Hogere vormen
in rle mens?
9999
M wederzijdse wantrouwen
Vaste
oeververbinding
HET WONDERLIJKE LEVEN IN ZIJN VELE VARIATIES
ER LIGGEN NOG MILJOENEN MOGELIJKHEDEN
IN ONZE GENETISCHE RESERVES
Wie de moeite neemt eens rustig te filo
soferen over ons bestaan, wordt al snel
met stomheid geslagen, wanneer hij denkt
aan dat enorme wonder, dat de mens ont
staat uit de bevruchte eifcel. Dit eicelletje
gaat groeien endaar komt dan een
mensje van, een mensje helemaal compleet
met alles er op en er aan. Er worden tijdens
die groei en ontwikkeling weefsels gevormd,
zOals de lever, de nieren, de zenuwen, de
bloedcellen en wat al niet meer. weefsels
die geweldig van elkaar verschillen. Dat
is op zich ook weer een wonder, want alle
dochtercellen van de eicel bevatten dezelfde
erfsubstantie. Dit enorme vraagstuk van
dat wat de geleerden „celdifferentiëring"
noemen, houdt hen al heel lang bezig, zon
der dat zij tot nu toe in staat zijn er een
antwoord op te kunnen geven.
Dr. Vester van het Instituut voor orga
nische chemie van de universiteit van Saar
land, heeft met betrekking tot het boven
staande een interessante theorie ontwikkeld,
die het resultaat is van een langdurige
studie op'dit gebied.
In de chromosomen, de dragers van de
erfelijke eigenschappen is de mogelijkheid
tot vorming van al deze vormen en nog
heel veel anderen aanwezig. Dat slechts
bepaalde vormen ontstaan, zou volgens dr.
Vester het gevolg zijn van_.de invloed van
een soort „zeef" die slechts bepaalde moge
lijkheden toelaat en het zijn slechts die
combinaties, die zich tenslotte manifesteren
in zichtbare structuren.
Volgens dr. Vester worden deze zeven
gevormd door de histonen, eenvoudige ba
sische proteïnen (eiwitlichaampjes), die in
elke cel aanwezig zijn en waarmee men tot
nu toe niet goed raad wist, omdat ze geen
enzymen zijn en men ook niet wist welke
funktie ze dan wel hadden.
Volgens dr. Vester zijn er in totaal drie
soorten genen, die in een soort communi
catiesysteem samenwerken. De eerste soort
genen zijn die welke men de hersens of
het geheugen zou kunnen noemen, de génen
die alle informatie bezitten. De informatie
die zij afgeven, gaat echter door een zeef,
in dit geval de histonen, de hierboven ge
noemde eiwitlichaampjes, die zich in elke
cel bevinden en deze laten slechts bepaalde
informatie door, die terecht komt bij de
tweede groep genen, namelijk die ze formu
leren. Tenslotte komen ze dan bij de derde
groep, die de werkers genoemd kunnen
worden en die de opdracht uitvoeren. Niet
alleen is de histonen-zcef verantwoordelijk
voor het feit, dat er op die plaats nier-
weefsel en op de ander leverweefsel ont
staat, doch ook voor het feit, dat uit de
ene eicel een grashalm, uit de andere een
worm en uit de derde een kameel voorkomt.
Dp onderzoekers zijn van mening, dat in
de nucleïnezuurstrengen, die in elke cel
voorkomen, niet minder dan rond zeven
miljoen codificeringsmogelijkheden bestaan.
De onderdelen kunnen op zeven miljoen
verschillende manieren worden gecombi
neerd, waardoor allerlei verschillende moge
lijkheden ontstaan. We zien dit reeds wan
neer we eenvoudige voorbeelden nemen.
Een groep van drie cijfers kan reeds op
zes verschillende manieren worden gerang
schikt, een groep van vier cijfers kan op
24 manieren worden gerangschikt en een
groep van vijf cijfers haalt het tot 120
mogelijkheden. Bij zes cijfers wordt het al
720 mogelijkheden en zo neemt het aantal
mogelijkheden snelen sterk toe. In de
strengen nucleïnczuur zitten enorme aan
tallen eenheden en die kunnen uiteraard
op miljoenen verschillende manieren wor
den gecombineerd.
