Wij eten kunstvlees zonder dat
we het weten!
Jeugdwerkloosheid is een
Europees verschijnsel
Eindelijk naar prijsdaling?
Onzichtbare vetten
Burgerlijke G
Technische ontwikkelingen die ons onwelgevallig zijn kunnen we vergeten
maar daarom zijn ze er wel. De heer Lokhorst, voorzitter van Cebeco-Handels-
raad, jubelde op de onlangs gehouden jaarvergadering, dat T V P (geweven,
plantaardig eiwit of kunstvlees) verdwenen was. „Niemand wilde het eten",
juichte hij.
In werkelijkheid draaien vier fabrieken in Nederland op volle toeren en
het soja-eiwit wordt inderdaad niet als „vlees" verkocht, maar wel verwerkt
in tientallen menselijke mengvoeders, zoals worsten, saucijzen, gehakt, sausen,
soepen, enz. De heer Lokhorst eet het bijgevolg zelf óók.
Wij en de rest van de wereld.
„Niemand wilde het eten", zei Lokhorst
„en dus kunnen wij het ook in de ontwik
kelingslanden niet opdringen." Het is een
schoolvoorbeeld van oogkleppenpolitiek.
Inderdaad hoopt ieder dat hongerende
landen weldra in staat zullen zijn echte
boter, echt vlees, echte zetmeeldragers en
echte groenten en echt fruit te kopen en
vervolgens zelf voort te brengen, maar
iedereen weet dat deze gelukzalige toestand
pas na enige tientallen jaren bereikt kan
zijn. Moet men intussen vele tientallen mil
joenen laten verhongeren of moet men ze
voedsel geven dat hen redt?
Het antwoord is nogal duidelijk. Blijkt
een bepaalde produktie van voedsel moge
lijk, dan dient die bevorderd te worden.
En gezien het grote tekort aan eiwit en
de mogelijkheid om echt vlees te distri
bueren in warme landen, mogen wij soja-
eiwit niet om emotionele redenen veroor
delen. Het behoeft ook geen Amerikaans
monopolie te zijn; Europa begint ook op
grote schaal sojabonen te telen.
Maar de heer Lokhorst had wel gelijk
toen hij zei, dat voor Nederland geen grote
rol is weggelegd bij de voorziening van
de wereld met voedsel.
Ons land heeft nog steeds tekorten aan
broodgraan, plantaardige vetten, zuidvruch
ten, soms aan suiker en vervolgens aan een
hele reeks kleine produkten die hier niet
groeien. Pleiten voor meer tarweteelt is
een slag in de lucht, omdat onze landbouw
het moet hebben van hoogwaardige, ver
edelde produkten die duur zijn: pootaard-
appelen, groenten, fruit, zuivel, vlees, kip,
eieren, enz. Daarom is het ook niet hele
maal eerlijk als landbouwvoorlieden in ons
land respekt voor de landbouw hier op
eisen omdat hij zoveel voedsel zou voort
brengen „voor een hongerende wereld".
Daar is het areaal landbouwgrond echt wat
te klein voor.
Wartaal.
De landbouwmannen hebben vaak ook
geen al te best begrip van de rest van de
wereld. De heer Lokhorst stelde, dat de
voedselproduktie op aarde in 2000 verdub
beld kan zijn.
Nou, dan was er geen vuiltje aan de
lucht, want Boersma van de FAO heeft
gezegd, dat de produktie elk jaar met 4%
moet toenemen. Zo praten wij langs elkaar
heen, want als de voortbrenging van voed
sel inderdaad elk jaar 4%> stijgt is ze over
25 jaar veel meer dan verdubbeld. De toe
neming bedraagt immers in het eerste jaar
4 kg per 100 kg, maar in het tweede jaar
4,16 kg enz. Zoiets als rente op rente. En
dat is heel wat anders.
Wat kan de wereld produceren? Ir. F.
de Boer van Hoorn hield zich onlangs met
die vraag bezig. Hij publiceerde het bekende
staatje over de hele wereld. Die bevat, in
miljoenen ha:
bouwland 1460 (0,8)
grasland 2990 (1,3)
bossen 4040 (0,3)
woeste' grond 4710 (0,5)
Tussen haakjes de cijfertjes van Neder
land. Van de 13,2 miljard ha landoppervlak
Niet alleen ongeschoolde, maar ook aca
demici.
