Kloof tussen opleiding en werk Drink#] of drink Ik. Veel dierenleed kan voorkomen worden Hotel-accommodatie „Kamperduin" geheel vernieuwd VEEL "WITTE BOORDEN" MAKEN DE SPOELING DUN „Arbeid adelt" is een gezegde, dat in Nederland gedurende vele generaties altijd in hoge eer is gehouden. Gelukkig wordt in onze tijd het werken niet meer als alleen zaligmakend beschouwd, maar het heeft er soms de schijn van dat we nu een beetje doorschieten' naar de andere kant. Veel moderne mensen beschouwen arbeid nu zo'n beetje als een noodzakelijk kwaad en ont lenen aan hun werkkring bijzonder weinig vreugde meer. Toch behoeft dit niet te betekenen, dat de mensen tegenwoordig luier en minder ambitieus zijn dan vroegere generaties. Niet vergeten mag worden dat het aantal mensen dat het gevoel heeft iedere dag beneden zijn opleidingsniveau te moeten werken, zeer sterk is gestegen. Er is namelijk een duidelijke kloof aan het groeien tussen opleiding en werkkring. Mensen met een zeer behoorlijke opleiding op b.v. technisch of administratief terrein komen terecht in banen, die weinig persoonlijke verantwoordelijkheid en ontplooiingskansen toelaten en die ook bijzonder weinig promotiekansen bieden. Van de mensen, die ieder jaar van school komen, heeft ongeveer 1/3 mid delbaar of (semi) hoger onderwijs gevolgd, maar aangezien slechts een pro cent of 15 van het werk van middelbaar of hoger niveau is, komen tallozen terecht in banen, die onder het niveau van hun opleiding liggen. Velen werken beneden hun opleidingsniveau. Als iemand vroeger een diploma MULO in zijn zak had, lag de weg naar een positie in zeg het middenkader voor hem open. Met een paar diploma's van avond- kursussen erbij kon hij het in zijn beroeps kring soms verrassend ver schoppen. Nu begint men met een MAVO-diploma heel weinig. Een kantoorbaantje zit er mis schien nog wel in, maar dan moet men wel de mogelijkheid incalculeren dat men zijn verdere leven niet veel verder komt dan het typen van fakturen, het bijhouden van het archief of het opnemen van de telefoon. De promotiemogelijkheden van deze groep zijn zeer gering en men pleegt MAVO-gedipIomeerden, die een administra tieve funktie hebben, nu al aan te duiden als het „witte-boorden-proletariaat." Ook worden ze wel de „werklozen van morgen" genoemd, om aan te duiden dat in tijden van ekonomische recessie deze mensen er vermoedelijk het eerst uitvliegen. Maar ook voor degenen, die een HAVO- diploma of een V.WO-opleiding (Atheneum, gymnasium) hebben, zijn" adekwate banen met dito promotiekansen niet meer zo dik bezaaid. En ook vele akademisch afgestu deerden moeten er ernstig rekening mee houden dat de kansen op een karrière naar de top lang niet meer zo groot zijn als vroeger, toen een akademikus betrekkelijk gemakkelijk een werkkring vond die hem een gegarandeerd hoog inkomen en grote kansen op persoonlijke ontplooiing ople verde. Reeds nu zijn er duidélijke tekenen die er op wijzen, dat de werkgelegenheid in de hogere en middelbare beroepsgroepen achterblijft bij het snel groeiende aanbod van mensen met een hogere of middelbare opleiding, die allemaal „passend werk" zoeken. Kloof. Het wordt de hoogste tijd-dat de Neder landse bevolking leert inzien, dat het eens zo onverbrekelijk lijkende verband tussen „schoolopleiding" en „betere werkkring" aan het verbrokkelen is. Ook de samenhang tussen hogere opleiding en inkomen zal in de naaste toekomst niet meer zo voor de hand liggend zijn als kortgeleden nog het geval was en hedentendage tot op zekere hoogte nog het geval is. Als slechts 15% van de mensen die jaar lijks van school komen een middelbare of (semi) hogere opleiding zou hebben gevolgd, dan zou er voor vrijwel ieder uit deze groep nog wel een adekwate werkkring gevonden kunnen