Fietsverlichting
1119
De tennissport
Heksen en drugs
Burgerlijke stand
Goede fietsverlichting van veel belang.
Een goede fietsverlichting is even be
langrijk als vanzelfsprekend.
Niemand zal daar iets tegenin willen
brengen Fietsers moeten in het donker
door andere verkeersdeelnemers goed kun
nen worden opgemerkt, terwijl de fietser
in zeer vele gevallen ook zelf licht nodig
heeft om in het donker zijn weg te kunnen
vinden. Jaarlijks worden in ons land 's
avonds en 's nachts bij verkeersongelukken
meer dan honderd fietsers gedood en raken
zo'n vijftienhonderd fietsers gewond. In
vele gevallen speelt onvoldoende of het
geheel ontbreken van verlichting hierbij
een rol.
Het heeft in de beginjaren van de fiets
even geduurd voor ze van een verlichting
werden voorzien. Dat is niet zo verwonder
lijk als men in het oog houdt dat de fiets
aanvankelijk alleen voor vermaak en sport
werd gebruikt en het dus niet nodig was
de fiets ook in het donker te berijden.
Van olielamp tot elektrisch licht.
De eerste fietsverlichting stamt uit het
begin van de tachtiger jaren van de vorige
eeuw, maar er werd slechts schaars gebruik
van gemaakt.
De verlichting bestond toen uit een olie
lantaarn die aan de as van het grote
voorwiel werd bevestigd. Als men stevig
over de hobbelige wegen doortrapte en
er was wat wind, ging zo'n lamp meestal
spoedig uit.
Toen de lage fiets in gebruik kwam,
werd de lamp aan een haak aan de stuur
stang bevestigd, weer later kreeg de lamp
een plaats aan de voorvork. Dat was een
aanzienlijke verbetering, zoals ook veran
deringen in de aard van de lichtbron de
verlichting meer bruikbaar maakten.
Zo werd omstreeks 1S88 in Amerika de
acetyleenlamp ontwikkeld, die onder de op
de toekomst gerichte naam „20th century"
in de handel werd gebracht. In het midden
van de jaren negentig begon in ons land
de kaarslantaarn de olieverlichting te ver
drijven. Een jaar later deed de carbidlan-
taarn haar intrede. De petroleumlamp die
in 1905 door de Duitser Joseph Hansen
ontwikkeld werd, vond maar weinig ingang.
De elektrische verlichting zorgde ten
slotte voor een revolutionaire verdere ont
wikkeling. Deze vorm van fietsverlichting
was al enige tijd bekend. In 1887 werd reeds
in de Kampioen geadverteerd met een „Pa-
tentirte Electrische Radfahrer Lampe Ex-
celsio, ohne Batterie und Accumulator, die
jeden Fahrer in Erstaunen setzen wird."
De aanschaf van zo'n elektrische fiets
verlichting was niet goedkoop. Met inbe
grip van een reservelampje moest men er
67.50 Mark voor neertellen. Begrijpelijk
dat de kooplust onder de steeds groeiende
kring van fietsers niet zo bijster groot was.
Pas omstreeks 1917 werd de elektrische
fietsverlichting in ons land meer algemeen,
nadat er ook nog proeven waren genomen
met gasverlichting. Na de Tweede Wereld
oorlog is geëxperimenteerd met t.l.-verlich-
ting in fietslampen, maar het is voorlopig
bij proeven gebleven.
Het gebruik van elektriciteit voor de fiets
verlichting werd vooral bevorderd toen
omstreeks 1910 de dynamo tot ontwikkeling
kwam en men af was van het werken met
batterijen.
Bemoeienis van de overheid.
De overheid is al vroeg gaan inzien dat
het noodzakelijk was om voorschriften te
geven met betrekking tot de fietsverlich
ting. Reeds in 1884 stelden Gedeputeerde
Staten van Limburg het voeren van een
fietslantaarn verplicht. Deze verordening
werd geleidelijk ook in andere provincies
doorgevoerd. In 1905 was fietsverlichting
in heel Nederland voorgeschreven. Twee
jaar later werd het gebruik van fietslan
taarns met gekleurde glaasjes aan de zij
kant verboden. Op 1 november 1927 werd
Spel van Engelse oorsprong.
