Wij eten kunstvlees zonder dat we het weten! Jeugdwerkloosheid is een Europees verschijnsel Eindelijk naar prijsdaling? Onzichtbare vetten Burgerlijke G Technische ontwikkelingen die ons onwelgevallig zijn kunnen we vergeten maar daarom zijn ze er wel. De heer Lokhorst, voorzitter van Cebeco-Handels- raad, jubelde op de onlangs gehouden jaarvergadering, dat T V P (geweven, plantaardig eiwit of kunstvlees) verdwenen was. „Niemand wilde het eten", juichte hij. In werkelijkheid draaien vier fabrieken in Nederland op volle toeren en het soja-eiwit wordt inderdaad niet als „vlees" verkocht, maar wel verwerkt in tientallen menselijke mengvoeders, zoals worsten, saucijzen, gehakt, sausen, soepen, enz. De heer Lokhorst eet het bijgevolg zelf óók. Wij en de rest van de wereld. „Niemand wilde het eten", zei Lokhorst „en dus kunnen wij het ook in de ontwik kelingslanden niet opdringen." Het is een schoolvoorbeeld van oogkleppenpolitiek. Inderdaad hoopt ieder dat hongerende landen weldra in staat zullen zijn echte boter, echt vlees, echte zetmeeldragers en echte groenten en echt fruit te kopen en vervolgens zelf voort te brengen, maar iedereen weet dat deze gelukzalige toestand pas na enige tientallen jaren bereikt kan zijn. Moet men intussen vele tientallen mil joenen laten verhongeren of moet men ze voedsel geven dat hen redt? Het antwoord is nogal duidelijk. Blijkt een bepaalde produktie van voedsel moge lijk, dan dient die bevorderd te worden. En gezien het grote tekort aan eiwit en de mogelijkheid om echt vlees te distri bueren in warme landen, mogen wij soja- eiwit niet om emotionele redenen veroor delen. Het behoeft ook geen Amerikaans monopolie te zijn; Europa begint ook op grote schaal sojabonen te telen. Maar de heer Lokhorst had wel gelijk toen hij zei, dat voor Nederland geen grote rol is weggelegd bij de voorziening van de wereld met voedsel. Ons land heeft nog steeds tekorten aan broodgraan, plantaardige vetten, zuidvruch ten, soms aan suiker en vervolgens aan een hele reeks kleine produkten die hier niet groeien. Pleiten voor meer tarweteelt is een slag in de lucht, omdat onze landbouw het moet hebben van hoogwaardige, ver edelde produkten die duur zijn: pootaard- appelen, groenten, fruit, zuivel, vlees, kip, eieren, enz. Daarom is het ook niet hele maal eerlijk als landbouwvoorlieden in ons land respekt voor de landbouw hier op eisen omdat hij zoveel voedsel zou voort brengen „voor een hongerende wereld". Daar is het areaal landbouwgrond echt wat te klein voor. Wartaal. De landbouwmannen hebben vaak ook geen al te best begrip van de rest van de wereld. De heer Lokhorst stelde, dat de voedselproduktie op aarde in 2000 verdub beld kan zijn. Nou, dan was er geen vuiltje aan de lucht, want Boersma van de FAO heeft gezegd, dat de produktie elk jaar met 4% moet toenemen. Zo praten wij langs elkaar heen, want als de voortbrenging van voed sel inderdaad elk jaar 4%> stijgt is ze over 25 jaar veel meer dan verdubbeld. De toe neming bedraagt immers in het eerste jaar 4 kg per 100 kg, maar in het tweede jaar 4,16 kg enz. Zoiets als rente op rente. En dat is heel wat anders. Wat kan de wereld produceren? Ir. F. de Boer van Hoorn hield zich onlangs met die vraag bezig. Hij publiceerde het bekende staatje over de hele wereld. Die bevat, in miljoenen ha: bouwland 1460 (0,8) grasland 2990 (1,3) bossen 4040 (0,3) woeste' grond 4710 (0,5) Tussen haakjes de cijfertjes van Neder land. Van de 13,2 