De onderzoekers rekenden uit, dat door
de „zeven" tot nu toe slechts 30.000 ver
schillende combinaties zijn vrijgegeven, die
zich in de verschillende ons bekende levens
vormen hebben geopenbaard. Wanneer we
dan weten, dat er dus nog rond 6.970.000
mogelijkheden in de cellen sluimeren, dan
is het duidelijk, dat er zich nog zeer vele
tot nu toe onbekende levensvormen in' de
toekomstige miljoenen jaren zouden kunnen
ontwikkelen in dieren- en plantenrijk. Zelfs
wanneer men aanneemt, dat slechts een
zeer bescheiden deel van de nog braaklig
gende 6.970.000 codificeringsmogelijkheden
even zinvol zullen zijn als die welke tot
nu toe werden benut, bestaat er grond voor
de veronderstelling, dat de toekomstige
mens van hogere levensvorm, nu reeds
latent in ons schuilt.
In tegenstelling tot de opvatting van de
meeste biologen meent dr. Vester, dat voor
de „geboorte" van de mens van de toekomst
er geen nieuwe erfelijke faktoren noodza
kelijk zijn. Het komt er slechts op aan de
genetische reserves te mobiliseren, waarbij
de „zeven" andere combinaties zullen moe
ten doorlaten.
Vesters theorie over het samenspelen van
de drie soorten genen en het „zeefsysteem"
vindt veel steun in de resultaten van het
moderne kankeronderzoek. Volgens dit on
derzoek zou het zich vormen van tumors
niets anders zijn dan het vrijkomen van
de reeds altijd aanwezige informatie in de
genen, die normaal door de „zeven" niet
worden doorgelaten.
Het is dr. Vester en zijn medewerkers
ook gelukt uit een plant een proteïne te
isoleren, dat sterk kankerremmende eigen
schappen vertoonde. Hierbij gaat het ook
weer om een basisch eiwitlichaampje, dat
op een histon lijkt. Dit eiwitlichaampje
presteerde het om bij proeven op dieren
nog een kankerremmende invloed uit te
oefenen bij een verdunning van niet minder
dan 1 10 miljard.
Ook lukte het de onderzoekers om bij
kruisingen van tandkarpersoorten bastaards
te kweken, die alleen al op de grond van
hun genetische aanleg, spontaan tumors
vormden. Zij beschikten dus reeds over een
ander soort „zeven" dan hun normale soort
genoten.
Volgens onderzoekers ziet het er naar
uit. dat in de toekomst de mogelijkheid
bestaat om gericht in te grijpen bij de
kankerontwikkeling. Er zal echter zeer veel
onderzoek moeten worden verricht, een on
derzoek, dat voor een belangrijk deel in het
genetische vlak zal liggen.
Burgerlijke stand
KORTGENE
Geboren: 11 febr. 1975: Elizabeth Tan-
netje Pieternella, dochter van H. J. de Jonge
en L. P. van Goudswaard; 17 febr. 1975:
Remco Adriaan Teun, zoon van W. van
Houwelingen en J. M. Versluis; 19, febr.
1975: Christian, zoon van L. A. Slabbékoorn
en P. B. P. Picters; 20 febr. 1975: Sigrid,
dochter van F. J. van Dijke ep J. J. Wisse.
Ondertrouwd: 21 febr. 1975: Johan G.
Gast, 32 jaar en Maatje T. Wabeke, 18 jaar;
27 febr. 1975: Jacobus W. de Kok te Borsele
22 jaar en Neeltje L. Lokker, 20 jaar; 27
febr. 1975: Leendert J. van der Maas, 21
jaar en Adriana van der Maas, 20 jaar.
Gehuwd: 14 febr. 1975: Frederikus C.
Spros, 23 jaar te Rotterdam en Levina T.
Tazelaar, 20 jaar; 21 febr. 1975: Lieven
A. van de Ketterij, 24 jaar te Arnemuiden
en Neeltje S. Kole, 20 jaar.
Overleden: 11 febr. 1975: Hendrik Geel
hoed, 94 jaar, wedn. van D. C. Koster;
19 febr. 1975: Paulus Clement, 86 jaar,
echtg. van M.. Flipse; 24 febr. 1975: Cor
nelia Hoogerheide, 86 jaar; 25 febr. 1975:
Cornells Adriaan Filius, 85 jaar, echtg. van
J. Filius.
MANIFESTATIE
Middelburg De Ned. Vereniging voor
Huisvrouwen, afdeling Middelburg, organi
seert op 17 maart a.s. een grootse mani
festatie in het kader van het „Internationale
Jaar van de Vrouw."
