Hogere vormen in rle mens? 9999 M wederzijdse wantrouwen Vaste oeververbinding HET WONDERLIJKE LEVEN IN ZIJN VELE VARIATIES ER LIGGEN NOG MILJOENEN MOGELIJKHEDEN IN ONZE GENETISCHE RESERVES Wie de moeite neemt eens rustig te filo soferen over ons bestaan, wordt al snel met stomheid geslagen, wanneer hij denkt aan dat enorme wonder, dat de mens ont staat uit de bevruchte eifcel. Dit eicelletje gaat groeien endaar komt dan een mensje van, een mensje helemaal compleet met alles er op en er aan. Er worden tijdens die groei en ontwikkeling weefsels gevormd, zOals de lever, de nieren, de zenuwen, de bloedcellen en wat al niet meer. weefsels die geweldig van elkaar verschillen. Dat is op zich ook weer een wonder, want alle dochtercellen van de eicel bevatten dezelfde erfsubstantie. Dit enorme vraagstuk van dat wat de geleerden „celdifferentiëring" noemen, houdt hen al heel lang bezig, zon der dat zij tot nu toe in staat zijn er een antwoord op te kunnen geven. Dr. Vester van het Instituut voor orga nische chemie van de universiteit van Saar land, heeft met betrekking tot het boven staande een interessante theorie ontwikkeld, die het resultaat is van een langdurige studie op'dit gebied. In de chromosomen, de dragers van de erfelijke eigenschappen is de mogelijkheid tot vorming van al deze vormen en nog heel veel anderen aanwezig. Dat slechts bepaalde vormen ontstaan, zou volgens dr. Vester het gevolg zijn van_.de invloed van een soort „zeef" die slechts bepaalde moge lijkheden toelaat en het zijn slechts die combinaties, die zich tenslotte manifesteren in zichtbare structuren. Volgens dr. Vester worden deze zeven gevormd door de histonen, eenvoudige ba sische proteïnen (eiwitlichaampjes), die in elke cel aanwezig zijn en waarmee men tot nu toe niet goed raad wist, omdat ze geen enzymen zijn en men ook niet wist welke funktie ze dan wel hadden. Volgens dr. Vester zijn er in totaal drie soorten genen, die in een soort communi catiesysteem samenwerken. De eerste soort genen zijn die welke men de hersens of het geheugen zou kunnen noemen, de génen die alle informatie bezitten. De informatie die zij afgeven, gaat echter door een zeef, in dit geval de histonen, de hierboven ge noemde eiwitlichaampjes, die zich in elke cel bevinden en deze laten slechts bepaalde informatie door, die terecht komt bij de tweede groep genen, namelijk die ze formu leren. Tenslotte komen ze dan bij de derde groep, die de werkers genoemd kunnen worden en die de opdracht uitvoeren. Niet alleen is de histonen-zcef verantwoordelijk voor het feit, dat er op die plaats nier- weefsel en op de ander leverweefsel ont staat, doch ook voor het feit, dat uit de ene eicel een grashalm, uit de andere een worm en uit de derde een kameel voorkomt. Dp onderzoekers zijn van mening, dat in de nucleïnezuurstrengen, die in elke cel voorkomen, niet minder dan rond zeven miljoen codificeringsmogelijkheden bestaan. De onderdelen kunnen op zeven miljoen verschillende manieren worden gecombi neerd, waardoor allerlei verschillende moge lijkheden ontstaan. We zien dit reeds wan neer we eenvoudige voorbeelden nemen. Een groep van drie cijfers kan reeds op zes verschillende manieren worden gerang schikt, een groep van vier cijfers kan op 24 manieren worden gerangschikt en een groep van vijf cijfers haalt het tot 120 mogelijkheden. Bij zes cijfers wordt het al 720 mogelijkheden en zo neemt het aantal mogelijkheden snelen sterk toe. In de strengen nucleïnczuur zitten enorme aan tallen eenheden en die kunnen uiteraard op miljoenen verschillende manieren wor den gecombineerd. De