miljard ha landoppervlak Niet alleen ongeschoolde, maar ook aca demici. De jeugdwerkloosheid is een sociaal vraagstuk, dat niet alleen Nederland, maar geheel west-Europa inklusicf Italië aangaat. Ongeveer 30 van de Franse werklozen bestaat bijvoorbeeld uit jongeren en in Ita lië ligt dit percentage nog beduidend hoger. Onder de jeugdige werklozen treffen we waarachtig niet alleen ongeschoolden, die niet of nauwelijks meer opleiding hebben dan de lagere school, maar ook pas afge studeerde middelbare scholieren en last but not least een toenemend aantal pas afge studeerde academici. Vooral in Engeland, België en Italië stiigt het aantal jonge werk lozen met universitaire diploma's schrik barend en ook in ons land blijkt dat afge studeerden in bepaalde studierichtingen (b.v. rechten, Frans, chemie) steeds moeilijker aan de slag komen. Het feit dat onze universiteiten voor ver schillende studierichtingen een studenten stop hebben moeten doorvoeren en dat ook andere hogere opleidingsinstituten zoals bij voorbeeld de sociale akademies het aanbod van studenten niet kunnen verwerken, zegt in dit verband voldoende. Anderzijds is op de technische scholen, ook de technische heeft Nederland er slechts 3 miljoen, ruw weg. Dat wil echter volstrekt niet zeggen, dat geen andere gebruiksmogelijkheid op aarde bestaat. Het is niet nauwkeurig bekend, welk deel van de woeste gronden en van de bossen geschikt is als landbouwgrond. Dat kan geen satelliet met de ingewikkeldste apparatuur ons vertellen. Het moet ter plaatse onderzocht worden. Bovendien is de mensheid het er hele maal niet over eens welk deel (van wat geschikt is als kultuurgrond) ook inderdaad beteeld zou moeten of mogen worden. Je kunt niet van alle geschikte grond land bouwgrond maken; er moeten ook bossen zijn. Of zijn bossen vrijwel overbodig als men overai waar dat kan, langs wegen en perceelsgrenzen, in de steden en dorpen, enz. bomen plant? Hier doemen zoveel vragen op, dat geen sluitend antwoord mogelijk is. De opvat tingen wat kan en mag lopen hemelsbreed uiteen. En dit terwijl niemand nauwkeurig weet wat er aan mogelijkheden zijn. De in ventarisatie was tot dusver onvoldoende. Andere geluiden. Vandaar dan ook dat zoveel uiteenlopende geluiden worden gehoord. Wijsneuze des kundigen doen weliswaar alsof het hele vraagstuk zo niet opgelost, dan toch bekend is. Anderen doorzien de moeilijkheden en pleiten i.h.a. voor produktievergroting, overal waar dat kan. En zoals vanzelf spreekt, hebben ook de politiek en de levensbeschouwing zich meester gemaakt van deze dingen en vanuit die standpunten klinken gekleurde voorstellingen en oplos singen. Het staat wel vast dat de voedselproduktie snel vergroot moet worden, zolang de we reldbevolking nog hard groeit. Het staat ook wel vast dat het kan. Wanneer de ka pitalen, die thans voor verdediging of oorlog worden bestemd, gebruikt werden voor exploiratie en voedselproduktie, zouden spoedig resultaten gezien worden. Maar ie der weet dat dit ideaal niet op korte termijn bereikt zal worden, als het ooit gebeurt. Het gaat er dus om, met beperkte midde len vooruitgang te boeken. Daarbij kunnen de kennis en de ervaring die Nederland bezit of die in ons land worden vastgelegd en geëvalueerd zeker van dienst zijn. De eigen landbouw betekent in dit opzicht wel degelijk veel voor de wereld. Tenslotte moet bedacht worden, dat vele kleintjes een grote maken en dat veel kleine landen vergelijkbaar zijn