'n verlovingsring
hoeft niet glad te zijn
<7©
Gouddoppertje
ledenvergadering
een meisje
I. BOOT
to
en
Fa S. Kodde Zo
Vervolg raadsvergadering Kortgene
Integendeel, er zijn evenveel mogelijkheden als er
smaken zijn. Kijkt V maar eens naar deze voorbeelden:
een slank bewerkte ring en een verlovingsring met
stralende briljant. Twee suggesties uit onze wel zeer
gevarieerde kollektie.
JUWELIER - HORLOGER
Korte Kerkstraat 12, Goes, Telefoon 01100 - 50 94.
Lange Kerkstraat 48, Goes, Telefoon 01100 - 48 63
Ver. voor Chr. Onderwijs Wissenkerke
op dinsdag 9 april 1974 om 8 uur (na afloop
kontaktavond) in de school.
AGENDA
1. Opening. 2. Notulen. 3. Mededelingen.
4. Jaarverslag. 5. Financieel verslag. 6. Be
stuursverkiezing, a. aftredend en herkiesbaar
J. C. v. d. Berg (tegenkandidaat A. Heyboer),
b. niet herkiesbaar wegens vertrek J. P. Mar-
cusse; dubbeltal alfabetisch: M. Geelhoed en
A. J. Marinisse. 7. Benoeming lid fin. com.
8. Praatje over Wereldoriëntatie door de heer
E. Klungel. 9. Vertoning dia's door de heer
J. Gillisse over oud-Wissenkerke. 10. Rond
vraag. 11. Sluiting.
Het bestuur.
Wij vragen
gedurende de zomermaanden voor onze drie
kinderen.
FAM. BRINKMAN
Camping „De Paardekreek" Kortgene.
Voor bemiddeling bij AAN- OF VERKOOP
van uw WONING op Noord-Beveland, eerst
even vragen bij
Verkoopkantoor o.g.
Hoofdstraat 50 Kortgene
Telefoon 01108 - 2 34.
TE KOOP
GEVRAAGD
Ook kleine objecten.
Oud of bouwvallig
geen bezwaar.
Inlichtingen:
aan RODELKO N.V.
Markt 8, Veere,
Tel. 01181 - 279 - 362.
PAASVERZILVERING
BOUWBOND NVV
Afd. Kamperland.
Op zaterdag 30 maart van
15.00 16.00 uur bij M.
de Smit, Dorpsweg 21 te
Wissenkerke en bij H. Al
berts, Nieuwstraat 42 te
Kamperland.
dat de uitvoering, het ontheffingsbeleid
onverkort bij het college van burgemeester
en wethouders is gelegd, zij het met be
roepsmogelijkheid op de raad.
Uiteraard zijn burgemeester en wethou
ders ingevolge de gemeentewet aan de ge
meenteraad voor het bij de uitvoering ge
voerde beleid verantwoording schuldig,
waardoor de gemeenteraad uiteindelijk het
beleid kan bepalen.
Wij menen echter waar het ons uit het
verleden bekend is dat de materie voor
uw raad gevoelig ligt dat in een voor
deze gemeente vast te stellen verordening
niet zonder meer de uitvoering bij ons col
lege dient te komen.
Gevolg gevend aan een suggestie van de
commissie voor ruimtelijke ordening en
recreatie menen wij, dat burgemeester en
wethouders op een verzoek om vrijstelling
van het verbod beslissen de commissie ruim
telijke ordening en recreatie gehoord.
Ómdat deze commissie is samengesteld
met inachtneming van de woonkern, van
waaruit de leden afkomstig zijn, achten
wij het uitbrengen van advies terzake van
een ontheffingsaanvraag van bijzondere
waarde. Door inschakeling van de commissie
wordt tevens een aantal leden van de ge
meenteraad direct betrokken bij de uitvoe
ring van de verordening.
Omdat het motief van de verordening
is de leefbaarheid van de woonkernen, dient
de werking ook tot de kernen beperkt te
worden, zulks door de werkingssfeer te
beperken tot de bebouwde kommen inge
volge de wegenverkeerswet. De motivering
is naar onze mening niet in staat te dra
gen, dat het verbod ook voor het buiten
gebied geldt.
Aangezien echter soortgelijke bepalingen
althans qua werking als die van de
verordening voorkomen in het bestemmings
plan „Buitengebied" ontstaan er naar onze
mening geen onaanvaardbare verschillen
tussen het gebruik van woningen in en
buiten de kernen.
Voor het overige volstaan wij met een
verwijzing naar de bijgevoegde ontwerpver
ordening. Wij stellen u voor tot vaststelling
over te gaan.
B. en w., 15 maart 1974.
Als eerste spreker kwam Welleman aan
het woord, die het volgende zei:
Als we het voorstel tot het vaststellen
van een gebruiksverordening bebouwde kom
men gaan behandelen, willen we eerst op
merken, dat we een 10-tal jaren geleden
ons al heftig hebben verzet tegen verkoop
van goede woningen aan recreanten. Niet
omdat we de eigenaars van de betreffende
huizen geen extraatje gunden, maar omdat
de vele woningzoekenden geen kans kregen
met als gevolg dat ze veelal naar elders
vertrokken.