worden, die past bij het niveau van de gevolgde opleiding. Maar het probleem is, dat het aanbod van men sen met een dergelijke vooropleiding 2 X zo hoog is. Dat impliceert onvermijdelijk, dat een groot aantal mensen terecht komt in een werkkring, die in min of meerdere mate onder hun opleidingsniveau ligt. Dit betekent nog niet dat een gymnasiast bij de gemeente-reinigingsdienst terecht komt en een HAVO-er bediende in een groente zaak wordt, maar het kan wel inhouden dat zij op de maatschappelijke ladder enige treden lager zitten dan zij ooit verwacht zullen hebben. Velen ervaren deze kloof tussen opleiding en aangeboden werk als lpijzonder pijrilijk en raken gefrustreerd. Gebrek aan arbeids vreugde alsook een toenemend ziektever zuim treft men onder deze groepering dan ook in stijgende mate aan en dan te be denken dat ieder jaar er een groot aantal mensen bijkomt, dat er niet in slaagt een werkkring te vinden, die geheel aansluit op hun opleidingsniveau en hun verwach tingspatroon. Irreëel. Veel mensen stellen t.a.v. een werkkring speciale eisen die gezien hun schooloplei ding erg redelijk lijken. Gelet op de mo gelijkheden op de arbeidsmarkt zijn die eisen echter zeer irreëel. Dat is een harde waarheid, die velen moeilijk kunnen ver werken, maar die men nochtans niet kan negeren. Trouwens,ook zij die een tech nische vooropleiding hebben genoten (LTS, MTS, HTS) vinden niet altijd banen, die zij als gelijkwaardig aan - het niveau van hun vooropleiding ervaren. Ook niet iedereen, die een specifieke beroepsopleiding heeft gevolgd komt terecht in een werkkring, waar hij vroeger van gedroomd heeft. De hier gesignaleerde kloof tussen opleiding en werkkring heeft tot gevolg, dat veel mensen .min of meer on- tevredén zijn over hun baan en het gevoel hebben dat zij in maatschappelijk opzicht te weinig hebben bereikt. Een merkwaardig feit is voorts, dat terwijl het aanbod van werkkrachten aan de top veel te groot is, het aanbod voor eenvoudige, geen scholing vereisende funk- ties vaak te laag ligt. Dat krijg je in een land, waar een groot deel van de bevolking met een diploma van voortgezet onderwijs op zak loopt. De situatie op de arbeidsmarkt zou wel licht wat meer evenwicht tussen vraag en aanbod vertonen, wanneer meer mensen bereid waren de kost met hun handen te verdienen. In diverse sektoren van het be drijfsleven kan men best vaklieden gebrui ken. Maar dit heeft ook weer te maken met de betaling van die vakmensen. Het is in Nederland nog steeds zo, dat degenen die met een net pak aan de kost verdienen vaak een hoger salaris hebben dan iemand, die zijn werk in overall moet doen. Maar het zit er voor de toekomst dik in, dat deze inkomensverschillen zullen worden opgeheven. Niet omdat een bepaalde rege ring, politieke partij of vakbond dat wil, maar omdat de situatie op de arbeidsmarkt een dergelijke ontwikkeling zal stimuleren. (Nadruk verboden). GOEDE BEDOELINGEN NIET VOLDOENDE - MAAR Een van onze fel geïllustreerde bladen bevatte onlangs de oproep aan alle Nederlandse huisvrouwen om nooit meer kalfsvlees te kopen. De schrijver van het stuk gaf een omschrijving van een kalvermesterij, maar kennelijk had het stuk 25 jaar in zijn bureaula gelegen, want het had betrekking op de stalinrichting van toenmaals. En toch maakt zo'n oproep diepe indruk, want het zijn dan toch maar de kalvermesters die, hoe dan ook, maken dat zo een miljoen kalfjes nooit vrolijk in een zonnige weide huppelen, maar na hun geboorte onmiddellijk vetgemest worden tot kolosjes van 120 tot soms 150 kg. Onschuldig vermaak. De kalvermesters, voorzover zij het blad lazen, zijn niet eens in de pen geklommen om de redaktie mee te delen dat de be schrijving van hun bedrijf middeleeuws was. Zij spaarden zich die moeite, omdat nog geen 