met ons Iaïid. Als deze het allemaal lieten zit ten was er meteen overal gebrek. Althans wanneer die landen gevoed zouden moeten worden vanuit de grote landen. Daarom is er wel degelijk reden om de agrarische produktie in Nederland met hand en tand te verdedigen. Daarbij hoeven volstrekt geen oogkleppen opgezet te worden. Waardering voor wat de industrie bijdraagt tot de voedselproduk tie dient er evenzeer te zijn. W. Geldof. (Nadruk verboden). hogescholen, nog wel plaats voor leerlingen en studenten. Dat zou er op kunnen duiden dat er teveel jongeren zijn met literaire of sociale ambities en dat de jeugdwerk loosheid wellicht minder nijpend zou zijn als meer jongeren een technische opleiding zouden kiezen. In de diverse EEG-landen klagen de werkgevers in handel en industrie bijvoorbeeld over het feit, dat vele oplei dingen onvoldoende zijn afgestemd op be roepen in hun branche. Vooral meisjes. In het algemeen kunnen ongeschoolde jongeren het moeilijkst werk vinden, maar in de werkloosheidsstatistieken van de EEG- landen nemen meisjes in de leeftijdsgroep van 15 tot 21 jaar ook een grote plaats in. Een wrange ironie wil dat diverse wet ten ter bescherming van jonge arbeiders de jeugdwerkloosheid juist in de hand plegen te werken, omdat voor de werkgevers het voering van het minimum-jeugdloon, hoe aantrekken van jonge krachten niet meer lukratief is. In Nederland heeft b.v. de in- rechtvaardig dat misschien op zichzelf ook is, de werkgevers bepaald niet gestimuleerd om jonge werknemers aan te nemen. Wetten ter bescherming van zwangere arbeidsters, zoals die in sommige landen zijn ingevoerd (ook in Nederland staat zo'n wet op stapel) kunnen leiden tot het trieste gevolg dat jonge meisjes moeilijker werk vinden. Er bestaan ook andere filosofieën over de oorzaken van werkloosheid onder jongeren. Een deel van de jeugd zou helemaal geen zin in werk hebben en het liefst de maat schappij omver werpen, die aan de arbeid zo'n centrale waarde toekent. Het valt niet te ontkennen dat deze jongeren er zijn, maar uit niets blijkt dat hun aantal erg groot is en dat zij de groep van werkloze jongeren in zijn geheel representeren. Kloof. Teleurstelling en moedeloosheid over een niet geschikte opleiding kunnen ook veel jongeren aan de zelfkant van de maat schappij brengen. Het ziet er naar uit dat èn in vele andere Europese landen er een kloof gaapt tussen school en maatschappij. De scholen wekken vaak hoge maatschap pelijke verwachtingen, die veelal niet kun nen worden waargemaakt. Ten aanzien van de schoolopleiding is er bovendien sprake van een overwaardering van intellektuele arbeid en een onderwaardering van handen- Spekulaties met grondstoffen. Twee nevenfaktoren van de oliekrisis heb ben de sterke prijsbeweging van de grond stoffen duidelijk beïnvloed. Daarvan moet als eerste de voedsclnood genoemd worden. Er was in grote delen van de werelddelen Afrika en Azië sprake van grote droogte, die aan miljoenen inwoners van arme lan den het leven heeft gekost of nog zal kosten. Als reaktie hierop drong men aan op hulp- akties, waardoor de gedachte ontstond dat er overal in de wereld voedseltekorten zou den ontstaan. Hierdoor gingen 'de prijzen van voedingsmiddelen sterk omhoog. De berichtgeving over voedselschaarste is blij vend, maar wij moeten niet vergeten dat deze voedseltekorten op bepaalde punten van de aarde er helaas steeds zijn geweest. De aanvankelijk levende paniekstemming na de oliekrisis