onderzoekers rekenden uit, dat door de „zeven" tot nu toe slechts 30.000 ver schillende combinaties zijn vrijgegeven, die zich in de verschillende ons bekende levens vormen hebben geopenbaard. Wanneer we dan weten, dat er dus nog rond 6.970.000 mogelijkheden in de cellen sluimeren, dan is het duidelijk, dat er zich nog zeer vele tot nu toe onbekende levensvormen in' de toekomstige miljoenen jaren zouden kunnen ontwikkelen in dieren- en plantenrijk. Zelfs wanneer men aanneemt, dat slechts een zeer bescheiden deel van de nog braaklig gende 6.970.000 codificeringsmogelijkheden even zinvol zullen zijn als die welke tot nu toe werden benut, bestaat er grond voor de veronderstelling, dat de toekomstige mens van hogere levensvorm, nu reeds latent in ons schuilt. In tegenstelling tot de opvatting van de meeste biologen meent dr. Vester, dat voor de „geboorte" van de mens van de toekomst er geen nieuwe erfelijke faktoren noodza kelijk zijn. Het komt er slechts op aan de genetische reserves te mobiliseren, waarbij de „zeven" andere combinaties zullen moe ten doorlaten. Vesters theorie over het samenspelen van de drie soorten genen en het „zeefsysteem" vindt veel steun in de resultaten van het moderne kankeronderzoek. Volgens dit on derzoek zou het zich vormen van tumors niets anders zijn dan het vrijkomen van de reeds altijd aanwezige informatie in de genen, die normaal door de „zeven" niet worden doorgelaten. Het is dr. Vester en zijn medewerkers ook gelukt uit een plant een proteïne te isoleren, dat sterk kankerremmende eigen schappen vertoonde. Hierbij gaat het ook weer om een basisch eiwitlichaampje, dat op een histon lijkt. Dit eiwitlichaampje presteerde het om bij proeven op dieren nog een kankerremmende invloed uit te oefenen bij een verdunning van niet minder dan 1 10 miljard. Ook lukte het de onderzoekers om bij kruisingen van tandkarpersoorten bastaards te kweken, die alleen al op de grond van hun genetische aanleg, spontaan tumors vormden. Zij beschikten dus reeds over een ander soort „zeven" dan hun normale soort genoten. Volgens onderzoekers ziet het er naar uit. dat in de toekomst de mogelijkheid bestaat om gericht in te grijpen bij de kankerontwikkeling. Er zal echter zeer veel onderzoek moeten worden verricht, een on derzoek, dat voor een belangrijk deel in het genetische vlak zal liggen. Burgerlijke stand KORTGENE Geboren: 11 febr. 1975: Elizabeth Tan- netje Pieternella, dochter van H. J. de Jonge en L. P. van Goudswaard; 17 febr. 1975: Remco Adriaan Teun, zoon van W. van Houwelingen en J. M. Versluis; 19, febr. 1975: Christian, zoon van L. A. Slabbékoorn en P. B. P. Picters; 20 febr. 1975: Sigrid, dochter van F. J. van Dijke ep J. J. Wisse. Ondertrouwd: 21 febr. 1975: Johan G. Gast, 32 jaar en Maatje T. Wabeke, 18 jaar; 27 febr. 1975: Jacobus W. de Kok te Borsele 22 jaar en Neeltje L. Lokker, 20 jaar; 27 febr. 1975: Leendert J. van der Maas, 21 jaar en Adriana van der Maas, 20 jaar. Gehuwd: 14 febr. 1975: Frederikus C. Spros, 23 jaar te Rotterdam en Levina T. Tazelaar, 20 jaar; 21 febr. 1975: Lieven A. van de Ketterij, 24 jaar te Arnemuiden en Neeltje S. Kole, 20 jaar. Overleden: 11 febr. 1975: Hendrik Geel hoed, 94 jaar, wedn. van D. C. Koster; 19 febr. 1975: Paulus Clement, 86 jaar, echtg. van M.. Flipse; 24 febr. 1975: Cor nelia Hoogerheide, 86 jaar; 25 febr. 1975: Cornells Adriaan Filius, 85 jaar, echtg. van J. Filius. MANIFESTATIE Middelburg De Ned. Vereniging voor Huisvrouwen, afdeling Middelburg, organi seert op 17 maart a.s. een grootse mani festatie in het kader van het „Internationale