De jeugdwerkloosheid is een sociaal
vraagstuk, dat niet alleen Nederland, maar
geheel west-Europa inklusicf Italië aangaat.
Ongeveer 30 van de Franse werklozen
bestaat bijvoorbeeld uit jongeren en in Ita
lië ligt dit percentage nog beduidend hoger.
Onder de jeugdige werklozen treffen we
waarachtig niet alleen ongeschoolden, die
niet of nauwelijks meer opleiding hebben
dan de lagere school, maar ook pas afge
studeerde middelbare scholieren en last but
not least een toenemend aantal pas afge
studeerde academici. Vooral in Engeland,
België en Italië stiigt het aantal jonge werk
lozen met universitaire diploma's schrik
barend en ook in ons land blijkt dat afge
studeerden in bepaalde studierichtingen (b.v.
rechten, Frans, chemie) steeds moeilijker
aan de slag komen.
Het feit dat onze universiteiten voor ver
schillende studierichtingen een studenten
stop hebben moeten doorvoeren en dat ook
andere hogere opleidingsinstituten zoals bij
voorbeeld de sociale akademies het aanbod
van studenten niet kunnen verwerken, zegt
in dit verband voldoende. Anderzijds is op
de technische scholen, ook de technische
heeft Nederland er slechts 3 miljoen, ruw
weg.
Dat wil echter volstrekt niet zeggen, dat
geen andere gebruiksmogelijkheid op aarde
bestaat. Het is niet nauwkeurig bekend,
welk deel van de woeste gronden en van
de bossen geschikt is als landbouwgrond.
Dat kan geen satelliet met de ingewikkeldste
apparatuur ons vertellen. Het moet ter
plaatse onderzocht worden.
Bovendien is de mensheid het er hele
maal niet over eens welk deel (van wat
geschikt is als kultuurgrond) ook inderdaad
beteeld zou moeten of mogen worden. Je
kunt niet van alle geschikte grond land
bouwgrond maken; er moeten ook bossen
zijn. Of zijn bossen vrijwel overbodig als
men overai waar dat kan, langs wegen en
perceelsgrenzen, in de steden en dorpen,
enz. bomen plant?
Hier doemen zoveel vragen op, dat geen
sluitend antwoord mogelijk is. De opvat
tingen wat kan en mag lopen hemelsbreed
uiteen. En dit terwijl niemand nauwkeurig
weet wat er aan mogelijkheden zijn. De in
ventarisatie was tot dusver onvoldoende.
Andere geluiden.
Vandaar dan ook dat zoveel uiteenlopende
geluiden worden gehoord. Wijsneuze des
kundigen doen weliswaar alsof het hele
vraagstuk zo niet opgelost, dan toch bekend
is. Anderen doorzien de moeilijkheden en
pleiten i.h.a. voor produktievergroting,
overal waar dat kan. En zoals vanzelf
spreekt, hebben ook de politiek en de
levensbeschouwing zich meester gemaakt
van deze dingen en vanuit die standpunten
klinken gekleurde voorstellingen en oplos
singen.
Het staat wel vast dat de voedselproduktie
snel vergroot moet worden, zolang de we
reldbevolking nog hard groeit. Het staat
ook wel vast dat het kan. Wanneer de ka
pitalen, die thans voor verdediging of oorlog
worden bestemd, gebruikt werden voor
exploiratie en voedselproduktie, zouden
spoedig resultaten gezien worden. Maar ie
der weet dat dit ideaal niet op korte termijn
bereikt zal worden, als het ooit gebeurt.
Het gaat er dus om, met beperkte midde
len vooruitgang te boeken.