en de daarop volgende voortgaande tekorten-filosofie hebben ook spekulaties in leven geroepen. Er zijn ge weldige voorraden grondstoffen uit de markt gehaald. Niet met opzet om te spekuleren, maar in de verwachting dat de toekomst het maken van goede prijzen mogeÜjk zou ma ken. Men heeft daarbij niet ingekalkuleerd dat de oliekrisis een geweldige ekonomische depressie zou oproepen, die veel erger is dan men ooit heeft voorzien. De heer Den Uyl verkeek zich, maar ook de Westduitse bondskanselier Schmidt en zelfs president Ford. In ons welvarende deel van de wereld zijn we in staat ons goed te voeden. De meesten van ons kunnen eten waar ze trek in hebben en zij komen niets tekort. Dat betekent, dat er dikwijls niet wordt gegeten om het lichaam van het benodigde voedsel (brandstof) te voorzien, maar om dat eten zo prettig is om te doen. Het gevolg hiervan is, dat veel mensen te dik worden. Zij zien er uit als Hollands wel varen en wel in de letterlijke zin van het woord. De medische wetenschap heeft echter ontdekt, dat het moeten meedragen van zoveel extra kilo's aan lichaamsgewicht, slecht is voor hart en bloedvaten. Na ver loop van tijd treden de gevolgen duidelijk aan het licht, maar dan is het meestal te laat. Voorkomen is ook hier weer beter dan genezen. Daar komt nog bij, dat spe ciaal bij de dames die te zwaar zijn, ook de ijdelheid een woordje meespreekt en vooral zij zijn dadelijk bereid, terwille van fraaie vormen, wel iets aan het teveel aan lichaamsgewicht te doen. Men begint dan prompt met de suikers en vetten zoveel mogelijk te laten ver vallen. Men neemt meer lichaamsbeweging, kortom men doet datgene wat nodig is om overtollige ponden te verliezen. Toch zijn er veel mensen die niet zoveel blijken af te vallen als ze wel hadden verwacht en de oorzaak daarvan blijkt te liggen bij de verborgen vetten, die zich hebben verscholen in voedingsmiddelen, waarvan men op het oog niet zou ver wachten dat ze veel vet bevatten. In onze welvaartstijd zijn we geneigd te grijpen naar het mooie ïuxe brood. Dat heerlijke witbrood dat zo fijn lang vers blijft. Op zich is het een voortreffelijk voedingsmiddel, maar om dit brood zo prettig lang vers te houden, heeft men er een fikse portie plantaardig vet door ver werkt. Dit vet houdt het brood zo lang soepel en vers. Wie brood eet, verwacht niet dat hij vet naar binnen krijgt, behalve dan de boter die hij er zelf op doet. In arbeid, die in technische beroepen vaak zo belangrijk is. Het kost sommige werkgevers die geroutineerde handwerklieden zoeken vaak moeite die te vinden, maar als zij een advertentie voor „sekretaresse" zetten we melt het van sollicitatiebrieven. Ouders die een grote rol spelen bij de beroeps- en schoolkeuze van hun kinderen, weten vaak weinig van de arbeidsmarkt af en laten zich niet zelden leiden door aller lei prestige-ovcrwegingen. Er zou daarom een betere voorlichting over beroepskansen moeten komen. Ouders dienen te weten dat wanneer hun kind een bepaalde opleiding wil volgen, er voldoende beroepskansen zul len zijn welke aansluiten bij die opleiding. De prognostiek ten aanzien van de werk gelegenheid moet ook op een hoger peil worden gebracht, zodat het mogelijk is tijdig te voorspellen dat in een bepaalde beroepssektor de vraag naar arbeidskrach ten in de komende jaren zal toenemen c.q. afnemen. Op die mannier kan men wellicht voorkomen dat in allerlei sektoren een over schot aan arbeidskrachten ontstaat, soms