappij
kiest de jongen het meisje en het meisje
de jongen en veelal geven de ouders hun
toestemming tot het huwelijk, zonder daar
bij aan eigen baat te denken.
Het aanzoek is echter voor vele jonge
mannen toch altijd nog een moeilijk pro
bleem, de dapperste en grootste praatjes
maker staat in dat geval dikwijls met de
mond vol tanden en met knikkende knieën.
Takken en kransen.
In Japan is dit eenvoudiger. De verliefde
jongeman behoeft niets anders te doen, dan
een tak van een speciaal soort heester te
snijden en deze op te hangen voor het
huis van zijn geliefde. Blijft de tak hangen
totdat ze verdord is, dan heeft het meisje
geen belangstelling voor hem. Wordt de tak
echter binnengehaald, dan weet hij zonder
risico een blauwtje te lopen, de stoute
schoenen aantrekken en zijn opwachting
bij haar maken.
In sommige delen van Zwitserland zijn
de rollen omgekeerd. Daar kent men het
feest van „de liefdeskransen", dat elk jaar
gevierd wordt. De ongetrouwde meisjes uit
het dorp verzamlen bloemen en maken
daar prachtige kransen van. Als de avond
is gekomen, gaan zij op stap en werpen de
kransen door het open raam bij de jongen
van hun keuze naar binnen. Daarmee is
de beslissende vraag gesteld en weldra zullen
zij het antwoord weten.
De druiven zijn zoet.
In een streek van Joego-Slavië kent men
nog een ander systeem. In de tijd van de
wijnoogst stelen ongehuwde meisjes een
druiventros en deze wordt opgehangen voor
het gerechtsgebouw. De betrokken meisjes
worden bekeurd en moeten voor de rechter
verschijnen.
Daar krijgen zij stuk voor stuk een boete
opgelegd, maar in de rechtszaal zijn ook
de jongemannen van het dorp present en
wanneer een jongeman voor een bepaald
meisje aanbiedt de boete te betalen, dan
kan zij dit als een huwelijksaanzoek be
schouwen.
Zo zien we dat er overal ter wereld be
paalde vormen bestaan om een meisje ten
huwelijk te vragen. Wij mogen er om la
chen, maar laten we dit niet te snel doen,
want ook in ons eigen land waren vroeger
en zijn nu soms nog de wonderlijkste ge
bruiken in zwang.
Zonder woorden.
In de Betuwe en een groot deel van oos
telijk Nederland werd en wordt soms nog
een huwelijksaanzoek beantwoord door mid
del van een spekpannekoek. Als het meisje
zoveel beslag over 't spek deed, dat dit
onzichtbaar werd, dan was het „ja". Maar
als de stukjes spek duidelijk te zien waren,
dan was er geen hoop voor de arme minnaar
Wanneer het meisje na het aanzoek van
de jongen met stoete, brood en koffie komt
aandragen, als het ware om de bittere pil
te vergulden, is de jongeman afgewezen.
In Zuid-Limburg was het gewoonte, dat de
boerendochter, die niet van een aanzoek
gediend was, met een bezem de vloer rond
de jongeman schoonveegde, als wilde zij op
die manier zijn weg efenen, opdat hij kon
gaan
De trouwerij.
Bij de trouwerij waren in verschillende
streken diverse gebruiken in zwang en zij
zijn het soms nog. Zo was het gewoonte
de bruid van haar ouders te halen en naar
haar toekomstige woning te brengen. Op
een wagen werd het beddegoed en het
huisraad geladen, met een bezem in top.
De bruidskoe werd meegevoerd' alsmede
een mand met kippen, wie de bruid kwamen
halen, mochten zoveel hanen en hoenders
meenemen als ze machtig konden worden.
Op weg naar het toekomstige huis van
de bruid hadden de streekbewoners er voor
gezorgd dat er steeds een obstakel, een
soort tol op de weg was, van touw of tak
ken. Deze kon niet gepasseerd worden zon
der dat er ruimschoots getrakteerd was.
Er zijn ook andere gebruiken die op zeer
oude vormen teruggrijpen, zoals het spiegel
gevecht, dat de bruidegom en zijn vrienden
leveren om in het huis van de bruid binnen
te dringen, hetgeen teruggaat op de vrou-
wenroof van vroeger.
