Jeugdaktie 'FIETS VEILIG' is groot succes! Gemeentelijke sociale diensten Toerist vernieuwt zelf vakantiepakket Spinnen en hun webben De maan straalt zelf ook Onder het motto „Fiets Veilig" en in nauwe samenwerking met Veilig Verkeer Nederland organiseerde de Rabobank een grote tekenwedstrijd voor de jeugd van 6 tot en met 12 jaar. De wedstrijd die in april werd gehouden heeft ook in Wissenkerke, Kamperland en Geersdijk geresulteerd in een stroom van inzendingen, die de jury, bestaande uit de heren: F. v. d. Heyde, hoofd C.N.S. Kamperland: E. J. G. Klungel, hoofd C.N.S. Wissenkerke: H. M. Hen- derikse, tekenleraar O.L.S. Wissenkerke: J. C. Kouwer, hoofd C.N.S. Geersdijk en J. Cevaal, beheerder bijkantoor Rabobank Wis senkerke, de nodige uurtjes werk heeft bezorgd. Naast de tekening die vervaardigd diende te worden, moesten ook vijf verkeersvragen worden beantwoord. De jeugd heeft zich goed van haar taken gekweten. De Fiets in het hedendaagse drukke verkeer schijnt meer dan voldoende stof op te leveren voor een creatief stuk teken-, schilder, knip- en/of plakwerk. De prijzen. De prijzen die waren te winnen varieer den van een fiets als hoofdprijs tot een fietsvaantje als een soort beloning voor het meedoen aan de wedstrijd. Het vaantje werd zoveel mogelijk aan iedereen uitge reikt. De frisse blauwwitte kleuren aan de fietsen van de jeugd zullen u wellicht reeds zijn opgevallen. Financiële en immateriële nood vaak sterk verweven. In het blad „De Nederlandse Gemeente" heeft kortgeleden mr. A. H. van den Brink, directeur van de sociale dienst te Utrecht en ex-voorzitter van de Vereniging van Di recteuren van sociale diensten, nog als zijn mening uitgesproken dat sociale diensten niet zoals bedrijfsverenigingen „uitkerings stations" moeten worden. De sociale dien sten, aldus mr. Van den Brink, moeten zich geheel kunnen richten op burgers, die in dividuele aandacht vragen. Het gaat hier om burgers waarvan de materiële en so ciale noden onderling sterk verweven zijn en die dus niet alleen financiële hulp, maar ook sociale begeleiding vragen. Het lijkt ons zeer terzake dat mr. Van den Brink die samenhang tussen financiële en immateriële nood eens duidelijk in het licht heeft gesteld. Wat dat betreft had hij zich heus nog wel markanter kunnen uitdrukken. Het staat immers vast dat de financiële nood van sommige mensen zal blijven voortbestaan, als aan hun imma teriële noden geen aandacht wordt geschon ken. Je kan bijvoorbeeld iemand, die om de haverklap door eigen schuld werkloos wordt, wel een uitkering geven, maar je zou zo iemand ook zo kunnen begeleiden, dat hij minder gauw werkloos wordt. Zo zijn er meer gevallen te bedenken van financiële nood, die niet op zichzelf staat doch duidelijk verweven is met sociale en geestelijke nood. Anderzijds zijn er ook talloze mensen die door de financiële nood in sociale en/of psychische moeilijkheden komen en ook zij hebben recht op een goede begeleiding. Door het massaal beroep wat er thans op de gemeentelijke sociale diensten wordt gedaan, komt het verlenen van die soms zo noodzakelijke immateriële hulpverlening ernstig in het gedrang.Vele diensten kampen met een gebrek aan mankracht, zodat men veelal nauwelijks meer kan doen dan het lenigen van de financiële nood. Sociale minimumwet? Een oplossing zou kunnen zijn om een strikt materiële volksverzekering of sociale minimumwet in het leven te roepen voor die groepen, die aÜéén om financiële hulp vragen. Dan zou men daar tenminste minder tijd in behoeven te steken. Deze suggestie werd al eens gedaan door dr. Ilenburg, directeur van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. De sociale diensten zouden zich dan beter kunnen richten op de burgers of minderheidsgroepen van burgers met materiële en immateriële noden. De prijswinnaars. Uit de veelheid van inzendingen is uit eindelijk Tanneke van der Maas, Wissen- kerkepolder 13, Geersdijk, als hoofdprijs winnares uit de bus gekomen. Een glan zende nieuwe fiets heeft de gelukkige win nares reeds in ontvangst mogen nemen. Verder werden er prijzen gewonnen door: 6—7 jaar: 1. Marine v. d. Kreeke, Wis senkerke; 2. Rob Zuydweg, Wissenkerke: 3. Anneke Begthel, Kamperland. 