De pinguin
De werkloosheid is erger
dan velen denken
De
Nederlander ontdekt de wijn
Drink jij
of drink ik.
Verkeersproblemen
en miljeuverontreiniging
NIET ALLEEN MEER WERKLOZEN -
MAAR OOK LANGERE WERKLOOSHEIDSDUUR
De mens is van nature geneigd om zijn ogen te sluiten voor de gevaren,
die hem bedreigen en te doen alsof zijn neus bloedt. Of hij verplaatst zijn
gedachten in zo'n geval naar prettiger dingen of hij relativeert de gevaren,
waaraan hij blootstaat. Deze struisvogelpolitiek, die bedoeld is om de harde
werkelijkheid te ontlopen, wordt ook ten aanzien van de huidige werkloosheid
door velen met verve toegepast.
Hoewel het werkiozenaantal nu reeds rond de 200.000 schommelt, wiegen
tallozen zich nog steeds in slaap met de zoete gedachte ,.dat dit hen niet zal
overkomen. Het is evident dat de werkloosheid wordt onderschat. Helaas is
de sociale werkelijkheid heel wat grimmiger dan velen zich voorstellen of zich
zelf wijsmaken.
In Economisch Statistische Berichten is onlangs reeds berekend dat de
werkloosheid eind 1974 4,5 maal zo groot was als eind 1970 en niet 3,3 maal
zo groot, zoals de officiële statistieken beweren. Toch wel een zaak die
met verontrusting dient te worden gadegeslagen.
„Verborgen werklozen" worden niet mee
geteld.
Wie vijf jaar geleden zou hebben voor
speld dat Nederland eind 1974 181.000
werklozen zou tellen, zou voor geestelijk
gestoord zijn versleten. Ter vergelijking: in
november 1970 bedroeg de geregistreerde
werkloosheid in Nederland 35.989 mannen
en 10.735 vrouwen, dat is in totaal 46.724
werklozen, een heel wat florissanter cijfer
dan nu.
In Ekonomisch Statistische Berichten
maakt redak,tie-sekretaris drs. L. Hoffman
echter duidelijk, dat het (hoge) werklozen-
aantal nog niet eens de volle ernst weer
geeft van de huidige problematiek op de
arbeidsmarkt. In de officiële werkloosheids
statistieken zijn immers de z.g. „verborgen
werklozen" niet opgenomen. Te denken valt
hier aan sommigen, die een WAO-uitkering
of bijstanduitkering ontvangen, aan gehuw
de werkende vrouwen en part-timers die
werkloos zijn geworden maar zich daarna
niet als werkloze hebben laten inschrijven,
aan werknemers voor wie werktijdverkor
ting is aangevraagd, etc. etc.
Kortom, het werklozenaantal zegt niet
alles, het is op zichzelf natuurlijk al zorg
wekkend genoeg, maar belangrijk is niet
alleen dat iemand op een gegeven moment
werkloos is, maar ook hoe lang hij zonder
werk blijft. De volle ernst van het werk
loosheidsprobleem kan pas exact worden
vastgesteld, wanneer we niet alleen dg
werklozenaantallen kennen, maar ook de
gemiddelde werkloosheidsduur. De werk
loosheidsduur is een zeer belangrijke kom-
ponent van de werkloosheid. Het is mede
de verdienste van Economisch Statistische
Berichten, dat we hierover thans zeer in-
struktief materiaal hebben kunnen vergaren.
Materiaal dat helaas aantoont dat het
werkloosheidsprobleem veel ernstiger is dan
velen in hun optimisme hadden veronder
steld.
Langer werkloos.
In november 1970 was 8°/o van alle man
nelijke Nederlandse werklozen langer dan
12 maanden werkloos, in november 1974
was dat reeds 14%. In november 1970 was
8% van de mannelijke werklozen langer
dan 6 tot 12 maanden wrekloos en 11%
3 tot 6 maanden, in november 1974 lagen
Geen champagne meer.