De gebruikelijke feestmaaltijden bij de
bruiloft zijn afkomstig van het vroegere
verzoeningsfeest, het bezegelen van de vrede
tussen de families.
De boze geesten.
In sommige streken van ons land kent
men nog het gebruik, dat de aanwezigen
met pannen en deksels lawaai makend door
het nieuwe huis van het bruidspaar gaan
om de boze geesten te verjagen. Ook wordt
er wel glaswerk of aardewerk stuk gegooid,
want „scherven brengen geluk". Al dit soort
gebruiken zijn overblijfselen van oud bij
geloof.
We vinden veel van de dingen nog terug
ook in de moderne bruiloftsviering. We be
hoeven hierbij maar te denken aan het
bruiloftsmaal, aan het afhalen van de bruid
door de bruidegom. Algemeen komt het
voor, dat de bruidegom zijn bruid in zijn
armen over de drempel draagt (de plaats
waar de boze geesten schuilen), allemaal
symbolische handelingen en gebruiken, die
nog van lang geleden stammen.
Over het algemeen is de officiële huwe
lijksvoltrekking in de christelijke landen
vrijwel gelijk, aangezien de ceremonie in
de kerk wordt voorgeschreven.
Wat de bijkomstigheden betreft, is het
echt 's lands wijs 's lands eerl
(Nadruk verboden).
EEN VAN DE NUTTIGSTE ONKRUIDEN DIE ER ZIJN
Iedereen kent de paardebloem, die langs wegen en in weilanden op niet
te schrale grond overvloedig voorkomt. De plantkunde- of nattehisleraar was
er verliefd op, want aan de hand van de bloem kon hij je nu eens haarfijn
uitleggen wat een composiet was. Aan de hand van het verhaal van de door
midden gesneden wortel waarvan beide delen op totaal verschillende grond
werden uitgepoot maakte hij je duidelijk, dat verworven eigenschappen niet
erfelijk waren. Want het zaad van die twee, uiterlijk zo verschillende planten,
gaf uitgezaaid op dezelfde grond, tóch weer precies dezelfde habitus.
De boer is niet verliefd op de paardebloem. Weliswaar is het blad van deze
plant veel voedzamer dan gras, maar daar staan een paar hatelijke eigen
schappen van de peerdeblom tegenover: a. ze vormt een rozet dat heel lang
plat op de grond blijft liggen, zodat je dat voedzame blad tóch niet te
pakken krijgt als je maait; b. dank zij dat rozet verpest de paardebloem de
grasgroei grondig; c. in kg blad per ha kan de plant niet tegen goed weidegras
op, zodat ze ronduit schadelijk is.
Vandaar dat de plant hier op alle mogelijke manieren bestreden wordt.
Daar kan men echter mee aan de gang blijven, want langs de wegen groeien
miljoenen paardebloemen. Via de pluisjes zweeft het zaad overal heen en daar
door is de plant onuitroeibaar.
En tóch is ze een der nuttigste planten op onze aardbol.
Teelt in de oorlog.
In 1920 ontvluchtte dr. Boris Berkman,
Moskou. Deze arts wist Amerika binnen te
komen, erkend te worden en zich als arts
in Chicago te vestigen. Hij had veel belang
stelling voor natuur en landbouw en zag,
dat in de U.S.A. grote gebieden door erosie
(wegspoelen en -stuiven van de bovengrond)
bedreigd werden. Berkman zei, dat de paar
debloem de beste plant was om voor erosie
vatbare grond vast te leggen en dat is ook
zo. De penwortel gaat diep de grond in;
het is een vaste plant die men maar een
maal behoeft te zaaien en nooit te be
mesten en de rozet houdt de grond stevig
vast. Zo begon de teelt in de U.S.A., die
hier en daar nog toegepast wordt, ook al
heeft men thans andere middelen om erosie
tegen te gaan.