Daarbij kunnen de kennis en de ervaring
die Nederland bezit of die in ons land
worden vastgelegd en geëvalueerd zeker van
dienst zijn. De eigen landbouw betekent
in dit opzicht wel degelijk veel voor de
wereld. Tenslotte moet bedacht worden,
dat vele kleintjes een grote maken en dat
veel kleine landen vergelijkbaar zijn met
ons Iaïid. Als deze het allemaal lieten zit
ten was er meteen overal gebrek. Althans
wanneer die landen gevoed zouden moeten
worden vanuit de grote landen. Daarom
is er wel degelijk reden om de agrarische
produktie in Nederland met hand en tand
te verdedigen.
Daarbij hoeven volstrekt geen oogkleppen
opgezet te worden. Waardering voor wat
de industrie bijdraagt tot de voedselproduk
tie dient er evenzeer te zijn.
W. Geldof.
(Nadruk verboden).
hogescholen, nog wel plaats voor leerlingen
en studenten. Dat zou er op kunnen duiden
dat er teveel jongeren zijn met literaire
of sociale ambities en dat de jeugdwerk
loosheid wellicht minder nijpend zou zijn
als meer jongeren een technische opleiding
zouden kiezen. In de diverse EEG-landen
klagen de werkgevers in handel en industrie
bijvoorbeeld over het feit, dat vele oplei
dingen onvoldoende zijn afgestemd op be
roepen in hun branche.
Vooral meisjes.
In het algemeen kunnen ongeschoolde
jongeren het moeilijkst werk vinden, maar
in de werkloosheidsstatistieken van de EEG-
landen nemen meisjes in de leeftijdsgroep
van 15 tot 21 jaar ook een grote plaats
in.
Een wrange ironie wil dat diverse wet
ten ter bescherming van jonge arbeiders de
jeugdwerkloosheid juist in de hand plegen
te werken, omdat voor de werkgevers het
voering van het minimum-jeugdloon, hoe
aantrekken van jonge krachten niet meer
lukratief is. In Nederland heeft b.v. de in-
rechtvaardig dat misschien op zichzelf ook
is, de werkgevers bepaald niet gestimuleerd
om jonge werknemers aan te nemen. Wetten
ter bescherming van zwangere arbeidsters,
zoals die in sommige landen zijn ingevoerd
(ook in Nederland staat zo'n wet op stapel)
kunnen leiden tot het trieste gevolg dat
jonge meisjes moeilijker werk vinden.
Er bestaan ook andere filosofieën over de
oorzaken van werkloosheid onder jongeren.
Een deel van de jeugd zou helemaal geen
zin in werk hebben en het liefst de maat
schappij omver werpen, die aan de arbeid
zo'n centrale waarde toekent. Het valt niet
te ontkennen dat deze jongeren er zijn,
maar uit niets blijkt dat hun aantal erg
groot is en dat zij de groep van werkloze
jongeren in zijn geheel representeren.
Kloof.
Teleurstelling en moedeloosheid over een
niet geschikte opleiding kunnen ook veel
jongeren aan de zelfkant van de maat
schappij brengen. Het ziet er naar uit dat
èn in vele andere Europese landen er een
kloof gaapt tussen school en maatschappij.
De scholen wekken vaak hoge maatschap
pelijke verwachtingen, die veelal niet kun
nen worden waargemaakt. Ten aanzien van
de schoolopleiding is er bovendien sprake
van een overwaardering van intellektuele
arbeid en een onderwaardering van handen-
Spekulaties met grondstoffen.
Twee nevenfaktoren van de oliekrisis heb
ben de sterke prijsbeweging van de grond
stoffen duidelijk beïnvloed. Daarvan moet
als eerste de voedsclnood genoemd worden.
Er was in grote delen van de werelddelen
Afrika en Azië sprake van grote droogte,
die aan miljoenen inwoners van arme lan
den het leven heeft gekost of nog zal kosten.
Als reaktie hierop drong men aan op hulp-
akties, waardoor de gedachte ontstond dat
er overal in de wereld voedseltekorten zou
den ontstaan. Hierdoor gingen 'de prijzen
van voedingsmiddelen sterk omhoog. De
berichtgeving over voedselschaarste is blij
vend, maar wij moeten niet vergeten dat
deze voedseltekorten op bepaalde punten
van de aarde er helaas steeds zijn geweest.