8 jaar: 1. Yvonne Vos, Wissenkerke; 2. Tonja Kouwer. Geersdijk; 3. Perry Boogaard, Wissenkerke. 9 jaar: 1. Jan Flikweert, Kortgene: 2. Thoke de Kater, Wissenkerke; 3. Jan Filius, Kamperland. 10 jaar: 1. Janneke de Waal, Geersdijk; 2. Sonja Neuschwander, Wissenkerke; 3. Andre Karelse, Kamperland. 11—12 jaar: 1. Karin Schippers, Kam perland; 2. Leo v. Hee, Kamperland; 3. Ilse Swint, Geersdijk. De jeugd heeft zeker plezier gehad aan dit evenement. De Rabobank hoopt er in ieder geval mee bereikt te hebben, dat de jeugd nog beter is gaan inzien, dat fietsen in het verkeer een ernstige zaak is, waarbij een goede fiets, zonder gebreken, een eerste vereiste is. Fiets Veilig is een devies dat veel onge mak kan voorkomen. Hierbij dient bedacht te worden dat de sociale diensten ook belast worden met een hele reeks tijdrovende taken, die eigen lijk door andere sectoren van hulpverlening verricht zouden moeten worden. Zo moeten deze diensten talloze aanvragen om gezins hulp behandelen, omdat de gesubsidieerde gezinsverzorgende instellingen beschikken over onvoldoende mankracht en hun cliën ten derhalve verwijzen naar de gemeente. Particulier initiatief. Nu kan iedere cliënt uiteraard ook een beroep doen op het particulier initiatief. Er zijn talrijke instellingen voor algemeen en gespecialiseerd maatschappelijk werk, waar de burger met zijn individuele noden terecht kan. Mr. Van den Brink meent ech ter, dat het particulier maatschappelijk werk steeds meer tendeert naar sociaal op bouwwerk, waarbij vooral gestreefd wordt naar hervorming van de maatschappij. Hier wordt de vinger gelegd op een groei ende tegenstelling tussen de gemeentelijke sociale diensten en het particuliere maat schappelijke werk. Een tegenstelling die o.i. overbrugd moet kunnen worden. Vele bij particuliere instellingen werkende maat schappelijk werkenden gaan er bepaald niet zonder reden van uit, dat veel individuele nood terug is te voeren op allerlei onwen selijke toestanden in de samenleving. Als men zou proberen die toestanden te verbeteren, dan zou de individuele nood verminderen. De sociale diensten richten hun aandacht juist op de individuele nood. Dat is volkomen terecht maar vaak is de hulp dan niet meer dan een symptoombe strijding. Men blust allerlei brandjes, maar komt aan het bestrijden van de oorzaken van de brand niet toe. Het zou te wensen zijn wanneer de ge meentelijke sociale diensten en het parti culier maatschappelijk werk eens samen rond de tafel zouden gaan zitten en zouden proberen de bestaande, ja nog steeds groei ende tegenstellingen te overbruggen. Terecht pleit mr. Van den Brink ook nog voor deconcentratie van de sociale diensten in grotere gemeenten. Voor klei nere gemeenten zal juist een schaalvergro ting nodig zijn, bestaande uit een. samen werking met buurtgemeenten, om tot een noodzakelijke specialisatie op deelgebieden te kunnen komen. Wel zal de uitvoering steeds zo dicht mogelijk bij de burgers moeten plaatsvinden, 'dus op stadswijk- of dorpsniveau. Mr. A. Bronsbergen. (Nadruk verboden). Geen sprake van ineenstorting. Toch verdween in die vliegvakanties maar acht procent van het totaal aantal vakantie gangers. Driekwart van alle vakantiegan gers wil helemaal niet vliegen. Van hen gaat de grootste helft met de auto op va kantie en de rest gaat kamperen. Ook zijn er bij degenen die niet met de auto naar hun vakantiebestemming gaan nog duizen den, die de trein boven het vliegtuig ver