ten koste van andere sektoren, waar de vraag aan arbeidskrachten zal toenemen. Mr. A. Bronsbergen. Verschuivingen. Nadat de recessie zich in de wereld door zette zagen talloze bedrijven over de gehele wereld hun afzet verminderen of stokken. Het heeft zijn uitwerking op de wereld handel in grondstoffen niet gemist. De ver wachte honger naar allerlei metalen, wol, katoen, koffie, thee en granen is uitgebleven of minder groot gebleken dan was voor zien. Met name in het laatste kwartaal van het vorig jaar zijn er verschuivingen in de verkoop opgetreden die de opwaartse trend in het tegendeel hebben doen ver keren. Nu zijn er duidelijk effekten merkbaar die een prijsdaling zullen versnellen. Wij willen er enkele van noemen. Een aantal ontwikkelingslanden moet elke druppel olie thans met veel hogere bedragen betalen. Zij hebben en hadden een slechte beta lingsbalans en zij moeten dus de aankoop van andere goederen beperken. Datzelfde geldt voor een aantal hoogontwikkelde lan den waarvan wij Engeland, Frankrijk, Italië en zelfs de V.S. als voorbeeld kunnen noe men. Als men het ene artikel duur moet betalen koopt men van het andere minder. Dit betekent dan een druk op de prijzen van andere artikelen dan olie. Vervolgens heeft de recessie zijn eigen gevolgen. Veel bedrijven hebben na de oliekrisis hun in vesteringsprogramma beperkt omdat de vooruitzichten daar aanleiding toe gaven. het heerlijke witbrood zit verborgen vet! Een andere faktor waarbij men meestal niet stilstaat is, dat men de boterhammen over het algemeen steeds dunner snijdt, maar dat men niet karig is met het beleg. Daar beginnen wel al met boter en dan zijn er nog diverse belegsels, die ook heel wat vet of suikers bevatten. Denkt u bij voorbeeld maar eens aan: diverse worst soorten, jam, chocoladepasta, chocolade vlokken en -korrels, heerlijke volvette kaas, het eitje op brood. U zoudt het misschien niet geloven, maar een ei bevat niet minder dan ongeveer vijf gram vet. Uiteraard levert een gebakken ei nog meer vet op. Dan zullen we nog even stilstaan bij al die heerlijke knabbeltjes, die we 's avonds bij een glaasje of de TV gebruiken, zoals pinda's, zoutjes, chips, e.d. Ze bevatten allemaal vet. Dan spreken we nog niet over die overheerlijke patat-frites, e.d. Het borretlje, glaasje wijn of wat het ook mag zijn. Zij allen bevorderen de aanwas, want de suikers die er in zitten, zetten nu eenmaal aan. Zelfs het magere rundvlees, biefstuk, ros bief, e.d., zij allen bevatten kleine hoeveel heden vet. Magere vis daarentegen is wel een voedingsmiddel dat bijzonder weinig vet bevat. We moeten niet vergeten dat velen van ons vrijwel geen lichamelijke arbeid ver richten, althans dermate weinig, dat de suikers en vetten die we zo spelenderwijs naar binnen krijgen, al ruimschoots vol doende zijn om aan de behoeften van ons lichaam te voldoen. In de meeste gevallen behoeven we daarom geen extra hoeveel heden van die stoffen tot ons te nemen. Wie er echt rekening mee wil houden, moet weten dat er ook voedingsmiddelen zijn, die in het geheel of vrijwel geen vetten bevatten, zoals groenten, fruit, vruchtensappen, peulvruchten, aardappelen, enzovoort. Wanneer men van nature aan leg heeft tot dik worden, dan zal men toch met al deze omstandigheden rekening moeten houden. Daar gaat op zichzelf een prijsdalende in vloed van uit. Ook de onderscheiden staten hebben er toe bijgedragen om de vraagzijde in te dammen. Zo is de Amerikanen er