Tennis, aanvankelijk sprak men van lawn
tennis, is een van de vele sporten, die
tegen het einde van do vorige eeuw van
Engeland naar hier overwaaiden. Rond 1890
werd het spel in ons land geïntroduceerd
en 9 jaar later werd de Nederlandse Lawn
Tennis Bond opgericht en werden de eerste
officiële wedstrijden gespeeld.
Groots was het spel in die dagen zeker
niet. Goede tennisbanen waren er nog niet,
veelal moesten de spelers hun kunsten met
het racket vertonen op een baan van slecht
gras of brokkelig cement. Bovendien leefde
men toen nog in de post-Victoriaanse tijd.
Frivole kleding werd niet geduld. De heren
verschenen met witte boord en stropdas
od de baan, de dames vertoonden hun bal
kunsten in lange rokken.
Tennis was meer een divertissement dan
een serieuze sport. Pas na enkele decennia
kwam hierin verandering en konden de be
oefenaren van de tennissport zich ook in
doelmatiger kleding vertonen.
Evenals b.v. golf en hockey bleef tennis
heel lang de kenmerken vertonen van een
het gebruik van een rood achterlicht ver
plicht gesteld.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd op
luchtbeschermingsvoorschrift alleen het ge
bruik van afgeschermde fietsverlichting
toegestaan. Over de koplamp werden om
hulsels geplaatst die slechts een kleine
streep licht konden doorlaten. Ook werd
het lantaarnglas wel gedeeltelijk zwart ge
verfd.
De laatste tijd wordt regelmatig aandacht
gevraagd voor de noodzaak om het uit-
stralingsvlak van het achterlicht te vergro
ten om de fietsers voor achteropkomend
verkeer nog beter zichtbaar te maken.
Proeven die hiermee onder andere in de
Noordoostpolder werden genomen, hadden
een bevredigend resultaat.
Wettelijke voorschriften nu.
Iedere fietser dient de thans geldende
wettelijke voorschriften met betrekking tot
de fietsverlichting te kennen en na te leven.
Men vindt deze voorschriften, uitgewerkt
en met adviezen, onder andere in het in
de serie Fietsotheek uitgegeven boekje
Fiets-etiquette dat door overmaking van
3.60 op postgirorekening nr. 234567 bij
de stichting: fiets! in Amsterdam kan wor
den aangevraagd.
Kort samengevat komen deze voorschrif
ten op het volgende neer. Een fiets die in
het donker, in de schemering of bij mist,
zware regen of sneeuwval wordt gebruikt,
moet voorzien zijn van een koplicht dat
helder wit licht uitstraalt en zo geplaatst
is dat de tegenliggers er niet door kunnen
worden verblind. Om geen verwarring te
laten ontstaan over de vraag wanneer het
nu precies donker is: voor de verlichting
geldt dat deze van een half uur na zons
ondergang tot een half uur vóór zonsop
gang moet worden gebruikt. Verder moet
op het witte gedeelte van het achterspat
bord een van een rijkskeurmerk voorzien
achterlicht aanwezig zijn, dat in het donker
achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het
achteropkomende verkeer helder rood licht
uitstraalt.
Dat witte achterspatbord is overigens op
iedere fiets voorgeschreven en niet alleen
bij gebruik van de fiets in het donker. Het
moet gemeten vanaf de onderzijde van
het spatbord tenminste dertig centimeter
lang zijn.
Hoewel dat in verschillende landen reeds
verplicht is, is het gebruik van reflecterende
pedalen in Nederland (nog) niet voorge
schreven, hóewei het gebruik terecht door
iedereen wordt aanbevolen.
Alom zichtbaarheid gewenst.
Zorg ervoor dat uw fietsverlichting steeds
in orde is. Controleer de verlichting regel
matig en laat bij mankementen deze steeds
onmiddellijk herstellen. Gebruik de fiets
verlichting tenminste tijdens de voorge
schreven tijdsduur en bij weersomstandig
heden die schemering met zich meebrengen.
