Steeds meer slachtoffers
van geweld
VIJFJE
GIEPS GOUDEN
Voor miljoenen moeders
is 9 mei
de Moederdag van de honger'
DE TAPIJT-
SPECIALIST
van Heeswijk
door Henk
GIRO 1111 222
DE ONVEILIGHEID NEEMT TOE
DE OVERHEID VERZAAKT HAAR PLICHT
Wie de ontwikkelingen in ons land volgt,
krijgt langzamerhand de indruk, dat de Ne
derlandse burger bij de overheid steeds
minder in tel raakt. Het lijkt er op of
het de overheid alleen nog maar interes
seert of die burger zijn belasting betaalt,
doch verder gaat de belangstelling niet.
Iedere dag weer staan de kranten vol
met berichten over misdaad met geweld
pleging. Overvallen, mishandeling, moord
en doodslag zijn aan de orde van de dag.
De straatterreur viert vooral in de grote
steden, maar ook hier en daar op het
platteland hoogtij. In vele steden is het
's avonds laat even gevaarlijk om over
straat te gaan, als enige honderden jaren
geleden, toen het nog wemelde van de
struikrovers. Dikwijls was men in die dagen
in de steden binnen de muren veiliger, dan
wij nu in onze steden.
Doet de politie dan haar taak niet naar
behoren? De politie doet, wat zij kan doen.
Maar wanneer men spreekt met verant
woordelijke politiefunctionarissen, dan hoort
men steeds weer de klacht, dat het korps
tobt met ernstige onderbezetting, waardoor
men niet in staat is voldoende preventief
te werken, door patrouillering, laat staan
dat men aan alle klachten ook die aandacht
kan schenken die eigenlijk gewenst zou zijn.
Vooral in de grote steden zijn de politie
mannen en -vrouwen reeds overbelast. Daar
komt nog bij, dat veel politiemensen klagen
over onvoldoende medewerking van de jus
titionele instanties. Heeft men vele uren
aan een zaak gewerkt en heeft men die
rond, dan gebeurt het dikwijls, dat justitie
er verder niets aan doet. Dat is voor de
politie frustrerend en ontmoedigend. Het
samenspel deugt niet, dat staat wel vast
en daaronder heeft het recht ernstig te
lijden.
Daarnaast blijkt maar al te dikwijls, dat
DELTA STAR
Torendijk 45 - Kortgene
Telefoon 01108-2 80-4 28
Het goedkoopste adres
van Zeeland voor
TAPIJT
's Zaterdags na 12.00 uur GESLOTEN
FEUILLETON
In Menaldum werd hij door Rinske zelf
voorgesteld aan Fokkelina Feenstra. „Vroe
gere schoolvriendin," verduidelijkte ze,
„maar in jaren niet gezien. Toevallig kwam
ik haar maandag tegen in Ljouwert. Wees
een beetje lief voor haar, he? Ze is anders
zo eenzaam." Ze gaf hem bij deze raad
geving een knipoogje, dat aan duidelijkheid
niets te wensen overliet. Hij gaf het meisje
een hand en stelde zich voor. Die avond
zaten ze naast elkaar en hadden alle gele
genheid om met elkaar te praten, want het
was een rustig familiefeestje. Sake vond
de naam Fokkelina mooi en de draagster
eveneens. Als ze inderdaad een school
vriendin was geweest van Rinske, moest ze
minstens één-, twee en dertig jaar oud zijn.
En nog altijd niet getrouwd?
Ze hoorden elkaar voorzichtig uit. Fokke
lina begreep al heel gauw, dat Rinske niet
had overdreven. De state van Westra was
één der grootste in wijde omgeving. Vaag
herinnerde ze zich, dat ze er wel eens langs
waren gereden, toen vader zelf nog boerde.
En Sake vernam bij stukjes en beetjes, dat
haar vader eveneens een boerderij had ge
had, maar om gezondheidsredenen van de
hand had gedaan. Temeer ook, omdat er
geen opvolger was. „Ik ben enig kind en
tot nu toe heb ik nog nooit een jongen
ontmoet, die me een beetje leek." Ze zei
er verder niets over, maar Sake begreep
wel, dat het de trots was van de rijke
boerendochter, die niet van plan was haar
hand en haar geld te delen met iemand,
die minder was dan zij, zodat ze op twee
en dertigjarige leeftijd nog altijd niet aan
veel rechters in ons land lachwekkende
straffen uitdelen voor ernstige misdaden,
waardoor, zoals blijkt uit verklaringen van
misdadigers. Nederland een ideaal arbeids
terrein voor hen is. Door de onderbezetting
van .de politie zijn hun kansen op succes
groot en bij mislukkig is de kans op een
fikse straf klein. Dat lokt onder meer veel
buitenlandse misdadigers naar ons land,
waardoor Nederland geconfronteerd wordt
met een steeds toenemende criminaliteit.