De vólgende spreeksters hebben zich be
reid verklaard iets te vertellen over de
emancipatie 'v2n de vrouw. Mevr. M. A.
v. d. Boogert - Selhorst, wedhoudster in
Middelburg over: Emancipatie-geschiedenis
en mevr. drs. N. Rempt - Halmans de Jongh
te Wassenaar over het onderwerp: De
vrouw en de Ver. Naties.
Na de lunch is er gelegenheid tot discussie
en wordt er een eenvoudige enquête ge
houden.
Om half drie komt mevr. M. de Jager
uit Domburg met haar groep om ons de
oude Walcherse klederdrachten te tonen.
Om halft vier wordt thee gedronken en
kunt u de klederdrachten nog eens van zeer
nabij bewonderen.
Het is beslist niet de bedoeling boven
staand aantrekkelijk programma uitsluitend
te reserveren voor de leden van bovenge
noemde vereniging. Alle vrouwen van Zee
land kunnen deze dag bijwonen. U kunt
zicji hiervoor opgeven bij mevr. J. Sedee,
Sportlaan 18, Middelburg, Tel. 2 77 48.
De manifestatie vindt plaats in de
Schouwburg, Molenwater te Middelburg.
De kosten zijn zo laag mogelijk gehouden
en bedragen 10,— per persoon (incl. de
lunch) aan de Schouwburg te voldoen.
Het organisatie-comité rekent op een
grote opkomst voor deze dag, die alle
Zeeuwse vrouwen ongetwijfeld zal aan
spreken.
COMMISSIE ZU1VERINGSBEHEER
Gedeputeerde staten van Zeeland hebben
ingesteld de adviescommissie zuivcringsbe-
hcer, een vaste commissie van advies en
bijstand, die wordt voorgeschreven in artikel
16 van de op 1 december 1974 in werking
getreden verordening verontreiniging opper
vlaktewateren Zeeland en die wordt bedoeld
in het eerste lid van artikel 5 van de wet
verontreiniging oppervlaktewateren.
De commissie heeft tot taak „het al
dan niet op verzoek uitbrengen van ad
viezen aan gedeputeerde staten omtrent de
uitvoering van de genoemde wet. de op
grond van die wet uitgevaardigde algemene
maatregelen van bestuur en de desbetref
fende provinciale verordeningen".
De adviescommissie zuiveringsbeheer be
staat uit de volgende .personen: twee leden
door gedeputeerde staten uit hun midden
aangewezen, die optreden als voorzitter
en vice-voorzitter: door gedeputeerde staten
aangewezen ambtenaren van de provincie;
telkens één lid aangewezen door de direc
teur van het Rijksinstituut voor zuivering
van afvalwater, de inspecteur voor het
milieu in Zeeland, de hoofdingenieur-di
recteur van de rijkswaterstaat in Zeeland,
de directeur van de visserijen van het
ministerie van landbouw en visserij, de
Stichting Natuur en Milieu te Amsterdam,
de Gewestelijke raad voor Zeeland van het
Landbouwschap, de beide Kamers van
Koophandel en Fabrieken in Zeeland, tel
kens twee leden aangewezen door de afde
ling Zeeland van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten en de Zeeuwse Water-
schapsbond, alsmede eventueel verder door
gedeputeerde staten aangewezen deskundi
gen.
EXTRA BUS NAAR DE
KANKERVOORLICHTING
Op 12 maart a.s. zal in het dorpshuis
te Wissenkerke een voorlichtingsbijeenkomst
over kanker worden gehouden.
Vanuit Kamperland zal hiervoor een spe
ciale bus rijden. Deze zal om 13.45 uur
bij garage Van Halst vertrekken.
HENGELWEDSTRIJD
De 2e competitiewedstrijd van de Noord-
Bevclandse hengelsportvereniging werd ge
houden op zaterdag 1 maart 1975 in de
Oosterschelde nabij de camping „Anna-
Friso" te Kamperland. De animo voor deze
wedstrijd bleek wel aanwezig te zijn, want
66 personen kwamen er op af om zich in
te laten schrijven. De weersomstandigheden
waren deze middag gunstig om te vissen.
Wat echter tegenviel was de lage water
stand toen de wedstrijd begon wat tot
gevolg had dat de vis het, het eerste uur
liet afweten en er niets gevangen werd.
Het bestuur besloot dan ook om de wed
strijd met een nalf uur te verlengen, wat
door allen werd goedgekeurd.