kiezen. Nu bereiken ons de laatste maanden be richten over het ineenstorten van de va- kantiemarkt. Daar is geen sprake van. Er wordt alleen mee bedoeld dat de reeds ge noemde verkopers van kant-en-klaar- vakantiereizen minder grote omzetten boe ken, met name naar Spanje. Het publiek blijkt dit jaar de voorkeur te geven aan een andere wijze van vakantiebesteding voor zover men per vliegtuig naar de warme kusten ging. Het percentage liefhebbers voor een comfortabele hotelflat met een zonovergoten strand neemt af. Daar hadden de vakantieverkopers niet op gerekend en die schijnen nu een strop van enige mil joenen te krijgen. Meer met de auto. Het accent van de vakantiereis schijnt nog meer op de auto te komen liggen dan dit reeds het geval was. Er zijn oorzaken aan te wijzen waarom het publiek de sa menstelling van het vakantiepakket ver andert. Naar onze mening groeit er een legioen van ervaren vakantiegangers, dat al meermalen in het buitenland is geweest. Dit legioen beweegt zich gemakkelijk in tal van landen. Voor het organiseren van een reis heeft men een reisbureau of tour operator niet (meer) nodig. Het indivi dualisme bij het op vakantie gaan neemt toe en steekt ook de minder ervaren groe pen aan. Vervolgens hebben tallozen er genoeg van om elk jaar maar weer bruin te bran den. Men wil meer afwisseling in de vakan- tiebcsteding, meer onderzoeken, contacten leggen en meer zien. Om die doeleinden kiest men dan de auto of ook wel de autobus, want dit reismiddel beleeft weer een tijd van nieuwe opgang. Vanzelfspre kend geldt voor Spanje dat men ook wel eens ergens anders wil zijn, dat de politieke onrust daar tot moeilijkheden kan leiden en dat de prijs van de vakantie daar ook elk jaar hoger wordt. De prijs van de vakantie gaat in relatie tot de groeiende werkloosheid en het op houden van de reële inkomensvermeerdering een rol van meer betekenis spelen. De ge middelde kosten van een vliegvakantie zijn tot zeker 700,— per persoon gestegen als men de bijkomende kosten ook meetelt. Dat betekent voor een gemiddeld gezin een bedrag van ca. 3.000,— voor de jaarlijkse vakantietrip. Bij de snel stijgende uitgaven op alle andere fronten wordt dit voor velen een (te) zware last. Er zijn bij de vakantie besteding immers goedkopere alternatieven en die zullen de eerstkomende jaren stellig worden uitgebuit! Wat is de behoefte. Moeten wij in het algemeen rekening houden met afnemende vakantie-activiteit nu het er naar uit ziet dat de financiën daarbij een grotere rol zullen spelen? Het is niet onmogelijk dat bepaalde groepen ertoe komen hun vakantiereis uit- of af te stellen. Toch zou dat een betreurens waardiger ontwikkeling zijn. Wij leven im mers in een tijd die tekenen vertoont van overproduktie en onderconsumptie. Het wordt dus zaak meer tijd te gaan uittrekken voor het besteden van geld. De tegenkant van de vakantiemedaille is dat de vakantie-activiteiten aan vele landen en hoofden werk kan verschaffen. Het is een vorm van arbeidsintensieve dienstverlening, waarin nog duizenden hun brood zouden kunnen verdienen. Dit te meer omdat nog maar ruim de helft van ons volk van een vakantie geniet. Er kan dus nog veel worden gedaan aan markt bewerking. Om een vakantiepakket aantrekkelijk te houden, zal men voortdurend de vakantie- genieters naar de ogen moeten kijken, om te zien wat zij wensen. De behoeften schij nen zich in het algemeen te verleggen naar Het was de Griekse filosoof, Anaxagoras, die leefde van 500 tot 428 v. Chr., die als eerste meende, dat de maan geen zelflicht- uitstralend lichaam was, doch dat het grootste deel van het maanlicht niets an ders is dan zonlicht, dat direct of indirect wordt gereflecteerd. Een klein deel is niet van de zon afkomstig, doch is thermische straling, die voortvloeit uit de innerlijke warmte van deze