op ge wezen, dat in de komende tien jaar alle kracht zal worden aangewend om eerst het energietekort weg te werken. Dat zal wel de vraag naar het pakket grondstoffen dat daarvoor nodig is gunstig beïnvloeden maar het betekent toch, dat men minder zal kunnen autorijden of dat men minder goederen zal kunnen kopen om de besparingen vrij te maken voor energie-investeringen. Dit geldt ook voor de landen in West-Europa. Ook aan de Nederlanders is duidelijk gemaakt, dat er voor uitbreiding van de konsumptie op menig terrein geen plaats zal zijn. Is er dus aan de vraagzijde op de grond- stoffenmarkt nogal wat gemanipuleerd, aan de aanbodzijde is het niet anders. De aan vankelijke verwachting dat er aan veel grondstoffen een schrijnend gebrek zou ko men, heeft de producenten tot geweldige inspanningen geprikkeld om het aanbod te vergroten. Goede oogsten? Wij weten allen, dat de prijzen voor olie en margarine sterk zijn gestegen. Dit leidde b.v. tot hoge sojaprijzen. De berichten wij zen er nu op, dat er met name in Argen tinië en Brazilië enorm veel soja is aange plant. Daar zullen nu enorme oogsten van daan komen. Wij zien dan ook de laatste weken een prijsdaling optreden voor soja- olie. De prijs van margarine is als gevolg daarvan weer gedaald. Ook op de graan markt is de feitelijke ontwikkeling de laat ste maanden geheel verschillend van de papieren prognoses. Chinezen en Russen hadden op de we reldmarkt enorme hoeveelheden tarwe en ander graan opgekocht. Nu lezen we plot seling, dat er geweldige leveranties van de V.S. aan China worden geannuleerd. Men vervangt ze door nieuwe aankopen tegen een lagere prijs in Australië. Heeft men daar dan de beschikking over zulke ge weldige schuren vol graan? Ook Rusland zou een aantal graankon- trakten gaan afzeggen. Het is in dit ver band tekenend dat de Amerikaanse minister van landbouw bereid is de exportbeperkin gen op tarwe en sojabonen te beperken. Bij de belankrijke grondstoffen wol en katoen zijn eveneens prijsdalingen gekon- stateerd. In Australië koopt het regeringsbureau voor wol alle voorraden op die door de handel niet tegen een minimumprijs kunnen worden verkocht. De veranderingen op de grondstoffen- markt zullen niet direkt tot gevolg hebben dat brood, wollen artikelen en olieproduk- ten weldra voor een appel en een ei voor de konsumenten te koop zullen zijn. Toch lijkt het er nu op, dat als gevolg van de genoemde beweging maar ook door het zachte weer van deze winter, die goede oogsten doet verwachten, de eindprijzen onder druk komen te staan. Een tegenwerkende kracht is vanzelfspre kend de inflatie en vervolgens zullen de plannen van de Verenigde Naties om gewel dige voedselvoorraden aan te leggen hun uitwerking op de wereldmarkt kunnen heb ben. Daar zullen achttien artikelen onder vallen, waaronder tarwe en voedergraan. Toch lijkt het erop, alsof de prijzen van veel artikelen tenminste een periode van stabilisatie tegemoet gaan. Daar kunnen we dan de honger in de wereld mee te lijf gaan. In dit verband is het ook bemoedigend dat er veel minder behoefte is aan veevoer dan werd verwacht, omdat de winter zo zacht is. Bemoedigend voor de konsument die gewend is geraakt aan prijsstijgingen. Dat zou even goed eens anders kunnen worden. Drs. A. van Mierlo. (Nadruk verboden). KORTGENE Geboren: 20 jan. 1975: Tanja, dochter van S. Huissoon en L. H. Korteknie en 29 jan. 1975: Nathalie, dochter van M. Pape en S. A. van Bergen. Ondertrouwd: 2 jan. 1975: Marinus J. Schouwenaar, 24 jaar te Borsele en Maria T. Bouterse, 18 jaar; 6 jan. 1975: Frede- rikus C. Spros, 23 jaar te Rotterdam en Levina T. Tazelaar, 20 jaar; 31 jan. 1975: Lieven A. van de Ketterij, 23 jaar te Arne- muiden en Neeltje S. Kole, 20 jaar. Gehuwd: 22 jan. 1975: Abraham L. Slabbekoorn, 23 jaar en Antonieta S. J. v. d. Plasse, 18 jaar; 31 jan. 1975: Marinus J. Schouwenaar, 24 jaar te Borsele en Maria T. Bouterse, IS jaar. Overleden: 12 jan. 1975: Comelis Bou- wense. 