Zeehengelwedstrijd
ADERVERKALKING
Ons ,veilige' huis
Altijd weer de belastingen
Op zaterdag 28 juni 1975 had de Noord-
Bevelandse hengelsportvereniging op ver
zoek van en in samenwerking met het
comité Toeristenweek te Colijnsplaat in de
Oosterschelde een zeehengelwedstrijd vast
gesteld, waaraan iedere hengelsportliefheb
ber-kon deelnemen.
Dat deze wedstrijd die elk jaar bij het
feestcomité op het programma staat, steeds
beter ingeburgerd raakt, bewees wel de
grote opkomst van de deelnemers. Niet
minder dan 112 personen lieten zich voor
deze wedstrijd inschrijven.
Het bestuur van de hengelsportvereniging
die de organisatie van deze wedstrijd op
zich genomen had, had dank zij de wel
willende medewerking van de zakenmensen
uit Colijnsplaat voor een grote prijzenpot
gezorgd met zeer waardevolle prijzen. Er
waren in totaal 48 prijzen te verdelen,
waardoor het een aantrekkelijke wedstrijd
beloofde te worden.
Bij het bestuur van de hengelsportvere
niging waren de verwachtingen omtrent
deze wedstrijd niet erg hoopvol gestemd,
gezien de zeer slechte vangsten vanaf de
wal in de laatste weken. Na afloop van
deze wedstrijd bleek het al dat de ver
wachtingen van het bestuur juist waren
geweest, want niet minder dan 75 pech
vogels hadden niets gevangen.
Daar stond echter tegenover dat twee
deelnemers ieder een pracht van een zee
baars wisten te verschalken, waardoor zij
de eerste keus kregen bij het uitzoeken
van een prijs. Ook waren er nog verschil
lende deelnemers die een mooie paling
aan de haak sloegen. Er werden in totaal
38 boven- en 17 ondermaatse vissen ge
vangen. Zij leverden 8715 wedgtrijdpunten
op.
Omdat er maar 37 deelnemers waren
die één of meer vissen gevangen hadden,
kwamen deze allemaal voor een prijs in
aanmerking. De overgebleven11 prijzen
werden daarna onder de pechvogels verloot.
Deze geste van het bestuur werd bijzonder
op prijs gesteld.
Voor een prijs kwamen tenslotte in aan
merking:
1. C. P. v. d. Moere, Colijnsplaat 1470 pnt.
2. J. P. Lepoeter, Kapelle 1020 pnt.
3. H. Deegens, Kapelle 710 pnt.
4. M. P. Geelhoed, Colijnsplaat 655 pnt.
5. N. Schouwenaar, Goes 605 pnt.
6. G. v. d. Kreeke, Heinkenszand 480 pnt.
7. P. Slabbekoorn, Goes 370 pnt.
8. L. de Visser, Kamperland 305 pnt.
9. P. Coppoolse, Goes 300 pnt.
10. C. Augustein, Kamperland 265 pnt.
11. E. Ersen, Goes 220 pnt.
12. R. van Steen, Yerseke 215 pnt.
13. A. G. de Waard, Colijnsplaat 210 pnt.
14. J. Clement, Colijnsplaat 205 pnt.
15. J. Lamse, Colijnsplaat 200 pnt.
16. M. Klaassen, Colijnsplaat 195 pnt.
17. E. Lindenberg, Yerseke 190 pnt.
18. P. A. Leendertse, Kamperland 180 pnt.
19. I. Lamse, Colijnsplaat 175 pnt.
20. E. den Engelsman - Snoep,
Kloetinge 170 pnt.