Van de oudheid tot de middeleeuwen
hebben tal van geneesheren zich waarde
rend uitgelaten over de wijn en ook in
de nieuwe tijd ontbreekt het geenszins aan
artsen, die het hunne ertoe bijdragen het
wijngebruik te stimuleren. Moet nog gezegd
worden, dat het hoofdzakelijk Franse dok
ters zijn en waren? Eén van hen, Fagon,
lijfarts van Lodewijk XIV, heeft door zijn
bemoeienissen met de wijn een „deining"
veroorzaakt die anderhalve eeuw aanhield.
Fagon adviseerde zijn vorstelijke patiënt
die niet afkerig was van één en ook
niet van veel meer glaasjes wijn per dag
met nadruk bourgogne te gebruiken en
de champagne af te schaffen. Wetenschap
pelijk heeft dit advies geen enkele bete
kenis, maar de bewoners van Champagne
en Bourgogne kregen er begrijpelijkerwijs
ae hevigste ruzies om.
Het was eveneens in de 17e eeuw, dat
het drinken van wijnen uit het gebied rond
Bordeaux ingang begon te vinden en dat
ondanks de heftige aktie van de medikus
Tronchin, die het enthousiasme van zijn
kollega's over dit edele vocht beslist niet
kon delen.
Vakbondseisen.
Is het niet bijzonder vreemd voor ons,
Nederlanders, te vernemen dat de arbei
dersvakbonden in het land van Bordeaux
en Bourgogne als eis stellen dat zwaar
deze percentages aanzienlijk hoger t.w. 12
en 16%. Was in november 1970 41% van
het totale aantal mannelijke werklozen min
der dan één maand werkloos, in november
1974 was dat nog maar 27%.
Deze cijfers betreffen dus de mannelijke
werklozen. Voor de vrouwelijke ^werklozen
geldt echter hetzelfde. Ook hier zien we
niet alleen een fikse stijging van het werk
lozenaantal, maar ook een toeneming van
de werkloosheidsduur. Was in november
1970 7% van alle vrouwelijke werklozen
langer dan één jaar werkloos, in november
1974 bedroeg dat percentage reeds negen.
Uit de statistieken blijkt voorts, dat de
werkloosheidsduur vooral is toegenomen tot
ongeveer maart 1974, daarna trad een ze
kere stabilisatie in.
Schrikbarend.
Van november 1970 t/m november 1974
was er sprake van een verdrievoudiging
van het totaal aantal werklozen, maar als
we tevens de gegevens over de werkloos
heidsduur inkalkuleren (wat veelal niet ge
beurt) dan is het werkloosheidsprobleem
nog veel ernstiger dan we hadden veronder
steld.
In Ekonomisch Statistische Berichten werd
een berekening gemaakt van het aantal
werkloze maanden. In die berekening wordt
dus niet alleen het totaal aantal werklozen,
maar ook de werkloosheidsduur (uitgedrukt
in maanden) ingekalkuleerd. Deze bereke
ning leidt tot schrikbarende konklusies. In
november 1970 bedroeg het aantal werkloze
maanden voor mannen 136.256 en voor
vrouw 40.984, dat is in totaal 177.149.
In november 1974 bedroeg het aantal
werkloze maanden voor mannen 621.764
en voor vrouwen 165.775, dat is in totaal
787.538 werkloze maanden. Deze berekening
leert dus dat de werkloosheid in vier jaar
tijd met 445% is toegenomen.
In Economisch Statistische Berichten
wordt derhalve terecht gekonkludeerd dat
de Nederlandse werkloosheid behoorlijk
wordt onderschat. En dan te bedenken dat
dit blad zich baseerde op cijfers van no
vember vorig jaar, toen de werkloosheids-
golf nog niet de hoogte had bereikt van
thans.
Mr. A. Bronsbergen.
(Nadruk verboden).
werkenden de mogelijkheid moeten hebben
om drie liter wijn per dag te bekostigen?
Zeker, wijn heeft betekenis als bron
van energie, maar dan toch in zo geringe
mate, dat men er beter aan doet ook
voor de portemonnee! om een reep
chocolade of een paar klontjes suiker te
gebruiken als er veel spierarbeid moet
worden verricht, dan on} wijn of sterke
drank naar binnen te gieten.
Trouwens, de Franse wielrenners in de
Ronde van Frankrijk geven er de laatste
jaren blijk van dat zij dit moderne inzicht
delen: zij tonen maar weinig belangstelling
voor de alkohol als ze moeten fietsen.