Berkman wist, dat Edison óók al paarde
bloemen had bestudeerd. De wortel bevat
nl. 4% latex, natuurrubber dus, van zeer
goede kwaliteit. Een verwant van de paar
debloem, de saghys, werd en wordt in de
Sovjet-Unie geteeld als rubberplant, onge
veer op de manier zoals wij vroeger meekrap
teelden: 3 jaar laten groeien, dan de wor
tels rooien en de latex extraheren. Boven
dien is het zaad van de paardebloem rijk
aan olie. Toen men de plant nog op uit
gebreide schaal teelde in de U.S.A., bouwde
men een soort rijdende stofzuiger om het
pluizige zaad te winnen. Dat werd via de
luchtstroom hard tegen een gazen wand
aangeslagen en zo scheidde men pluis en
zaad. De paardebloemolie bleek voor al
lerlei doeleinden bruikbaar te zijn. Maar
men bleef zitten met het pluis.
Bewerking tijdrovend.
Dat pluis echter bestaat uit holle, met
lucht gevulde buisjes. Elk buisje is om
geven door een waslaag. Het is een fan
tastisch isolatiemiddel. Toen in de oorlogs
jaren Amerika gebrek kreeg aan kapok
heeft men het op grote schaal gebruikt.
Het bleek echter ook een fantastisch drijf-
vermogen te hebben: één pond pluis kon
50 pond andere stoffen drijvende houden.
Vandaar dat tijdens de oorlog de „Mae
West" life jackets" of reddingsgordels op
oorlogsschepen tenslotte met paardebloe-
menpluis gevuld werden. Daardoor heeft de
plant duizenden mensen het leven gered.
En dat was nog niet alles. De bloemstengel
is vezelachtig en levert een prima grondstof
voor touw.
Tot zover in 't kort de roman van de
paardebloem. Kort na de oorlog verschenen
in Amerika vele publikaties over de teelt
en de verwerking van de plant. Maar daar
kwam een einde aan, toen de kapok en de
rubber uit tropische streken weer over
vloedig toevloeiden. Want economisch kan
de paardebloem niet tegen kapok en hevea
boom op, hoe groot haar kwaliteiten ook
zijn. Misschien is dat een gevolg van loon-
verschillen, maar óók speelt een rol dat
de tijd tekort is geweest om goede rassen
paardebloemen te kweken. Verder is een
driejarige teelt nogal tijdrovend. Het rooien
van de wortels kost veel werk, evenals het
verzamelen van de pluizen en het scheiden
van pluis en zaad. Dit alles had tot gevolg
dat de paardebloem weer afzakte tot een
vroegere status van onkruid! Wat de erosie-
bestrijding betreft maakt men óók al niet
veel gebruik meer van de plant, omdat
het zaad, als men het niet zorgvuldig wint,
honderden km ver afdrijft en terecht komt
op bouw- en grasland waar men het niet
wenst.
Men past daarom liever steppevorming
toe alsmede ploegen in cirkelvorm of teelt
planten die gemakkelijk -te maaien zijn,
zoals lucerne en grassen. De rol van de
paardebloem is vrijwel uitgespeeld, als
kultuurplant. Als onkruid zal ze nog wel
eeuwen lang onuitroeibaar blijken te zijn.
Molsla.
Konijnenhouders steken de pollen graag
uit, want het is een goed voeder. Kinderen
plukken de bollen met pluizen en blazen
die er af. Zoveel pluisjes er op blijven
zitten, zoveel jaar wordt men minder oud
dan honderd. Thee, getrokken van de ge
droogde bladeren, werd eertijds gebruikt als
bloedzuiverend middel en als middel tegen
maagklachten. Doktoren beweren dat men
er zijn maagklachten alleen maar mee kan
verergeren.
Wilt u perse tóch de paardebloem nuttig
gebruiken, dan moet u haar gebruiken als
molsla. Als in het vroege voorjaar de plant
haar groei hervat, komen er heel wat
terecht onder de molshopen. De daaronder
zittende blaadjes zijn bleekgroen en zeer
mals. Men kan beter veldsla kopen bij de
groenteboer, maar voor natuuraanbidders
is de molsla nog altijd je van het.
De plant is in ons taalgebied bekend
onder tientallen namen en elk daarvan wijst
op een bepaald gebruik of een bepaalde op
vatting. Gaat u dat maar eens na: Paarde
bloem (paarden eten het blad graag), hon
densla slecht soort sla), kaardebloem,
kaarsjes, kettingbloem, konijnengroen, leeu
wentand, melkbloem, molsla, papenblad,
pluimpjes, schuftbloem, stuiver, veldrijs,
wilde cichorei, uitblazertjes, zevendistel,
zuurdistel, kankerbloem, brievenbesteller.