Naarmate het water hoger kwam, werden
er meer vissen gevangen, maar toch was
het vlug duidelijk dat het aantal vissen
,die bij de le competitiewedstrijd gevangen
werden, ditmaal niet bereikt zouden worden.
Alleen in het laatste half uur van de wed
strijd liep het weer goed.
Na afloop bleek, dat de vangsten nog
niet tegenvielen. Er waren 102 bovenmaatse
en 43 ondermaatse vissen gevangen. Deze
leverden 20.545 wedstrijdpunten op.- Er wa
ren bij deze wedstrijd nog 16 pechvogels
die 3 uur gevist hadden zonder succes.
De prijswinnaars waren ditmaal:
1. J. J. de Haze, Kamperland 1225 pnt.
2. L. HeijsWk, Geersdijk 1200 pnt.
3. Peter de Pan. Kamperland 1170 pnt.
4. J. Kastelein Az., Geersdijk 1080 pnt.
5. Ph. Leendertse, Kamperland 1040 pnt.
6. J. P. Kastelein, Geersdijk §50 pnt.
7. H. Warren, Colijnsplaat 765 pnt.
8. P. J. v. d. Moere, Kamperland 625 pnt.
9. J. Biondina, -Kamperland 605 pnt.
10. M. G. de Smit, Kamperland 600 pnt.
11. I. Blankcnstein, Kortgene 570 pnt.
12. H. ,de Pan, Kamperland 530 pnt.
13. Ed de Kam, Kamperland 520 pnt.
14. J. M. Zuijdwcg, Kamperland 515 pnt.
15. A. Breur, Kortgene 450 pnt.
16. J. Minnaard, Wissenkerke 445 pnt.
17. C. Steendijk, Kamperland 435 pnt.
18. R. Back, Middelburg 415 pnt.
De prijzen werden uitgereikt door de
voorzitter P. v. d. Vreugde in het Jhr. Mr.
de Casembroothuis te Kamperland. Hij
deelde mede dat de eerstvolgende wedstrijd
gehouden zal worden op zaterdag 29 maart
1975 te Colijnsplaat. Er wordt gevist van
14.30 tot 17.00 uur. Inschrijven in café
„Juliana", vanaf 13.30 uur.
In een brief aan de minister van binnen
landse zaken hebben gedeputeerde staten
van Zeeland gevraagd nu spoedig antwoord
te mogen ontvangen op de vele malen her
haalde verzoeken tot het afwerken van de
goedkeuringsprocedure voor de NV Vaste
Oeververbinding Westerschelde. Gedeputeer
de staten schrijven de minister, dat zij zich
niet aan de indruk kunnen onttrekken, dat
de behandeling van deze zaak op het depar
tement van binnenlandse zaken niet die
aandacht heeft, die redelijkerwijs voor een
projekt van dit formaat mag worden ver
wacht. Op ëen brief van 18 september 1973
is tot heden nog geen antwoord ontvangen.
Gedeputeerde staten geven in de brief
aan de minister een chronologisch overzicht
van hetgeen zich tot heden rond de zaak
van de NV Vaste Oeververbinding heeft af
gespeeld. Zij herinneren eraan, dat provin
ciale staten van Zeeland op 29 april 1971
besloten tezamen rnet de gemeenten Rei-
merswaal en Hontenisse de naamloze ven
nootschap op te richten. Deze heeft ten
doel „het doen voorbereiden van de bouw,
het doen bouwen, instandhouden en exploi
teren, door middel van tolheffing of op
andere wijze, van een vaste verbinding tus
sen de oevers van de Westerschelde en
alles wat daartoe behoort of daarmede ver
band houdt, zulks in de ruimste zin."
Op 4 oktober 1971 liet de toenmalige
staatssecretaris van binnenlandse zaken gs
weten, dat hij bezwaren had tegen de nv-
vorm. Naar zijn mening was een publiek
rechtelijke samenwerkingsvorm (gemeen
schappelijke regeling) daarvoor aangewezen.
Bij koninklijk besluit van 20 oktober 1971
werd een beslissing op de begrotingswijzi
ging, waarbij het kapitaal van de naam
loze vennootschap werd gevoteerd, verdaagd.