De aanvankelijk levende paniekstemming
na de oliekrisis en de daarop volgende
voortgaande tekorten-filosofie hebben ook
spekulaties in leven geroepen. Er zijn ge
weldige voorraden grondstoffen uit de
markt gehaald.
Niet met opzet om te spekuleren, maar
in de verwachting dat de toekomst het
maken van goede prijzen mogeÜjk zou ma
ken. Men heeft daarbij niet ingekalkuleerd
dat de oliekrisis een geweldige ekonomische
depressie zou oproepen, die veel erger is
dan men ooit heeft voorzien. De heer Den
Uyl verkeek zich, maar ook de Westduitse
bondskanselier Schmidt en zelfs president
Ford.
In ons welvarende deel van de wereld
zijn we in staat ons goed te voeden. De
meesten van ons kunnen eten waar ze
trek in hebben en zij komen niets tekort.
Dat betekent, dat er dikwijls niet wordt
gegeten om het lichaam van het benodigde
voedsel (brandstof) te voorzien, maar om
dat eten zo prettig is om te doen. Het
gevolg hiervan is, dat veel mensen te dik
worden. Zij zien er uit als Hollands wel
varen en wel in de letterlijke zin van het
woord.
De medische wetenschap heeft echter
ontdekt, dat het moeten meedragen van
zoveel extra kilo's aan lichaamsgewicht,
slecht is voor hart en bloedvaten. Na ver
loop van tijd treden de gevolgen duidelijk
aan het licht, maar dan is het meestal
te laat. Voorkomen is ook hier weer beter
dan genezen. Daar komt nog bij, dat spe
ciaal bij de dames die te zwaar zijn, ook
de ijdelheid een woordje meespreekt en
vooral zij zijn dadelijk bereid, terwille van
fraaie vormen, wel iets aan het teveel
aan lichaamsgewicht te doen.
Men begint dan prompt met de suikers
en vetten zoveel mogelijk te laten ver
vallen. Men neemt meer lichaamsbeweging,
kortom men doet datgene wat nodig is
om overtollige ponden te verliezen.
Toch zijn er veel mensen die niet zoveel
blijken af te vallen als ze wel hadden
verwacht en de oorzaak daarvan blijkt
te liggen bij de verborgen vetten, die zich
hebben verscholen in voedingsmiddelen,
waarvan men op het oog niet zou ver
wachten dat ze veel vet bevatten.
In onze welvaartstijd zijn we geneigd
te grijpen naar het mooie ïuxe brood. Dat
heerlijke witbrood dat zo fijn lang vers
blijft. Op zich is het een voortreffelijk
voedingsmiddel, maar om dit brood zo
prettig lang vers te houden, heeft men er
een fikse portie plantaardig vet door ver
werkt. Dit vet houdt het brood zo lang
soepel en vers. Wie brood eet, verwacht
niet dat hij vet naar binnen krijgt, behalve
dan de boter die hij er zelf op doet. In
arbeid, die in technische beroepen vaak zo
belangrijk is. Het kost sommige werkgevers
die geroutineerde handwerklieden zoeken
vaak moeite die te vinden, maar als zij een
advertentie voor „sekretaresse" zetten we
melt het van sollicitatiebrieven.
Ouders die een grote rol spelen bij de
beroeps- en schoolkeuze van hun kinderen,
weten vaak weinig van de arbeidsmarkt af
en laten zich niet zelden leiden door aller
lei prestige-ovcrwegingen. Er zou daarom
een betere voorlichting over beroepskansen
moeten komen. Ouders dienen te weten dat
wanneer hun kind een bepaalde opleiding
wil volgen, er voldoende beroepskansen zul
len zijn welke aansluiten bij die opleiding.
De prognostiek ten aanzien van de werk
gelegenheid moet ook op een hoger peil
worden gebracht, zodat het mogelijk is
tijdig te voorspellen dat in een bepaalde
beroepssektor de vraag naar arbeidskrach
ten in de komende jaren zal toenemen c.q.
afnemen. Op die mannier kan men wellicht
voorkomen dat in allerlei sektoren een over
schot aan arbeidskrachten ontstaat, soms
ten koste van andere sektoren, waar de
vraag aan arbeidskrachten zal toenemen.
Mr. A. Bronsbergen.
