Hengelsport
MARKUSSE
Gehoorgestoorde
kinderen
Predikbeurten
protestants interkerkelijke stichting voor
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
in zuid- en noord-beveland,
lange kerkstraat 36, goes, telefoon 01100 - 84 20
voor gezinsverzorging en maatschappelijk werk.
voor een ieder te bereiken op werkdagen tussen
08.30 en 10.00 uur: gezinsverzorging,
08.30 en 9.30 uur: maatschappelijk werk.
Steunzolen naar maat
ook op doktersadvies. Al
le voetcorrectors in voor
raad. Voetkundige advie
zen worden gratis ver
strekt. Martin Wijdemans
medisch gedipl. voetkun
dige. L. Vorststraat 18,
Goes, Tel. 01100 - 75 26.
WEEKENDDIENST ARTSEN
Dit weekend doen dienst
dr. Janssen, telef. 01108 - 3 19
en dr. Van Arkel, tel. 01107 -
3 18.
WATERSTANDEN
M
geldjcj voor
de noordkust
v«0
Noord-Beveland
NOV.
hoogwater
8
vrijdag
8.34
21.14
9
zaterdag
9.54
22.36
10
zondag
11.08
23.48
11
maandag
12.14
12
dinsdag
0.45
13.03
13
woensdag
1.28
13.44
14
donderdag
2.05
14.23
voor zondag 10 nov. 1974.
Ned. Herv. Kerk Colijnsplaat
10 uur ds. E. G. Boesenkool
en 2.30 uur ds. Ph. Becht
(coll. noodl. kerken en pers.).
Ned. Herv. Kerk Kamperland
10 uur ds. Ph. M. Becht en
2.30 uur ds. G. Zuidam.
Ned. Herv. Kerk Kats
9 uur ds. A. M. Attema.
Ned. Herv. Kerk Kortgene
10 uur ds. J. D. de Boer
(dankstond).
Ned. Herv. Kerk Wissenkerka
10 uur ds. Strating uit Goes
en 2.30 uur ds. Boesenkool
uit Colijnsplaat (beide dien
sten 2e coll. bouwfonds).
Ned. Herv. Kerk Geersdiik
10 uur de heer Rouw van
Haamstede en 2.30 uur de
heer Schoenmaker.
Gerei Kerk Kamperland
10.30 en 2.30 uur ds. De
Bruin van Oostkapelle.
Geref. Kerk Colijnsplaat
10 uur dhr. Van Leerdam uit
Serooskerke en 4 uur ds. J.
Noordhof uit Wemeldinge.
Gerei Kerk Geersdijk
9 uur ds. Bruin uit Oostka
pelle (bed. H. A.) en 2.30 uur
ds. Van Benthem uit Middel
burg.
Geref. Kerk Wissenkerke
10.30 uur ds. J. Noordhof
uit Wemeldinge en 2.30 uur
ds. Boesenkool.
Vrijgemaakte Geref. Kerk
Veerweg 53, Kamperland
10.45 uur ds. E. Woudt (vie
ring H. A.) en 3 uur ds. E.
Woudt. Collecte kerk.
GodL Gem. Kamperland
10 en 5 uur lee3dienst.
Gerei Gem. Colijnsplaat
10 en 4 uur leesdiensL
Geref. Gem. Kortgene
10, 2.30 en 6 uur leesdienst.
Woensdag 13 nov. 7.30 uur
ds. W. Hage van Oosterland.
'TSLIJTERIJTJE
VAN DE PLASSE
Hoofdstraat 12, Kortgene,
Telefoon 01108-6 82
Alle Duitse wijnen
10% KORTING
Krat Ekla Super Pils
ƒ7.20
Heden is tot onze grote droefheid, zacht en
kalm van ons weggenomen, onze geliefde
en.zorgzame man, vader, behuwd- en groot
vader
Jacob Mathias cle Kater,
op de leeftijd van 81 jaar.
Kortgene:
J. L. de Kater - Louwerse.
Eindhoven:
J. C. de Kater.
W. T. de Kater - Kramer.
Anneke en Jan.
Coby en Hans.
Marja.
Mieke.
's Hertogenbosch:
C. J. de Kater.
J. L. C. de Kater - Begthel.
Rob.
Ar jon.
Kortgene, 1 november 1974.
Hoofdstraat 8.
De begrafenis heeft plaats gehad op dinsdag
5 november om 14.00 uur te Kortgene.
