Jeugdaktie 'FIETS VEILIG'
is groot succes!
Gemeentelijke sociale diensten
Toerist vernieuwt zelf
vakantiepakket
Spinnen en hun webben
De maan
straalt zelf ook
Onder het motto „Fiets Veilig" en in
nauwe samenwerking met Veilig Verkeer
Nederland organiseerde de Rabobank een
grote tekenwedstrijd voor de jeugd van 6
tot en met 12 jaar. De wedstrijd die in april
werd gehouden heeft ook in Wissenkerke,
Kamperland en Geersdijk geresulteerd in
een stroom van inzendingen, die de jury,
bestaande uit de heren: F. v. d. Heyde,
hoofd C.N.S. Kamperland: E. J. G. Klungel,
hoofd C.N.S. Wissenkerke: H. M. Hen-
derikse, tekenleraar O.L.S. Wissenkerke: J.
C. Kouwer, hoofd C.N.S. Geersdijk en J.
Cevaal, beheerder bijkantoor Rabobank Wis
senkerke, de nodige uurtjes werk heeft
bezorgd.
Naast de tekening die vervaardigd diende
te worden, moesten ook vijf verkeersvragen
worden beantwoord. De jeugd heeft zich
goed van haar taken gekweten. De Fiets
in het hedendaagse drukke verkeer schijnt
meer dan voldoende stof op te leveren
voor een creatief stuk teken-, schilder,
knip- en/of plakwerk.
De prijzen.
De prijzen die waren te winnen varieer
den van een fiets als hoofdprijs tot een
fietsvaantje als een soort beloning voor
het meedoen aan de wedstrijd. Het vaantje
werd zoveel mogelijk aan iedereen uitge
reikt. De frisse blauwwitte kleuren aan de
fietsen van de jeugd zullen u wellicht reeds
zijn opgevallen.
Financiële en immateriële nood vaak sterk
verweven.
In het blad „De Nederlandse Gemeente"
heeft kortgeleden mr. A. H. van den Brink,
directeur van de sociale dienst te Utrecht
en ex-voorzitter van de Vereniging van Di
recteuren van sociale diensten, nog als zijn
mening uitgesproken dat sociale diensten
niet zoals bedrijfsverenigingen „uitkerings
stations" moeten worden. De sociale dien
sten, aldus mr. Van den Brink, moeten zich
geheel kunnen richten op burgers, die in
dividuele aandacht vragen. Het gaat hier
om burgers waarvan de materiële en so
ciale noden onderling sterk verweven zijn
en die dus niet alleen financiële hulp, maar
ook sociale begeleiding vragen.
Het lijkt ons zeer terzake dat mr. Van
den Brink die samenhang tussen financiële
en immateriële nood eens duidelijk in het
licht heeft gesteld. Wat dat betreft had
hij zich heus nog wel markanter kunnen
uitdrukken. Het staat immers vast dat de
financiële nood van sommige mensen zal
blijven voortbestaan, als aan hun imma
teriële noden geen aandacht wordt geschon
ken. Je kan bijvoorbeeld iemand, die om
de haverklap door eigen schuld werkloos
wordt, wel een uitkering geven, maar je
zou zo iemand ook zo kunnen begeleiden,
dat hij minder gauw werkloos wordt. Zo
zijn er meer gevallen te bedenken van
financiële nood, die niet op zichzelf staat
doch duidelijk verweven is met sociale en
geestelijke nood. Anderzijds zijn er ook
talloze mensen die door de financiële nood
in sociale en/of psychische moeilijkheden
komen en ook zij hebben recht op een
goede begeleiding.
Door het massaal beroep wat er thans
op de gemeentelijke sociale diensten wordt
gedaan, komt het verlenen van die soms zo
noodzakelijke immateriële hulpverlening
ernstig in het gedrang.Vele diensten
kampen met een gebrek aan mankracht,
zodat men veelal nauwelijks meer kan doen
dan het lenigen van de financiële nood.
Sociale minimumwet?
Een oplossing zou kunnen zijn om een
strikt materiële volksverzekering of sociale
minimumwet in het leven te roepen voor
die groepen, die aÜéén om financiële hulp
vragen. Dan zou men daar tenminste minder
tijd in behoeven te steken. Deze suggestie
werd al eens gedaan door dr. Ilenburg,
directeur van de Vereniging Nederlandse
Gemeenten. De sociale diensten zouden zich
dan beter kunnen richten op de burgers
of minderheidsgroepen van burgers met
materiële en immateriële noden.