aardsateLiet en wordt uitgestraald. Over dit laatste wist Anaxagoras nog niets, want deze straling is van zo weinig betekenis, dat zij nauwelijks in staat is de oppervlakte van de maan enkele graden Keivin te verwarmen en bovendien niet optisch is waar te nemen. Sinds enige jaren weet men echter, dat de maan zo nu en dan op verschillende plekken van zijn oppervlakte een eigen licht uitstraalt, dat dikwijls zo helder kan zijn als het gereflecteerde zonlicht. Op 30 oktober 1963, tussen 1.30 en 1.50 uur ont dekte de Amerikaanse astronomen. Green acre en zijn collega Barr, op het Lowoll- observatorium enkele malén dit zelflichten van de maan in duidelijke waarneembare rood-oranje licht in de omgeving van de maankrater Aristarchus. De astronomen, kijkend door hun teles copen, kregen de indruk alsof zij keken naar een robijn-rode edelsteen, waar zij echter niet doorheen konden kijken. Voor de wetenschap was dit een belangrijk nieuw fenomeen. Wat de oorzaak van dit verschijnsel is, staat nog niet vast. Men weet zeker, dat het niets te maken heeft met vulkanische verschijnselen aan het maanoppervlak. Men neemt aan, dat het iets te maken heeft met de aktivileit van de zon. Hierop werd een theorie gebaseerd, die meent, dat het lichten van de maan de zichtbare werking is van de onzichtbare, tijdens zonerupties in de ruimte uitgestoten partikeltjes, die op het maanoppervlak terechtkomen. Daar zouden zij meteorietenstof treffen, dat on der deze invloed zou oplichten. Een nieuwe theorie volgde daarop van doe-vakanties. Men wil in die tijd zelf bezig zijn met bijvoorbeeld koken, met het deel nemen aan wedstrijden en spelen of met het bezichtigen van musea of historische plekken. In het organiseren van vakantie bezigheden ligt een stoot werkgelegenheid opgesloten, waarbij elk centrum voor vreemdelingenverkeer zich op zijn eigen wijze kan uitleven. Ook Nederland in trek! In 1975 werd meer dan de helft van de vakanties in het buitenland doorgebracht. Dat was voor het eerst. Het ziet ernaar uit dat dit cijfer nog zal stijgen. Met name Frankrijk stond in het centrum van de belangstelling. Dit jaar zal stellig Engeland daarbij komen, want Albion is letterlijk een goedkoopte-eiland voor de Nederlanders ge worden. Ook aan de trek naar het buiten land is een flink stuk werkgelegenheid verbonden. Gaat men per auto, dan wordt er veel aan kleding, proviand en vakantie uitrusting meegenomen. In vele gevallen kunnen busondernemingen daar ook aan verdienen. Laten wij echter vooral niet ver geten dat onze bevolking nog steeds groeit en dat derhalve het aantal binnenlandse vakantiegangers ook nog voortdurend in de lift zit. Bij al die zich verplaatsende Nederlanders voegen zich steeds meer buitenlanders, die onze polders willen zien, naar de Noord zeekust willen of van oude stadjes gaan genieten. Ook op hen moet onze aandacht gericht zijn. Het vorig jaar steeg het aantal overnachtingen van buitenlanders in Neder land gedurende de eerste negen maanden met ongeveer 5°/o. Dat geeft kansen voor inkomensstijging voor velen. Zoals ook in andere sectoren, zullen de wensen van de vakantieverbruikers zich wel wijzigen. Voor een deelmarkt binnen de vakantie kunnen de resultaten wel teleurstellend worden, maar in zijn totaliteit biedt de vakantie- markt nog vele mogelijkheden zowel voor de genieters daarvan als ook voor degenen die er hun inkomen aan te danken hebben. Drs. A. van Mieflo. (Nadruk verboden). Sun en Gonzales, die meenden, dat een en ander wel zijn oorzaak vindt in de aktiviteit van de zon, maar niet in de partikeltjes van de zonerupties. Zij menen te maken te hebben met de aanmerkelijk langzamere protonen van de zonnewind. De energie van deze protonen zou als het ware in de op de maanoppervlakte liggende meteo rietenmaterie worden opgeslagen en vast gehouden, om dan later