VOOR DE HENGELSPORT
VINDT U BIJ
DE BEST GESORTEERDE
HENGELSPORTSPECIAALZAAK
VAN ZEELAND
OOK VELE ONDERDELEN VOOR DE
PETROLEUMLAMPEN
HEBBEN WIJ IN VOORRAAD
BELANGRIJK IS VROEGTIJDIGE HERKENNING VAN
Gedurende de laatste twintig jaar zijn de mogelijkheden tot het bieden
van hulp aan kinderen met een slecht gehoor zeer toegenomen. Van groot
belang is dat kinderen, die aan deze handikap lijden, zo jong mogelijk ont
dekt worden.
In het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde wijzen drs. F. van Laar,
medewerkster van het Ned. Instituut voor praeventieve Geneeskunde te
Leiden en dr. PI. P. Verbrugge van het Binnengasthuis te Amsterdam er
in een uitvoerige publikatie over gehoorgestoorde zuigelingen op, dat hoe
eerder de hulp aan het gehoorgestoorde kind kan worden geboden, hoe
beter de behandelingsresultaten zullen zijn. De moeilijkheid is alleen dat ou
ders lang niet altijd direkt in de gaten hebben dat hun kind een gehoor-
afwijking heeft en daarom vaak te lang wachten met het konsulteren van
een arts.
Hoe weten we of een kind slechthorend is?
„Elk doof en slechthorend kind moet
omstreeks het einde van zijn eerste levens
jaar ontdekt zijn," zo stellen de twee
genoemde artsen in het Nederlands tijd
schrift voor Geneeskunde. Een optimale
ontwikkeling van dove en ernstig slecht
horende kinderen kan worden bereikt door
zo vroeg mogelijk te beginnen met ge
richte begeleiding van ouders en kinderen.
In audiologische centra beschikt men
thans over voldoende onderzoekmethoden
om reeds bij heel jonge kinderen na te
gaan of het kind doof of ernstig slecht
horend is. Audiologische centra vindt men
in ons land bij de universitaire ziekenhuizen
te Groningen, Utrecht, Nijmegen, Amster
dam (2) en voorts zijn er nog niet-univer-
sitaire centra te Hengelo, Amersfoort,
Amsterdam (2), Rotterdam, Voorburg en
St. Michielsgestel. Een van de basisvoor
waarden voor een onderzoek in een der
gelijk centrum is echter dat het kind voor
onderzoek moet worden aangemeld, m.a.w.
dat het wordt verwezen.
Specialisten op het gebied van slecht
horendheid en doofheid zoals keel-, neus-
en oorartsen, audiologen, ontwikkelings
psychologen, etc, menen dat een slecht
horend kind nooit te vroeg kan worden
ontdekt. Maar hoe stellen ouders vast dat
hun baby doof of slechthorend is? Want
tenslotte zijn zij het, die deze handikap
van hun kind moeten signaleren. Drs. Van
Laar en dr. Verbrugge menen dat als het
om kinderen gaat die doof zijn, d.w.z.
die over de hele toonschaal een verlies
hebben van 90 decibel of meer, de ouders
al snel merken dat hun kind „anders"
reageert op geluiden.
Een aanwijzing is bijv. dat de jonge
zuigeling elke keer schrikt als iemand
zich over wieg of ledikantje buigt. Het
kind heeft zich namelijk niet kunnen in
stellen op dit verschijnen door het van
tevoren horen van naderende voetstappen.
Symptonen.
Ook is een veel gehoorde opmerking
dat een kind dat in de box zit of ligt
met de rug naar de deur toe, wel reageert
op het openen en sluiten van de deur,
maar niet op de hem toesprekende stem.
Het „horen" van de deur is echter een
reaktie van het kind op de luchtstroom
die in de kamer ontstaat door het openen
of sluiten van de deur.
In het Nederlands tijdschrift voor Ge
neeskunde wordt ook een fnuikende ver
gissing gememoreerd, die sommige ouders
wel eens maken, wanneer het dove kind de
eerste stadia van een normale spraakont-
wikkeling gewoon doormaakt. Het grote
verschil met een normaal-horend kind is
echter dat het dove kind in de eerste
levensmaanden wel klanken voortbrengt,
maar hooguit tot het brabbel-stadium
komt, dat normaal ligt tussen de 7e en
12e maand.
In dit stadium zal het dove kind echter
langzamerhand ophouden met brabbelen
en terugvallen in een veel jonger stadium,
nl. het alleen nog maken van klinker
geluiden.
Moeilijker te ontdekken is een slecht
horend kind. Dat geldt zeker voor slecht
horende kinderen, die wel horen, maar
niet verstaan. Een kind leert zijn moeder
taal spreken, doordat het naspreekt wat
het hoort. Aangezien een ernstig-slecht-
horend kind de tot hem gerichte taal
slechts gedeeltelijk en dan nog vaag hoort,
zal het een onverstaanbare taal gaan
spreken.