Jaar van de Vrouw." De vólgende spreeksters hebben zich be reid verklaard iets te vertellen over de emancipatie 'v2n de vrouw. Mevr. M. A. v. d. Boogert - Selhorst, wedhoudster in Middelburg over: Emancipatie-geschiedenis en mevr. drs. N. Rempt - Halmans de Jongh te Wassenaar over het onderwerp: De vrouw en de Ver. Naties. Na de lunch is er gelegenheid tot discussie en wordt er een eenvoudige enquête ge houden. Om half drie komt mevr. M. de Jager uit Domburg met haar groep om ons de oude Walcherse klederdrachten te tonen. Om halft vier wordt thee gedronken en kunt u de klederdrachten nog eens van zeer nabij bewonderen. Het is beslist niet de bedoeling boven staand aantrekkelijk programma uitsluitend te reserveren voor de leden van bovenge noemde vereniging. Alle vrouwen van Zee land kunnen deze dag bijwonen. U kunt zicji hiervoor opgeven bij mevr. J. Sedee, Sportlaan 18, Middelburg, Tel. 2 77 48. De manifestatie vindt plaats in de Schouwburg, Molenwater te Middelburg. De kosten zijn zo laag mogelijk gehouden en bedragen 10,— per persoon (incl. de lunch) aan de Schouwburg te voldoen. Het organisatie-comité rekent op een grote opkomst voor deze dag, die alle Zeeuwse vrouwen ongetwijfeld zal aan spreken. COMMISSIE ZU1VERINGSBEHEER Gedeputeerde staten van Zeeland hebben ingesteld de adviescommissie zuivcringsbe- hcer, een vaste commissie van advies en bijstand, die wordt voorgeschreven in artikel 16 van de op 1 december 1974 in werking getreden verordening verontreiniging opper vlaktewateren Zeeland en die wordt bedoeld in het eerste lid van artikel 5 van de wet verontreiniging oppervlaktewateren. De commissie heeft tot taak „het al dan niet op verzoek uitbrengen van ad viezen aan gedeputeerde staten omtrent de uitvoering van de genoemde wet. de op grond van die wet uitgevaardigde algemene maatregelen van bestuur en de desbetref fende provinciale verordeningen". De adviescommissie zuiveringsbeheer be staat uit de volgende .personen: twee leden door gedeputeerde staten uit hun midden aangewezen, die optreden als voorzitter en vice-voorzitter: door gedeputeerde staten aangewezen ambtenaren van de provincie; telkens één lid aangewezen door de direc teur van het Rijksinstituut voor zuivering van afvalwater, de inspecteur voor het milieu in Zeeland, de hoofdingenieur-di recteur van de rijkswaterstaat in Zeeland, de directeur van de visserijen van het ministerie van landbouw en visserij, de Stichting Natuur en Milieu te Amsterdam, de Gewestelijke raad voor Zeeland van het Landbouwschap, de beide Kamers van Koophandel en Fabrieken in Zeeland, tel kens twee leden aangewezen door de afde ling Zeeland van de Vereniging van Neder landse Gemeenten en de Zeeuwse Water- schapsbond, alsmede eventueel verder door gedeputeerde staten aangewezen deskundi gen. EXTRA BUS NAAR DE KANKERVOORLICHTING Op 12 maart a.s. zal in het dorpshuis te Wissenkerke een voorlichtingsbijeenkomst over kanker worden gehouden. Vanuit Kamperland zal hiervoor een spe ciale bus rijden. Deze zal om 13.45 uur bij garage Van Halst vertrekken. HENGELWEDSTRIJD De 2e competitiewedstrijd van de Noord- Bevclandse hengelsportvereniging werd ge houden op zaterdag 1 maart 1975 in de Oosterschelde nabij de camping „Anna- Friso" te Kamperland. De animo voor deze wedstrijd bleek wel aanwezig te zijn, want 66 personen kwamen er op af om zich in te laten schrijven. De weersomstandigheden waren deze middag gunstig om te vissen. Wat echter tegenviel was de lage water stand toen de wedstrijd begon wat tot gevolg had dat de vis het, het eerste uur liet afweten en