Zeehengelwedstrijd ADERVERKALKING Ons ,veilige' huis Altijd weer de belastingen Op zaterdag 28 juni 1975 had de Noord- Bevelandse hengelsportvereniging op ver zoek van en in samenwerking met het comité Toeristenweek te Colijnsplaat in de Oosterschelde een zeehengelwedstrijd vast gesteld, waaraan iedere hengelsportliefheb ber-kon deelnemen. Dat deze wedstrijd die elk jaar bij het feestcomité op het programma staat, steeds beter ingeburgerd raakt, bewees wel de grote opkomst van de deelnemers. Niet minder dan 112 personen lieten zich voor deze wedstrijd inschrijven. Het bestuur van de hengelsportvereniging die de organisatie van deze wedstrijd op zich genomen had, had dank zij de wel willende medewerking van de zakenmensen uit Colijnsplaat voor een grote prijzenpot gezorgd met zeer waardevolle prijzen. Er waren in totaal 48 prijzen te verdelen, waardoor het een aantrekkelijke wedstrijd beloofde te worden. Bij het bestuur van de hengelsportvere niging waren de verwachtingen omtrent deze wedstrijd niet erg hoopvol gestemd, gezien de zeer slechte vangsten vanaf de wal in de laatste weken. Na afloop van deze wedstrijd bleek het al dat de ver wachtingen van het bestuur juist waren geweest, want niet minder dan 75 pech vogels hadden niets gevangen. Daar stond echter tegenover dat twee deelnemers ieder een pracht van een zee baars wisten te verschalken, waardoor zij de eerste keus kregen bij het uitzoeken van een prijs. Ook waren er nog verschil lende deelnemers die een mooie paling aan de haak sloegen. Er werden in totaal 38 boven- en 17 ondermaatse vissen ge vangen. Zij leverden 8715 wedgtrijdpunten op. Omdat er maar 37 deelnemers waren die één of meer vissen gevangen hadden, kwamen deze allemaal voor een prijs in aanmerking. De overgebleven11 prijzen werden daarna onder de pechvogels verloot. Deze geste van het bestuur werd bijzonder op prijs gesteld. Voor een prijs kwamen tenslotte in aan merking: 1. C. P. v. d. Moere, Colijnsplaat 1470 pnt. 2. J. P. Lepoeter, Kapelle 1020 pnt. 3. H. Deegens, Kapelle 710 pnt. 4. M. P. Geelhoed, Colijnsplaat 655 pnt. 5. N. Schouwenaar, Goes 605 pnt. 6. G. v. d. Kreeke, Heinkenszand 480 pnt. 7. P. Slabbekoorn, Goes 370 pnt. 8. L. de Visser, Kamperland 305 pnt. 9. P. Coppoolse, Goes 300 pnt. 10. C. Augustein, Kamperland 265 pnt. 11. E. Ersen, Goes 220 pnt. 12. R. van Steen, Yerseke 215 pnt. 13. A. G. de Waard, Colijnsplaat 210 pnt. 14. J. Clement, Colijnsplaat 205 pnt. 15. J. Lamse, Colijnsplaat 200 pnt. 16. M. Klaassen, Colijnsplaat 195 pnt. 17. E. Lindenberg, Yerseke 190 pnt. 18. P. A. Leendertse, Kamperland 180 pnt. 19. I. Lamse, Colijnsplaat 175 pnt. 20. E. den Engelsman - Snoep, Kloetinge 170 pnt. 21. C. Otte, Nisse 165 pnt. 22. P. de Waal, Colijnsplaat 160 pnt. 23. J. de Wild, Zierikzee 155 pnt. 24. J. van Winden, Wemeldinge 150 pnt. 25. J. B. van Gilst, Colijnsplaat 120 pnt. 26. J. C. Dekker, Kapelle 110 pnt. 27. J. Huige, Colijnsplaat 10 pnt. 28. A. de Nood, Kruiningen 10 pnt. 29. P. J. v. d. Moere, Kan\perland 10 pnt. 30. A. Provoost, Goes 10 pnt. 31. L. Huige, Kapelle 10 pnt. 32. P. J. Lepoeter, Kapelle 10 pnt. 33. A. J. de Waard, Goes 10 pnt. 34. L. Traas, Heinkenszand 10 pnt. 35. P. Zwemer, Kamperland 10 pnt. 36. J. F. van Dalen, Colijnsplaat 10 pnt. De pechvogels die tenslotte toch een prijs kregen waren: R. Warren, Colijnsplaat. M. van Hee, Kamperland. R. de Nood, Kruiningen. L. Francke, Kamperland. L. Meulenberg, Kamperland. Ph. Leendertse, Kamperland. Mej. Lepoeter, Kapelle. P. Huijbregtse, Colijnsplaat. M. Luijk, Kamperland. A. van der Heijde, Colijnsplaat. De laatst getrokken prijs was een extra prijs beschikbaar gesteld door een zaken relatie uit Colijnsplaat, bestaande uit een enveloppe met inhoud. Door de voorzitter P. v. d. Vreugde te Kamperland, werden al deze prijzen uitge reikt. Hij bedankte de deelnemers voor hun