Uit misplaatste sociale gevoelens worden
straffen laag gehouden en worden mis
dadigers als kasplantjes behandeld.
Erger is echter dat de justitie niet
schroomt om slachtoffers die zich verzetten,
eventueel te straffen. Dikwijls durft een
rechter nog tegen een slachtoffer dat zich
heeft verzet te zeggen: „Had u niet beter
kunnen weglopen, dan was dit allemaal niet
gebeurd." Dat is wel het beste bewijs
van onkundigheid van zo'n rechter met de
situatie tijdens een dergelijk gebeuren.
Meestal heeft het slachtoffer geen schijn
van kans om weg te lopen, doch slechts
de keus zich zonder verzet te laten beroven,
mishandelen of gebruiken, of zich te ver
zetten, waarbij meestal het resultaat het
zelfde blijft. Het nare is, dat dergelijke
rechters dan spreken over situaties die zij
zelf nooit hebben beleefd.
Het is duidelijk, dat Nederland langzaam
afglijdt naar een jungle, waar geen sprake
meer is van veiligheid. De overheid vertikt
het duidelijk, om wat dit betreft orde op
zaken te stellen. Om te beginnen zouden
de politiekorpsen belangrijk moeten worden
versterkt en zou de rechterlijke macht
zwaardere straffen moeten gaan uitdelen.
Ook zou het zeer belangrijk zijn, wanneer
er meer aandacht zou worden besteed aan
de slachtoffers van misdaden dan aan de
misdadigers.
Wanneer een politieman op de een of
ander manier te streng of te hard is op
getreden, dan staat de overheid meteen
op haar achterste benen. Dan worden er
vragen in de Tweede Kamer gesteld en
is dadelijk alles in rep en roer. Maar waar
blijven de vragen in de Tweede Kamer en
de ongerustheid over de toenemende crimi
naliteit in ons land? Misschien dat men
pas ongerust gaat worden wanneer het
toeval zou willen, dat een of andere onver
laat, die zich te buiten gaat aan straat
terreur een minister of kamerlid op straat
in elkaar slaat. Zonder enige twijfel zal
zo'n muisje een staartje hebben in de
Kamer. Maar zolang het gewone fatsoen
lijke burgers betreft, dan zal men zich
niet warm maken. Die burgers zijn slechts
belangrijk wanneer ze bij de verkiezingen
hun stem moeten uitbrengen en belasting
moeten betalen. Verder gaat de interesse
van de heren niet.
Men moet echter niet vergeten dat de
wet van aktie en reaktie nu eenmaal be
staat en onontkoombaar is. Wanneer Ne
derland op het gebied van de veiligheid
de man was gekomen.
Rinske had haar in de vooravond goed
op het hart gedrukt: „Wees niet kieskeurig,
Fokkelien, want dit is misschien je laatste
kans. Sake is erg verlegen, maar in wer
kelijkheid een goeie boer, een heel goeie.
Het bedrijf, dat hij van zijn vader gaat
overnemen, doet weinig onder voor wat
jouw vader eens had. Tenslotte is hij het
aanzien ook nog wel waard."
De jonge vrouw had over deze woorden
nagedacht en was tot de conclusie gekomen,
dat Rinske wel eens gelijk kon hebben.
Dus maar een beetje toeschietelijk worden.
Het was al na middernacht, toen Fokke
lina opstond en zei, dat ze het welletjes
vond. Gelijk kwam Sake overeind. „Ik kan
je wel met mijn span naar huis rijden.
Waar woon je eigenlijk?"
Ze lachte. „Ik blijf bij Rinske logeren,
maar ik woon in Leeuwarden. Op kamers.
Als je wilt, mag je me wel eens opzoeken."
Hij knikte. „Goed. Wat denk je van za
terdagmiddag?"
Fokkelina keek hem verbaasd aan. „Nou,
je bent nogal voortvarend, dat moet ik
toegeven. Maar soms kan dat nuttig zijn.
Goed, zaterdagmiddag. Uur of vijf? Mag
je bij mij blijven eten."