Zorg ervoor dat u steeds reservelampjes
voor de voor- en achterverlichting bij de
hand hebt. Het is een kleine moeite een
kapot lampje te vervangen. Maak de dynamo
regelmatig schoon zodat daarmee geen
moeilijkheden kunnen ontstaan en contro
leer dan meteen of de contactpunten goed
sluiten. Houdt ook het witte achterspatbord
schoon en geef het zodra dit nodig is, een
fris kwastje witte lak.
Draag indien u in het donker fietst bij
voorkeur zeer lichte en zeker geen donkere
kleding. U bent dan beter zichtbaar.
Rijd in het donker op slecht verlichte
of onverlichte wegen en daar waar fiets
paden ontbreken niet met z'n tweeën
naast elkaar. Houd steeds zoveel mogelijk
rechts.
Ouders, zorgt ervoor dat de fietsver
lichting van uw kinderen steeds in orde
is en stuur ze bij hapering zonodig naar
de fietsenvakman.
Dat is letterlijk van levensbelang.
elitesport. Het spel werd bijna uitsluitend
beoefend door de hogere standen en gold
om deze reden dan ook min of meer als
een statussymbool. Hierin begint nu toch
wel duidelijk verandering te komen.
Ook de beoefening van de tennissport
bevindt zich thans in een proces van toe
nemende demokratisering. Dat alle gele
dingen van ons volk op de tennisbaan ver
tegenwoordigd zijn, kan men overigens niet
zeggen. De arbeidersstand laat het op de
tennisbaan nog vrijwel volledig afweten.
Niet duidelijk is of dit komt doordat
de tennisverenigingen toch nog selektie toe
passen of omdat heel veel eenvoudige men
sen de mening hebben dat tennis nog steeds
een spel voor de elite is, waar zij niet
thuishoren.
Geen makkelijk spel.
Tennis is een sport die iemand maar
niet zo komt aanwaaien. Iedereen kan na
tuurlijk op een tennisbaan een uurtje tegen
een bal slaan, maar wie deze sport met
enig sukses wil beoefenen zal over een
grote dosis technische vaardigheid en snel
heid moeten beschikken. Anders dan b.v.
met voetballen kan je ook niet zo heel jong
aan deze sport beginnen. Jongens en meisjes
beneden de tien jaar zijn naar verhouding
te klein tot het gewicht van het racket.
Personen boven de 35, die nog nooit
hebben gespeeld, kunnen het spel zeker
nog leren, mits ze nog behoorlijk lenig zijn.
Zwaarlijvigen zullen in deze sport wel nooit
tot de hoogvliegers behoren, maar voor
hen kan tennis een aangename en gezonde
vorm van rekreatie zijn.
Wie pas met tennissen begint, doet er
om te beginnen goed aan een boekje over
deze sport te kopen en de spelregels nauw
keurig te bestuderen. Er zijn talloze hand
zame boekjes in de handel. Op deze manier
bent u snel geïnformeerd en weet u althans
in theorie wat er bedoeld wordt met een
forehand-, slag- of een backhandslag, met
een (overhead) service, een cannonball-
service, een volley, een lob en de smash.
Stuk voor stuk termen, die de Engelse
oorsprong van deze sport: in het licht stellen.
Taktiek.
Tennis is meer dan een bal over een
netje slaan. Uiteraard moet de tennisser
over een uitstekende slag beschikken, een
kwestie dus van technische vaardigheid en
van kracht, maar hij moet ook wendbaar
zijn en over een grote aktieradius beschik
ken. Maar zelfs wanneer men het spel
technisch volmaakt beheerst en snel op
VERDOVENDE MIDDELEN SPEELDEN
BELANGRIJKE ROL IN DE HEKSERIJ
Wanneer we spreken over heksen en
hekserij, dan denken we dadelijk aan de
donkere middeleeuwen. In die tijd geloofde
men zonder meer aan het bestaan van
deze toverkollen. Heksen waren mensen
die een gevaar voor anderen betekenden
en dus diende de maatschappij zich tegen
dit gevaar te verweren. Het gevolg hiervan
zijn de in midden- en west-Europa berucht
geworden heksenjachten en heksenprocessen
geweest, die een zwarte bladzijde vormen
in de geschiedenis.