deelname en de zakenrelatie's en het bestuur van het comité voor de vele mooie prijzen, waardoor het welslagen van deze wedstrijd al bij voorbaat vaststond. Wel vond hij het erg jammer, dat de vangsten niet beter waren geweest. Verder deelde hij nog mede dat er op zaterdag 2 augustus 1975 te Kortgene, in samenwerking met de evenementencommis sie aldaar een dergelijke wedstrijd gehouden zal worden in het havenkanaal (Veerse Meer) te Kortgene. Er zal dan gevist worden van 10.00 tot 12.00 uur. Inschrijven in „De Graaf van Buren" van 09.00 tot 10.00 uur. Wanneer- men aan deze wedstrijd deel neemt, moet men wel voorzien zijn van een vergunning en een kleine visakte of bijdragebewijs. ER IS NIETS NIEUWS ONDER DE ZON VROEGER WAS DE DRUK OOK GROOT Belasting is een bijzonder impopulaire zaak. Het lijkt wel of de mens daar van nature iets op tegen heeft. Door de eeuwen heen heeft men er zich tegen verzet en ook nu wordt er dikwijls danig op de fiscus gemopperd, zelfs al is het grootste deel van ons volk er tegenwoordig wel van overtuigd, dat belastingen nu eenmaal een noodzakelijk kwaad zijn. Vadertje Staat moet nu eenmaal ook over „zakgeld" beschikken om bepaalde dingen te verzorgen, waartoe wij als eenlingen nooit kunnen komen en die voor ons allen van het grootste belang zijn. Dit laatste is overigens een principieel verschil met het verre verleden, waarin de burger onder zware belastingdruk stond, terwijl hij nooit enige rekening en verant woording zag van de betaalde bedragen en er nauwelijks iets ten algemene nutte werd gedaan. Wel mocht de eenvoudige belas tingbetaler aanschouwen hoe de hoge heren goede sier maakten van zijn geld. Dat men in die tijden een verschrikkelijke hekel had aan de belastingen en zelfs tot opstand geneigd was, is een alleszins begrijpelijke zaak. Regelmatig zien we hoe de ene belasting na de andere weer wordt verhoogd. De accijns op benzine, de wegenbelasting, de BTW en zo zouden we nog een poosje kunnen doorgaan, de druk wordt steeds groter en het is begrijpelijk, dat we elke keer mopperen, want iedere Nederlander zou graag zien, dat hij heel weinig of liefst geen belasting zou behoeven te betalen, terwijl er door de overheid van alles voor hem werd gedaan. Maar dat gaat nu een maal niet en ieder zinnig mens heeft hier begrip voor en betaalt daarom, ook al gebeurt dit morrend, zijn (hoge) belasting. Ook al is de belastingdruk in ons land behoorlijk, toch verkeren we nog in een zeer gunstige positie, vergeleken bij onze verre voorouders, die het genoegen mochten smaken in de middeleeuwen te leven. Zoals reeds hierboven gesteld, werden zij via de belastingen uitgeperst, terwijl daar vrijwel niets tegenover stond. Wanneer we het een en ander hierover weten, dan staan we verbaasd over de ongelooflijke belasting druk die deze arme mensen in die tijd werd opgelegd. Alleen het ademhalen en de zonneschijn waren niet belast, maar verder was er vrij wel niets te bedenken dat niet belast was. Zelfs de wind, die de wieken van de molen in beweging moest brengen, kostte geld en de molenaar moest hiervoor aan de heer betalen. Het gebruik van „wegen", dikwijls niet meer dan modderige paden met karre- sporent was belast, het oversteken en be varen van rivieren was belast. Voor het meevoeren van een dier moest men betalen, ook het betreden of verlaten van een stad kostte geld. Het bezoeken van de markt, het bijwonen van kerkdiensten, dopen, trouwen, begraven, handel drijven, het uit oefenen van een beroep, kortom alles kostte geld en werd belast. Zo sterk als de belastingdruk in die duis tere middeleeuwen was, is zij nu gelukkig niet meer. Er is overigens weinig nieuws onder de zon wanneer we ons belastingsysteem eens bekijken. De omzetbelasting (BTW) bijvoor beeld, waarvan velen menen, dat dit een twintigste eeuwse nieuwigheid is, bestond al in het Romeinse