Zaterdags zei Sake: „Ik ga na het eten
me omkleden, want ik moet vort. Kan dat?"
Hij keek zijn vader vragend aan.
„Dat kan altijd, jongen. Je kunt de wagen
ook wel nemen: moeder en ik blijven
vanavond toch thuis."
„Ik ga met de trein en fiets wel naar
het station." Meer zei hij niet, zijn vader
een jungle wordt, dan zal hier ook de wet
van de jungle gaan gelden en dat betekent
ieder voor zich.
Het is dan volkomen begrijpelijk, ook
al is het volgens de wet niet te verdedigen,
dat veel fatsoenlijke burgers, die om de
een of andere reden regelmatig 's avonds
op straat moeten zijn, zich tegen een der
gelijke eventualiteit gaan wapenen. Zij zijn
niet van plan om zich bij een dergelijke
confrontatie door een overmacht zonder
meer in elkaar te laten stampen. Het aan
tal illegale wapenen onder het gewone
publiek stijgt met de dag.
in het onzekere latend, waarheen hij ging.
Maar dat het om een vrouw ging, begreep
de oude baas. En daarom was hij tevreden.
In de stad had Sake gauw gevonden, waar
Fokkelina woonde. Het was een bovenhuis
in een buitenwijk. Ze liet hem boven komen
en ging hem voor naar een grote kamer.
„Ik woon hier met een collega," verduide
lijkte ze. „We werken beiden bij het spoor.
Aan het loket. Kaartjes verkopen, begrijp
ie?"
Hij keek haar misprijzend aan, terwijl hij
ging zitten. „Maar dat is toch niks voor
een boerendochter?"
De gastvrouw nam tegenover hem plaats.
„Ik moet toch wat omhanden hebben?
Hier in de stad zijn nu eenmaal geen koeien
te melken en ik kan me niet gaan verhuren
als dienstbode. Of wel soms?" De gedachte
enkel deed haar kleuren.
„Daar heb je gelijk in," beaamde de man.
„En waar is die collega van je nu?"
„Zij heeft late dienst: van vier tot twaalf.
Die is pas tegen half één thuis, dus
Ze spreidde haar handen uit en lachte.
Sake deed de maaltijd, die ze klaarge
maakt had, alle eer aan. Dronk er een glas
wijn bij en stak na afloop een sigaar aan.
terwijl de vrouw koffie klaarmaakte. Hij
knikte tevreden. „Koken kun je in ieder
geval; dat is belangrijk."
Geruime tijd spraken ze over neutrale
dingen, tot Sake overging op het bedrijf van
zijn vader. „Zodra ik een geschikte boerin
heb, die mems plaats kan innemen, gaan
heit en mem weg. Heit heeft een huisje
gekocht onder Slappeterp. Met wat grond,
zodat hij wat om handen heeft. Jij lijkt me,
Fokkelien. Ik zou zeggen: je moest morgen
maar eens komen koffiedrinken. Als je de
trein van elf uur neemt uit de. stad
De vrouw schudde haar hoofd. „Gaat
niet Sake; morgenvroeg moet ik werken:
van acht tot vier uur. Oftewel vroege dienst.
En na de middag komen is een beetje
gek, he?"
Hij dacht na. „Wanneer heb je 's morgens
vrij?"
Woensdag heb ik m'n vrije dag en don
derdag ga ik in de late dienst."
„Goed. Kom je woensdagmorgen. Je moet
dan ons bedrijf maar eens rustig bekijken.
Misschien heeft Rinske je al het een en
Automobilisten, die 's avonds of 's nachts
nog grote afstanden moeten pfleggen, om
dat hun beroep dat met zich brengt, jonge
meisjes en vrouwen en ook wel mannen,
die laat over straat moeten, komend van
visite, cursus, of uit ploegendienst, nemen
geen risico meer en velen van hen zijn
bewapend en dat heus niet altijd met
eenvoudige herkenbare wapenen, zoals pis
tool of stiletto. Er zijn diverse andere ge
heel onopvallende wapens in de handel, die
door deze categorie grif worden gekocht.
Men vindt deze zaken dikwijls bij mensen,
die wars zijn van elke vorm van geweld
ander verteld. Wat mij betreftik mag
ie"
Dinsdags, na de maaltijd, zei Sake: „Mor
genochtend komt Fokkelina Feenstra kof-
fiedrinken. En ons bedrijf bekijken. Haar
vader had een boerderij onder Bornwird,
dat is in de buurt van Dockum. Fokkelien
is enig kind, er was geen opvolger, dus
heeft Feenstra zijn bedrijf enige jaren ge
leden verkocht." Maar over haar baan bij
de Spoorwegen zweeg hij. Op de een of
andere manier vond hij dit minderwaardig
voor een boerendochter.
