II houdt nu het meest geleien blad op Noord-Beveland in handen Hoorzitting onteigeningscomm. Wat gebeurt er in de TL-buis? Liefde voor industriële archeologie De geschiedenis van de kauwgom Vrijdag 4 oktober om drie uur 's middags vond in het gemeentehuis te Wissenkerke een hoorzitting plaats van de onteigenings commissie van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Deze zitting moest volgens de wet ge houden worden, omdat er bezwaren waren binnengekomen tegen onteigening van en kele percelen grond in Kamperland. Het gaat om het laatste stuk van de verbinding Molenweg Provinciale weg Wissenkerke - Kamperland, dat deel uit maakt van de ontsluitingsweg Schotsman Ruiterplaat, tweede gedeelte, in Kamperland. Namens Gedeputeerde Staten was aan wezig de heer J. van den Bos, zijn griffier, de burgemeester van Wissenkerke P. Wisse, de heer A. Boogaard (gemeentewerken) en de heer De S.mit van de gemeentesecretarie. Als eerste kreeg het woord mevr. D. G. Sandee - Meulbroek. Zij werd bijgestaan door haar man. Mevr. Sandee: „Ik maak er be zwaar tegen dat door de onteigening mijn zomerhuisje weg moet. Ik moet er zo nu en dan eens uit, ik heb een groot gezin en ook hoge bloeddruk". Uit het verdere gesprek bleek, dat als er een zodanige schadevergoeding gegeven zou worden, dat voor dat bedrag elders in Kamperland een zomerhuisje gezet kon wor den, mevrouw Sandee geen bezwaar meer had tegen de onteigening. Vervolgens kwam de heer J. de Bruine sr. aan het woord. Hij woont op het stuk grond waarvan een gedeelte moet verdwijnen voor de nieuwe weg. Hij sprak namens zijn kinderen, C. E. de Bruine, C. A. de Bruine, en A. B. de Bruine. Hij zou geen bezwaar meer hebben, als hij in de buurt een stukje vervangende grond zou krijgen. Het ontbreken van vervangende grond Het is een ontwerp van Abraham Darby, die in zijn ijzergieterij de stoot gaf tot de industriële revolutie. Darby is de uit vinder van het ijzersmelten door middel van cokes. Tot in 1709 werd dit gedaan met houtskool. Dat kostte echter zoveel hout, dat gegoten ijzer een soort luxe was. Behalve die eerste brug goot Darby ook de eerste ijzeren boot, een ijzeren aquaduct voor een kanaal en ook de eerste ijzeren spoorstaven kwamen uit de gieterij van Abraham Darby. Enkele jaren geleden werd in de schaduw van de brug in Ironbridge een bijeenkomst gehouden, waarop de industriële archeo logen hun weinige wel en hun vele wee bespraken. Het verdroot de deelnemers dat er zo weinig belangstelling was voor hun werk. Oude rotzooi moet maar opgeruimd worden, bleef de mening van mensen die met plastic en beton zijn opgegroeid. Misverstand. Archeologie en industrie zijn op het eerste gezicht twee begrippen, die weinig of niets met elkaar te maken hebben. Maar dat is, volgens de Council of British Archeology een hardnekkig misverstand. Vijftien jaar geleden vestigde deze oer-Britse vereniging al de aandacht op het snelle tempo waar mee monumenten van vroegere industriële aktiviteiten verdwenen, zonder dat er ge legenheid was om deze te registreren en te bestuderen. Behalve de Engelsen weren ook de No ren, Polen en Belgen zich op het terrein van de industriële archeologie. Beroemde voorbeelden zijn het Noorse openlucht museum in Lillehamer en de verschillende technische musea in Polen. In België brak George van den Abeelen een lans voor het in kaart brengen van oude stations, kanalen, silo's, watertorens, oude fabrieken, cokes ovens, auto's, oude winkels en kroegjes. Ook oude tracés van de spoorwegen beveelt Van den Abeelen in de belangstelling van de industriële archeologen aan. Langzaam sijpelt dit begrip ook door tot Nederland. In Limburg zijn al stemmen opgegaan om tenminste een oude steen koolmijn intakt te houden. In Amsterdam is een oude stoomsleephelling in ere her steld en het stoomgemaal „Cruquis" aan de Ringvaart blijft als één van de