De prijswinnaars.
Uit de veelheid van inzendingen is uit
eindelijk Tanneke van der Maas, Wissen-
kerkepolder 13, Geersdijk, als hoofdprijs
winnares uit de bus gekomen. Een glan
zende nieuwe fiets heeft de gelukkige win
nares reeds in ontvangst mogen nemen.
Verder werden er prijzen gewonnen door:
6—7 jaar: 1. Marine v. d. Kreeke, Wis
senkerke; 2. Rob Zuydweg, Wissenkerke:
3. Anneke Begthel, Kamperland.
8 jaar: 1. Yvonne Vos, Wissenkerke; 2.
Tonja Kouwer. Geersdijk; 3. Perry Boogaard,
Wissenkerke.
9 jaar: 1. Jan Flikweert, Kortgene: 2.
Thoke de Kater, Wissenkerke; 3. Jan Filius,
Kamperland.
10 jaar: 1. Janneke de Waal, Geersdijk;
2. Sonja Neuschwander, Wissenkerke; 3.
Andre Karelse, Kamperland.
11—12 jaar: 1. Karin Schippers, Kam
perland; 2. Leo v. Hee, Kamperland; 3.
Ilse Swint, Geersdijk.
De jeugd heeft zeker plezier gehad aan
dit evenement.
De Rabobank hoopt er in ieder geval
mee bereikt te hebben, dat de jeugd nog
beter is gaan inzien, dat fietsen in het
verkeer een ernstige zaak is, waarbij een
goede fiets, zonder gebreken, een eerste
vereiste is.
Fiets Veilig is een devies dat veel onge
mak kan voorkomen.
Hierbij dient bedacht te worden dat de
sociale diensten ook belast worden met
een hele reeks tijdrovende taken, die eigen
lijk door andere sectoren van hulpverlening
verricht zouden moeten worden. Zo moeten
deze diensten talloze aanvragen om gezins
hulp behandelen, omdat de gesubsidieerde
gezinsverzorgende instellingen beschikken
over onvoldoende mankracht en hun cliën
ten derhalve verwijzen naar de gemeente.
Particulier initiatief.
Nu kan iedere cliënt uiteraard ook een
beroep doen op het particulier initiatief.
Er zijn talrijke instellingen voor algemeen
en gespecialiseerd maatschappelijk werk,
waar de burger met zijn individuele noden
terecht kan. Mr. Van den Brink meent ech
ter, dat het particulier maatschappelijk
werk steeds meer tendeert naar sociaal op
bouwwerk, waarbij vooral gestreefd wordt
naar hervorming van de maatschappij.
Hier wordt de vinger gelegd op een groei
ende tegenstelling tussen de gemeentelijke
sociale diensten en het particuliere maat
schappelijke werk. Een tegenstelling die o.i.
overbrugd moet kunnen worden. Vele bij
particuliere instellingen werkende maat
schappelijk werkenden gaan er bepaald niet
zonder reden van uit, dat veel individuele
nood terug is te voeren op allerlei onwen
selijke toestanden in de samenleving.
Als men zou proberen die toestanden te
verbeteren, dan zou de individuele nood
verminderen. De sociale diensten richten
hun aandacht juist op de individuele nood.
Dat is volkomen terecht maar vaak is de
hulp dan niet meer dan een symptoombe
strijding. Men blust allerlei brandjes, maar
komt aan het bestrijden van de oorzaken
van de brand niet toe.
Het zou te wensen zijn wanneer de ge
meentelijke sociale diensten en het parti
culier maatschappelijk werk eens samen
rond de tafel zouden gaan zitten en zouden
proberen de bestaande, ja nog steeds groei
ende tegenstellingen te overbruggen.
Terecht pleit mr. Van den Brink ook
nog voor deconcentratie van de sociale
diensten in grotere gemeenten. Voor klei
nere gemeenten zal juist een schaalvergro
ting nodig zijn, bestaande uit een. samen
werking met buurtgemeenten, om tot een
noodzakelijke specialisatie op deelgebieden
te kunnen komen. Wel zal de uitvoering
steeds zo dicht mogelijk bij de burgers
moeten plaatsvinden, 'dus op stadswijk- of
dorpsniveau.
Mr. A. Bronsbergen.
(Nadruk verboden).
Geen sprake van ineenstorting.