In een periode van ongeveer 200 jaar,
van rond 1500 tot 1700, kostten dergelijke
jachten en processen aan niet minder dan
ongeveer een miljoen mensen het leven.
Dit betekent, dat er gemiddeld in midden-
cn west-Europa per jaar zo'n 5000 mensen
gedood werden, omdat ze van hekserij
werden beschuldigd. We weten nu, dat het
grootste deel van deze slachtoffers on
schuldig was aan het tenlaste gelegde en
dat de bekentenissen onder afschuwelijke
martelingen werden afgedwongen.
Hoe het kwam dat men van hekserij
beschuldigd kon worden? Veelal was een
en ander het gevolg van roddelarij en der
gelijke, waarbij wilde verzinsels een be
langrijke rol speelden. Maar in verschillende
gevallen was er aanleiding tot dergelijke
praatjes en wel door het gedrag van de
slachtoffers.
Door alle tijden zijn er zonderlingen
geweest, mensen die zich buiten de gemeen
schap plaatsten, die zich afzonderden of
door excentriek gedrag buiten de normen
vielen. In die tijden was men bijzonder
bijgelovig. Doordat de wetenschap van toen
nog veel dingen niet kon verklaren, geloofde
men in allerlei goede en kwade geesten,
waarbij vooral de duivel een belangrijke
rol speelde. Heksen waren volgens de op
vattingen in die tijden mensen, die een
verbond met de duivel hadden gesloten
om andere mensen kwaad te doen. In de
strijd van de gelovigen tegen de duivel
en het kwaad, diende ook de heksen be
streden te worden en geen middel was te
bar om het goede doel te dienen.
Instinctief heeft de massa een afkeer van
1924 JAAR 1974
KINDgfOEOetS
DE SCHOOLJEUGD
KOMT ERAAN
Wees extra aardig voor ze: de kinderzegel
bestaat 50 jaar.
Vanaf 2 oktober lopen ze weer, in wind
en regen, langs de voordeuren. Met de
bekende vraag: „Mevröuw, wilt u kinder
postzegels bestellen?"
U doet dat natuurlijk. Omdat u weet,
waarom die schoolkinderen aanbellen. Om
het kind-met-een-achterstand te helpen. 1-Iet
kind dat het in het leven minder goed
getroffen heeft. Dat weliswaar door de
overheid niet wordt vergeten, maar dat ook
in '1974 niet helemaal buiten u kan.
Dit jaar bestaat de kinderpostzegel in
Nederland een halve eeuw.
De eerste serie verscheen in 1924 en met
een onderbreking in de bezettingsjaren is
er ieder najaar een nieuwe uitgifte geweest.
Bij elkaar hebben die zegels, en niet te
vergeten de kaarten, een te verdelen be
drag opgebracht van 82 miljoen gulden.
Voor de kinderen in Nederland en voor
de kinderen in de ontwikkelingslanden: in
die landen, waar honger een grimmige huis
genoot is en een schooltje een luxe.
Vorig jaar was de opbrengst 6V4 miljoen.
In dit jubileumjaar moet dat eigenlijk
méér kunnen worden. Als feestgave van alle
Nederlanders aan de gouden kinderzegel.
Vindt u het een sympathieke gedachte?
Wees dan extra aardig voor het kind aan
alle situaties gedurende de match reageert,
dan nog is men geen uitblinker. Technische
vaardigheid dient namelijk hand in hand
te gaan met taktisch inzicht. Een goede
taktiek bestaat in het telkens taxeren hoe
veel risiko's men tegen een bepaalde tegen
stander kan nemen.
Het is er in tennis om te doen om de
tegenstander het zo lastig mogelijk te ma
ken en daarom moet u afwisseling in uw
spel aanbrengen. Afwisselend dient er hard
en zacht te worden geslagen, u moet aan
voelen wanneer u hoge en lage ballen zal
moeten slaan, enz. enz. Ook kunt u variatie
in de service aanbrengen, soms wanneer
de tegenstander tekenen van vermoeidheid
vertoont kan het zin hebben de „match"
te rekken en daardoor de tegenstander af
te matten. Zo zouden we meer voorbeelden
kunnen noemen. Belangrijk is in elk geval,
dat u het wedstrijdgebeuren aanvoelt, dat
u de kwaliteiten van de tegenstander moet
kunnen taxeren. Dit alles maakt tennis
juist tot zo'n boeiend spel, ook voor het
publiek.