er niets gevangen werd. Het bestuur besloot dan ook om de wed strijd met een nalf uur te verlengen, wat door allen werd goedgekeurd. Naarmate het water hoger kwam, werden er meer vissen gevangen, maar toch was het vlug duidelijk dat het aantal vissen ,die bij de le competitiewedstrijd gevangen werden, ditmaal niet bereikt zouden worden. Alleen in het laatste half uur van de wed strijd liep het weer goed. Na afloop bleek, dat de vangsten nog niet tegenvielen. Er waren 102 bovenmaatse en 43 ondermaatse vissen gevangen. Deze leverden 20.545 wedstrijdpunten op.- Er wa ren bij deze wedstrijd nog 16 pechvogels die 3 uur gevist hadden zonder succes. De prijswinnaars waren ditmaal: 1. J. J. de Haze, Kamperland 1225 pnt. 2. L. HeijsWk, Geersdijk 1200 pnt. 3. Peter de Pan. Kamperland 1170 pnt. 4. J. Kastelein Az., Geersdijk 1080 pnt. 5. Ph. Leendertse, Kamperland 1040 pnt. 6. J. P. Kastelein, Geersdijk §50 pnt. 7. H. Warren, Colijnsplaat 765 pnt. 8. P. J. v. d. Moere, Kamperland 625 pnt. 9. J. Biondina, -Kamperland 605 pnt. 10. M. G. de Smit, Kamperland 600 pnt. 11. I. Blankcnstein, Kortgene 570 pnt. 12. H. ,de Pan, Kamperland 530 pnt. 13. Ed de Kam, Kamperland 520 pnt. 14. J. M. Zuijdwcg, Kamperland 515 pnt. 15. A. Breur, Kortgene 450 pnt. 16. J. Minnaard, Wissenkerke 445 pnt. 17. C. Steendijk, Kamperland 435 pnt. 18. R. Back, Middelburg 415 pnt. De prijzen werden uitgereikt door de voorzitter P. v. d. Vreugde in het Jhr. Mr. de Casembroothuis te Kamperland. Hij deelde mede dat de eerstvolgende wedstrijd gehouden zal worden op zaterdag 29 maart 1975 te Colijnsplaat. Er wordt gevist van 14.30 tot 17.00 uur. Inschrijven in café „Juliana", vanaf 13.30 uur. In een brief aan de minister van binnen landse zaken hebben gedeputeerde staten van Zeeland gevraagd nu spoedig antwoord te mogen ontvangen op de vele malen her haalde verzoeken tot het afwerken van de goedkeuringsprocedure voor de NV Vaste Oeververbinding Westerschelde. Gedeputeer de staten schrijven de minister, dat zij zich niet aan de indruk kunnen onttrekken, dat de behandeling van deze zaak op het depar tement van binnenlandse zaken niet die aandacht heeft, die redelijkerwijs voor een projekt van dit formaat mag worden ver wacht. Op ëen brief van 18 september 1973 is tot heden nog geen antwoord ontvangen. Gedeputeerde staten geven in de brief aan de minister een chronologisch overzicht van hetgeen zich tot heden rond de zaak van de NV Vaste Oeververbinding heeft af gespeeld. Zij herinneren eraan, dat provin ciale staten van Zeeland op 29 april 1971 besloten tezamen rnet de gemeenten Rei- merswaal en Hontenisse de naamloze ven nootschap op te richten. Deze heeft ten doel „het doen voorbereiden van de bouw, het doen bouwen, instandhouden en exploi teren, door middel van tolheffing of op andere wijze, van een vaste verbinding tus sen de oevers van de Westerschelde en alles wat daartoe behoort of daarmede ver band houdt, zulks in de ruimste zin." Op 4 oktober 1971 liet de toenmalige staatssecretaris van binnenlandse zaken gs weten, dat hij bezwaren had tegen de nv- vorm. Naar zijn mening was een publiek rechtelijke samenwerkingsvorm (gemeen schappelijke regeling) daarvoor aangewezen. Bij koninklijk besluit van 20 oktober 1971 werd een beslissing op de begrotingswijzi ging, waarbij het kapitaal van de naam loze vennootschap werd gevoteerd, verdaagd. Op 9 december 1971 besprak een dele gatie uit gs in Den Haag met de staats secretaris de problematiek van de samen werkingsvorm, vooral wat betreft de be voegdheid van de provincie tot tolheffing als deelneemster in