Spuigaten dicht.
Maar welk een ingrijpende ekonomische
maatregelen zouden er moeten worden ge
nomen om het wijngebruik dat in Frankrijk
werkelijk „de spuigaten uitloopt" in dat
land drastisch te couperen!
De verschillende ministers voor volks
gezondheid die Frankrijk na de oorlog
gehad heeft, hebben ondervonden dat dit
daar een hopeloze onderneming is: al gaat
het dan om de wijn, zij vechten tegen de
bierkaai.
Ook de Nederlander heeft het wijntje
ontdekt. Steeds meer mensen gaan er toe
over om een eenvoudig wijntje te drinken
tijdens de maaltijd. Bij de grootwinkelbe
drijven is er zelfs een overvloedige keuze
en de speciale wijnhuizen, waar de klant
persoonlijk in zelf meegebrachte flessen
uit het vat kan tappen, verschijnen overal
in het land.
Alkoholisme.
Het alkoholprobleem in Nederland ligt
niet bij de wijn. Het gaat in ons vaderland
om genot of verslaving ten aanzien van
jenever, cocktails, bier, aperitieven. En al
zitten bij ons de gestichten niet vol met
krankzinnige drinkers, zoals in Frankrijk,
toch betekent het alkoholisme evenzeer een
euvel, een ziekte van zo grote betekenis,
dat de geneeskundigen er beslist niet aan
voorbij mogen gaan. Enkele artsen zijn
overtuigd geheelonthouder. De meesten ech
ter behoren in hun persoonlijk leven tot
de groep van de gezelligheidsdrinkers en
dan nog van de onschuldige' soort.
Dat wil zeggen dat ze op kunnen houden
met drinken als ze dat zelf willen en dat
Er is tegenwoordig geen stad van enige
betekenis of zij tobt met verkeersproble
men. Die verkeersproblemen kunnen zeer
gevarieerd zijn.
Daar is bijvoorbeeld het parkeerpro
bleem, waarvoor men nauwelijks een goede
oplossing weet te vinden. Dan is er het
probleem van de drukte op spitsuren, waar
bij vooral in de centra van grote steden
opstoppingen ontstaan met filevorming,
e.d. Het verkeer in ons land neemt zo in
omvang toe, dat het niet bij te houden
is door de overheid en men verwacht ook,
dat we over slechts enkele jaren uit ons
wegennet zullen barsten. In de steden
tracht men tot oplossingen te komen door
middel van diverse maatregelen. Men breekt
oude straten open om ze breder te maken,
De gentleman onder de dieren, zo zou
men de pinguin kunnen noemen, omdat hij
er altijd zo netjes en korrekt uitziet in zijn
geklede pakje. Sommigen beschouwen hem
als een raar sort dier, maar daarmee doet
men de pinguin tekort, het is een waardige
en respektabele vogel, die een groot deel
van het zuidelijk halfrond bewoont, doch
feitelijk resideert in de zuidpoolstreken.
Ja, de pinguin is een vogel, ook al kan
het dier niet vlegen, want zijn vleugels zijn
vergroeid tot smalle zijdelings uitslaande
armen, die hem echter in het water uit
stekende diensten bewijzen. Hij is geheel
bedekt met kleine veertjes en heeft tussen
zijn poten zwemvliezen, zoals de ons be
kende watervogels. Toch doen die zwem
poten weinig dienst, zij fungeren slechts
als roer, want voortbewegen doet de pinguin
zich met zijn buitgewoon sterke armen,
die werken als roeispanen.
In het water is de pinguin in zijn ele
ment. Hier snelt hij voort als het moet
met een snelheid van omstreeks twintig
kilometer per uur, hetgeen een geweldige
prestatie mag heten. De stuwkracht van
zijn vlerken is zo groot, dat hij zich door
een sprong uit het water tot wel twee en
een halve meter hoogte kan verheffen.
Doorzetters.