Waarmee we niet degenen willen ont
moedigen, voor wie het beoefenen van deze
sport uitsluitend een vorm van rekreatie
is, waarbij het niet gaat om de winst maar
om een heerlijke lichamelijke en geestelijke
ontspanning.
Tom Noddy.
(Nadruk verboden).
EEN
hen, die zich niet volgens het vaste patroon
gedragen, dat zien we ook in onze tijd.
Daarop komen reacties, die op zijn minst
leiden tot uitstoting. Vermoedt men achter
dit abnormale gedrag een gevaar voor de
gemeenschap, dan blijft het niet bij uit
stoting, maar wenst de gemeenschap liqui
datie van dit gevaar. In feite doen dit
soort ontwikkelingen zich nog steeds overal
ter wereld voor. Wanneer de gemeenschap
zich bedreigt voelt, ontstaan er ook nu
een soort „heksenjachten". Tegenwoordig
gaat het dan om de vervolging van mensen
om redenen van politiek, geloof of ras.
Wie in vroeger tijden verdacht werd
een verbond met de duivel te hebben, be
tekende zo'n gevaar en moest geëlimineerd
worden, om de bedreiging af te wenden.
Wekte men door zijn afwijkend gedrag
argwaan, dan was de kans groot, dat de
naam „heks" viel en in dat geval was de
ellende voor de betrokkene niet te overzien.
Onder deze mensen waren er, die inder
daad bewust probeerden de zogenaamde
zwarte kunst te bedrijven. In onze dagen
zou men dergelijke lieden in het gunstigste
geval als waarzeggers en charlatans betite
len, maar in die tijden werd 7.0 iets se
rieus genomen. Er waren vrouwen en man
nen, die de hand lazen, in glazen bollen
keken en wat al niet meer. kinderen van
hun tijd als ze waren, geloofden ze in de
kracht van bepaalde kruiden en smeerden
zij zich kin en oksels in met het sap van
bepaalde gifplanten. De uitwerking hiervan
was, dat zij in een bepaalde roes kwamen,
die hen allerlei dingen deed geloven en
de kracht gaf tot het bedrijven van vele
buitensporigheden.
De heksenzalf had dan zijn werk gedaan
en dergelijke mannen en vrouwen speelden
een gevaarlijk spel. Niet alleen vanwege
het risico dat zij als heks betiteld zouden
worden en de kans liepen op de brandstapel
te belanden, maar ook in verband met hun
geestelijke en lichamelijke gezondheid. In
onze tijd kennen we maar al te goed de
verschrikkelijke gevolgen van verslaafdheid
aan verdovende middelen, zoals opium,
morfine, marihuana, LSD, e.d. om er maar
de deur. Laat het niet in de kou staan en
bestel meer dan u van plan was. Omdat
1974 een feestelijk jaar is voor de kinder
zegels.
En in de eerste plaats: voor nog meer
en betere hulp aan kinderen!
WISSENKERKE
Geboren: 4 sept. 1974: Guus, z.v. D. M.
Ruijsbroek en M. B. Oostrum; 21 sept.
1974: Wilhelmina Janna Margaret, d.v. D.
P. Fortuin en M. G. de Haze; 27 sept. 1974:
Remco, z.v. H. J. Kappers en M. Rook.
Ondertrouwd: geen.
Getrouwd: 20 sept. 1974: de Glopper,
Marius, oud 20 jaar,.wonende te Midden-
schouwen en Flipse, Jacoba Janna, oud
20 jaar, wonende te Wissenkerke; 27 sept.
1974: Houtekamer, Karei Marinus, oud 25
jaar, wonende te Middelburg en Dieleman,
Maria Janna Cornelia, oud 20 jaar, wonende
te Wissenkerke.