Verschuivingen.
Nadat de recessie zich in de wereld door
zette zagen talloze bedrijven over de gehele
wereld hun afzet verminderen of stokken.
Het heeft zijn uitwerking op de wereld
handel in grondstoffen niet gemist. De ver
wachte honger naar allerlei metalen, wol,
katoen, koffie, thee en granen is uitgebleven
of minder groot gebleken dan was voor
zien. Met name in het laatste kwartaal
van het vorig jaar zijn er verschuivingen
in de verkoop opgetreden die de opwaartse
trend in het tegendeel hebben doen ver
keren.
Nu zijn er duidelijk effekten merkbaar
die een prijsdaling zullen versnellen. Wij
willen er enkele van noemen. Een aantal
ontwikkelingslanden moet elke druppel olie
thans met veel hogere bedragen betalen.
Zij hebben en hadden een slechte beta
lingsbalans en zij moeten dus de aankoop
van andere goederen beperken. Datzelfde
geldt voor een aantal hoogontwikkelde lan
den waarvan wij Engeland, Frankrijk, Italië
en zelfs de V.S. als voorbeeld kunnen noe
men. Als men het ene artikel duur moet
betalen koopt men van het andere minder.
Dit betekent dan een druk op de prijzen
van andere artikelen dan olie. Vervolgens
heeft de recessie zijn eigen gevolgen. Veel
bedrijven hebben na de oliekrisis hun in
vesteringsprogramma beperkt omdat de
vooruitzichten daar aanleiding toe gaven.
het heerlijke witbrood zit verborgen vet!
Een andere faktor waarbij men meestal
niet stilstaat is, dat men de boterhammen
over het algemeen steeds dunner snijdt,
maar dat men niet karig is met het beleg.
Daar beginnen wel al met boter en dan
zijn er nog diverse belegsels, die ook heel
wat vet of suikers bevatten. Denkt u bij
voorbeeld maar eens aan: diverse worst
soorten, jam, chocoladepasta, chocolade
vlokken en -korrels, heerlijke volvette kaas,
het eitje op brood. U zoudt het misschien
niet geloven, maar een ei bevat niet minder
dan ongeveer vijf gram vet. Uiteraard levert
een gebakken ei nog meer vet op.
Dan zullen we nog even stilstaan bij
al die heerlijke knabbeltjes, die we 's avonds
bij een glaasje of de TV gebruiken, zoals
pinda's, zoutjes, chips, e.d. Ze bevatten
allemaal vet. Dan spreken we nog niet
over die overheerlijke patat-frites, e.d. Het
borretlje, glaasje wijn of wat het ook mag
zijn. Zij allen bevorderen de aanwas, want
de suikers die er in zitten, zetten nu
eenmaal aan.
Zelfs het magere rundvlees, biefstuk, ros
bief, e.d., zij allen bevatten kleine hoeveel
heden vet. Magere vis daarentegen is wel
een voedingsmiddel dat bijzonder weinig
vet bevat.
We moeten niet vergeten dat velen van
ons vrijwel geen lichamelijke arbeid ver
richten, althans dermate weinig, dat de
suikers en vetten die we zo spelenderwijs
naar binnen krijgen, al ruimschoots vol
doende zijn om aan de behoeften van ons
lichaam te voldoen. In de meeste gevallen
behoeven we daarom geen extra hoeveel
heden van die stoffen tot ons te nemen.
Wie er echt rekening mee wil houden,
moet weten dat er ook voedingsmiddelen
zijn, die in het geheel of vrijwel geen
vetten bevatten, zoals groenten, fruit,
vruchtensappen, peulvruchten, aardappelen,
enzovoort. Wanneer men van nature aan
leg heeft tot dik worden, dan zal men
toch met al deze omstandigheden rekening
moeten houden.
Daar gaat op zichzelf een prijsdalende in
vloed van uit.
Ook de onderscheiden staten hebben er
toe bijgedragen om de vraagzijde in te
dammen. Zo is de Amerikanen er op ge
wezen, dat in de komende tien jaar alle
kracht zal worden aangewend om eerst
het energietekort weg te werken.