Uit de wortels heeft men weieens een
extrakt gemaakt dat op koffie lijkt. Cichorei
leent zich daarvoor uiteraard beter. U ziet
het: het is allemaal „Ersatz" wat de plant
levert. Als de mensheid elkaar in de haren
vliegt kan dat belangrijk zijn. In normale
tijden niet. Vandaar dat het geval toch
weer in de rubriek „onkruiden" thuishoort,
ondanks de archieven vol publikaties over
het nut van de plant. Niettemin zouden
wij haar in ons landschap missen.
OUD CHEMISCHE BESTRIJDINGSMIDDELEN VOLDOEN NIET LANGER
EN WORDEN GEVAARLIJK
Reeds vele jaren zijn de wetenschappe
lijke onderzoekers bezig met de ontwikke
ling van nieuwe methoden ter bestrijding
van insekten, e.d.
De insektenbestrijding is een bittere nood
zakelijkheid om ziekten bij mensen en bij
plant en dier te voorkomen. Ook ter be
scherming van onze oogsten is het nodig.
Tot op heden gebruikte men als strijdwa
pens chemische middelen. In wezen komt
dat er op neer, dat we werken met zware
vergiften, die ook voor mens en dier niet
zonder gevaar zijn.
Tot grote schrik van de mens, bleken
tenslotte zich insekten te ontwikkelen die
niet gevoelig zijn voor deze vergiften, al
thans in de doses waarin zij worden toe
gediend. Natuurlijk kan men deze doses
niet ongestraft gaan verhogen, omdat dan
de concentratie extra gevaar voor mens en
dier gaat opleveren. Het gevolg hiervan is,
dat men met de chemische bestrijding van
insekten enigszins op een dood spoor raakt.
Zwaardere vergiften en grotere concentra
ties zijn niet mogelijk. De vogelsterfte als
gevolg van het gebruik van dergelijke in-
secticieden is reeds afschuwelijk en het
gevaar is niet denkbeeldig dat er op den
duur ook voor de mens risico's aan het
gebruik van chemische middelen verbonden
kunnen zijn. In haar boek „Silent Spring"
(dode lente), heeft de Amerikaanse biologe
Rachel Varson hier reeds op gewezen.
Het lag voor de hand, dat de weten
schap naarstig ging zoeken naar andere
mogelijkheden om insekten te bestrijden.
Naarmate men een uitgebreider studie
maakte van de insekten, kreeg men ook
een beter inzicht in hun manier van leven
en alles wat daarmee samenhangt.
Het is op dit terrein, dat de wetenschap
pogingen in het werk stelt om de insekten
aan te pakken, wanneer zij moeten worden
bestreden.
We denken hierbij aan de manier waarop
men in de V.S. met groot succes een
runderhorzelsoort bestrijdt. Er worden van
deze horzel veel mannetjes kunstmatig ge
kweekt en deze mannetjes worden blootge
steld aan radioaktievestraling en wel in
die mate, dat zij steriel worden. Tegen de
paartijd laat men in de bedreigde gebieden
grote aantallen van deze steriele mannetjes
los. Het systeem van bestrijding is geba
seerd op het feit, dat de wijfjes van deze
horzelsoort slechts eenmaal in hun leven
paren. In het betreffende gebied wemelt
het dan van de mannetjes en heel wat
wijfjes paren met een steriel mannetje.
Het gevolg hiervan is, dat deze wijfjes
geen eieren leggen en sterven. Hieruit vloeit
voort, dat er slechts weinig eitjes worden
gelegd, althans minder dan wanneer een
en ander normaal was verlopen. De popu
latie van deze horzels loopt dus sterk
achteruit. Op die manier heeft men in de
V.S. een aantal streken waar deze horzels
een ware plaag vormden, van deze dieren
kunnen bevrijden.
Van andere insekten weet men, dat zij
bepaalde lokstoffen onderscheiden, waar
door de mannetjes worden aangetrokken
voor de paring. Deze lokstoffen kan men
tegenwoordig synthetisch vervaardigen en
door middel van deze lokstoffen kan men
grote aantallen mannetjes in de val lokken,
waarna ze kunnen worden vernietigd.