21. C. Otte, Nisse 165 pnt.
22. P. de Waal, Colijnsplaat 160 pnt.
23. J. de Wild, Zierikzee 155 pnt.
24. J. van Winden, Wemeldinge 150 pnt.
25. J. B. van Gilst, Colijnsplaat 120 pnt.
26. J. C. Dekker, Kapelle 110 pnt.
27. J. Huige, Colijnsplaat 10 pnt.
28. A. de Nood, Kruiningen 10 pnt.
29. P. J. v. d. Moere, Kan\perland 10 pnt.
30. A. Provoost, Goes 10 pnt.
31. L. Huige, Kapelle 10 pnt.
32. P. J. Lepoeter, Kapelle 10 pnt.
33. A. J. de Waard, Goes 10 pnt.
34. L. Traas, Heinkenszand 10 pnt.
35. P. Zwemer, Kamperland 10 pnt.
36. J. F. van Dalen, Colijnsplaat 10 pnt.
De pechvogels die tenslotte toch een
prijs kregen waren:
R. Warren, Colijnsplaat.
M. van Hee, Kamperland.
R. de Nood, Kruiningen.
L. Francke, Kamperland.
L. Meulenberg, Kamperland.
Ph. Leendertse, Kamperland.
Mej. Lepoeter, Kapelle.
P. Huijbregtse, Colijnsplaat.
M. Luijk, Kamperland.
A. van der Heijde, Colijnsplaat.
De laatst getrokken prijs was een extra
prijs beschikbaar gesteld door een zaken
relatie uit Colijnsplaat, bestaande uit een
enveloppe met inhoud.
Door de voorzitter P. v. d. Vreugde te
Kamperland, werden al deze prijzen uitge
reikt. Hij bedankte de deelnemers voor
hun deelname en de zakenrelatie's en het
bestuur van het comité voor de vele mooie
prijzen, waardoor het welslagen van deze
wedstrijd al bij voorbaat vaststond. Wel
vond hij het erg jammer, dat de vangsten
niet beter waren geweest.
Verder deelde hij nog mede dat er op
zaterdag 2 augustus 1975 te Kortgene, in
samenwerking met de evenementencommis
sie aldaar een dergelijke wedstrijd gehouden
zal worden in het havenkanaal (Veerse
Meer) te Kortgene.
Er zal dan gevist worden van 10.00
tot 12.00 uur. Inschrijven in „De Graaf
van Buren" van 09.00 tot 10.00 uur.
Wanneer- men aan deze wedstrijd deel
neemt, moet men wel voorzien zijn van
een vergunning en een kleine visakte of
bijdragebewijs.
ER IS NIETS NIEUWS ONDER DE ZON
VROEGER WAS DE DRUK OOK GROOT
Belasting is een bijzonder impopulaire
zaak. Het lijkt wel of de mens daar van
nature iets op tegen heeft. Door de eeuwen
heen heeft men er zich tegen verzet en
ook nu wordt er dikwijls danig op de
fiscus gemopperd, zelfs al is het grootste
deel van ons volk er tegenwoordig wel van
overtuigd, dat belastingen nu eenmaal een
noodzakelijk kwaad zijn. Vadertje Staat moet
nu eenmaal ook over „zakgeld" beschikken
om bepaalde dingen te verzorgen, waartoe
wij als eenlingen nooit kunnen komen en
die voor ons allen van het grootste belang
zijn.
Dit laatste is overigens een principieel
verschil met het verre verleden, waarin de
burger onder zware belastingdruk stond,
terwijl hij nooit enige rekening en verant
woording zag van de betaalde bedragen en
er nauwelijks iets ten algemene nutte werd
gedaan. Wel mocht de eenvoudige belas
tingbetaler aanschouwen hoe de hoge heren
goede sier maakten van zijn geld. Dat men
in die tijden een verschrikkelijke hekel had
aan de belastingen en zelfs tot opstand
geneigd was, is een alleszins begrijpelijke
zaak.
Regelmatig zien we hoe de ene belasting
na de andere weer wordt verhoogd. De
accijns op benzine, de wegenbelasting, de
BTW en zo zouden we nog een poosje
kunnen doorgaan, de druk wordt steeds
groter en het is begrijpelijk, dat we elke
keer mopperen, want iedere Nederlander
zou graag zien, dat hij heel weinig of liefst
geen belasting zou behoeven te betalen,
terwijl er door de overheid van alles voor
hem werd gedaan. Maar dat gaat nu een
maal niet en ieder zinnig mens heeft hier
begrip voor en betaalt daarom, ook al
gebeurt dit morrend, zijn (hoge) belasting.