bij verwarming van het maanoppervlak vrij te komen. Het opslaan en vasthouden zou plaats vinden gedurende de koude periode van de maan nacht, terwijl tijdens de maandag de ener gie in de vorm van licht door de verwar ming zou vrij komen. De bevestiging van deze theorie werd verkregen in laboratoriumonderzoekingen, waarbij men gebruik kon maken van me teorietenstof, dat door het American Mu seum of Natural History ter beschikking werd gesteld. De vraag blijft echter, waarom het zelf lichten van de maan zo zeldzaam voor komt en waarom ze niet gebonden is aan de fasen van de maan. Uiteraard is men nieuwsgierig op zoek gegaan in oude literatuur om vast te stel len of ook vroegere waarnemers misschien het verschijnsel hebben waargenomen. Toen bleek, dat niemand minder dan Friedrich Wilhelm Herschel, de ontdekker van de planeet Uranus, iets soortgelijks had waar genomen in de nacht van IS op 19 april 1787. Interessant voor de wetenschap is het feit, dat tijdens deze waarneming de aktiviteit van de zon bijzonder groot was en dat in diezelfde nacht op aarde het Noorderlicht optrad, dat zelfs tot in Italië werd waargenomen. Allemaal punten, die voor verdere onderzoekingen van het groot ste belang kunnen zijn, omdat er sprake kan zijn van een bepaalde samenhang. Heel langzaam komen we steeds iets meer te weten van onze naaste buur, de maan. Het merkwaardige is echter, dat elke nieuwe ontdekking die we doen, meteen weer een veelvoud aan vragen met zich brengt. Zo raken we nooit uitgestudeerd. VOOR VERLENEN VAN IMMATERIËLE HULP MOET OOK RUIMTE ZIJN NIET ALLEEN "UITKERINGSSTATION" De gemeentelijke sociale diensten hebben bepaald niet over gebrek aan werk te klagen. Als uitvoerder van onder meer de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) staan deze overheidsdiensten in deze tijd van groeiende werkloosheid voor een massaliteit aan aanvragen voor een werkloosheidsuitkering. Voorts voeren deze gemeentelijke diensten de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) uit, die zo'n slordige 55.000 werknemers telt. En last but not least zijn de gemeentelijke sociale diensten belast met de uitvoering van de Al gemene Bijstandswet (ABW), welke in 1965 de tot dan toe geldende Armen wet verving. Door een dergelijk massaal karakter van aanvragen om financiële hulp wordt op de medewerkers van deze instellingen zo'n beslag gelegd, dat helaas weinig tijd en ruimte overblijft voor het verlenen van immateriële hulp, waaraan bij vele sociale steuntrekkers ook een grote behoefte bestaat. We kennen uiteraard allemaal de spin en velen van ons zijn niet erg op dit soort dier gesteld. Toch is dit een onjuiste in stelling want ook al ziet de spin er mis schien volgens velen niet zo aantrekkelijk uit, het is een zeer nuttig dier en voor de mens niet gevaarlijk. Daarnaast is het beslist een zeer interessant dier, wanneer men de moeite neemt om de spin te be studeren. Er zijn veel mensen die denken, dat de spin tot de insekten behoort maar dat is niet juist. De spinnen vormen een aparte groep in de dierenwereld, namelijk die der spinachtigen. Zij onderscheiden zich onder meer door het aantal poten van de insek ten. Deze laatsten bezitten drie paar poten, terwijl de spinachtigen vier. paar poten hebben. Daarnaast zijn er nog meer ver schillen, doch die behoeven hier niet be sproken te worden. Men moet ook niet denken, dat elke spin een web maakt. Er zijn diverse soorten spinnen die dat niet eens kunnen. Zij ver overen hun prooi zonder web. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld de tarantula, de grote spin die ongeveer 7 centimeter wordt en in gaten in de grond leeft. Onder een kluitje of steen wacht het dier rustig de komst van een prooidier af, dat dan wordt besprongen. In Indonesië vinden we kleine, geelbruine spinnetjes van nog geen centimeter lang, die hun prooi bespringen. Zij maken zonder aanloop dan wel sprongen van ongeveer 30 centimeter. Wie een spin goed bekijkt ziet duidelijk de hierboven reeds genoemde vier paar po ten, maar vlak bij de kop blijken ze nog een paar kleine pootjes of armpjes te hebben. Die zijn zeer belangrijk, omdat de spin hierin de gifklieren heeft, die in een klauwtje uitmonden. Hiermee wordt het prooidier gedood of verdoofd, alvorens tot consumptie wordt overgegaan. Ook de ogen van de spin zijn zeer in teressant. Het zijn namelijk enkelvoudige ogen, die in een aantal paren op het kop- borststuk gerangschikt zijn. De stand van deze ogen is bij elke spinnesoort anders. De in ons land bekende spinnen, die gebruik maken van een web, zijn eigenlijk een wonder op zich. Wanneer wij zien op welk een ingenieuze wijze deze dieren hun bouwwerk opzetten, dan staan we werkelijk verbaasd. De kruisspin bijvoorbeeld begint met een aantal lijnen te spannen in de vorm van een driehoek of een vierkant. Dan trekt hij een aantal diagonalen en vanuit het gevonden middelpunt zet het dier nog meer stralen uit. In totaal ongeveer een twintig. Nu gaat de spin ze met elkaar verbinden door dwarsverbindingen. Men zou denken, dat dan het web klaar is, maar dan blijkt dat dit slechts een schema was. Het rag dat de spin geweven heeft, is namelijk niet kleverig maar droog. Volgens de reeds opgezette lijnen gaat de spin nu de kleverige draden spannen, terwijl het tegelijk het droge web afbreekt. In dit tweede web worden pas de prooien ge vangen. In het web blijft echter een kleefvrij deel, zodat de spin zelf kan rondlopen zonder in de draden verward te raken. De spin gebruikt haar mogelijkheid om draden af te scheiden niet alleen voor het bouwen van een web. Ook de prooi wordt met dergelijke draden ingewikkeld en vast gebonden. Voorts weeft hij er eiercocons van voor het nageslacht en kan hij zich via dergelijke draden op wonderbaarlijke wijze verplaatsen en bij dergelijke hande lingen zien we de spin als een volleerd trapezewerker in aktie. De lichte draad wordt door de wind opgenomen en slingert ergens heen, op die manier kan de spin zich ook snel verplaatsen. Al met al zou men boeken kunnen schrij ven over dit werkelijke bijzonder interes sante schepsel van moeder natuur, hetgeen ook is gedaan. Maar in dit kort bestek was het slechts de bedoeling om de spin iets nader te be lichten, waardoor we misschien toch een andere kijk krijgen op dit dier, dat we in onze onwetendheid hadden. Ook in de vakantie-industrie geldt dat de produktie bepaald wordt door de behoefte van de consument. Dat heeft er wel eens anders uitgezien. In de loop der jaren zijn er in de reisnijverheid grootindustriëlen gegroeid, die zich wel touroperators noemen. Zij houden zich bezig met het organiseren van vakantiereizen voor een massamarkt. Men had ervaren dat vele genieters van vakantie zoveel mogelijk van zon en zo weinig mogelijk van enige activiteit wilden weten. Uit deze wetenschap zijn de zonnevakanties voortgekomen. Men zoekt daar voor warme zonrijke kusten op en zorgt voor vervoer en accommodatie. Dat hebben veel touroperators gedaan en met succes. Van de vakantie-produktie- landen is daardoor Spanje het meest in trek gekomen. Ook al omdat het verblijf er goedkoop was. Touroperators hebben over hun groeiende zonnemarkt zoveel reclame ge maakt, dat er voor de gemiddelde Nederlanders dikwijls beelden oprezen van aaneengesloten rijen vakantieflats, waar we beurtelings voor één, twee weken in zouden worden opgeborgen om vakantie te houden. Wie eens in Spanje kwam en zag in welk tempo daar de flatgebouwen boven de rotsen verrezen, werd in zijn vermoeden slechts bevestigd. ZONNE-ENERGIE BLIJFT BEWAARD EN WORDT LATER UITGESTRAALD

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1976 | | pagina 2