Door het toen zittende college werd ons
standpunt fel bestreden, o.a. met het argu
ment dat het onmogelijk was om verkoop
aan vakantiegangers tegen te gaan. De ver
ordening op andere plaatsen werd wegge
wuifd en men beweerde bij hoog en bij laag
dat die niet rechtsgeldig was.
Nu leek ons die verordening niet aan
trekkelijk, omdat alle woningen over een
kam werden geschoren, zodat krotten en
zakenpanden onverkoopbaar zijn en men
bleef opgescheept met niet onderhouden
leegstaande krotten.
We moeten overigens erkennen dat door
het vrijlaten in onze gemeente zeer veel krot
ten zijn aangekocht en opgeknapt, wat een
verfraaiing voor de betreffende wijk bete
kende. Wel hebben we met ongenoegen ge
zien, dat niet alleen krotten, maar ook
goed bewoonbare woningen aan de perma
nente bewoning werden onttrokken. Nu
wordt dit ook veel overtrokken, want wat
de één goed bewoonbaar noemt, is voor
de ander niet aantrekkelijk. Vele, z.g. goed
bewoonbare, woningen worden geweigerd
als ze aan woningzoekenden worden aange
boden. Dat heeft met het generatieverschil
te maken.
Zoals gezegd, we waren in het verleden
tegen vrije verkoop omdat er gebrek aan
woningen was door de zeer geringe toewij
zing van woningwetwoningen. Het college
wilde daar echter niets van weten.
Het is wel vreemd, dat er nu een ver
ordening in het leven wordt geroepen, ter
wijl er volop huizen zijn. Toch bevredigde
de huidige gang van zaken ons ook niet.
We zien geregeld dat een leeggekomen wo
ning in handen komt van niet-permanente
bewoners, waardoor ze ca. 10 maanden per
jaar leeg staan. Het komt ook voor dat
inwoners hun woning voor veel geld ver
kopen aan recreanten om dan zelf te gaan
wonen in een huis dat met premie, dus
met geld van de belastingbetalenden, is
gebouwd.
Ook is het niet denkbeeldig dat iemand,
die met steun van de overheid zijn woning
heeft verbeterd, deze voor veel geld aan
buitenlanders gaat verkopen om zelf in een
premie-woning te gaan wonen. Om dit laat
ste te bestrijden dienen er straffere voor
schriften te komen bij het verlenen van
subsidies.
De voorgestelde verordening laat krotten
vrij, maar dan dienen er wel maatregelen
genomen te worden dat ze niet ten eeuwi
gen dage onverzorgd leeg blijven staan. Na
een zekere tijd zal men ze op dienen te
knappen of op te ruimen. Goede onbe
woonde huizen maken de kernen minder
leefbaar, maar dat geldt ook voor onver
zorgde krotten. Wat denkt u hier tegen
te doen.
De voorgestelde regeling grijpt ook nogal
in in het eigendomsrecht. Als dit noodzake
lijk is, hebben we daar geen enkel bezwaar
tegen, maar dan moet dat ook worden
aangetoond.
De lagere prijs die de eigenaars van
goede woningen zullen ontvangen, als die
niet als tweede woning mag worden ver
kocht, kan men niet bagatelliseren. Dit geldt
temeer, omdat velen jarenlang hebben ge
profiteerd van de vrijheid die er op Kort
gene bestond.
Nog een ander punt verdiend de aan
dacht. We hebben het geregeld over krot
ten, maar woningen die te groot en daar
door te duur zijn voor vele woningzoekenden
om die te bewonen, hoe staat het daarmee?
Hoe staat het met de woningen die al
jaren als tweede woning worden verhuurd.
Hoe is het verder als de woning niet ver
huurd of verkocht wordt. Is dit aan een
tijdslimiet gebonden?
Verder zien we dat buiten de kom alles
mag. Uw argument bij de voorgestelde
maatregelen is om de kommen leefbaar te
houden. Toch doet het voor de eigenaars
van goede woningen in de kern onprettig
aan dat zij aan banden worden gelegd, ter
wijl in de buitengebieden alles geoorloofd
is. Het zijn allemaal problemen waar wij
geen waterdichte oplossing voor hebben,
waardoor het niet gemakkelijk is om een
besluit te nemen.
Twee zaken spelen bij het afwegen een
rol: n.l. het particulier belang van een
klein aantal eigenaren tegen het gemeen
schapsbelang van leefbaarheid voor de dor
pen. Als raadslid zal men hebben te han
delen in het gemeenschapsbelang, al kan
men zich afvragen of men een verordening
in het leven moet roepen als men zelf er
kent dat het over een gering aantal eige
naren gaat.
Alles overwegende lijkt het ons zinnig
om over zo'n belangrijke wijziging in het
beleid eerst een openbare hoorzitting te
houden en inlichtingen-te vragen bij plaat
sen, waar enkele jaren geleden een veror
dening in het leven is geroepen, en de
ervaringen hierbij opgedaan.