fraaiste technische monumenten van ons land be waard. kwam ook als voornaamste bezwaar naar voren bij de heer J. de Visser en H. A. Geerlings. De heer De Visser: „Ik heb bezwaar tegen de aanleg van de weg, om dat ik dan geen achteruitgang meer heb (sinds 1925 had ik die wel) en daardoor wordt de garage bij mijn huis waardeloos, ten tweede wordt het milieu zwaar veront reinigd daar de weg plm. 10 meter van het huis loopt, ten derde worden we zwaar gedupeerd omdat ons huis geen bruik bare garage meer minder waard wordt en ten vierde biedt de gemeente steeds maar geen vervangende grond aan." Op een opmerking van de heer Van den Bos, antwoordde de heer De Visser, dat zijn bezwaren „eindweegs" zouden zijn opge lost, als hij vervangende grond zou krijgen. De heer Geerlings zei dat voor hem precies hetzelfde gold. Tenslotte, nadat alle vier de bezwaarden hun verklaring ondertekend hadden, voegde de griffier de brief van een vijfde bezwaarde bi' de stukken. Deze brief was van de heer L. Koole. Hij maakte bezwaar tegen de te lage ver goeding die hij voor zijn grond zou krijgen. De verdere gang van zaken is, dat de bezwaren nu serieus onderzocht zullen wor den door Gedeputeerde Staten, in samen spraak" met gemeentewerken, waarna de gemeente het commentaar zal ontvangen. Dit is openbaar. Dan wordt de zaak opgestuurd naar de minister van binnenlandse zaken, waar het weer bekeken zal worden. Komt er wel een koninklijk besluit, terwijl de partijen het nog steeds niet eens zijn, dan kan de gemeente de percelen grond voordragen voor gerechtelijke ont eigening. Hartstocht. In verschillende landen met Engeland als koploper is de industriële archeologie al een erkende wetenschap. Ons land loopt ondanks enkele gave voorbeelden toch nog achter. Met een vreemd soort geestdrift wil men hier veel wat de herinnering leven dig houdt aan een verleden, dat juist een waarschuwing en een les voor de toekomst kan zijn, slopen. De eerste fabrieken moesten plaats ma ken voor wegen. Stoommachines werden onttakeld en kregen een plaats op de schroothoop. Lokomotieven gingen dezelfde kant op of kregen in het gunstige geval een plaatsje in het Spoorwegmuseum. Bruggen werden afgebroken en vervangen door betonnen oeververbindingen. Viaduk- ten en sluizen waren produkten uit een voorbije tijd. Ze moesten wijken voor gro tere. Het ijzeren tijdperk maakte plaats voor de eeuw van beton en plastic. De Engelsen zijn nu met een ware harts tocht alles aan het registreren wat uit de tijd van de industriële revolutie stamt. Een revolutie, die het aanzien van de wereld sterk heeft veranderd. „Het was een fun damentele omwenteling in de geschiedenis der mensheid" weet Peter Mathias uit Ox ford te melden. De archeologen, die zich met het op graven van Egyptische mummies, romeinse munten of jacoba-kannetjes bezig houden moesten wel even wennen aan die „new combers". In het Britse museum kan men nog horen zeggen dat iemand, die mecha nisch speelgoed verzamelt of op een zon dagmiddag op een oude stoomlokomotief gaat staan, zich nog geen archeoloog mag noemen. Toch heeft de Engelse vereniging voor archeologie die „ijzervreters" al erkend. De niet te stuiten stroom van boeken over industriële archeologie, het prachtig uitge geven tijdschrift „Industrial Archeology" en het polsdikke jaarboek van de vereniging trachten het werkterrein steeds nauwge zetter te omschrijven. Stoomtreinen. Omdat de grote stoomliefde die de echte Brit met zich meedraagt het best tot uiting komt in het treintje spelen, richten we onze blik op Wales. Sinds men daar enkele tientallen jaren geleden een begin maakte met het redden van nog bestaande stoom treinlijntjes hebben vooral de amateur industriële archeologen zich heel wat moeite getroost om het stoomtijdperk van nieuw vuur te voorzien. De „Great Little Trains of Wales" be staan nog. En ze worden gekoesterd, alsof