Ook al is de belastingdruk in ons land
behoorlijk, toch verkeren we nog in een
zeer gunstige positie, vergeleken bij onze
verre voorouders, die het genoegen mochten
smaken in de middeleeuwen te leven.
Zoals reeds hierboven gesteld, werden zij
via de belastingen uitgeperst, terwijl daar
vrijwel niets tegenover stond. Wanneer we
het een en ander hierover weten, dan staan
we verbaasd over de ongelooflijke belasting
druk die deze arme mensen in die tijd
werd opgelegd.
Alleen het ademhalen en de zonneschijn
waren niet belast, maar verder was er vrij
wel niets te bedenken dat niet belast was.
Zelfs de wind, die de wieken van de molen
in beweging moest brengen, kostte geld en
de molenaar moest hiervoor aan de heer
betalen. Het gebruik van „wegen", dikwijls
niet meer dan modderige paden met karre-
sporent was belast, het oversteken en be
varen van rivieren was belast. Voor het
meevoeren van een dier moest men betalen,
ook het betreden of verlaten van een stad
kostte geld. Het bezoeken van de markt,
het bijwonen van kerkdiensten, dopen,
trouwen, begraven, handel drijven, het uit
oefenen van een beroep, kortom alles kostte
geld en werd belast.
Zo sterk als de belastingdruk in die duis
tere middeleeuwen was, is zij nu gelukkig
niet meer.
Er is overigens weinig nieuws onder de
zon wanneer we ons belastingsysteem eens
bekijken. De omzetbelasting (BTW) bijvoor
beeld, waarvan velen menen, dat dit een
twintigste eeuwse nieuwigheid is, bestond
al in het Romeinse Rijk onder keizer Cali
gula.
Accijnzen, zoals wij die kennen op diverse
artikelen, zoals benzine, sigaretten, suiker,
alcoholische dranken, enzovoort, bestonden
al lang. We behoeven hierbij maar even
te denken aan het pachtersoproer in 1747,
toen de bevolking in opstand kwam tegen
deze indirecte heffingen en de huizen van
de pachters (lieden, die deze heffingen op
diverse zaken, zoals zout, meel, turf, hout
en wat al niet meer, moesten innen) aan
vielen en plunderden.
Dan kennen we de hondenbelasting. Ge
lukkig behoeven onze honden tegenwoordig
niet meer met een penning aan de halsband
te lopen, zoals dat voor 1940 het geval
was. Maar ook dit soort belasting op huis
dieren is al zeer oud. Reeds zo'n tweedui
zend jaar voor onze jaartelling dus ruw
vierduizend jaar geleden, werd er al be
lasting betaald voor honden, geiten en ander
vee, dat daartoe met een zegel van gebak
ken klei aan een touwtje om de nek liep.
Reeds de Romeinen kenden een vorm van
vermogensbelasting. Om de vijf jaar moest
iedere burger zijn totale bezit opgeven.
Zijn gezinsgrootte speelde een rol, het aan
tal slaven dat hij had, zijn vee, zijn grond,
zijn huizen, kortom alles. Naar aanleiding
van dit bezit werd hij aangeslagen voor de
belasting. Men kende daartoe vijf klassen
en ntuurlijk wilde toen ook graag iedereen
tot de laagste klasse behoren. Maar de
overheid was uiterst streng. Wie probeerde
de fiscus een rad voor de ogen te draaien,
kwam prompt voor de beul.
In de loop der eeuwen heeft de overheid
vrijwel alle middelen aangegrepen om aan
geld te komen en er zijn wat dat betreft
de meest dwaze voorbeelden. Zo kenden
we in ons land een periode, dat de ramen
van een huis waren belast. Met als gevolg
dat men huizen bouwde met blinde ramen
er in. Ook heeft de fiscus indertijd het
aantal schoorstenen belast dat op een huis
stond. Wie netjes gekleed wilde gaan, moest
ook extra betalen. Handschoenen, kousen,
pantalons, pruiken, hoeden, reukwerk, e.d.
waren allemaal zwaar belast.