een gemeenschappelijke regeling. Afgesproken werd, dat het depar tement een discussienota zou leveren. Deze kwam onder dagtekening van 25 april 1972. In augustus 1972 zou een nader gesprek met de staatssecretaris volgen, maar dat ging niet door als gevolg van een kabinets crisis. Op 30 november 1972 was er een bespreking met de minister van binnen landse zaken: de kwestie van de tolheffing kon nog niet tot een bevredigende oplos sing worden gebracht. Besloten werd, dat van de zijde van de departementen van binnenlandse zaken en van verkeer en water staat een nadere" studie zou worden onder nomen. In de loop van 1973 heeft de provincie enkele malen geïnformeerd naar de voort gang van deze studie en op 18 september van dat jaar verzochten gs de minister van binnenlandse zaken mee te delen in hoeverre de nadere studie tot nieuwe ge zichtspunten had geleid dan wel welke vroegere argumenten gehandhaafd konden blijven. In de loop van 1974 is periodiek geïn formeerd naar de stand van zaken. Telkens werd een spoedige toezending van het na dere rapport in uitzicht gesteld. Tot heden is nog geen antwoord ontvangen. „Gelet op de voortgang, die erop ander terrein bestaat ten aanzien van de reali sering van de vaste oeververbinding, achten wij het van groot belang, dat deze aan gelegenheid op korte termijn geregeld wordt", aldus gs in hun brief aan de minister van binnenlandse zaken. FEUILLETON 25 „Ik zal jou eens wat vertellen, buurman, en je oren zullen ervan klapperen. Herinner jij je nog, enige tijd geleden onze kaart avond? Bij ons thuis? Toen Jannie zo nodig even weg moest om zich op te tutten op mijn slaapkamer? En daarna moest ze hoog nodig naar huis, zogenaamd omdat ze on gerust was over haarjullie dochter? Dat was dezelfde avond, waarop Frans zei, dat hij de VVV nodig had de volgende mor gen, omdat de Mercedes een grote beurt moest hebben. Tel dat alles samen eens op en wat krijg je dan? Jannie haalde uit mijn linnenkast een opvallend slipje en legde dat in mijn VVV. Toen ging ze immers even naar huis? Daar verwisselde ze haar beha gauw even voor een schone, pakte en passant een sigarepeuk van jou uit de asbak, plus een paar afgestoken lucifers. De beha depo neerde ze in de Mercedes, terwijl peuk en lucifers terechtkomen in de asbak van de VW. En met welke bedoelingen deed ze dit alles? Om bij Frans en mij een wederzijds wantrouwen op te wekken. Want wat dacht Frans, toen hij beha, peuk plus lucifers in mijn Volkswagen ontdekte? En wat zag ik in de Mercedes, toen ik hem uitzoog? Precies, de vuile beha. Dus dachten we allebei hetzelfde. Incasu. dat Frans de schok van zijn leven kreeg, door te denken, dat ik aanpapte met jou en ik dacht hetzelfde van Frans en Jannie. Nou, het is haar aardig gelukt. Waarschijnlijk had Jannie al eerder een poging gedaan om, Frans te verleiden. Best mogelijk, dat Frans nieuwsgierig is gewo;dea,.cn. lg£t. .but .not J.east Jicstagi door Gré de Boer de mogelijkheid, dat ze al lang stiekum een verhouding hadden. Hoe het ook zij: dat plotseling heengaan van Jannie was met voorbedachte rade. Ongetwijfeld was het zo al afgesproken met mijn man. Eer gisteren, toen mijn vader een beroerte kreeg en in allerijl naar het ziekenhuis moest worden gebracht, probeerde ik Frans te bereiken. Via de telefoon. Hij zou de vol gende morgen zogenaamd een belangrijke bespreking hebben in Zaltbommel en omdat het mistig was, wilde hij daar blijven. Een uur tevoren deelde hij me dat telefonisch mee. Hij zet: ik zoek wel een hotel op. Man. ik heb die avond wel veertig hotels in Zaltbommel en wijde omgeving