2% van het door ons geproduceerde kalfsvlees over de grens gaatDe voor gestelde boycot zou dus niets uithalen, maar dat wist de schrijver niet. Toch was het jammer dat het niet tot een gesprek kwam. Want dan had men, na het verbeteren van de mesterijbeschrij- ving, ook dit kunnen vragen: „Nederland telt thans 2,2 miljoen melk- en kalfkoeien. Die geven elk jaar evenveel kalveren. Daar van kan men slechts de helft aanhouden voor de fokkerij, omdat je anders teveel van het goede krijgt. Ruim een miljoen kalveren heeft dus absoluut geen andere bestemming dan de mesterij. Je kunt ze eenvoudig niet in de wei laten dartelen als je boer wilt blijven! Weet u daarvoor soms een oplossing?" En zo is het met vrijwel alle kritiek op moderne produktiemethoden in land- en tuinbouw. Verdiept frien zich er in en raad pleegt men de praktijk, dan blijkt veelal dat het niet anders kan. Of het kan wel anders, maar niemand is bereid om dat te betalen. Dit laatste geldt voor bijna alle produkten van de dierlijke veredeling; wij kunnen wel legkippen, slachtkuikens, mest- kalveren of varkens op een heel andere wijze fokken en mesten, maar dan worden ze twee- tot driemaal zo duur. Toch zijn er wel gevallen dat verbetering best kan en zelfs voordelig is. En dat is het geval bij de kastratiekwestie. Onnodig dierenleed. Vanouds stond het vast: beren en stieren die je wilde mesten moesten gesneden (ge- kastreetd) worden. Anders was het vlees niet te eten; het stonk. Maar wie even nadacht moest weten, dat dit niet klopte. Bij de kleine zoogdieren die men eet (ko nijnen, hazen, schapen, wilde dieren) komen uiteraard óók mannetjes voor die sexueel aktief zijn. Aan hun vlees is nooit iets te ruiken of te proeven. Wel zit aan het vlees van dekberen of dekstieren vaak een sterke geslachtsgeur die het ongenietelijk maakt, maar dat treedt pas op op rijpere leeftijd. Thans worden overal in Nederland stie ren gemest i.p.v. ossen. Dat blijkt voordelen te hebben. De dieren eten beter, groeien sneller en hun vlees is vetarmer. Bovendien spaart men een operatie uit. Het kastreren van stieren zal weldra alleen maar voor komen bij oudere dekstieren die men wil afmesten. En misschien zelfs dan niet. eens meer. Hoe staat het echter bij de varkens? Hun aantal nadert de 7 miljoen in ons land. Doordat een mestvarken geen jaar oud wordt is het aantal mestvarkens per jaar echter groter. Wij bereiken bijna de 10 miljoen slachtingen. En omdat de helft uit beren bestaat betekent dat bijna 5 miljoen kastraties. Waarom? Uiteraard paste men de kastraties toe, omdat men bang was voor geslachtsreuk (berengeur) aan het vlees. En de wetgever volgde de praktijk op de voet. Zo is het verboden in ons land vlees in te voeren van ongekastreerde, mannelijke varkens. Ook de uitvoer daarvan is verboden krach tens de Veewet. Volmaakt onnodig. Men kan dus wel beren laten slachten, maar dan onderzoekt de dienstdoende die renarts op het slachthuis of er ook een luchtje aan het vlees zit. Is dat inderdaad het geval, dan wordt het afgekeurd voor menselijk gebruik en kan het naar de die rentuinen of de destruktiebedrijven. Maar ook als er géén lucht aan zit wordt het vlees veelal lager geklassificeerd. Tal van integraties en koöperaties hebben proeven lopen met beren die gemest worden. Dit om aan te tonen dat kastratie overbodig is, althans bij de huidige wijze van mesten, waarbij een beer nauwelijks een half jaar oud wordt. Bijgevolg is het kwellen van bijna vijf miljoen jonge beertjes een volmaakt over bodige zaak geworden. De operatie is niet helemaal zonder risiko. En paar procent van de beertjes loopt infektie op en lijdt er onder of gaat dood. Bovenal echter moet een eind aan deze zaak gemaakt worden, omdat zoveel dieren volmaakt onnodig lij den. Want de