Ongetwijfeld betalen we nu fors hoge
belastingen, dat staat wel vast, maar daar
voor ontvangen we toch ook weer veel
dingen, die ons in staat stellen om op
een moderne manier te leven. We behoeven
hierbij alleen te denken aan het dichte
netwerk van wegen dat ons land rijk is
en waarvan we allen gebruik kunnen maken.
Dan de verlichting van deze wegen, de ver
zorging van rivieren, kanalen, opdat we
niet van het water te lijden zullen hebben,
de bouw van diverse prachtige kunstwerken
zoals bruggen, de Deltawerken, de inpolde
ring van het IJsselmeer, het zijn maar en
kele voorbeelden van uiterst belangrijke
zaken.
In een modern democratisch land krijgt
men wel waar voor zijn geld, ook al kan
men van mening verschillen over de manier
waarop hel geld van de gemeenschap zou
moeren worden besteed. Degeen stelt zijn
prioriteiten hier, de ander daar. Maar dat
neemt niet weg, dat we er toch wel veel
nut van hebben, ook al wordt er soms
wel eens geld over de balk gegooid.
PAS GOED OP UW KINDEREN
UW HUIS ZIT VOL MET POTENTIËLE MOORDENAARS
In het ziekenhuis wordt door radeloze
ouders een tweejarig jongetje binnenge
bracht, dat reeds urenlang last heeft van
bijzonder hevige krampen. De artsen den
ken dadelijk aan vergiftiging, maar de ou
ders kunnen geen enkele aanwijzing geven.
Het is hun niet bekend of het kind op
de een of andere manier iets schadelijks
naar binnen heeft gekregen. Zelfs ontken
nen ze die mogelijkheid.
Tenslotte komt aan het licht, dat het
kind gedurende lange tijd in de woning
van de grootouders zonder toezicht is ge
weest. Daar heeft het kans gezien zich
ongezien meester te maken van een schoe
nendoos vol met oude medicijnen. Er ble
ken niet minder dan 35 verschillende soor
ten medicijnen in aanwezig te zijn. Twee
doosjes had het kind aan een nader onder
zoek onderworpen en van het „heer
lijks" gesnoept.
Een domme moeder gaf haar kleuter van
elf maanden een met plakband gesloten
doosje met tabletten, omdat het kind er
zo fijn mee kon rammelen. Tijdens de af
wezigheid van de moeder zag het kleintje
kans de doos te openen en ongeveer tien
tabletten op te eten. Prompt kreeg bet
kind ernstige moeilijkheden. De dokter die
ér bij geroepen werd. gaf een middel om
de stofwisseling te aktiveren, maar na vier
uur was de toestand hopeloos. Het kind
was in een zeer diepe bewusteloosheid en
niet meer bij kennis te brengen. Tenslotte
begon het te rochelen en toen werd het
zo snel mogelijk naar het ziekenhuis ge
bracht.
Om het kinderleven te redden moesten
artsen en verpleegsters alles in het werk
stellen. Gedurende achttien uur moest het
kind om de vijf(!) minuten een dosis tegen-
stoffen worden gegeven, terwijl tevens
voortdurend zuurstof werd toegediend en
men alles in het werk stelde om het hartje
op gang te houden. Twintig uur na het
begin van de dramatische reddingsaktie
kwam de kleuter bij.
Het was door de onverantwoordelijkheid
van de moeder op de rand van de dood
gebracht.
Dit zijn slechts twee voorbeelden van
de duizenden waarmee de artsen niet al
leen in Nederland, maar in geheel West-
Europa worden geconfronteerd. In Neder
land wordt er niet minder dan 180(!) maal
per dag alarm geslagen, omdat kinderen
van iets verdachts hebben gesnoept.