Overleden: 3 sept. 1974: van Meer,
Adrianus, oud 63 jaar, wonende te Wissen
kerke, echtgenoot van T. Keijzer.
N.C.V.B.
Betty Smit, freelance zendelinge in Bra
zilië, komt in Wissenkerke spreken.
U kent haar van de T.V. waar zij in een
gesprek met Jan van Hillo een actie voerde
om met een boot haar werk te kunnen
doen. (Deze boot was er in een half uur
na de actie).
Anthony van Kampen heeft een boek ge
schreven over haar werk in de oerwouden.
Hij beschrijft haar als een bijzonder moedige
vrouw met een rotsvast geloof. Zij werkt
enkelen te noemen. Naar blijkt, gebruikte
men in vroeger tijden dikwijls deze mid
delen. Het gif bracht deze mensen in een
bepaalde roes, die zeer aangenaam was.
De reactie na uitwerking was die van een
„kater" en dit deed de ongelukkigen weer
naar het gif grijpen, zoals we dat ook nu
zien. Het lichaam krijgt echter bij regel
matig gebruik een steeds grotere weerstand
tegen het gif en er zijn steeds grotere hoe
veelheden nodig om het gewenste resultaat
te bereiken. Zo raakten deze mensen ver
slaafd. In onze dagen zien we een soort
gelijke ontwikkeling bij drug-verslaafden.
Zij hebben alleen het geluk, niet de kans
te lopen als heksen te worden beschouwd
enbehandeld.
Een van de middelen die deze heksen
gebruikten was bijvoorbeeld opium. Het
wordt bereid uit het melksap van de onrijpe
vrucht van de slaapbol, een plant die veel
verwantschap vertoont met de klaproos.
Naast het grote kwaad dat deze stof aan
richt, wordt het legaal juist voor een goed
doel gewonnen. Het bevat een stof, die
als pijnstillend middel algemeen bekend is.
Een andere gevaarlijke plant is het blau
we maanzaad. Ook in ons land wordt deze
plant verbouwd, omdat de olie er uit be
reid, voor vele doeleinden gebruikt wordt,
onder meer voor de verffabricage. De vlie-
genzwam is ook een gevaarlijke klant en
de vliegenzwam bevat een stof, die giftig
is en een invloed uitoefent op het zenuw
stelsel.
Een uitvinding van de duivel heette vroe
ger ook het roken, tenminste volgens Ja
cobus I van Engeland. Hij was zo veront
waardigd over dit kwaad dat zijn land
snel veroverde, dat hij een speciale waar
schuwing tegen het roken bekend liet ma
ken. Daarin zei hij, dat wanneer iemand
met roken begint, hij er meer blijft door
gaan en hij kan er niet meer vanaf komen,
omdat hij behekst is. Inderdaad had deze
Engelse koning gedeeltelijk gelijk. Behekst
is een typische conclusie uit zijn tijd, die
we nu niet meer zouden gebruiken.
De tabaksplant bevat nicotine, een stof
die ook van invloed is op het centrale
zenuwstelsel, speciaal op de hersenen. Voor
velen is het echter een prikkel die hen
energie verschaft.
Het waren zeelieden die het roken van
de Indianen afkeken en het langzamerhand
in Europa bekendheid gaven. Ten tijde van
het twaalfjarig bestand, werd het roken
van een pijp ook in ons land een gewoonte.
Men kwam in groepjes bijeen in de daar
voor opgerichte „tabagies". Ook vrouwen
rookten in die tijd veel.
Tabak behoort tot de nachtschaden, een
familie van planten, die in het algemeen
giftige stoffen bevatten. Zelfs de aardappel
die er ook toe behoort, vormt geen uit
zondering. De stof bevindt zich hier in de
besvruchten en in de jonge knollen, onder
de schil, in witte spruiten en ogen.