Rijk onder keizer Cali gula. Accijnzen, zoals wij die kennen op diverse artikelen, zoals benzine, sigaretten, suiker, alcoholische dranken, enzovoort, bestonden al lang. We behoeven hierbij maar even te denken aan het pachtersoproer in 1747, toen de bevolking in opstand kwam tegen deze indirecte heffingen en de huizen van de pachters (lieden, die deze heffingen op diverse zaken, zoals zout, meel, turf, hout en wat al niet meer, moesten innen) aan vielen en plunderden. Dan kennen we de hondenbelasting. Ge lukkig behoeven onze honden tegenwoordig niet meer met een penning aan de halsband te lopen, zoals dat voor 1940 het geval was. Maar ook dit soort belasting op huis dieren is al zeer oud. Reeds zo'n tweedui zend jaar voor onze jaartelling dus ruw vierduizend jaar geleden, werd er al be lasting betaald voor honden, geiten en ander vee, dat daartoe met een zegel van gebak ken klei aan een touwtje om de nek liep. Reeds de Romeinen kenden een vorm van vermogensbelasting. Om de vijf jaar moest iedere burger zijn totale bezit opgeven. Zijn gezinsgrootte speelde een rol, het aan tal slaven dat hij had, zijn vee, zijn grond, zijn huizen, kortom alles. Naar aanleiding van dit bezit werd hij aangeslagen voor de belasting. Men kende daartoe vijf klassen en ntuurlijk wilde toen ook graag iedereen tot de laagste klasse behoren. Maar de overheid was uiterst streng. Wie probeerde de fiscus een rad voor de ogen te draaien, kwam prompt voor de beul. In de loop der eeuwen heeft de overheid vrijwel alle middelen aangegrepen om aan geld te komen en er zijn wat dat betreft de meest dwaze voorbeelden. Zo kenden we in ons land een periode, dat de ramen van een huis waren belast. Met als gevolg dat men huizen bouwde met blinde ramen er in. Ook heeft de fiscus indertijd het aantal schoorstenen belast dat op een huis stond. Wie netjes gekleed wilde gaan, moest ook extra betalen. Handschoenen, kousen, pantalons, pruiken, hoeden, reukwerk, e.d. waren allemaal zwaar belast. Ongetwijfeld betalen we nu fors hoge belastingen, dat staat wel vast, maar daar voor ontvangen we toch ook weer veel dingen, die ons in staat stellen om op een moderne manier te leven. We behoeven hierbij alleen te denken aan het dichte netwerk van wegen dat ons land rijk is en waarvan we allen gebruik kunnen maken. Dan de verlichting van deze wegen, de ver zorging van rivieren, kanalen, opdat we niet van het water te lijden zullen hebben, de bouw van diverse prachtige kunstwerken zoals bruggen, de Deltawerken, de inpolde ring van het IJsselmeer, het zijn maar en kele voorbeelden van uiterst belangrijke zaken. In een modern democratisch land krijgt men wel waar voor zijn geld, ook al kan men van mening verschillen over de manier waarop hel geld van de gemeenschap zou moeren worden besteed. Degeen stelt zijn prioriteiten hier, de ander daar. Maar dat neemt niet weg, dat we er toch wel veel nut van hebben, ook al wordt er soms wel eens geld over de balk gegooid. PAS GOED OP UW KINDEREN UW HUIS ZIT VOL MET POTENTIËLE MOORDENAARS In het ziekenhuis wordt door radeloze ouders een tweejarig jongetje binnenge bracht, dat reeds urenlang last heeft van bijzonder hevige krampen. De artsen den ken dadelijk aan vergiftiging, maar de ou ders kunnen geen enkele aanwijzing geven. Het is hun niet bekend of het kind op de een of andere manier iets schadelijks naar binnen heeft gekregen. Zelfs ontken nen ze die mogelijkheid. Tenslotte komt aan het licht, dat het kind gedurende lange tijd in de woning van de grootouders zonder toezicht is ge weest. Daar heeft het kans gezien zich ongezien meester te maken van een schoe nendoos vol met oude medicijnen. Er ble ken niet minder dan 35 verschillende soor ten medicijnen in aanwezig te zijn. Twee doosjes had het kind aan een nader onder zoek onderworpen en van het „heer lijks" gesnoept. Een domme moeder