Van elke 100 vergiftigingsgevallen in
ons land vinden er niet minder dan 80 bij
kinderen beneden de vijf jaar plaats. Het
zijn onze kleintjes die de grootste gevaren
lopen in onze „veilige^ huizen".
Nergens achten wij onze kinderen vei
liger dan thuis. Maar hoe vergissen wij
ons deerlijk. Dat thuis is helemaal niet zo
veilig als wij in onze onnozelheid denken.
Dat thuis zit boordevol met potentiële
moordenaars. We zullen meteen spijkers
met koppen slaan en u aanwijzen waar de
gevaarlijke plaatsen in uw huis zijn en
welke moordenaars daar schuilen.
Om te beginnen uw keuken, een van
de gevaarlijkste plaatsen in huis, notabene
de plaats waar de vrouw haar domein
heeft. De moordenaars zijn de u zo goed
bekende spullen als afwasmiddelcn, am
monia, benzine, bleekmiddelen, brandspi
ritus, insektenbestrijdingsmiddelen, meubel
en vloerwas, petroleum, plantenmest, rei
nigingsmiddelen voor uw sanitair, schoen
smeer, schuurmiddelen, soda, vlekkenwater,
wasmiddelen, zoutzuur, enz.
Dan de „veilige woonkamer". Aansteker-
benzine, anilinepotlood, zwervende gepees-
middelen, inkt, vermageringsmiddelen.
Even kijken in de bad- en/of slaapkamer.
Mevrouw let daar speciaal op uw cosme
tische artikelen, zoals: crèmes, lotions, na
gellak en wat al niet meer. Ook daar
bevinden zich heel dikwijls geneesmidde
len, e.d.
Dan gaan we eens. kijken in de schuur
of garage, waar we ook de nodige bijzonder
gevaarlijke stoffen vinden. Denkt u maar
eens aan: afbijtmiddelen, antivries, benzine,
insektenbestrijdingsmiddelen, kunstmest,
motorolie, onkruidverdelgers, terpentine,
verfverdunners en zo zouden we nog kun
nen voortgaan.
En dan is er nog de zolder en hobby
hoek, waar dikwijls ook allerlei spullen zijn
die voor kleine kinderen bijzonder gevaar
lijk kunnen zijnf
We denken hierbij bijvoorbeeld aan: fo-
lochemicaliën, lakken en beits, lijm, sol-
deerwater, terpentine, verf, verdunners,
kortom teveel om op te noemen en alle
maal levensgevaarlijk voor die kleine peu
ters, die nu eenmaal in hun onwetendheid
alles in hun mond willen stoppen. Nooit
zullen wc die kleintjes een verwijt kunnen
maken, de schuld van zo'n ongeluk ligt
altijd bij de volwassenen, die beter moes
ten weten en die niet tijdig voorzorgen
genomen hebben om de narigheid te voor
komen.
Zoudt u er schuld aan willen hebben,
dat uw kind of dat van een ander vergiftigd
werd door uw onachtzaamheid? Neen toch.
Ieder mens wenst dit niet. Nu, we kunnen
er iets aan doen, door tijdig maatregelen
te nemen, dat de kleintjes al die gevaar
lijke spullen onmogelijk in handen kunnen
krijgen. Berg dergelijke zaken op, op een
veilige plaats. Hoog en achter slot en
grendel zijn de beste beschermende maat
regelen die u kunt nemen.
Het gootsteenkastje waar zoveel huis
vrouwen een groot aantal van al die ge
vaarlijke zaken bewaren is één van df aller
gevaarlijkste plaatsen in huis. De kleintjes
kunnen daar heel gemakkelijk bij. De deur
tjes zitten vrijwel nooit op slot, doch slui
ten met een knipje of een magneetje,
kortom zijn ook door heel kleine kinderen
gemakkelijk te openen.
Breng bovendien nooit gevaarlijke stof
fen uit de originele verpakking over in
verpakkingen, die van oorsprong voor le
vensmiddelen zijn bestemd: geen motorolie
in een melkfles of andere gevaarlijke stof
fen in een melkfles. De melkfles is het
kind zo vertrouwd, dat het daar uiteraard
geen gevaar in ziet uit zo'n fles te drinken.