gebeld, op zoek naar mijn man, maar nergens was Frans. Die kwam gisteravond thuis met een rotsmoesje: dat hij bij een zakelijke relatie in Kerkdriel was gebleven. Jawel, m'n neus. Hij heeft nog nooit een zakelijke relatie in dat dorp gehad. Zal ik je eens vertellen, waar hij was, buurman? Bij Jannie in Hurwenen. Zo. Nou weet je tevens, waarom ze er vandoor is gegaan. En nou mag jij me vertellen, hoe je daarover denkt." De man had al die tijd. leunend op het bergmeubel, zwijgend geluisterd. Hoewel hij haar een paar keer in de reden had willen vallen, hield hij zich in en beperkte zich verder tot aanhoren. Maar nadat ze uitge sproken was, gooide hij de opnieuw uitge brande peuk in de asbak, kwam vlak voor de vrouw staan en antwoordde, met een onmiskenbare dreiging in zijn stem: „Jij bent je carrière misgelopen, buur vrouw, je had verhaaltjes moeten gaan schrijven, want fantasie bezit je wel. Mens- nog-an-toe, hoe krijg'je al die onzin bij elkaar! Ik ben gewoon perplex. Je had het over eergisteren, nietwaar? Wel, ik ben de hele morgen en een deel van de middag in Hurwenen geweest. Op advies van de vroegere collega van Jannie, bij wie mijn vrouw een toevlucht had gezocht met onze dochter. Die collega heeft met haar gepraat en meende, dat de tijd rijp was voor mij om naar haar toe te komen en met haar te praten. Jannie wilde daarna niet dadelijk be slissen, maar het ligt wel voor de hand, dat ze van plan was terug te komen. Ik ging daarom eergisteren 's avonds naar huis terug en wachtte. Tot ik een tele foontje kreeg uit Utrecht. Uit het Acade misch Ziekenhuis. Want daar waren Jannie en Everdien haar collega binnen gebracht. Om een uur of zes besloot Jannie definitief met Rinske naar mij terug te keren. Om het opnieuw te proberen. En omdat we beiden van goede wil waren. Ze pakte de kleine meid en haar boeltje, stapte in de wagen van Everdien en reed in de richting Hoogerveld. Maar onderweg waren ze betrokken bij een kettingbotsing in de mist en beiden raakten gewond. Niet ern stig gelukkig, maar in het Utrechtse zie kenhuis, waarheen ze intussen gebracht zijn, wil de arts ze nog een paar dagen houden. Voor alle zekerheid. Er kunnen zich com plicaties voordoen. Onze dochter bleef ge lukkig ongedeerd. Zo. En dat is de waarheid en alleen de waarheid, buurvrouw. Als je me niet ge looft, bel je het Academisch Ziekenhuis in Utrecht maar op. Jouw Frans kan dus on mogelijk die mistige avond en nacht in Hur wenen bij Jannie doorgebracht hebben om de eenvoudige reden, dat Jannie er niet was, maar in het ziekenhuis. Afgezien nog van het feit, dal Everdien zoiets nooit toe gestaan zou hebben in haar woning!" Hoofdstuk 15. Nieuwe complicaties. Bij deze laatste woorden is Ina ter Scheure bleek van schrik geworden. En van ont steltenis. Want levensgroot ziet ze de blun der voor zich, die ze heeft gemaakt. De verdachtmakingen, die ze jegens haar man heeft geuit. Enerzijds is het' een pak Van haar hart, dat er niets is tussen Jannie en Frans. En niets kan zijn. Tenminste nu niet. Maar waar was hij dan wel in die mistige nacht? En waarheen is hij gisteren gereden? Ze vraagt aan Bert zijn mening, nadat ze uiteengezet heeft, dat zij en Frans de avond tevoren ruzie hadden en hij met een kwaad hoofd in zijn wagen is gestapt en wegge reden. Dat ze haar slaapkamerdeur gesloten had, verzweeg ze. Schouderophalend antwoordde de man: „Waarschijnlijk inderdaad bij die zakelijke relatie in ehhoe noemde je dat dorp ook weer?" Kerkdriel." „In Kerkdriel. En gisteravond naar een hotel. Dat ligt toch voor de hand, zou ik denken." Ina's hersens