het de Engelse kroonjuwelen zelf zijn. Op enkele lijntjes rijden nog de originele loks uit het begin van deze eeuw. Puffend en hijgend doen ze hun werk. Ten gerieve van de vele toeristen die ook wel eens de illusie willen hebben van het leven in de vorige eeuw. En dan Londen weer. Aan de Exhibition Road staat het Science Museum. De ver zameling daar bestaat uit veel al of niet werkende modellen van machines, mijn schachten, voertuigen en elektrische appa- Wat gebeurt er in de buis? De fluorescentielamp is een jonge telg uit de lampenfamilie. Even voor de laatste "wereldoorlog bevond dit type zich nog in een experimenteel stadium. Na de oorlog kwam hij pas tot volle ontwikkeling. De fluorescentielamp behoort tot de groep van ontladingslampen en bestaat uit een glazen buis, die inwendig bedekt is met fluorescentiepoeder. Voorts is de buis ge vuld met een mengsel van kwikdamp en een edelgas onder lage druk. In elk van de uiteinden van de glazen buis bevindt zich een elektrode in de vorm van een gespiraliseerde wolfraamdraad. Wanneer de schakelaar aangedraaid wordt en de elektrische stroom naar de elek troden gaat, komt er een spanning en wordt Kauwgom is een soort versnapering, die eigenlijk geen versnapering meer genoemd mag worden. Voor velen is het kauwgom kauwen een gewoonte geworden, evenals het roken dat is voor anderen. Vooral in de Verenigde Staten wordt er veel gekauwd. Er wordt daar per jaar ongeveer een tweehonderd miljoen dollar aan kauwgom besteed, hetgeen neerkomt op het verbruik van omstreeks twintig miljard stukjes. In Europa ligt dit wel iets anders. Ook hier wordt kauwgom gekocht, maar niet zoals in Amerika door mensen van alle leeftijden en alle rangen en standen, maar grotendeels slechts door de jeugd. Het kauwgomverbruik is daarom in Europa be langrijk minder. Natuurlijk vraagt men zich hierbij af, hoe de kauwgom zo in de mode is ge komen. En wanneer we een blik slaan in de geschiedenis, dan zien we, dat het gebruik reeds van zeer oude oorsprong is. Gestolde rubber. Toen de Spaanse veroveraars kennis maak ten met de volken van de middenameri- kaanse landen, bemerkten zij dat de in dianen daar op iets kauwden. Bij nadere informatie bleken zij te kauwen op stukjes rubber, afkomstig van de sapodillaboom. De inboorlingen brachten kerfjes aan in raten uit de begintijd! van de elektriciteit. Men kan een model van de eerste lokomo- tief, de Rocket van Stephenson, bewonde ren en verder kan men zich vergapen aan juweeltjes van zeil- en stoomschepen. In feite bestrijkt het Science Museum voor belangstellenden open van 10.00 tot 18.00 uur, op zondag vanaf 14.30 uur en te bereiken met de ondergrondse tot South Kensington alle terreinen van de tech niek uit het verleden. Voor kinderen is er een aparte afdeling. Merkwaardig land toch, dat good old England. John Bull houdt z'n ouwe spul letjes best in orde! Pirn van de Zee. (Nadruk verboden). als die spanning groot genoeg is een stoot elektronen van de ene elektrode naar de andere gestuurd. Met razende snelheid vliegen deze elektroden door de buis naar het andere einde en op deze weg bewegen ze zich door het mengsel van kwikdamp en edelgas onder lage druk. Een deel van de voortsnellende elektro nen komt in botsing met kwikatomen. In dien deze botsing nu hevig genoeg is, krijgt een elektron van zo'n kwikatoom een zodanige duw, dat hij uit zijn baan van het kwikatoom raakt. Hoe zit dat? Voor minder deskundigen op dit gebied geven we nog even een verklaring. Een atoom bestaat uit een atoomkern, waai de bast van de stam en daaruit druppelde, evenals dit bij de rubberbomen het geval is, een soort melksap, dat stolde en daarna bewerkt werd. De Maya's, een indiaanse stam in midden- Amerika, noemden dit materiaal chicle. De Azteken, eveneens een indianenstam uit midden-Amerika, namen het van de Maya's over en zij brachten het