85 jaar, wedn. van P. Goulooze; 21 jan. 1975: Adriaan de Fouw, 76 jaar. echtg. van J. Kramer; 25 jan. 1975: Dina Korsuize, 76 jaar, weduwe van J. A. Holle- stelle. PROVINCIAAL COMITÉ ZEELAND MONUMENTENJAAR 1975 Op vrijdag 14 maart, om twee uur 's mid dags, zal de Commissaris der Koningin in Zeeland, dr. C. Boerden, de tentoonstelling „Onder je voeten vandaanen vlak voor je neus" openen. Dit gebeurt in het Goese stadhuis. Als gastheer zal optreden de gemeente Goes. De tentoonstelling is ingericht in het streekmuseum De Bevelanden. „Onder je voetenetc." is een samen- werkingsprojekt van de Zeeuwse federatie van musea en oudheidkamers en het Pro vinciaal comité monumentenjaar 1975. Ge durende het hele jaar zal deze expositie te zien zijn in praktisch alle Zeeuwse gemeen ten. Aan de tentoonstelling is gekoppeld het schoolprojekt monumentenjaar '75 voor de hogere klassen van het basisonderwijs en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs, dat per gemeente gelijk met de komst van de tentoonstelling op de scholen kan worden uitgewerkt. KLOOF TUSSEN SCHOOL EN MAATSCHAPPIJ Met zo'n 200.000 werklozen heeft het werkloosheidsprobleem in Nederland zo langzamerhand ongekende afmetingen gekregen. Het is zeker niet toevallig dat met ingang van 1 januari de premies voor de werkloosheidswet met rond 0,4 zijn gestegen om de werkloosheidskassen draaiende te houden. Naar schatting 20 van de Nederlandse werklozen bestaat uit jongeren, waaronder velen, die na hun schooltijd niet aan de slag kunnen komen. Binnen het werkloosheidsvraagstuk vormt de jeugdwerkloosheid nog een hoofdstuk apart. Dit overigens niet alleen in Nederland, want ook in de andere EEG- landen neemt het aantal werkloze jongeren sterk toe, met name in Frankrijk en Italië. GRONDSTOFFENMARKTEN WANKELEN Onmiddellijk na het ontstaan van een krisissituatie ziet men allerlei ver bazingwekkende effekten optreden. De oliekrisis was voor de producerende landen op korte termijn een groot sukses. Er vloeide een enorme geldstroom in de richting van de landen met oliebronnen. De besteding van deze geldstromen betekent nog een voortdu rend internationaal probleem. De olieverbruikende landen moesten terstond een aderlating ondergaan in hun bestedingsdrift voor andere artikelen. Op het zelfde moment meenden de producenten van andere grondstoffen, zoals die van uranium, tin, bauxiet en koper, dat zij ook hun prijzen met enorme bedragen konden verhogen. Er werden al allerlei konferenties belegd om door overleg tot een ge meenschappelijke prijspolitiek te komen. In de praktijk is er van die samen werking tussen de staten niet zoveel terecht gekomen. Alleen het verbond van olieproducenten staat nog stevig overeind. Het ziet er echter niet naar uit dat de hechtheid lang zal duren. Overal rommelt het aan het prijzenfront. VAN VEEL VOEDINGSMIDDELEN VERMOEDEN WE NIET DAT ZIJ VET BEVATTEN

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1975 | | pagina 2