Belangrijk is ook de groep kinderen,
die slecht praat, zonder dat het echt
onverstaanbaar is. Wat ouders ook doen
om de spraak te verbeteren, het blijft
verloren moeite, omdat het kind alleen
datgene zal zeggen wat het hoort. Niette
min menen de ouders soms dat dit kind
wel goed hoort en geven zij aan het
slechte spreken van het kind een verkeerde
uitleg (bijv. dat het debiel is).
Konsultatieburo.
Zodra ouders konstateren dat hun kind
wellicht doof of slechthorend is, dienen
zij zich te wenden tot een arts. Veelal
zal dan verwijzing naar een audiologisch
centrum volgen. Verwijzing naar een dus
danig centrum wordt door de ziekenfondsen
slechts geaksepteerd, indien dit wordt ge
daan via de kinderarts, de oorarts of (bij
oudere kinderen) de kinderpsychiater.
Drs. Van Laar en dr. Verbrugge wijzen
er op dat bij verschillende konsultatie-
buro's voor zuigelingen een gericht onder
zoek naar slechthorendheid en doofheid
bij zuigelingen is ingevoerd. Het materiaal
dat bij dit onderzoek wordt gebruikt be
staat uit een (niet in de handel verkrijg
bare) hoge-tonen rammelaar, een porce-
leinen kop en metalen lepel en de zachtst
mogelijke menselijke konversatiestem.
De geluidsbronnen zijn zodanig gekozen,
dat de geluiden als representatieve steek
proef uit de toonschaal zijn te beschouwen.
Hierdoor is het mogelijk ook gedeeltelijke
gehoorverliezen op te sporen. Op deze
manier werkend kan een geroutineerd team
3 kinderen per kwartier onderzoeken. Bij
deze onderzoekingen komt aan het licht
welke kinderen gehoorgestoord zijn.
Dankzij de onderzoekingen van de kon-
sultatieburoteams worden gelukkig talrijke
dove of slechthorende kinderen tijdig her
kend, hetgeen van vitaal belang is voor
de toekomst van deze kinderen, die dan
de zorg en de begeleiding kunnen krijgen,
die voor hen noodzakelijk is.
(Nadruk verboden).
HOE KOMEN WIJ AAN HET WOORD
FRITE
Patates frites zijn gebakken aardappelen en een friet is een in vet gebakken
reepje aardappel. Dat wij met een aan het Frans ontleende benaming te
doen hebben is duidelijk.
Maar hoe komen wij er aan? En stamt het produkt niet uit België?
Vlaams.
Emile Buysse vertelt, dat in 1885 een
zakenman in een eethuis te Rijssel (Lille)
kwam en gebakken aardappelen bestelde.
Tot dan toe had men aldaar slechts aard
appelen gebakken in boter en dan nog
uitsluitend gekookte aardappelen. Toevallig
waren geen van beide aanwezig. Wel stond
een pan met geschilde aardappelen klaar
en ook stond er op het vuur een pot met
kokend rundvet. In wanhoop sneed de kok
de aardappelen tot schijfjes en wierp ze
in het hete vet.
De aldus gebakken aardappelen smaak
ten voortreffelijk en de zakenman kwam
voortaan regelmatig biefstuk met patates
frites eten. Dat werd in de omgeving be
kend en het Rijsselse recept werd nagevolgd.
In 1892 verscheen het eerste frietkarretje
in Brugge voor het station. Iets later was
er al een Bruggenaar die met hondekar,
komfoot en frietpot naar Sluis trok om
daar op zondagen frites te verkopen, wat
een tijdlang geduld werd.
Kort na de eerste wereldoorlog waren
de frites in heel België bekend en zij dron
gen door in Franse restaurants. In de der
tiger jaren verschenen de eerste frietkramen
in onze zuidelijke provincies, het eerst in
Zeeland. Maar pas na de tweede wereld
oorlog werd het hapje algemeen in Neder
land.
In Nederland pleegt men in duizend en
één mop de Belgen, en meer in het bijzonder
de Vlamingen, af te schilderen als reus
achtige friteseters. In werkelijkheid is het
verbruik in Nederland zesmaal zo hoog
(6 kg per hoofd per jaar!) als in het zuiden.
Probeert u maar eens in Gent, Antwerpen,
Brugge of Brussel een kraam of snackbar
te vinden waar men frites verkoopt. Dat
lukt wel, maar u moet er toch heel wat
langer naar zoeken dan bij ons.
In België is de friteskultuur reeds lang
over haar hoogtepunt heen. D,at ze bij
ons zo lang aanhoudt komt mede doordat
wij beschikken over het Bintje. Dat is een
aardappelras dat in het bijzonder geschikt
is voor de fritesbereiding, maar dat buiten
onze grenzen niet algemeen aanvaard is.
W. Geldof.
(Nadruk verboden).