Als het gebeurd is, is het te laat.
Geen soda in een jam- of strooppot,
geen vlekkewater in een limonadefles, geen
plantemest in een koektrommeltje, geen
wasbenzine in een bessensapfles. Koop ook
geen gevaarlijke stoffen in flacons, enz.
met helle kleuren, want die helle kleuren
oefenen een grote aantrekkingskracht uit
op kinderen.
Bewaar medicijnen niet op de theetafel
of buffet; berg ze niet op naast de hagel
slag en de jam, maar sluit ze weg op een
echt veilige plaats. Neem ook geen ge
neesmiddelen in waar uw kinderen bij zijn.
Zij willen zo graag groot zijn en zullen
u prompt na doen, wanneer u bent ver
trokken en wanneer ze dan nog het origi
nele doosje of zo te pakken kunnen krij
gen dan is hét goed mis. Kinderen zijn
veel gevoeliger voor geneesmiddelen dan
volwassenen en wat voor, u goed kan zijn
is funest voor uw kind.
Heeft uw kind ondanks alle voorzorgen
toch iets gevaarlijks binnen gekregen, dan
doet men er goed aan als volgt te handelen.
Ten eerste laat men zo'n kind minstens
een glas water drinken. Vervolgens trach
ten we het kind tot braken te brengen
door het een vinger in de keel te steken.
Breng het kind, indien mogelijk naar het
ziekenhuis of een arts of desnoods een
apotheker.
Heel belangrijk is het voor de behan
deling dat de arts weet wat het kind naar
binnen heeft gekregen. Wanneer men dat
niet weet te vertellen kan dit zeer ver
tragend wérken op de tegenmaatregelen
die de arts moet nemen. Hij dient dan
eerst te ontdekken wat het kind heeft
gegeten of gedronken en hiermee gaan
kostbare minuten of uren verloren, tijd die
kan beslissen over leven en dood. Weet
men wat het kind heeft gegeten, dan doet
men er goed aan de resten daarvan, of
desnoods de verpakking mee te nemen,
zodat de arts dadelijk weet wat de oor
zaak van de vergiftiging is.
Hij kan dan onmiddellijk de juiste tegen
maatregelen treffen en dat kan het leven
van uw kind redden.
MEER THEE. MINDER
EEN NOG ONBEKENDE STOF IN THEE REMT DE VERKALKING AF
Vanaf ongeveer het vijfendertigste jaar
begint bij veel mensen de zogenaamde
„aderverkalking", die leidt tot arteriocle-
rose. Het woordje kalk is de omschrijving
van een stof die zich aan de binnenwand
van de slagaderen afzet en waarin ook
veal kalk voorkomt.
Het gevolg van een dergelijke verkalking
van de aderen is, dat deze aanmerkelijk
minder soepel worden, waardoor de bloeds
omloop minder vlot gaat functioneren,
terwijl daarnaast de aderen ook broos wor
den, hetgeen kan leiden tot allerlei onaan
gename complicaties, zoals beroerte, hart
infarct, e.d. De stof die in deze een zeer
belangrijke rol speelt is cholesterol een vet-
achtige, glanzende stof, die in alle dierlijke
vetten voorkomt.
Sedert tientallen van jaren weet men
reeds, dat volkeren die grotendeels vege
tarisch leven een lage cholesterolspiegel
in het bloed hebben, lager dan de mensen
die leven in landen waar men een lekker
vet stukje vlees weet te waarderen. Op
vallend in deze is, dat Chinezen, Japanners,
Maleiers en negers uit Centraal Afrika geen
last hebben van arterioclerose, zolang zij
in hun eigen land blijven, althans niet ge
dwongen zijn te leven in landen waar men
een geheel ander voedingspatroon kent.