gaf haar kleuter van elf maanden een met plakband gesloten doosje met tabletten, omdat het kind er zo fijn mee kon rammelen. Tijdens de af wezigheid van de moeder zag het kleintje kans de doos te openen en ongeveer tien tabletten op te eten. Prompt kreeg bet kind ernstige moeilijkheden. De dokter die ér bij geroepen werd. gaf een middel om de stofwisseling te aktiveren, maar na vier uur was de toestand hopeloos. Het kind was in een zeer diepe bewusteloosheid en niet meer bij kennis te brengen. Tenslotte begon het te rochelen en toen werd het zo snel mogelijk naar het ziekenhuis ge bracht. Om het kinderleven te redden moesten artsen en verpleegsters alles in het werk stellen. Gedurende achttien uur moest het kind om de vijf(!) minuten een dosis tegen- stoffen worden gegeven, terwijl tevens voortdurend zuurstof werd toegediend en men alles in het werk stelde om het hartje op gang te houden. Twintig uur na het begin van de dramatische reddingsaktie kwam de kleuter bij. Het was door de onverantwoordelijkheid van de moeder op de rand van de dood gebracht. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de duizenden waarmee de artsen niet al leen in Nederland, maar in geheel West- Europa worden geconfronteerd. In Neder land wordt er niet minder dan 180(!) maal per dag alarm geslagen, omdat kinderen van iets verdachts hebben gesnoept. Van elke 100 vergiftigingsgevallen in ons land vinden er niet minder dan 80 bij kinderen beneden de vijf jaar plaats. Het zijn onze kleintjes die de grootste gevaren lopen in onze „veilige^ huizen". Nergens achten wij onze kinderen vei liger dan thuis. Maar hoe vergissen wij ons deerlijk. Dat thuis is helemaal niet zo veilig als wij in onze onnozelheid denken. Dat thuis zit boordevol met potentiële moordenaars. We zullen meteen spijkers met koppen slaan en u aanwijzen waar de gevaarlijke plaatsen in uw huis zijn en welke moordenaars daar schuilen. Om te beginnen uw keuken, een van de gevaarlijkste plaatsen in huis, notabene de plaats waar de vrouw haar domein heeft. De moordenaars zijn de u zo goed bekende spullen als afwasmiddelcn, am monia, benzine, bleekmiddelen, brandspi ritus, insektenbestrijdingsmiddelen, meubel en vloerwas, petroleum, plantenmest, rei nigingsmiddelen voor uw sanitair, schoen smeer, schuurmiddelen, soda, vlekkenwater, wasmiddelen, zoutzuur, enz. Dan de „veilige woonkamer". Aansteker- benzine, anilinepotlood, zwervende gepees- middelen, inkt, vermageringsmiddelen. Even kijken in de bad- en/of slaapkamer. Mevrouw let daar speciaal op uw cosme tische artikelen, zoals: crèmes, lotions, na gellak en wat al niet meer. Ook daar bevinden zich heel dikwijls geneesmidde len, e.d. Dan gaan we eens. kijken in de schuur of garage, waar we ook de nodige bijzonder gevaarlijke stoffen vinden. Denkt u maar eens aan: afbijtmiddelen, antivries, benzine, insektenbestrijdingsmiddelen, kunstmest, motorolie, onkruidverdelgers, terpentine, verfverdunners en zo zouden we nog kun nen voortgaan. En dan is er nog de zolder en hobby hoek, waar dikwijls ook allerlei spullen zijn die voor kleine kinderen bijzonder gevaar lijk kunnen zijnf We denken hierbij bijvoorbeeld aan: fo- lochemicaliën, lakken en beits, lijm, sol- deerwater, terpentine, verf, verdunners, kortom teveel om op te noemen en alle maal levensgevaarlijk voor die kleine peu ters, die nu eenmaal in hun onwetendheid alles in hun mond willen stoppen. Nooit zullen wc die kleintjes een verwijt kunnen maken, de schuld van zo'n ongeluk ligt altijd bij de volwassenen, die beter moes ten weten en die niet tijdig voorzorgen genomen hebben om de narigheid te voor komen. Zoudt u er schuld aan willen hebben, dat uw kind of dat van een ander vergiftigd werd door uw onachtzaamheid? Neen toch. Ieder mens wenst dit niet. Nu, we kunnen er iets aan doen, door tijdig maatregelen te nemen, dat de