Waarom is de voorkant van de pinguin
ze niet licht vanwege de alkohol in moei
lijkheden zullen raken. Zij zullen ongetwij
feld de mening delen van een aantal
hunner Franse kollega's, die, volgens gege
vens uit het blad voor de wijnbouw, dat
zo welluidend „Revue Viniculture" heet,
waarschuwen voor het door elkaar halen
van „matig drankgebruik" en alkoholisme.
Maar wat is nu matig?
Een Nederlands psychiater die enkele
jaren geleden in Parijs ten anti-alkoholkon-
gres bezocht, maakte daar mee. dat men
vele hooggeplaatste Franse funktionarissen
met een glas van „de nationale drank" in
de opgeheven hand, plannen kan zien en
horen maken tegen „de gesel" van het
alkoholisme, omdat men daar onder ma
tigheid blijkbaar alles verstaat wat nog
juist geen misbruik is. Proost!
(Nadruk verboden).
men sluit straten af en andere straten
krijgen éénrichtingverkeer.
De systemen worden soms zo ingewik
keld, dat zelfs mensen die ter plaatse thuis
zijn, nog wel moeite hebben om een route
van het ene punt naar het andere uit te
denken in verband met de vele straten
waar men niet in mag rijden. Laat staan
wat voor problemen zoiets oplevert voor
mensen, die in een plaats helemaal niet
bekend zijn.
Men hoort dikwijls beweren, dat de ern
stige toename van het verkeer zeker wat
de particuliere auto's betreft, het gevolg
zou zijn van de toegenomen welvaart, die
het veel mensen mogelijk maakt om er
een dergelijk vervoermiddel op na te houden.
Deze laatste opmerking speelt inderdaad
wit en de achterkant zwart? Dit vindt zijn
oorzaak in de bescherming die moeder na
tuur haar kinderen pleegt te geven. Door
deze kleuren valt de pinguin in het water
niet op tegen de lichte hemel of de donkere
zeebodem.
Het lijkt alsof de pinguin op het land
hulpbehoevend is. Toch is dat niet het geval.
Het dier heeft een fantastisch uithoudings
vermogen, dribbelt keurig op zijn achter
poten rond en deinst niet terug voor grote
afstanden en hoge bergen,, ook al gaat het
moeilijk.
Tijdens de broei-periode wordt door de
pinguins veel gevast, want voedsel vinden
ze slechts in zee, die in dat geval echter
veraf kan zijn. Terwijl de een vertrekt en
gaat eten op soms tientallen kilometers af
stand en na vele dagen terugkomt, broedt
de ander van -het echtpaar en vast. Zo
lossen ze elkaar af. Observeringen bewe
zen, dat dertig dagen vasten regelmatig
voorkomt.
De pinguin is een zeer vreedzaam dier
en uiterst korrekt. Hij kent vrijwel geen
angst voor mensen, waardoor het vrij een
voudig is broedende kolonies te observeren.
Waar blijven de doden?
Waar de dode pinguins blijven is vele
jaren een groot raadsel geweest, want nooit
vond men stoffelijke resten van deze dieren.
een belangrijke rol, hetgeen wij terug
vinden in de geschiedenis.
Nederland heeft in de zeventiende eeuw
ook zo'n voortreffelijke welvaartsperiode
gekend. Dit leidde er toe, dat bijvoorbeeld
in Amsterdam (hetgeen echter ook in an
dere steden het geval was) .steeds meer
mensen in staat waren er een karos op na te
houden. Op 2 mei. 1634 maakte de vroed
schap van Amsterdam bekend, dat het rij
den door de stad met een karos, in verband
met de verkeersdrukte, verboden werd op'
straffe van vijftig gulden. Door de toename
van het aantal voertuigen ontstonden er
ook in die tijd al problemen in de smalle
straten en op de hoge bruggen over de
grachten, problemen die tenslotte leidde
tot voorgenoemde maatregel. Overigens was
deze maatregel een bewijs dat men ten
einde raad was, want reeds vele jaren
eerder, namelijk in mei 1615, waren al
enkele straten in Amsterdam tot „éénrich-
tingsverkeerstraat" benoemd.
Zo zien we, dat er ook wat dat betreft
niets nieuws onder de zon is. Om het
massale verkeer het hoofd te bieden had
men trouwens al eerder de maatregel af
gekondigd, dat wagens met niet meer dan
één paard mochten worden bespannen.