Ook is bekend, dat bepaalde hormonen
een belangrijke rol spelen bij de gedaante
veranderingen van veel insekten. Het ene
hormoon zorgt er voor, dat dit gebeurt,
het andere dat dat zich in de ontwikkeling
voltrekt. Door nu bewust met deze hor
monen te werken, kan men de ontwik
keling van ei tot volwassen insekt in de
war sturen, waardoor de dieren sterven.
Het zijn allemaal geheel nieuwe middelen
die liggen in het biologisch vlak en waar
van men grote verwachtingen heeft voor de
toekomst. Een extra interessante bijkom
stigheid is, dat de insekten tegen deze
stoffen niet resistent kunnen worden, om
dat het eigen stoffen zijn, die een onver
brekelijk deel uitmaken van de dieren zelf.
P.V. "DE BLAUWE DOFFER"
KORTGENE
Uitslag concours Survilliers op 22 mei 1976.
Deelname 233 duiven.
1
W. C. Versluijs
10.23.30
287.867
206
2
idem
24.14
2
202.6
3
L. de Fouw
29.30
288.263
199.2
4
S. Branderhorst
29.36
288.045
195.8
5
W. C. Versluijs
30.09
3
192.4
6
A. van de Kreeke
31.06
288.186
189
7
P. J. Verburg
32.12
288.188
185.6
8
P. van Belzen
36.46
293.758
182.2
9
idem
36.54
2
178.8
10
S. Branderhorst
32.39
2
175.4
Uitslag jeugd.
Deelname 11 duiven.
1 B. Noordhoek 10.39.06 287.334 38
2 J. de Kam 43.01 288.052 25.4
3 K. de Kam 53.10 288.031 12.8
Uitslag concours Moulins op 22 mei 1976.
Deelname 133 duiven.
1
W. C. Versluijs
14.59.50
557.354 225.9
2
P. van Belzen
15.04.31
561.841 219.3
3
idem
04.43
2 212.7
4
L. de Fouw
02.02
556.895 206.1
5
P. van Belzen
06.46
3 199.5
6
H. C. Verburg
09.15
559.706 192.9
7
W. C. Versluijs
10.15
2 186.3
8
H. J. v. d. Moere
13.19
558.189 179.7
9
P. van Belzen
20.02
4 173.1
10
P. J. Verburg
16.50
556.915 166.5
Uitslag concours Quievrain op 29 mei 1976.
Deelname 340 duiven.
1 L. de Fouw 8.54.07 127.705 183
2 S. Branderhorst 56.09 129.622 180.9
3 idem 56.15 2 178.8
4 A. van de Kreeke 56.34 129.671 176.7
5 L. de Fouw 55.24 2 174.6
6 M. C. Clement 57.03 129.603 172.5
7 W. C. Versluijs 56.41 128.207 170.4
8 P. J. Verburg 56.53 127.732 168.3
9 M. van Belzen 58.04 129.057 166.2
10 W. C. Versluijs 57.57 2 164.1
Uitslag jeugd.
Deelname 16 duiven.
1 B. Noordhoek
2 K. de Kam
3 B. Noordhoek
4 K. de Kam
9.00.24 128.872 21
01.36 129.512 15.8
01.56 2 10.6
05.00 2 5.4
EL DORADO
Onder „El Dorado" verstaan wij tegen
woordig een soort luilekkerland, maar deze
bastaardbetiteling is in wezen niet juist.
Hij is afkomstig van „El Hombre Dorado",
dat letterlijk de gouden man betekent en
hiermede werd de vroegere Inca-priester
bedoeld, die bij een bepaalde godsdienstige
ceremonie geheel naakt, doch bedekt met
goudstof afdaalde in een meer, terwijl zijn
onderdanen vol eerbied van een afstand
toekeken, hoe de zon op hun gouden ko
ning scheen. De indruk die dit op de in
boorlingen maakte was zo groot, dat de
roem van de gouden man zich over geheel
zuid- en Midden-Amerika verbreidde en
zelfs tot in Noord-Amerika doordrong. Het
was deze roem, die verschillende Spaanse
veroveraars indertijd naar het zuiden lokte,
waar zij inderdaad de grote rijkdommen
van de Inca's vonden en op beestachtige
wijze onder de inboorlingen huishielden om
zich aan goud en zilver te verrijken.