Op 9 december 1971 besprak een dele
gatie uit gs in Den Haag met de staats
secretaris de problematiek van de samen
werkingsvorm, vooral wat betreft de be
voegdheid van de provincie tot tolheffing
als deelneemster in een gemeenschappelijke
regeling. Afgesproken werd, dat het depar
tement een discussienota zou leveren. Deze
kwam onder dagtekening van 25 april 1972.
In augustus 1972 zou een nader gesprek
met de staatssecretaris volgen, maar dat
ging niet door als gevolg van een kabinets
crisis. Op 30 november 1972 was er een
bespreking met de minister van binnen
landse zaken: de kwestie van de tolheffing
kon nog niet tot een bevredigende oplos
sing worden gebracht. Besloten werd, dat
van de zijde van de departementen van
binnenlandse zaken en van verkeer en water
staat een nadere" studie zou worden onder
nomen.
In de loop van 1973 heeft de provincie
enkele malen geïnformeerd naar de voort
gang van deze studie en op 18 september
van dat jaar verzochten gs de minister
van binnenlandse zaken mee te delen in
hoeverre de nadere studie tot nieuwe ge
zichtspunten had geleid dan wel welke
vroegere argumenten gehandhaafd konden
blijven.
In de loop van 1974 is periodiek geïn
formeerd naar de stand van zaken. Telkens
werd een spoedige toezending van het na
dere rapport in uitzicht gesteld. Tot heden
is nog geen antwoord ontvangen.
„Gelet op de voortgang, die erop ander
terrein bestaat ten aanzien van de reali
sering van de vaste oeververbinding, achten
wij het van groot belang, dat deze aan
gelegenheid op korte termijn geregeld
wordt", aldus gs in hun brief aan de
minister van binnenlandse zaken.
FEUILLETON
25
„Ik zal jou eens wat vertellen, buurman,
en je oren zullen ervan klapperen. Herinner
jij je nog, enige tijd geleden onze kaart
avond? Bij ons thuis? Toen Jannie zo nodig
even weg moest om zich op te tutten op
mijn slaapkamer? En daarna moest ze hoog
nodig naar huis, zogenaamd omdat ze on
gerust was over haarjullie dochter?
Dat was dezelfde avond, waarop Frans zei,
dat hij de VVV nodig had de volgende mor
gen, omdat de Mercedes een grote beurt
moest hebben.
Tel dat alles samen eens op en wat krijg
je dan? Jannie haalde uit mijn linnenkast
een opvallend slipje en legde dat in mijn
VVV. Toen ging ze immers even naar huis?
Daar verwisselde ze haar beha gauw even
voor een schone, pakte en passant een
sigarepeuk van jou uit de asbak, plus een
paar afgestoken lucifers. De beha depo
neerde ze in de Mercedes, terwijl peuk en
lucifers terechtkomen in de asbak van de
VW.
En met welke bedoelingen deed ze dit
alles? Om bij Frans en mij een wederzijds
wantrouwen op te wekken. Want wat dacht
Frans, toen hij beha, peuk plus lucifers
in mijn Volkswagen ontdekte? En wat zag
ik in de Mercedes, toen ik hem uitzoog?
Precies, de vuile beha. Dus dachten we
allebei hetzelfde. Incasu. dat Frans de schok
van zijn leven kreeg, door te denken, dat
ik aanpapte met jou en ik dacht hetzelfde
van Frans en Jannie. Nou, het is haar aardig
gelukt. Waarschijnlijk had Jannie al eerder
een poging gedaan om, Frans te verleiden.
Best mogelijk, dat Frans nieuwsgierig is
gewo;dea,.cn. lg£t. .but .not J.east Jicstagi
door Gré de Boer
de mogelijkheid, dat ze al lang stiekum
een verhouding hadden. Hoe het ook zij:
dat plotseling heengaan van Jannie was
met voorbedachte rade. Ongetwijfeld was
het zo al afgesproken met mijn man. Eer
gisteren, toen mijn vader een beroerte kreeg
en in allerijl naar het ziekenhuis moest
worden gebracht, probeerde ik Frans te
bereiken. Via de telefoon. Hij zou de vol
gende morgen zogenaamd een belangrijke
bespreking hebben in Zaltbommel en omdat
het mistig was, wilde hij daar blijven. Een
uur tevoren deelde hij me dat telefonisch
mee. Hij zet: ik zoek wel een hotel op.