Dat zal wel de vraag naar het pakket
grondstoffen dat daarvoor nodig is gunstig
beïnvloeden maar het betekent toch, dat
men minder zal kunnen autorijden of dat
men minder goederen zal kunnen kopen
om de besparingen vrij te maken voor
energie-investeringen. Dit geldt ook voor
de landen in West-Europa. Ook aan de
Nederlanders is duidelijk gemaakt, dat er
voor uitbreiding van de konsumptie op
menig terrein geen plaats zal zijn.
Is er dus aan de vraagzijde op de grond-
stoffenmarkt nogal wat gemanipuleerd, aan
de aanbodzijde is het niet anders. De aan
vankelijke verwachting dat er aan veel
grondstoffen een schrijnend gebrek zou ko
men, heeft de producenten tot geweldige
inspanningen geprikkeld om het aanbod te
vergroten.
Goede oogsten?
Wij weten allen, dat de prijzen voor olie
en margarine sterk zijn gestegen. Dit leidde
b.v. tot hoge sojaprijzen. De berichten wij
zen er nu op, dat er met name in Argen
tinië en Brazilië enorm veel soja is aange
plant. Daar zullen nu enorme oogsten van
daan komen. Wij zien dan ook de laatste
weken een prijsdaling optreden voor soja-
olie. De prijs van margarine is als gevolg
daarvan weer gedaald. Ook op de graan
markt is de feitelijke ontwikkeling de laat
ste maanden geheel verschillend van de
papieren prognoses.
Chinezen en Russen hadden op de we
reldmarkt enorme hoeveelheden tarwe en
ander graan opgekocht. Nu lezen we plot
seling, dat er geweldige leveranties van de
V.S. aan China worden geannuleerd. Men
vervangt ze door nieuwe aankopen tegen
een lagere prijs in Australië. Heeft men
daar dan de beschikking over zulke ge
weldige schuren vol graan?
Ook Rusland zou een aantal graankon-
trakten gaan afzeggen. Het is in dit ver
band tekenend dat de Amerikaanse minister
van landbouw bereid is de exportbeperkin
gen op tarwe en sojabonen te beperken.
Bij de belankrijke grondstoffen wol en
katoen zijn eveneens prijsdalingen gekon-
stateerd.
In Australië koopt het regeringsbureau
voor wol alle voorraden op die door de
handel niet tegen een minimumprijs kunnen
worden verkocht.
De veranderingen op de grondstoffen-
markt zullen niet direkt tot gevolg hebben
dat brood, wollen artikelen en olieproduk-
ten weldra voor een appel en een ei voor
de konsumenten te koop zullen zijn. Toch
lijkt het er nu op, dat als gevolg van de
genoemde beweging maar ook door het
zachte weer van deze winter, die goede
oogsten doet verwachten, de eindprijzen
onder druk komen te staan.
Een tegenwerkende kracht is vanzelfspre
kend de inflatie en vervolgens zullen de
plannen van de Verenigde Naties om gewel
dige voedselvoorraden aan te leggen hun
uitwerking op de wereldmarkt kunnen heb
ben. Daar zullen achttien artikelen onder
vallen, waaronder tarwe en voedergraan.
Toch lijkt het erop, alsof de prijzen van
veel artikelen tenminste een periode van
stabilisatie tegemoet gaan. Daar kunnen
we dan de honger in de wereld mee te lijf
gaan. In dit verband is het ook bemoedigend
dat er veel minder behoefte is aan veevoer
dan werd verwacht, omdat de winter zo
zacht is. Bemoedigend voor de konsument
die gewend is geraakt aan prijsstijgingen.
Dat zou even goed eens anders kunnen
worden.
Drs. A. van Mierlo.
(Nadruk verboden).
KORTGENE
Geboren: 20 jan. 1975: Tanja, dochter
van S. Huissoon en L. H. Korteknie en 29
jan. 1975: Nathalie, dochter van M. Pape
en S. A. van Bergen.
Ondertrouwd: 2 jan. 1975: Marinus J.