operatie geschiedt zonder verdoving. Wantoestanden. De wet zegt, dat mannelijke varkens alleen gekastreerd mogen worden door de dierenarts, alsmede door de rijksgediplo- meerde veeverloskundige-kastreur. Met name uit de hoek van deze laatsten is er verzet tegen afschaffing van de kastratieverplich- ting, maar het is nooit duidelijk waarom eigenlijk. Bij vele fokkers en fokker-mesters staat in de voederruimte de kastratiebak. Dat is een toestel waarop men de big vast snoert zodat men gemakkelijk opereren kan. Dat doet men zelf, want iemand die een paar honderd biggen per ronde aanfokt en afmest spaart daarmee duizenden gul dens uit. Dat het niet mag is een wassen neus. Het is onmogelijk (zegt men) bij iedere varkensmesterij een kontroleur neer te zetten. Dat laatste is natuurlijk grote onzin. Men kan de kastreurs verplichten, een register bij te houden en daarin te noteren bij wie hij beren heeft gesneden, wanneer dat was en hoeveel dieren het betrof. De varkenshouder die het zelf doet kan moei lijk een kastreur overhalen om hem toch in te schrijven want dat zou valsheid in geschriften zijn en tot intrekking van de vergunning kunnen leiden. Maar niets van dit alles geschiedt. De kastreurs zeggen, dat zij in 15—20 sekonden een big kunnen snijden en dat het lijden van het dier dus maar erg klein is. Dat is echter nog teveel. En daarnaast zijn er dan onhandige mesters of helpers, die biggen martelen. In een vakblad komt het verhaal voor van een boer die een binnen- beer behandelde en er een nier uithaalde i.p.v. een testikel. Dat is ronduit afschu welijk.- Men schat, dat de gekastreerde dieren jaarlijks een schadepost geven van 80 mil joen gulden, doordat zij minder snel groeien en meer ziekten hebben dan ongekastreerde biggen. Afgezien daarvan is het dierenleed al voldoende om de zaak aan te pakken. Helaas zal dat dan internationaal moe ten gebeuren. Want óók bij de varkens houderij is de uitvoer doorslaggevend. En vele Europese landen weigeren vlees van beren ook al is het zelfs niet als zodanig te herkennen. Dierenbeschermers die deze zaak aan pakken doen goed werk. Als ze ook nu maar beseffen dat het niet in nationaal, maar op zijn minst in Europees verband moet. Zo is het trouwens bijna met alle kwesties op dit gebied. (Nadruk verboden). W. Geldof. Maandag 26 mei j.l. werd door burge meester P. Wisse van Wissenkerke de geheel vernieuwde hotelafdeling van „Kamperduin" officieel geopend. Vele genodigden en be langstellenden gaven door hun aanwezigheid van hun belangstelling blijk. Zoals uit gesprekken van insiders bleek, neemt deze hotel-afdeling nu een unieke plaats in Zeeland in. Twee en twintig ruime appartementen, modern en beschaafd gestoffeerd, zijn alle voorzien van twee éénpersoons bedden, hebben een leuk zitje, zijn centraal verwarmd en hebben ieder een eigen ligbad met toilet en bovendien ieder een eigen balkon. Een uitermate zacht zoemende luchtafvoer zorgt ook bij gesloten vensters en deuren voor een prettige atmosfeer. Alle kamers zijn zó ruim, dat er zonder bezwaar een derde bed on te plaatsen is. Vijf kamers zijn voorzien van donsbedden. Zonder overdrijving kan gezegd worden, dat dit hotel zich aangepast heeft aan de huidige eisen van de binnen- en buitenlandse gast. Vijftien jaar geleden, toen dit hotel restaurant gesticht en geopend werd, werd door enkelen wel eens smalend opgemerkt: Wat bezielt je nu om je tussen koeien en paarden te gaan vestigen? Maar, aldus De Regt Sr. in zijn openingswoord, door keihard werken en een goede kwaliteit te brengen, hebben wij aangetoond tussen de mensen te zitten. Menige zweetdruppel is daarvoor gelaten. Niet alleen door mij, maar ook door mijn vrouw, zoon en schoondochter, die ik dan daarvoor ook heel erg dank. Na de officiële opening