weer verder bij de Mexicanen. Het kauwen op chicle scheen een prettige bezigheid te zijn, want ook in Mexico werd het een algemeen gebruik. In 1860 vluchtte een Mexicaans generaal naar de Verenigde Staten en op zijn vlucht nam hij een grote voorraad chicle mee. Gedurende zijn ballingschap heeft hij het steeds gebruikt, maar toen hij later weer naar zijn land terugkeerde, liet hij in de VS het restant van zijn voorraad chicle achter. Het lukte. Deze erfenis van de Mexicaanse generaal kwam in handen van een zekere Thomas Adams, die aanvankelijk niet wist wat hij er mee beginnen moest. Na verschillende mislukte proefnemingen met de blokjes gom, herinnerde hij zich gezien te hebben, dat de generaql er steeds op kauwde en hij probeerde het zelf eens. Dit bleek een sukses. Hij begreep, dat er misschien meer elektronen en neutronen in vaste banen om heen draaien zoals dat b.v. met de planeten van ons zonnestelsel rond de zon het geval is. Raakt nu zo'n elektron van een kwikatoom in hevige botsing met een elektron, dat overspringt van de ene kant van de buis naar de andere, dan wordt het elektron van het kwikatoom uit zijn baan geduwd. Het gevolg hiervan is, dat het kwikatoom in zijn geheel een bepaalde hoeveelheid energie opneemt. Er is echter een sterke binding tussen het weggeduwde elektron en het kwik- atoomstelsel zelf en wel zodanig, dat het elektron als door een onzichtbare hand weer in het systeem wordt teruggesleurd en wel precies op zijn plaats. Ogenblikkelijk geeft het kwikatoom de tijdens de botsing opgenomen energie weer vrij en wel in de vorm van straling. Aha, zal men zeggen, daar is de straling en dus hebben we nu een verklaring voor het licht dat de lamp uitstraalt. Maar dan is men abuis, want helaas ligt deze opgewekte straling voor een groot deel in het ultraviolette deel van het spektrum en kan dus door het menselijk oog niet worden waargenomen. Het zich aan de binnenzijde van de buis bevindende fluores centiepoeder bezit evenwel de eigenschap de ultraviolette straling op te nemen en... om te zetten in een zichtbare straling, die door de glazen wand naar buiten treedt. De kleur van het licht van deze lampen wordt bepaald door de chemische samen stelling van het fluorescentiepoeder. De vervaardiging. Voor het vervaardigen van dergelijke lampen komt er natuurlijk heel wat kijken. Om te beginnen moeten de glazen buizen bestaan uit helder, kleurloos glas, waaraan de hoogste eisen worden gesteld. Het glas van deze lampen wordt vervaardigd uit zand, soda, dolomiet en een aantal andere chemicaliën. Fijn wit zand, met zo weinig mogelijk verontreinigingen vormt wel het hoofdbestanddeel. De afgemeten hoeveelheden worden in mengmolens tot een homogene brei gekneed, die in de glasoven ,bij een temperatuur van ongeveer 1450° C 'tot glas wordt versmol ten. Langs een draaiende wigvormige pen komt tenslotte de lange buis tot stand. De buizen worden met warm water ge wassen, zodat ze volkomen schoon zijn, alvorens de fluorescentielaag wordt aan gebracht. Een aantal glazen buizen wordt nu met de onderkant in rubber houders geplaatst, die zich op het deksel van een vat be vinden, dat gevuld is met in vloeibare toe stand gebracht fluorescentiepoeder. Met perslucht wordt de vloeistof omhoog in de buizen geblazen. Als de buizen geheel gevuld zijn met de melkwitte vloeistof, ontsnapt de perslucht en zakt de vloeistof weer in het vat, terwijl op de buiswand een dunne film poeder achterblijft. In elk van de uiteinden van de buis wordt nu een elektrode ingesmolten, waarbij er één is, die open blijft om een machine in staat te stellen de buis luchtledig te pompen. De gassen. Is dit laatste geschied, dan wordt door een andere machine een kleine hoeveelheid kwikdamp en argongas in de buis gespoten, waarna de opening wordt dichtgesmolten. Het inwendige van de lamp is nu her metisch van de buitenlucht