Man. ik heb die avond wel veertig hotels
in Zaltbommel en wijde omgeving gebeld,
op zoek naar mijn man, maar nergens was
Frans. Die kwam gisteravond thuis met
een rotsmoesje: dat hij bij een zakelijke
relatie in Kerkdriel was gebleven. Jawel,
m'n neus. Hij heeft nog nooit een zakelijke
relatie in dat dorp gehad. Zal ik je eens
vertellen, waar hij was, buurman? Bij Jannie
in Hurwenen. Zo. Nou weet je tevens,
waarom ze er vandoor is gegaan. En nou
mag jij me vertellen, hoe je daarover denkt."
De man had al die tijd. leunend op het
bergmeubel, zwijgend geluisterd. Hoewel hij
haar een paar keer in de reden had willen
vallen, hield hij zich in en beperkte zich
verder tot aanhoren. Maar nadat ze uitge
sproken was, gooide hij de opnieuw uitge
brande peuk in de asbak, kwam vlak voor
de vrouw staan en antwoordde, met een
onmiskenbare dreiging in zijn stem:
„Jij bent je carrière misgelopen, buur
vrouw, je had verhaaltjes moeten gaan
schrijven, want fantasie bezit je wel. Mens-
nog-an-toe, hoe krijg'je al die onzin bij
elkaar! Ik ben gewoon perplex. Je had
het over eergisteren, nietwaar? Wel, ik
ben de hele morgen en een deel van de
middag in Hurwenen geweest. Op advies
van de vroegere collega van Jannie, bij
wie mijn vrouw een toevlucht had gezocht
met onze dochter. Die collega heeft met
haar gepraat en meende, dat de tijd rijp
was voor mij om naar haar toe te komen
en met haar te praten.
Jannie wilde daarna niet dadelijk be
slissen, maar het ligt wel voor de hand,
dat ze van plan was terug te komen. Ik
ging daarom eergisteren 's avonds naar
huis terug en wachtte. Tot ik een tele
foontje kreeg uit Utrecht. Uit het Acade
misch Ziekenhuis. Want daar waren Jannie
en Everdien haar collega binnen
gebracht. Om een uur of zes besloot Jannie
definitief met Rinske naar mij terug te
keren. Om het opnieuw te proberen. En
omdat we beiden van goede wil waren. Ze
pakte de kleine meid en haar boeltje, stapte
in de wagen van Everdien en reed in de
richting Hoogerveld. Maar onderweg waren
ze betrokken bij een kettingbotsing in de
mist en beiden raakten gewond. Niet ern
stig gelukkig, maar in het Utrechtse zie
kenhuis, waarheen ze intussen gebracht zijn,
wil de arts ze nog een paar dagen houden.
Voor alle zekerheid. Er kunnen zich com
plicaties voordoen. Onze dochter bleef ge
lukkig ongedeerd.
Zo. En dat is de waarheid en alleen de
waarheid, buurvrouw. Als je me niet ge
looft, bel je het Academisch Ziekenhuis in
Utrecht maar op. Jouw Frans kan dus on
mogelijk die mistige avond en nacht in Hur
wenen bij Jannie doorgebracht hebben om
de eenvoudige reden, dat Jannie er niet
was, maar in het ziekenhuis. Afgezien nog
van het feit, dal Everdien zoiets nooit toe
gestaan zou hebben in haar woning!"
Hoofdstuk 15.
Nieuwe complicaties.
Bij deze laatste woorden is Ina ter Scheure
bleek van schrik geworden. En van ont
steltenis. Want levensgroot ziet ze de blun
der voor zich, die ze heeft gemaakt. De
verdachtmakingen, die ze jegens haar man
heeft geuit. Enerzijds is het' een pak Van
haar hart, dat er niets is tussen Jannie en
Frans. En niets kan zijn. Tenminste nu niet.
Maar waar was hij dan wel in die mistige
nacht? En waarheen is hij gisteren gereden?
Ze vraagt aan Bert zijn mening, nadat ze
uiteengezet heeft, dat zij en Frans de avond
tevoren ruzie hadden en hij met een kwaad
hoofd in zijn wagen is gestapt en wegge
reden. Dat ze haar slaapkamerdeur gesloten
had, verzweeg ze.
Schouderophalend antwoordde de man:
„Waarschijnlijk inderdaad bij die zakelijke
relatie in ehhoe noemde je dat dorp
ook weer?"
Kerkdriel."
„In Kerkdriel. En gisteravond naar een
hotel. Dat ligt toch voor de hand, zou ik
denken."