Toch verdween in die vliegvakanties maar
acht procent van het totaal aantal vakantie
gangers. Driekwart van alle vakantiegan
gers wil helemaal niet vliegen. Van hen
gaat de grootste helft met de auto op va
kantie en de rest gaat kamperen. Ook zijn
er bij degenen die niet met de auto naar
hun vakantiebestemming gaan nog duizen
den, die de trein boven het vliegtuig ver
kiezen.
Nu bereiken ons de laatste maanden be
richten over het ineenstorten van de va-
kantiemarkt. Daar is geen sprake van. Er
wordt alleen mee bedoeld dat de reeds ge
noemde verkopers van kant-en-klaar-
vakantiereizen minder grote omzetten boe
ken, met name naar Spanje. Het publiek
blijkt dit jaar de voorkeur te geven aan
een andere wijze van vakantiebesteding
voor zover men per vliegtuig naar de warme
kusten ging. Het percentage liefhebbers
voor een comfortabele hotelflat met een
zonovergoten strand neemt af. Daar hadden
de vakantieverkopers niet op gerekend en
die schijnen nu een strop van enige mil
joenen te krijgen.
Meer met de auto.
Het accent van de vakantiereis schijnt
nog meer op de auto te komen liggen dan
dit reeds het geval was. Er zijn oorzaken
aan te wijzen waarom het publiek de sa
menstelling van het vakantiepakket ver
andert. Naar onze mening groeit er een
legioen van ervaren vakantiegangers, dat al
meermalen in het buitenland is geweest.
Dit legioen beweegt zich gemakkelijk in tal
van landen. Voor het organiseren van een
reis heeft men een reisbureau of tour
operator niet (meer) nodig. Het indivi
dualisme bij het op vakantie gaan neemt
toe en steekt ook de minder ervaren groe
pen aan.
Vervolgens hebben tallozen er genoeg
van om elk jaar maar weer bruin te bran
den. Men wil meer afwisseling in de vakan-
tiebcsteding, meer onderzoeken, contacten
leggen en meer zien. Om die doeleinden
kiest men dan de auto of ook wel de
autobus, want dit reismiddel beleeft weer
een tijd van nieuwe opgang. Vanzelfspre
kend geldt voor Spanje dat men ook wel
eens ergens anders wil zijn, dat de politieke
onrust daar tot moeilijkheden kan leiden en
dat de prijs van de vakantie daar ook elk
jaar hoger wordt.
De prijs van de vakantie gaat in relatie
tot de groeiende werkloosheid en het op
houden van de reële inkomensvermeerdering
een rol van meer betekenis spelen. De ge
middelde kosten van een vliegvakantie zijn
tot zeker 700,— per persoon gestegen als
men de bijkomende kosten ook meetelt.
Dat betekent voor een gemiddeld gezin een
bedrag van ca. 3.000,— voor de jaarlijkse
vakantietrip. Bij de snel stijgende uitgaven
op alle andere fronten wordt dit voor velen
een (te) zware last. Er zijn bij de vakantie
besteding immers goedkopere alternatieven
en die zullen de eerstkomende jaren stellig
worden uitgebuit!
Wat is de behoefte.
Moeten wij in het algemeen rekening
houden met afnemende vakantie-activiteit
nu het er naar uit ziet dat de financiën
daarbij een grotere rol zullen spelen? Het
is niet onmogelijk dat bepaalde groepen
ertoe komen hun vakantiereis uit- of af
te stellen. Toch zou dat een betreurens
waardiger ontwikkeling zijn. Wij leven im
mers in een tijd die tekenen vertoont van
overproduktie en onderconsumptie. Het
wordt dus zaak meer tijd te gaan uittrekken
voor het besteden van geld.
De tegenkant van de vakantiemedaille
is dat de vakantie-activiteiten aan vele
landen en hoofden werk kan verschaffen.
Het is een vorm van arbeidsintensieve
dienstverlening, waarin nog duizenden hun
brood zouden kunnen verdienen. Dit te
meer omdat nog maar ruim de helft van
ons volk van een vakantie geniet. Er kan
dus nog veel worden gedaan aan markt
bewerking.
Om een vakantiepakket aantrekkelijk te
houden, zal men voortdurend de vakantie-
genieters naar de ogen moeten kijken, om
te zien wat zij wensen. De behoeften schij
nen zich in het algemeen te verleggen naar
Het was de Griekse filosoof, Anaxagoras,
die leefde van 500 tot 428 v. Chr., die als
eerste meende, dat de maan geen zelflicht-
uitstralend lichaam was, doch dat het
grootste deel van het maanlicht niets an
ders is dan zonlicht, dat direct of indirect
wordt gereflecteerd. Een klein deel is niet
van de zon afkomstig, doch is thermische
straling, die voortvloeit uit de innerlijke
warmte van deze aardsateLiet en wordt
uitgestraald.