afgesloten. Het mengsel van kwik en argon blijft gedurende de gehele levensduur van de lamp aan wezig en vormt daar de voor de ontlading noodzakelijke gasatmosfeer. Toch is de lamp zo nog niet voor ge bruik gereed. Er moeten aan de elektroden nog lampvoeten worden gemonteerd. Dit geschiedt op een ingeniueze wijze en wel zo, dat de draden van de elektroden precies op die van de lampvoeten aansluiten. Deze lampvoeten worden aan het gas gekit. Dan pas is onze lamp klaar voor gebruik en kan hij de mens dienen door het uit stralen van zijn opvallend helder licht, licht waarvan wij nu de oorsprong kennen. (Nadruk verboden). mensen zouden zijn, die het prettig zouden vinden om dergelijke blokjes in de mond te hebben en hij richtte de firma Adams and Son op, die overging tot de fabrikage van deze blokjes. Hij kreeg oktrooi op een zachter soort gom, dan dat van de generaal en hij bleek reeds spoedig sukses te hebben. De Amerikanen wilden wel kauwen. Het was John Colgan, een drogist uit Louisville, die er toe kwam een lekker smaakje aan de blokjes toe te voegen. De konkurrentie begon de kop op te steken en de belangrijkste was wel John Wrigley, wiens naam een begrip zou worden op het gebied van de kauwgom. Hij was de zoon van een zeepfabrikant, die trachtte de zeepprodukten van zijn vader aan de man te brengen door er pakjes kauwgom bij te doen. Later bleek hem, dat de men sen meer belangstelling hadden voor de kauwgom dan voor de zeep en zo besloot hij zich op de kauwgom te specialiseren. Vulpennen en meubels kado. Om zijn kauwgom er bij het publiek in te krijgen maakte hij gebruik van on gelooflijke reklamestunts, zeker voor die tijd van omstreeks 1900. Hij schonk bij de verkoop vulpennen, muziekinstrumenten, meubels, keukengerei en wat al niet meer. Zijn kauwgom werd een geweldig sukses en zijn naam een begrip. In de loop der tijden heeft men ver schillende andere grondstoffen voor de kauwgomindustrie geprobeerd, maar zij vol deden niet en men kwam steeds terug op het sap van de sapodillaboom. In de fa brieken wordt de grondstof tot een fijn poeder verpulverd, gereinigd en vermengd met poedersuiker en een smaakgevende essence. Daarna wordt het mengsel door machines in de vereiste vorm gebracht. Voor de Amerikanen is kauwgom een levensbehoefte en in de laatste wereld oorlog heeft de Amerikaanse overheid er wel degelijk voor gezorgd dat de Ameri kaanse soldaten over voldoende kauwgom konden beschikken, aangezien zij vreesde, dat anders het moreel van de troepen eronder te lijden zou hebben. (Nadruk verboden). OOK IN NEDERLAND ONTWAAKT BELANGSTELLING VOOR OUDE TECHNIEK IS BRIT AANGEBOREN Oude treinen, puffende stoomboten, ijzeren bruggen en rokende fabrieks schoorstenen. Voorwerpen die nu in het middelpunt van de nostalgische be langstelling staan. En Engeland is de bakermat daarvan. Dat is geen wonder, want behalve dat de Brit per definitie van traditie houdt, bevindt zich in Engeland de meest geheiligde plaats van de industriële archeologen. In het westelijk deel van koningin Elisabeth's rijk ligt het piep kleine plaatsje Ironbridge. Daar en nergens anders is in 1779 de eerste ijze ren brug ter wereld gebouwd. REEDS DE MIDDENAMERIKAANSE INDIANEN KAUWDEN OP GOM FLUORESCENTIELAMPEN WORDEN MOMENTEEL ZEER VEEL GEBRUIKT Wie van ons kent de „TL-buis" niet? We zien die buisvormige lampen als etalageverlichting, als lichtbronnen in winkels, kantoren, werkplaatsen, show rooms, magazijnen en ook in huis. Over het algemeen worden deze lampen als huiskamerverlichting niet erg gewaardeerd, aangezien ze, naar velen menen, niet bijdragen tot de gezelligheid in de huiskamer. Dit neemt echter niet weg, dat de TL-buis of fluorescentie lamp, zoals hij officieel heet, momenteel een van de meest gebruikte kunst matige lichtbronnen is.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1975 | | pagina 2