Schouwenaar, 24 jaar te Borsele en Maria
T. Bouterse, 18 jaar; 6 jan. 1975: Frede-
rikus C. Spros, 23 jaar te Rotterdam en
Levina T. Tazelaar, 20 jaar; 31 jan. 1975:
Lieven A. van de Ketterij, 23 jaar te Arne-
muiden en Neeltje S. Kole, 20 jaar.
Gehuwd: 22 jan. 1975: Abraham L.
Slabbekoorn, 23 jaar en Antonieta S. J.
v. d. Plasse, 18 jaar; 31 jan. 1975: Marinus
J. Schouwenaar, 24 jaar te Borsele en Maria
T. Bouterse, IS jaar.
Overleden: 12 jan. 1975: Comelis Bou-
wense. 85 jaar, wedn. van P. Goulooze;
21 jan. 1975: Adriaan de Fouw, 76 jaar.
echtg. van J. Kramer; 25 jan. 1975: Dina
Korsuize, 76 jaar, weduwe van J. A. Holle-
stelle.
PROVINCIAAL COMITÉ ZEELAND
MONUMENTENJAAR 1975
Op vrijdag 14 maart, om twee uur 's mid
dags, zal de Commissaris der Koningin in
Zeeland, dr. C. Boerden, de tentoonstelling
„Onder je voeten vandaanen vlak voor
je neus" openen. Dit gebeurt in het Goese
stadhuis.
Als gastheer zal optreden de gemeente
Goes. De tentoonstelling is ingericht in het
streekmuseum De Bevelanden.
„Onder je voetenetc." is een samen-
werkingsprojekt van de Zeeuwse federatie
van musea en oudheidkamers en het Pro
vinciaal comité monumentenjaar 1975. Ge
durende het hele jaar zal deze expositie te
zien zijn in praktisch alle Zeeuwse gemeen
ten. Aan de tentoonstelling is gekoppeld het
schoolprojekt monumentenjaar '75 voor de
hogere klassen van het basisonderwijs en de
eerste twee klassen van het voortgezet
onderwijs, dat per gemeente gelijk met de
komst van de tentoonstelling op de scholen
kan worden uitgewerkt.
KLOOF TUSSEN SCHOOL EN MAATSCHAPPIJ
Met zo'n 200.000 werklozen heeft het werkloosheidsprobleem in Nederland
zo langzamerhand ongekende afmetingen gekregen. Het is zeker niet toevallig
dat met ingang van 1 januari de premies voor de werkloosheidswet met rond
0,4 zijn gestegen om de werkloosheidskassen draaiende te houden.
Naar schatting 20 van de Nederlandse werklozen bestaat uit jongeren,
waaronder velen, die na hun schooltijd niet aan de slag kunnen komen. Binnen
het werkloosheidsvraagstuk vormt de jeugdwerkloosheid nog een hoofdstuk
apart. Dit overigens niet alleen in Nederland, want ook in de andere EEG-
landen neemt het aantal werkloze jongeren sterk toe, met name in Frankrijk
en Italië.
GRONDSTOFFENMARKTEN WANKELEN
Onmiddellijk na het ontstaan van een krisissituatie ziet men allerlei ver
bazingwekkende effekten optreden. De oliekrisis was voor de producerende
landen op korte termijn een groot sukses.
Er vloeide een enorme geldstroom in de richting van de landen met
oliebronnen. De besteding van deze geldstromen betekent nog een voortdu
rend internationaal probleem. De olieverbruikende landen moesten terstond een
aderlating ondergaan in hun bestedingsdrift voor andere artikelen. Op het
zelfde moment meenden de producenten van andere grondstoffen, zoals die
van uranium, tin, bauxiet en koper, dat zij ook hun prijzen met enorme
bedragen konden verhogen.
Er werden al allerlei konferenties belegd om door overleg tot een ge
meenschappelijke prijspolitiek te komen. In de praktijk is er van die samen
werking tussen de staten niet zoveel terecht gekomen.
Alleen het verbond van olieproducenten staat nog stevig overeind. Het ziet
er echter niet naar uit dat de hechtheid lang zal duren. Overal rommelt
het aan het prijzenfront.
VAN VEEL VOEDINGSMIDDELEN VERMOEDEN WE NIET DAT
ZIJ VET BEVATTEN