Over dit laatste wist Anaxagoras nog
niets, want deze straling is van zo weinig
betekenis, dat zij nauwelijks in staat is
de oppervlakte van de maan enkele graden
Keivin te verwarmen en bovendien niet
optisch is waar te nemen.
Sinds enige jaren weet men echter, dat
de maan zo nu en dan op verschillende
plekken van zijn oppervlakte een eigen
licht uitstraalt, dat dikwijls zo helder kan
zijn als het gereflecteerde zonlicht. Op 30
oktober 1963, tussen 1.30 en 1.50 uur ont
dekte de Amerikaanse astronomen. Green
acre en zijn collega Barr, op het Lowoll-
observatorium enkele malén dit zelflichten
van de maan in duidelijke waarneembare
rood-oranje licht in de omgeving van de
maankrater Aristarchus.
De astronomen, kijkend door hun teles
copen, kregen de indruk alsof zij keken
naar een robijn-rode edelsteen, waar zij
echter niet doorheen konden kijken. Voor de
wetenschap was dit een belangrijk nieuw
fenomeen.
Wat de oorzaak van dit verschijnsel is,
staat nog niet vast. Men weet zeker, dat
het niets te maken heeft met vulkanische
verschijnselen aan het maanoppervlak. Men
neemt aan, dat het iets te maken heeft
met de aktivileit van de zon. Hierop werd
een theorie gebaseerd, die meent, dat het
lichten van de maan de zichtbare werking
is van de onzichtbare, tijdens zonerupties
in de ruimte uitgestoten partikeltjes, die
op het maanoppervlak terechtkomen. Daar
zouden zij meteorietenstof treffen, dat on
der deze invloed zou oplichten.
Een nieuwe theorie volgde daarop van
doe-vakanties. Men wil in die tijd zelf bezig
zijn met bijvoorbeeld koken, met het deel
nemen aan wedstrijden en spelen of met
het bezichtigen van musea of historische
plekken. In het organiseren van vakantie
bezigheden ligt een stoot werkgelegenheid
opgesloten, waarbij elk centrum voor
vreemdelingenverkeer zich op zijn eigen
wijze kan uitleven.
Ook Nederland in trek!
In 1975 werd meer dan de helft van de
vakanties in het buitenland doorgebracht.
Dat was voor het eerst. Het ziet ernaar
uit dat dit cijfer nog zal stijgen. Met name
Frankrijk stond in het centrum van de
belangstelling. Dit jaar zal stellig Engeland
daarbij komen, want Albion is letterlijk een
goedkoopte-eiland voor de Nederlanders ge
worden. Ook aan de trek naar het buiten
land is een flink stuk werkgelegenheid
verbonden. Gaat men per auto, dan wordt
er veel aan kleding, proviand en vakantie
uitrusting meegenomen. In vele gevallen
kunnen busondernemingen daar ook aan
verdienen. Laten wij echter vooral niet ver
geten dat onze bevolking nog steeds groeit
en dat derhalve het aantal binnenlandse
vakantiegangers ook nog voortdurend in de
lift zit.
Bij al die zich verplaatsende Nederlanders
voegen zich steeds meer buitenlanders, die
onze polders willen zien, naar de Noord
zeekust willen of van oude stadjes gaan
genieten. Ook op hen moet onze aandacht
gericht zijn. Het vorig jaar steeg het aantal
overnachtingen van buitenlanders in Neder
land gedurende de eerste negen maanden
met ongeveer 5°/o. Dat geeft kansen voor
inkomensstijging voor velen. Zoals ook in
andere sectoren, zullen de wensen van de
vakantieverbruikers zich wel wijzigen. Voor
een deelmarkt binnen de vakantie kunnen
de resultaten wel teleurstellend worden,
maar in zijn totaliteit biedt de vakantie-
markt nog vele mogelijkheden zowel voor
de genieters daarvan als ook voor degenen
die er hun inkomen aan te danken hebben.
Drs. A. van Mieflo.
(Nadruk verboden).