Zo zijn er meer gevaarlijke planten, zoals
de doornappel met grote, prachtige witte
bloemen en stekelige zaaddozen. Deze zaad
dozen werden vroeger gloeiend gemaakt en
de dampen ingeademd, waardoor men in
een bepaalde roes raakte en „de duivel
kon aanroepen". Het bilzenkruid is even
eens een gevaarlijke rakker. Het kwaad
schuilt hier in de wortel. Dan hebben we
nog de wolfskers, waarvan de bessen zwaar
giftig zijn. Het vocht van de bes heet bella
donna en wordt door artiesten wel in het
oog gedruppeld. Het verwijdt de pupil en
doet het oog fraai glanzen.
De hierboven genoemde planten vormen
slechts een klein deel van de vele planten
die worden en werden gebruikt om roes
toestanden en hallucinaties op te roepen.
Tegenwoordig noemt men zo'n toestand
„high". Zij hebben in het verleden voor
een belangrijk deel bijgedragen tot de vor
ming van mensen die men toen „heksen"
noemde. Mensen die als gevolg van het
gebruik van dergelijke middelen tot ab
normaal gedrag kwamen, waardoor de bui
tenstaanders bevreesd voor hen werden.
Het gevolg was, dat velen hun einde vonden
door brandstapel of verdrinking.
De in onze tijd verslaafden wordt zo'n
lot bespaard. Of zij echter beter af zijn
met hun langzame geestelijke en lichame
lijke ondergang is eigenlijk nog de vraag.
bij stammen waar nog nooit een blanke is
geweest.
Wissenkerke is de enige plaats in Zeeland
waar zij op haar tournee komt! Wij nodigen
u allen hartelijk uit (ook de heren) deze
avond bij te wonen! Woensdag 9 oktober
in het Dorpshuis te Wissenkerke. Het N.H.
Kerkkoor Kortgene verleent haar medewer
king aan deze avond.
Zaal open 19.00 uur. Aanvang 19.30 uur.
Gratis koffie. Entree 2.
MICRO '74
De in deze maand geopende Micro '74
in Londen geeft een exposee van alles
wat op het gebied van de microscopie
te genieten valt. Wat men op microscopisch
gebied gepresteerd heeft in de loop van de
jaren is even onvoorstelbaar als adembe
nemend.
Men kan nu heel diep blikken in de
microwereld van het ultra-kleine. Het is
wel duizelingwekkend zo ver te kunnen zien
tot bijkans over de kim van het atoom!
Wie had ooit gedacht atomen te kunnen
zién.
Zeer recent zijn chemici van de üniversi-
teit van Michigan erin geslaagd de wolk
van elektronen rondom de atoomkern (een
atoom is doorgaans opgebouwd uit een kern
en een zwerm elektronen, die er omheen
wentelen als manen om een planeet) te
zien. Ze maakten gebruik van een inge
wikkelde microscoop, die werkt met elek
tronen van een zeer korte golflengte en
met laserstralen (extreem krachtige licht
bundels van eenzelfde golflengte).
Hiermee hebben onderzoekers zelfs holo
grammen (ruimtelijke beelden) kunnen ont
werpen van het atoom plus bijbehoren.
Het apparaat bezit een theoretische ver
groting van niet minder dan 500 miljoen
maal!
Anderen zijn er onlangs in geslaagd holo
grammen m.b.v. röntgenstralen te maken
waardoor in de toekomst röntgenstraal-
microscopie mogelijk zal worden. Fascine
rend!
NIET UITSLUITEND VOOR KLEINE ELITE
De tennissport in ons land kan zich verheugen in een groeiende belangstel
ling. In Bettie Stöve en Tom Okker bezitten we topsterren, die op alle
internationale tournooien tot de sterksten behoren en op die manier de interesse
voor deze prachtige sport aanzienlijk hebben gestimuleerd, maar bovendien ver
liest de beoefening van deze sport langzaam maar zeker zijn elitair karakter
en worden tennisklubs toegankelijk voor bevolkingsgroepen, die tot voor kort
tennis vooral zagen als een bezigheid voor de „hogere standen".
De beoefening van deze sport mag dan niet goedkoop zijn, de toenemende
welvaart heft dat bezwaar voor een groot deel weer op. Ook zullen velen
om „gezondsheidsredenen" tennis gaan spelen. Tennis is tenslotte een sport
waarbij men konstant in beweging is en dat helpt meer dan welke vermage
ringskuur ook.