kleintjes al die gevaar lijke spullen onmogelijk in handen kunnen krijgen. Berg dergelijke zaken op, op een veilige plaats. Hoog en achter slot en grendel zijn de beste beschermende maat regelen die u kunt nemen. Het gootsteenkastje waar zoveel huis vrouwen een groot aantal van al die ge vaarlijke zaken bewaren is één van df aller gevaarlijkste plaatsen in huis. De kleintjes kunnen daar heel gemakkelijk bij. De deur tjes zitten vrijwel nooit op slot, doch slui ten met een knipje of een magneetje, kortom zijn ook door heel kleine kinderen gemakkelijk te openen. Breng bovendien nooit gevaarlijke stof fen uit de originele verpakking over in verpakkingen, die van oorsprong voor le vensmiddelen zijn bestemd: geen motorolie in een melkfles of andere gevaarlijke stof fen in een melkfles. De melkfles is het kind zo vertrouwd, dat het daar uiteraard geen gevaar in ziet uit zo'n fles te drinken. Als het gebeurd is, is het te laat. Geen soda in een jam- of strooppot, geen vlekkewater in een limonadefles, geen plantemest in een koektrommeltje, geen wasbenzine in een bessensapfles. Koop ook geen gevaarlijke stoffen in flacons, enz. met helle kleuren, want die helle kleuren oefenen een grote aantrekkingskracht uit op kinderen. Bewaar medicijnen niet op de theetafel of buffet; berg ze niet op naast de hagel slag en de jam, maar sluit ze weg op een echt veilige plaats. Neem ook geen ge neesmiddelen in waar uw kinderen bij zijn. Zij willen zo graag groot zijn en zullen u prompt na doen, wanneer u bent ver trokken en wanneer ze dan nog het origi nele doosje of zo te pakken kunnen krij gen dan is hét goed mis. Kinderen zijn veel gevoeliger voor geneesmiddelen dan volwassenen en wat voor, u goed kan zijn is funest voor uw kind. Heeft uw kind ondanks alle voorzorgen toch iets gevaarlijks binnen gekregen, dan doet men er goed aan als volgt te handelen. Ten eerste laat men zo'n kind minstens een glas water drinken. Vervolgens trach ten we het kind tot braken te brengen door het een vinger in de keel te steken. Breng het kind, indien mogelijk naar het ziekenhuis of een arts of desnoods een apotheker. Heel belangrijk is het voor de behan deling dat de arts weet wat het kind naar binnen heeft gekregen. Wanneer men dat niet weet te vertellen kan dit zeer ver tragend wérken op de tegenmaatregelen die de arts moet nemen. Hij dient dan eerst te ontdekken wat het kind heeft gegeten of gedronken en hiermee gaan kostbare minuten of uren verloren, tijd die kan beslissen over leven en dood. Weet men wat het kind heeft gegeten, dan doet men er goed aan de resten daarvan, of desnoods de verpakking mee te nemen, zodat de arts dadelijk weet wat de oor zaak van de vergiftiging is. Hij kan dan onmiddellijk de juiste tegen maatregelen treffen en dat kan het leven van uw kind redden. MEER THEE. MINDER EEN NOG ONBEKENDE STOF IN THEE REMT DE VERKALKING AF Vanaf ongeveer het vijfendertigste jaar begint bij veel mensen de zogenaamde „aderverkalking", die leidt tot arteriocle- rose. Het woordje kalk is de omschrijving van een stof die zich aan de binnenwand van de slagaderen afzet en waarin ook veal kalk voorkomt. Het gevolg van een dergelijke verkalking van de aderen is, dat deze aanmerkelijk minder soepel worden, waardoor de bloeds omloop minder vlot gaat functioneren, terwijl daarnaast de aderen ook broos wor den, hetgeen kan leiden tot allerlei onaan gename complicaties, zoals beroerte, hart infarct, e.d. De stof die in deze een zeer belangrijke rol speelt is cholesterol een vet- achtige, glanzende stof, die in alle dierlijke vetten voorkomt. Sedert tientallen van jaren weet men reeds, dat volkeren die grotendeels vege tarisch leven een lage cholesterolspiegel in het bloed hebben, lager dan de mensen die leven in landen waar men een lekker vet stukje vlees weet te waarderen. Op vallend in deze is, dat