Sun en Gonzales, die meenden, dat een en
ander wel zijn oorzaak vindt in de aktiviteit
van de zon, maar niet in de partikeltjes
van de zonerupties. Zij menen te maken
te hebben met de aanmerkelijk langzamere
protonen van de zonnewind. De energie
van deze protonen zou als het ware in de
op de maanoppervlakte liggende meteo
rietenmaterie worden opgeslagen en vast
gehouden, om dan later bij verwarming
van het maanoppervlak vrij te komen. Het
opslaan en vasthouden zou plaats vinden
gedurende de koude periode van de maan
nacht, terwijl tijdens de maandag de ener
gie in de vorm van licht door de verwar
ming zou vrij komen.
De bevestiging van deze theorie werd
verkregen in laboratoriumonderzoekingen,
waarbij men gebruik kon maken van me
teorietenstof, dat door het American Mu
seum of Natural History ter beschikking
werd gesteld.
De vraag blijft echter, waarom het zelf
lichten van de maan zo zeldzaam voor
komt en waarom ze niet gebonden is aan
de fasen van de maan.
Uiteraard is men nieuwsgierig op zoek
gegaan in oude literatuur om vast te stel
len of ook vroegere waarnemers misschien
het verschijnsel hebben waargenomen. Toen
bleek, dat niemand minder dan Friedrich
Wilhelm Herschel, de ontdekker van de
planeet Uranus, iets soortgelijks had waar
genomen in de nacht van IS op 19 april
1787. Interessant voor de wetenschap is
het feit, dat tijdens deze waarneming de
aktiviteit van de zon bijzonder groot was
en dat in diezelfde nacht op aarde het
Noorderlicht optrad, dat zelfs tot in Italië
werd waargenomen. Allemaal punten, die
voor verdere onderzoekingen van het groot
ste belang kunnen zijn, omdat er sprake
kan zijn van een bepaalde samenhang.
Heel langzaam komen we steeds iets
meer te weten van onze naaste buur, de
maan. Het merkwaardige is echter, dat elke
nieuwe ontdekking die we doen, meteen
weer een veelvoud aan vragen met zich
brengt. Zo raken we nooit uitgestudeerd.
VOOR VERLENEN VAN IMMATERIËLE HULP MOET OOK RUIMTE ZIJN
NIET ALLEEN "UITKERINGSSTATION"
De gemeentelijke sociale diensten hebben bepaald niet over gebrek aan werk
te klagen. Als uitvoerder van onder meer de Wet Werkloosheidsvoorziening
(WWV) staan deze overheidsdiensten in deze tijd van groeiende werkloosheid
voor een massaliteit aan aanvragen voor een werkloosheidsuitkering.
Voorts voeren deze gemeentelijke diensten de Wet Sociale Werkvoorziening
(WSW) uit, die zo'n slordige 55.000 werknemers telt. En last but not least
zijn de gemeentelijke sociale diensten belast met de uitvoering van de Al
gemene Bijstandswet (ABW), welke in 1965 de tot dan toe geldende Armen
wet verving.
Door een dergelijk massaal karakter van aanvragen om financiële hulp
wordt op de medewerkers van deze instellingen zo'n beslag gelegd, dat helaas
weinig tijd en ruimte overblijft voor het verlenen van immateriële hulp,
waaraan bij vele sociale steuntrekkers ook een grote behoefte bestaat.
We kennen uiteraard allemaal de spin
en velen van ons zijn niet erg op dit soort
dier gesteld. Toch is dit een onjuiste in
stelling want ook al ziet de spin er mis
schien volgens velen niet zo aantrekkelijk
uit, het is een zeer nuttig dier en voor
de mens niet gevaarlijk. Daarnaast is het
beslist een zeer interessant dier, wanneer
men de moeite neemt om de spin te be
studeren.
Er zijn veel mensen die denken, dat de
spin tot de insekten behoort maar dat
is niet juist. De spinnen vormen een aparte
groep in de dierenwereld, namelijk die der
spinachtigen. Zij onderscheiden zich onder
meer door het aantal poten van de insek
ten. Deze laatsten bezitten drie paar poten,
terwijl de spinachtigen vier. paar poten
hebben. Daarnaast zijn er nog meer ver
schillen, doch die behoeven hier niet be
sproken te worden.
Men moet ook niet denken, dat elke spin
een web maakt. Er zijn diverse soorten
spinnen die dat niet eens kunnen. Zij ver
overen hun prooi zonder web. Voorbeelden
daarvan zijn bijvoorbeeld de tarantula, de
grote spin die ongeveer 7 centimeter wordt
en in gaten in de grond leeft. Onder een
kluitje of steen wacht het dier rustig de
komst van een prooidier af, dat dan wordt
besprongen.