Fokkelina Feenstra viel bij heit en mem
Westra in de smaak. Dat bemerkte Sake
aan verschillende kleinigheden. En in de
middag bekeek de gast het bedrijf, daarbij
voorgelicht door Sake: de grote stallen,
de paarden, de varkensschuur en de ver
schillende wagens. Het vee in de wei en
de moestuin. Fokkelien zag met kennersoog,
dat dit een modern boerenbedrijf was, zoals
er misschien weinig in Friesland te vinden
zouden zijn. Bovendien vond ze Sake een
knappe jongen. De manier, waarop hij alles
uiteenzette verried, dat hij hart had voor
dit modelbedrijf. Samen kunnen we het ver
der uitbouwen, wist ze nu. Sake was onge
twijfeld de beste partij jn wijde omtrek.
Wat wilde ze nog meer?
Maar die dag vroeg Sake de jonge vrouw
nog niet ten huwelijk; hij wilde eerst het
oordeel van zijn ouders horen, voornamelijk
van zijn vader. Toen hij haar naar het
station had gebracht, nam hij enkel met
een handdruk afscheid en zei: „Je hoort
van me; je krijgt in ieder geval bericht."
Waarover Fokkelien in de trein, toen ze
goed over deze woorden nadacht, veront
waardigd was. Wie denkt hij eigenlijk, dat
ik ben? Een boerendienstbode, die hier is
komen solliciteren? Hij kan barsten als
hij denkt, dat ik hem nodig heb!
Vader Westra informeerde in Bornwird
naar ene Feenstra, die er vroeger een boer
derij moet hebben gehad en kreeg goede
gegevens. Misschien was Feenstra's boer
derij groter geweest dan het zijne nu, maar
dat was nu niet meer van betekenis. Zodat
vader Westra Fokkelien een geschikte
schoondochter vond en zijn ega had ei
genlijk ook geen enkel bezwaar tegen de
struise vrouw. In ieder geval bleken de
en beslist niet agressief zijn, maar die het
onder de huidige omstandigheden nodig
vinden op alles voorbereid te zijn, omdat
de straatterreur hoogtij viert. Geweld lokt
nu eenmaal geweld uit en het staat vast,
dat binnenkort de slachtoffers niet meer
alleen zullen vallen onder de aangevallenen,
maar ook onder de aanvallers.
Onze regering laat het daar blijkbaar
op aan komen, terwijl het in feite haar
taak is al dit geweld tegen te gaan en
eventueel te voorkomen. Hier wordt wel
een dure plicht ten opzichte van de Neder
landse gemeenschap verzaakt.
referenties goed te zijn en daarom zei
Westra een week later tegen zijn zoon:
„Ik weet niet, hoe je er voor. staat met
die dochter van Feenstra uit Bornwird, maar
je moeder en ik hebben geen bezwaren. Ik
zou zeggen: wacht niet te lang."
Toen Fokkelien tien dagen na haar bezoek
aan Dronrijp om half vijf uit de vroege
dienst thuiskwam, keek ze stom verwon
derd, toen ze Sake Westra in de gemeen-
schappleijke kamer zag zitten. Genoeglijk
rokend. Geërgerd liep ze op hem toe en
vroeg: „Hoe kom jij binnen?"
De man bleef rustig zitten, terwijl hij
antwoordde: „Je vriendin liet me er in,
toen ik zei, dat we het samen eens waren
en binnenkort gaan trouwen."
Ze zakte in een stoel tegenover hem,
terwijl ze rood aanliep. „Wel, wel, gaan
we trouwen? Daar hoor ik van op. Laat
ik je nou zeggen, dat ik er nog niks van
wist? Of gaat dat bij jullie buiten de vrouw
in kwestie om? Dan neem je voor mij maar
een ander!"
Sake was helemaal niet uit het veld
geslagen. Langzaam kwam hij overeind, zijn
pak afvegend, want hij had er as op ge
morst. „Ik dacht toch wel, dat jij begrepen
had, waarom ik je uitnodigde naar Dronrijp
te komen, he? Als je wilt, kun je daar
boerin worden, Fokje. En als je ja zegt,
kunnen we binnen enkele weken trouwen."