Ina's hersens werken koortsachtig. Ik
moet Frans zien te bereiken, denkt ze. En
uitleggen, dat ik een grote vergissing heb
gemaakt. Maar hoe vind ik hem? Waar is
hij momenteel? Ik weet het niet
Bert Essenga doet enkele passen door de
kamer. Zuchtend zegt hij: „Ik zal eerst
maar eens een kopje koffie voor ons klaar
maken. Mij dunkt, dat hebben we wel nodig.
Of liever iets pittigers?" Hij blijft staan
en kijkt de buurvrouw vragend aan.
Ze verlangt inderdaad naar koffie. Dus
zegt ze: „Koffie. Zal ik 't klaarmaken?"
„Blijft maar zitten." Hij wijst naar een
tafeltje. „Steek een sigaret op. Je ziet er
naar uit, dat je die wel nodig hebt."
Met bevende hand pakt de vrouw een
sigaret uit het pakje en steekt die aan.
Ze rookt, nadenkend, terwijl de man in
de keuken bezig is. Het zelfverwijt schreeuwt
in haar binnenste: Frans, jongen, wat heb
ik je aangedaan met mijn wantrouwen? Hoe
zul je me ooit kunnen vergeven? Uiteinde
lijk is alles Jannie's schuld, dat is de enige
verzachtende omstandigheid. Want zij heeft
die decente kledingstukken in onze wagens
gelegd. Zoiets doe je niet voor de grap en
anders is het maar een kwalijke, misselijke
grap. Nee, Jannie heeft er wel degelijk een
bedoeling mee gehad: tweedracht zaaien
tussen ons, zodat er een wederzijds wan
trouwen ontstond ten opzichte van ons
beider levenswandel. Waarop wellicht hele
maal niets aan te merken is, Zeker niet
van mij. Ik heb nooit iets gehad met Bert,
dat 'zal hij kunnen bevestigen. Die kleine
flirtations betekenen au fond toch niets?
Daar steekt geen kwaad in. En dat gebeurde
doorgaans in het bijzijn van de anderen,
die het op hun beurt eveneens deden, dus...
Na enige tijd komt de man met twee
koppen koffie de kamer binnen en zet er
één voor de vrouw neer. „Koek moet je
er maar bij denken. Ik geloof niet, dat er
nog wat is. Al die dagen heb ik nauwelijks
gekeken, of er iets nodig is
„Hoe is het nu met Jannie?" Ina keek
de man, die met een kop in zijn hand voor
haar stond, vragend aan.
Schouderophalend antwoordde Bert: „O,
het betekent gelukkig niet zoveel: een paar
vleeswonden en een gekneusde pols. Ever
dien zat achter het stuur; ze reed langzaam.
Volgens haar zeggen nauwelijks veertig.
Plotseling doemde er in de mist een vracht
wagen op, die stilstond, omdat hij op zijn
beurt op een personenauto was gebotst.
Everdien remde hard en gooide het stuur
om, maar kon de aanrijding niet voorkomen.
Vlak achter haar zat een bestelwagen, die
het ook niet meer kon houden
„En zodoende werd haar wagen geman
geld," begreep Ina huiverend, „Hoe is het
met Rinske?"
„Die mankeert helemaal niets. Gelukkig.
Ze zat in het stoeltje achterin. Dat is waar
schijnlijk haar redding geweest. Die wordt
in het ziekenhuis door de zusters verwend."
Het was enige tijd stil. Beiden dronken
de koffie, tot Bert opeens vroeg: „Wat be
doelde je met die beha en dat slipje? Ik
begreep het niet erg."
Geduldig legde Ina nog eens uit, wat zij
de volgende morgen in de Mercedes van
Frans had gevonden en hij in de Volks
wagen. „Alles wijst er op, dat Jannie dit
opzettelijk gedaan heeft. Bert. Om de schijn
te verwekken, dat ik wat met jou zou
hebben en Frans met haar. Wat was het
gevolg? Dat we beiden elkaar gingen ver
denken van ontrouw."
Bert fronste zijn wenkbrauwen. „De idee
jij en ikzo'n ouwe, afgeleefde kerel als
ik ben, is toch geen partij tegenover jouw
Frans?"
Ze glimlachte even. „Wat de voorstelling
van jezelf betreft, overdrijf je natuurlijk.
Want zo erg is het niet. Overigens, we weten
beiden, jij en ik, dat het niet zo is."
(Wordt vervolgd).