In Indonesië vinden we kleine, geelbruine
spinnetjes van nog geen centimeter lang,
die hun prooi bespringen. Zij maken zonder
aanloop dan wel sprongen van ongeveer
30 centimeter.
Wie een spin goed bekijkt ziet duidelijk
de hierboven reeds genoemde vier paar po
ten, maar vlak bij de kop blijken ze nog
een paar kleine pootjes of armpjes te
hebben. Die zijn zeer belangrijk, omdat de
spin hierin de gifklieren heeft, die in een
klauwtje uitmonden. Hiermee wordt het
prooidier gedood of verdoofd, alvorens tot
consumptie wordt overgegaan.
Ook de ogen van de spin zijn zeer in
teressant. Het zijn namelijk enkelvoudige
ogen, die in een aantal paren op het kop-
borststuk gerangschikt zijn. De stand van
deze ogen is bij elke spinnesoort anders.
De in ons land bekende spinnen, die
gebruik maken van een web, zijn eigenlijk
een wonder op zich. Wanneer wij zien op
welk een ingenieuze wijze deze dieren hun
bouwwerk opzetten, dan staan we werkelijk
verbaasd.
De kruisspin bijvoorbeeld begint met een
aantal lijnen te spannen in de vorm van
een driehoek of een vierkant. Dan trekt
hij een aantal diagonalen en vanuit het
gevonden middelpunt zet het dier nog meer
stralen uit. In totaal ongeveer een twintig.
Nu gaat de spin ze met elkaar verbinden
door dwarsverbindingen.
Men zou denken, dat dan het web klaar
is, maar dan blijkt dat dit slechts een
schema was. Het rag dat de spin geweven
heeft, is namelijk niet kleverig maar droog.
Volgens de reeds opgezette lijnen gaat de
spin nu de kleverige draden spannen, terwijl
het tegelijk het droge web afbreekt. In dit
tweede web worden pas de prooien ge
vangen.
In het web blijft echter een kleefvrij deel,
zodat de spin zelf kan rondlopen zonder in
de draden verward te raken.
De spin gebruikt haar mogelijkheid om
draden af te scheiden niet alleen voor het
bouwen van een web. Ook de prooi wordt
met dergelijke draden ingewikkeld en vast
gebonden. Voorts weeft hij er eiercocons
van voor het nageslacht en kan hij zich
via dergelijke draden op wonderbaarlijke
wijze verplaatsen en bij dergelijke hande
lingen zien we de spin als een volleerd
trapezewerker in aktie. De lichte draad
wordt door de wind opgenomen en slingert
ergens heen, op die manier kan de spin
zich ook snel verplaatsen.
Al met al zou men boeken kunnen schrij
ven over dit werkelijke bijzonder interes
sante schepsel van moeder natuur, hetgeen
ook is gedaan.
Maar in dit kort bestek was het slechts
de bedoeling om de spin iets nader te be
lichten, waardoor we misschien toch een
andere kijk krijgen op dit dier, dat we in
onze onwetendheid hadden.
Ook in de vakantie-industrie geldt dat de produktie bepaald wordt door
de behoefte van de consument. Dat heeft er wel eens anders uitgezien. In de
loop der jaren zijn er in de reisnijverheid grootindustriëlen gegroeid, die
zich wel touroperators noemen. Zij houden zich bezig met het organiseren van
vakantiereizen voor een massamarkt. Men had ervaren dat vele genieters van
vakantie zoveel mogelijk van zon en zo weinig mogelijk van enige activiteit
wilden weten.
Uit deze wetenschap zijn de zonnevakanties voortgekomen. Men zoekt daar
voor warme zonrijke kusten op en zorgt voor vervoer en accommodatie. Dat
hebben veel touroperators gedaan en met succes. Van de vakantie-produktie-
landen is daardoor Spanje het meest in trek gekomen. Ook al omdat het
verblijf er goedkoop was.
Touroperators hebben over hun groeiende zonnemarkt zoveel reclame ge
maakt, dat er voor de gemiddelde Nederlanders dikwijls beelden oprezen van
aaneengesloten rijen vakantieflats, waar we beurtelings voor één, twee weken
in zouden worden opgeborgen om vakantie te houden. Wie eens in Spanje
kwam en zag in welk tempo daar de flatgebouwen boven de rotsen verrezen,
werd in zijn vermoeden slechts bevestigd.
ZONNE-ENERGIE BLIJFT BEWAARD EN WORDT LATER UITGESTRAALD