De vrouw in kwestie stikte zo ongeveer
van verontwaardiging. „Man, je hebt me
nog niet eens behoorlijk ten huwelijk ge
vraagd. Gaat dat in Dronrijp zo? Net zoals
je een knecht of een meid huurt?"
Schouderophalend antwoordde de man:
„Ik ben zulk werk nu eenmaal niet gewend.
Fokje. Maar als je wiltik bedoel: met
me trouwen, word jij boerin. En boerin
op onze state betekent aanzien. Ik dacht,
dat je me wel een beetje mochtvan
daar
Ze zag hem rood worden. Dat jong is
dood-verlegen,, begreep ze nu. Daarom
kwam ze overeind en Hep naar hem toe.
„En als ik „ja" zeg, wat dan? Je hebt
me tot nog toe enkel maar een hand ge
geven en
(Wordt vervolgd).
Welvaartsstaat Nederland maakt
zich op om straks weer Moederdag te
vieren. De eerste verschijnselen
hebben zich al geopenbaard. Kinde
ren wegen hun spaarpotten. Vaders
worstelen met hun begroting. Iedere
avond zien en horen wij op de TV
steeds nadrukkelijker geef moeder
dit of geef moeder dat, of maak moe
der zus blij, of zo.
Kortom, de "moederdag van de
overvloed" is in volle aantocht. Met
veel fanfares en verkoopgeschal.
Maar er is ook een "moederdag van
de honger". Die wordt in alle stilte
"gevierd". Door ontelbare miljoenen
moeders in de hongerlanden van
Zuidoost-Azië, Afrika en Latijns
Amerika. Het enige geschenk dat zij
op 9 mei van hun kinderen krijgen, is
een doffe blik uit ogen waarin nog
nooit een vonkje hoop heeft geflak
kerd. Of een kus van uitgeteerde,
bloedeloze lippen die zich tevergeefs
aan haar borst hechten.
In zekere zin is hun moederdag ook
een moederdag van overvloed. Maar
dan een overvloed van leed, van tra
nen die niet meer geschreid worden,
omdat men zelfs daarvoor te moe
kan zijn.
De honger vreet om zich heen -
als een gulzig monster
Nooit is de hongersnood zo groot
geweest als nu. Meer dan 500 mil
joen mensen lijden honger, dag aan
dag. Hun aantal en ook het aantal
doden worden dagelijks groter. Des
kundigen hebben uitgerekend dat er
tussen nu en het jaar 2000 circa één
miljard mensen, van wie alleen al 200
miljoen kinderen, zullen sterven van
de honger. Dat is, gemiddeld over dit
tijdvak berekend, honderdduizend
doden per dag. De bevolking van een
stad als Hilversum of Leeuwarden.
Wie zijn de schuldigen? Wij allen.
Honger is, plotselinge rampgevallen
daargelaten, niet het gevolg van ge
brek aan voedsel, of van overbevol
king of natuurlijke onheilen, maar van
een onrechtvaardige verdeling van
de hulpbronnen, welvaarten rijkdom.
Evenmin is het voortduren van de
honger uitsluitend te wijten aan de
onwil of het geschipper van politici en
regeringen. Wij zijn alle mede
verantwoordelijk. Want niemand kan
zeggen, dat hij niet weet dat er hon
ger wordt geleden.
Honger is mensenwerk -
de leniging ook
De moeders daarginds, in de landen
van de "moederdag van de hongër",
zijn niet minder moeder dan de moe
ders hier. Zij kennen geen mooier
geschenk dan om hun kinderen meer
te eten te geven, al is het maar voor
één dag.
Voor de meeste moeders hier hoeft
op 9 mei de "moederdag van de
overvloed" niet zo nodig overvloedig
te zijn. Zij zullen graag met een ca
deau van mindere waarde genoegen
nemen, als zij weten dat zij met het
restant een glimp van vreugde bren
gen in de harten van de moeders en
kinderen daar.
De Stichting Mensen in Nood/Cari
tas Nederland zorgt ervoor dat elk
dubbeltje en elke gulden op de juiste
plaats komen. Dankzij giften van
overheid en particulieren verstrekt de
Stichting dagelijks voedselhulp aan
250.000 hongerige mensen, maar de
rij wordt steeds groter en groter.
Uw bijdrage is hoognodig en hoogst
welkom op giro 1111 222
t.n.v. Mensen in Nood,
Den Bosch, met vermel
ding "Leniging moeder
dag van de honger".