Chinezen, Japanners, Maleiers en negers uit Centraal Afrika geen last hebben van arterioclerose, zolang zij in hun eigen land blijven, althans niet ge dwongen zijn te leven in landen waar men een geheel ander voedingspatroon kent. Toch krijgt men de indruk, dat het cho lesterol niet de enige factor is die oorzaak van arterioclerose zou zijn, want de es kimo's bijvoorbeeld zijn erkende vleeseters en toch komt onder hen slechts zelden deze ziekte voor. Deskundigen menen, dat het feit,'dat de Eskimo een zeer bedrijvig leven leidt een belangrijke factor zou zijn. Het is trouwens algemeen bekend, dat veel beweging een gunstige invloed heeft op de gezondheid van aderen en slagaderen. Door de bewegingen worden ze soepel ge houden, vindt er een forse bloeddoorstro- ming plaats en krijgeft bepaalde stoffen in het bloed weinig kans te bezinken en zich aan de bloedvaatwanden vast te zetten. Men is er echter van overtuigd, dat er in deze zaak nog veel meer factoren een rol spelen, waarvan wij de meeste nog niet kennen. Een voorbeeld daarvan is wel een onderzoek van niet minder dan 14 jaar, dat in de V.S. werd ingesteld naar allerlei verschillen tussen koffie- en theedrinkers. Tijdens dit onderzoek werd als bijko mende factor vastgesteld, dat de koffie drinkers in statische zin aanmerkelijk meer leden aan arterioclerose, dan de theedrin kers. Uiteraard was dit voor de op dit gebied geinteresseerde wetenschappelijke on derzoekers een punt van belang dat vroeg om een nader onderzoek. Medewerkers van de universiteit van Ca- lifornië zijn dieronderzoekingen op dit ter rein gaan ondernemen en ook hier bleek, dat theedrinkende konijnen minder last hadden van arterioclerose, dan de andere groep proefdieren. Zelfs wanneer de thee drinkende konijntjes op een zeer vet dieet werden' gezet, bleek dat zij toch minder aan deze ziekte leden dan de andere groep, die inplaats van thee water te drinken kregen. Men meent uit een en ander de conclusie te mogen trekken, dat er in thee een stof voorkomt die het ontstaan van arterio clerose verhindert. De Amerikaanse onder zoekers zijn daarom van mening, dat het gebruik van thee van grote betekenis kan zijn bij het voorkomen van arterioclerose. Uit de 'onderzoekingen bleek echter dui delijk, dat deze nog onbekende stof wel meehelpt om het ontstaan te verhinderen, doch wanneer de ziekte eenmaal aanwezig is, is de stof niet in staat dit te stoppen of ongedaan te maken. De geheimzinnige stof in thee werkt dus zuiver preventief. Op zich is dat na tuurlijk al een ontdekking van zeer groot belang. De eventuele mogelijkheden wor den nader onder-zocht. 8000 JAAR DRINKT MEN BIER De gezamenlijke brouwerijen in ons land vertellen ons voortdurend, dat het bier weer best is. Wanneer we echter zo de geschiedenis bekijken, dan krijgen we de indruk, dat het bier altijd best is geweest. Hoe ver men ook in de geschiedenis terug gaat, steeds werd er bier gedronken. Vroeger in de middeleeuwen waren het vooral de versthillende kloosters die pracht recepten ontwikkelden voor een voortref felijk soort gerstenat. Maar deze klooster brouwerijen zetten eigenlijk een oude tra ditie voort, want de oude Germanen, Ro meinen, Grieken, Egyptenaren en Chinezen, de Inca's allen kenden reeds het bier en meestal in verschillende soorten. Een be wijs hiervan is wel, dat naar uit onder zoekingen is gebleken, de oude Babyloniërs reeds omstreeks 4000 jaar v. Christus, niet minder dan zestien verschillende soor ten bier kenden. Toen geleerden indertijd het oudst bekende kleitablet ter wereld ontcijferden, dat da teert van rond zesduizend voor onze jaar telling, bleek tot hun grote verbazing, dat het een recept tot het brouwen van bier bevatte. Het staat dus vast, dat de mens heid dus zeker reeds sinds achtduizend jaar bier drinkt.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1975 | | pagina 2