en bezichtiging van het complex werd met een glas cham pagne een heildronk op familie en zaak uitgebracht, waarna nog enige aanwezigen het woord voerden. Onder hen o.a. oud burgemeester Van Halst, die vijftien jaar geleden „Kamperduin" opende en van het ontstaan enige wederwaardigheden vertelde. Op de hierna volgende receptie, die door een groot aantal mensen bezocht werd, waren ook een aantal „stam"gasten aan wezig, die soms al twaalf jaar achtereen hun vakantie en zomaar een vrij weekend in „Kamperduin" doorbrengen. Een beter voorbeeld van de band tussen gast en bedrijf lijkt ons moeilijk denkbaar. VÉGÉ VOORDEELMARKT KORTGENE GEOPEND Woensdagavond werd in het voormalige pand van firma P. de Buck aan de Kaai- straat te Kortgene een VéGé Voordeelmarkt geopend. De nieuwe eigenaar, de heer C. A. van Boven, die ook een supermarkt in Wissenkerke in bedrijf heeft, heeft van beide zaken een Voordeelmarkt gemaakt. De eerste twee op Noord-Beveland. Het verschil tussen een VéGé Supermarkt en een VéGé Voordeelmarkt is, dat laatst genoemde een groot assortiment vast afge prijsde artikelen voert. In de zaak te Kortgene zal mej. Coby Westerweele samen met haar a.s. man Joop de Nooijer de scepter voeren. Het assortiment voeding en non-foods, alsmede de drankenhoek is aanmerkelijk uitgebreid, terwijl ook de zuivelhock een moderne gedaantewisseling heeft ondergaan. Door familie, vrienden, relaties en colle ga's werden bloemen en andere geschenken bij de opening aangevoerd. Een belangrijk punt voor de nieuwe eige naar is ook, dat er nog een royale ruimte voor uitbreiding aanwezig is. De heer Van Boven heeft ook op camping „De Paardekreek" een mobiel verkooppunt, in de vorm van een elf meter lange win kelwagen. AVONDVIERDAAGSE TE COLIJNSPLAAT Van maandag 9 t/m 12 juni a.s. orga niseert de wandelsportvereniging „De Pa trijzen" uit Colijnsplaat de jaarlijkse avond vierdaagse. Gewandeld kan worden over 4 x 10 km of 4 x 15 km. Voor diegenen die één avond niet mee kunnen lopen, bestaat de mogelijkheid op vrijdag 13 juni deze avond in te halen. De wandelaars zullen donderdagsavonds met muziek ingehaald worden. Gestart wordt vanuit de kleine zaal van het Dorpshuis om 19.00 uur, terwijl vanaf 18.30 uur ingeschreven kan worden. Ieder, die alle tochten uitloopt, ontvangt het vierdaagsekruis of cijferstrip. KAMPDAGEN ZESDE KLAS CHR. NAT. SCHOOL WISSENKERKE De zesdeklassers zijn weer enkele dagen en nachten in Oostkapelle geweest. Woensdagmiddag 14 mei vertrokken ze op de fiets naar de kampeerboerderij „Duinoord". Donderdags werd de markt in Middelburg bezocht, de Lange Jan beklommen, minia tuur Walcheren bekeken en tenslotte een bezoek gebracht aan het Zeeuws Museum, dat ondergebracht is in één van de Abdij gebouwen. Vrijdagsmorgens was iedereen op stap met een papier, waarop een route was uit gestippeld, waarbij onderweg verschillende opdrachten moesten worden uitgevoerd. 's Middags de duinen in en 's avonds werd midgetgolf gespeeld. Zaterdagmorgen was Wissenkerke alweer het einddoel en kon iedereen met een voldaan gevoel zijn thuis weer opzoeken. 'DE BLAUWE DOFFER' KORTGENE Uitslag concours Survilliers 24 mei 1975. Deelname 268 duiven. 1 G. van Liere 11.09.40 293.861 230 2 P. van Belzen 16.22 293.758 226.6 3 L. de Fouw 11.46 288.263 223.2 4 G. P. Geelhoed 19.38 293.795 219.8 5 J. C. de Fouw 17.53 291.470 216.4 6 G. P. Geelhoed 22.15 2 213 7 A. J. Bouterse 22.22 293.901 209.6 8 P. J. Wilderom 18.48 290.104 206.2 9 G. P. Geelhoed 22.42 3 202.8 10 W. C. Filius 20.50 291.344 199.4 Uitslag jeugd. Deelname 12 duiven. 1 J. de Kam 11.37.57 288.052 38 2 J. de Kam 38.32 2 25.4 3 O. Leendertse 12.04.32 287 12.8 Btt n m pul>l)k«tie vu k#t MnjMu# Iwwi.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1975 | | pagina 2