Meer paarden besloegen meer ruimte.
De milieuverontreiniging is tegenwoordig
onderwerp van gesprek en uiteraard niet
ten onrechte. Toch is het bederf van het
milieu ook geen zaak van deze tijd.. De
veel geroemde Amsterdamse grachten ver
tonen hier en daar nog wel eens het beeld
van een openbaar riool en daarover maakt
men zich terecht zorgen. Overigens blijkt
uit de geschiedenis dat de vervuiling van
de Amsterdamse grachten al een erg oud
zeer is.
In de middeleeuwen werd het water van
de Amsterdamse grachten gebruikt door
de Amsterdamse bierbrouwerijen bij de ver
vaardiging van bier.
Reeds omstreeks 1560 bleek, dat door
de vervuiling van dit water het niet meer
voor dit doel kon worden gebruikt. Men
besloot toen het water uit de Haarlem
mermeer te laten komen. Dit werd geen
succes, omdat dit water brak bleek te zijn
en niet voor het doel kon worden gebruikt.
Later liet men via speciale tankschepen
water uit de Vecht komen om dit te ge
bruiken in de brouwerijen.
Zo zien we, en het betreft hier slechts
een enkel voorbeeld, dat ook de vervuiling
van het milieu geen zaak van de heden
daagse tijd alleen is. Het verschil met vroe
ger ligt in de omgang van het probleem,
maar in wezen is er weinig nieuws onder
de zon.
Dr. Robert Murphy van het American Mu
seum of Naturel History deed echter in
het eenzame met ijs bedekte land van
zuid-Georgia een interessante ontdekking.
Toen hij op een goede dag over de top
van een heuvel kwam, zag hij een helder
meertje zeewater. Dr. Murphy liep naar
het meertje en staarde in de heldere diepte.
Daar lagen met hun vinachtige vlerken
uitgestrekt duizenden dode pinguins. Zo
ontdekte de wetenschap het bestaan van
zogenaamde pinguinkerkhoven. Het zijn een
zame wateren als dit meer.
Zo stelde onze vriend de pinguin ons
voor een verrassing, trouwens de natuur
is er vol van en, dat is haar grote charme.
(Nadruk verboden).
KERN-IJSBREKER
De nieuwste met kernenergie aangedreven
Russische ijsbreker „Arktica" is van stapel
gelopen en in bedrijf gesteld. Zonder brand
stofvernieuwing kan het schip 18 maanden
lang aan één stuk door zijn werk doen.
De kernreaktor is door staal, beton en
water (voor de koeling) afgeschermd van
de buitenwereld en stelt het schip in
staat dwars door 2 meter dikke ijslagen
heen te „baggeren" en liefst nog met
een snelheid van 4 knopen.
Hiermee overtreft de „Arktica" zijn voor
ganger, de eerste Russische kern-ijsbreker
.Lenin". Deze in 1959 van stapel gelopen
ijsbreker met kernaandrijving ontwikkelt in
dik ijs geen grotere snelheid dan 2 knopen.
Daarenboven moet zijn kernreaktor ten
minste elk jaar van nieuwe kernbrandstof
worden voorzien. Ook in Rusland maakt
men op dit gebied aardige vorderingen.
HIER EN GINDER - VROEGER EN NU
Wijndrinken, met welke bloemrijke motivering dan ook, is van het begin
van de menselijke beschaving af een middel tot genot of ontspanning en
evenzeer een toevlucht voor de zoekers naar vergetelheid en een verslavings
vergif geweest. De literatuur van de oudheid staat vol lof en waarschu
wingen met betrekking tot het wijndrinken.
De grote geneesheer Hippocrates, wonend en werkend omstreeks 400 v.
Chr. op het Griekse eiland Kos, heeft gezegd, dat de wijn een voortreffelijke
drank voor de mens is, zowel bij gezondheid als bij ziekte, mits hij met ver
stand en naar gelang van het gestel genuttigd wordt.
Dit is een publikatie van het Bedrijfschap Horeca.
ER IS NIETS NIEUWS ONDER DE ZON
OOK ONZE VOORVADEREN TOBDEN ER MEE
SPEURTOCHT IN DE NATUUR