Toch krijgt men de indruk, dat het cho
lesterol niet de enige factor is die oorzaak
van arterioclerose zou zijn, want de es
kimo's bijvoorbeeld zijn erkende vleeseters
en toch komt onder hen slechts zelden
deze ziekte voor. Deskundigen menen, dat
het feit,'dat de Eskimo een zeer bedrijvig
leven leidt een belangrijke factor zou zijn.
Het is trouwens algemeen bekend, dat
veel beweging een gunstige invloed heeft
op de gezondheid van aderen en slagaderen.
Door de bewegingen worden ze soepel ge
houden, vindt er een forse bloeddoorstro-
ming plaats en krijgeft bepaalde stoffen in
het bloed weinig kans te bezinken en zich
aan de bloedvaatwanden vast te zetten.
Men is er echter van overtuigd, dat er
in deze zaak nog veel meer factoren een
rol spelen, waarvan wij de meeste nog niet
kennen. Een voorbeeld daarvan is wel
een onderzoek van niet minder dan 14 jaar,
dat in de V.S. werd ingesteld naar allerlei
verschillen tussen koffie- en theedrinkers.
Tijdens dit onderzoek werd als bijko
mende factor vastgesteld, dat de koffie
drinkers in statische zin aanmerkelijk meer
leden aan arterioclerose, dan de theedrin
kers. Uiteraard was dit voor de op dit
gebied geinteresseerde wetenschappelijke on
derzoekers een punt van belang dat vroeg
om een nader onderzoek.
Medewerkers van de universiteit van Ca-
lifornië zijn dieronderzoekingen op dit ter
rein gaan ondernemen en ook hier bleek,
dat theedrinkende konijnen minder last
hadden van arterioclerose, dan de andere
groep proefdieren. Zelfs wanneer de thee
drinkende konijntjes op een zeer vet dieet
werden' gezet, bleek dat zij toch minder
aan deze ziekte leden dan de andere groep,
die inplaats van thee water te drinken
kregen.
Men meent uit een en ander de conclusie
te mogen trekken, dat er in thee een stof
voorkomt die het ontstaan van arterio
clerose verhindert. De Amerikaanse onder
zoekers zijn daarom van mening, dat het
gebruik van thee van grote betekenis kan
zijn bij het voorkomen van arterioclerose.
Uit de 'onderzoekingen bleek echter dui
delijk, dat deze nog onbekende stof wel
meehelpt om het ontstaan te verhinderen,
doch wanneer de ziekte eenmaal aanwezig
is, is de stof niet in staat dit te stoppen
of ongedaan te maken.
De geheimzinnige stof in thee werkt
dus zuiver preventief. Op zich is dat na
tuurlijk al een ontdekking van zeer groot
belang. De eventuele mogelijkheden wor
den nader onder-zocht.
8000 JAAR DRINKT MEN BIER
De gezamenlijke brouwerijen in ons land
vertellen ons voortdurend, dat het bier
weer best is. Wanneer we echter zo de
geschiedenis bekijken, dan krijgen we de
indruk, dat het bier altijd best is geweest.
Hoe ver men ook in de geschiedenis terug
gaat, steeds werd er bier gedronken.
Vroeger in de middeleeuwen waren het
vooral de versthillende kloosters die pracht
recepten ontwikkelden voor een voortref
felijk soort gerstenat. Maar deze klooster
brouwerijen zetten eigenlijk een oude tra
ditie voort, want de oude Germanen, Ro
meinen, Grieken, Egyptenaren en Chinezen,
de Inca's allen kenden reeds het bier en
meestal in verschillende soorten. Een be
wijs hiervan is wel, dat naar uit onder
zoekingen is gebleken, de oude Babyloniërs
reeds omstreeks 4000 jaar v. Christus,
niet minder dan zestien verschillende soor
ten bier kenden.
Toen geleerden indertijd het oudst bekende
kleitablet ter wereld ontcijferden, dat da
teert van rond zesduizend voor onze jaar
telling, bleek tot hun grote verbazing, dat
het een recept tot het brouwen van bier
bevatte. Het staat dus vast, dat de mens
heid dus zeker reeds sinds achtduizend jaar
bier drinkt.