werken koortsachtig. Ik moet Frans zien te bereiken, denkt ze. En uitleggen, dat ik een grote vergissing heb gemaakt. Maar hoe vind ik hem? Waar is hij momenteel? Ik weet het niet Bert Essenga doet enkele passen door de kamer. Zuchtend zegt hij: „Ik zal eerst maar eens een kopje koffie voor ons klaar maken. Mij dunkt, dat hebben we wel nodig. Of liever iets pittigers?" Hij blijft staan en kijkt de buurvrouw vragend aan. Ze verlangt inderdaad naar koffie. Dus zegt ze: „Koffie. Zal ik 't klaarmaken?" „Blijft maar zitten." Hij wijst naar een tafeltje. „Steek een sigaret op. Je ziet er naar uit, dat je die wel nodig hebt." Met bevende hand pakt de vrouw een sigaret uit het pakje en steekt die aan. Ze rookt, nadenkend, terwijl de man in de keuken bezig is. Het zelfverwijt schreeuwt in haar binnenste: Frans, jongen, wat heb ik je aangedaan met mijn wantrouwen? Hoe zul je me ooit kunnen vergeven? Uiteinde lijk is alles Jannie's schuld, dat is de enige verzachtende omstandigheid. Want zij heeft die decente kledingstukken in onze wagens gelegd. Zoiets doe je niet voor de grap en anders is het maar een kwalijke, misselijke grap. Nee, Jannie heeft er wel degelijk een bedoeling mee gehad: tweedracht zaaien tussen ons, zodat er een wederzijds wan trouwen ontstond ten opzichte van ons beider levenswandel. Waarop wellicht hele maal niets aan te merken is, Zeker niet van mij. Ik heb nooit iets gehad met Bert, dat 'zal hij kunnen bevestigen. Die kleine flirtations betekenen au fond toch niets? Daar steekt geen kwaad in. En dat gebeurde doorgaans in het bijzijn van de anderen, die het op hun beurt eveneens deden, dus... Na enige tijd komt de man met twee koppen koffie de kamer binnen en zet er één voor de vrouw neer. „Koek moet je er maar bij denken. Ik geloof niet, dat er nog wat is. Al die dagen heb ik nauwelijks gekeken, of er iets nodig is „Hoe is het nu met Jannie?" Ina keek de man, die met een kop in zijn hand voor haar stond, vragend aan. Schouderophalend antwoordde Bert: „O, het betekent gelukkig niet zoveel: een paar vleeswonden en een gekneusde pols. Ever dien zat achter het stuur; ze reed langzaam. Volgens haar zeggen nauwelijks veertig. Plotseling doemde er in de mist een vracht wagen op, die stilstond, omdat hij op zijn beurt op een personenauto was gebotst. Everdien remde hard en gooide het stuur om, maar kon de aanrijding niet voorkomen. Vlak achter haar zat een bestelwagen, die het ook niet meer kon houden „En zodoende werd haar wagen geman geld," begreep Ina huiverend, „Hoe is het met Rinske?" „Die mankeert helemaal niets. Gelukkig. Ze zat in het stoeltje achterin. Dat is waar schijnlijk haar redding geweest. Die wordt in het ziekenhuis door de zusters verwend." Het was enige tijd stil. Beiden dronken de koffie, tot Bert opeens vroeg: „Wat be doelde je met die beha en dat slipje? Ik begreep het niet erg." Geduldig legde Ina nog eens uit, wat zij de volgende morgen in de Mercedes van Frans had gevonden en hij in de Volks wagen. „Alles wijst er op, dat Jannie dit opzettelijk gedaan heeft. Bert. Om de schijn te verwekken, dat ik wat met jou zou hebben en Frans met haar. Wat was het gevolg? Dat we beiden elkaar gingen ver denken van ontrouw." Bert fronste zijn wenkbrauwen. „De idee jij en ikzo'n ouwe, afgeleefde kerel als ik ben, is toch geen partij tegenover jouw Frans?" Ze glimlachte even. „Wat de voorstelling van jezelf betreft, overdrijf je natuurlijk. Want zo erg is het niet. Overigens, we weten beiden, jij en ik, dat het niet zo is." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1975 | | pagina 2