Vervolgens kreeg Breure het woord. Hij
zei over deze problematiek:
Uw voorstel om geen woonruimte meer
beschikbaar te stellen, dan voor permanente
bewoning, vind ik een stap achteruit om
onze dorpskernen leefbaar te houden.
Hoevele woningen zijn in de laatste 10
jaar niet overgegaan in handen van de re
creant; huizen en huisjes waarin niemand
van de eigen bevolking zijn intrek wilde
nemen. Even zovele woningen zijn er niet
opgeknapt door vreemdelingen, waarop men
nu jaloers is van het soms fijne of antieke
uiterlijk. De bouwers in onze gemeente
hebben daar ook nog aan geholpen. De
middenstand heeft er ook menig graantje
van meegepikt.
Als b. en w. nu stellen dat ook nu de
betere woningen in de recreatie gaan en
dat de inwoners die huizen niet meer kun
nen betalen, dan is mijn mening, dat dit
maar voor enkelen geldt, omdat haast ieder
een huurwoning wil betrekken, dat is im
mers veel aantrekkelijker zonder zware
schulden en allerlei lasten.
Naast dit alles heb ik grote bezwaren,
omdat men het eigendomsrecht of -bezit
aantast, omdat het meestal huizen zijn
waar men soms een heel leven voor heeft
gespaard en als men dan nu, als minstbe-
dcelde, eens een extraatje in de wacht kan
halen, zegt men van gemeentewege plotse
ling „stop". Het argument dat die woningen
boven de waarde verkocht worden, is voor
mij niet te bepalen omdat een woning de
waarde heeft die de meestbiedende er voor
betaalt. Als b. en w. stellen dat het mede
afhankelijk is van het gemeentebestuur om
de leefbaarheid te vergroten en de verkrot
ting tegen te gaan, dan gaan we nu op de
verkeerde weg door maatregelen te nemen.
Over de bereidheid van overheidswege
om verbeteringsplannen en sanering te be
vorderen, heb ik de laatste 10 jaar niet veel
gemerkt. Wel, dat de ingediende plannen
of te groot, of te klein waren, wat met
andere woorden wil zeggen: red je zelf maar.
Nu is dat volgens mij in Kortgene waar
lijk goed gelukt, ten opzichte van andere
gemeenten, waar al 10 jaar de kommen voor
de recreant gesloten blijven. Om misver
stand te voorkomen, heb ik het hier alleen
over sanering van hogere overheid.
Het plan voor Colijnsplaat was toen
prachtig, maar het ging niet door. Zodoende
hebben inwoners en recreanten soms ju
weeltjes van huisjes gemaakt.
Dat de financiële commissie zich ook
heeft bezig gehouden met deze zaak, dan
was dit toch wel heel summier.
Dat de leefbaarheid van de dorpen be
schermd wordt door deze verordening is
er voor mij helemaal naast. Dat de recreatie
nog zal toenemen is duidelijk, gezien de
ontwikkeling rond Oosterschclde, enz. Niet
dat wij uit principe zo staan te trappelen
om recreanten, maar een ontwikkeling die
zienderogen doorgaat, moet men zo goed
mogelijk opvangen als het kan in de dorpen
en niet in het „Kuupje" waar de midden
stand niet veel van zal wegdragen.
Ook de onbillijkheid dat de ene particu
lier ten opzichte van de andere, van de
ene op de andere dag wordt benadeeld, is
voor mij een grote onbillijkheid. Dat de
rechtsgeldigheid van deze verordening niet
te bestrijden is, betwijfel ik.
Dat b. en w. met inschakeling van de
raad nog ontheffing zou kunnen verlenen,
kan ook grote onbillijkheden meebrengen.
Tenslotte wil ik nog wijzen op wat de
econoom Leen Wouters heeft geschreven en
dat is. dat de gemeente alleen moet ingrij
pen a de burgerij „ho" roept. En verder
zegt 1. dat de tweede huizen de dorpen
meer hebben gegeven dan afgenomen.
U voelt, als ik het zo eens zeggen mag
mijnheer de voorzitter, dat ik een felle te
genstander ben om deze verordening in het
leven te roepen.
Van der Maas had het moeilijk met dit
voorstel van b. en w. Hij vindt het de
moeilijkste beslissing, waarvoor de raad van
Kortgene in jaren heeft gestaan. Hij ver
heelt ook niet, dat er in zijn fractie ge
nuanceerd over gedacht wordt. Maar deze
toestand is volgens hem niet meer te be
stendigen. Hoe men ook stemt, vóór of
tegen, het is alles even onsympathiek. Hij
kan heel goed begrijpen dat er nu mensen
zijn, die van deze voorgestelde verordening
zullen zeggen: onrechtvaardig.
Een aantal jaren geleden lag dit geheel
anders. Men is begonnen met onbewoon
bare pandjes op te kopen en op te knappen,
wat nu is uitgelopen in de sfeer van: alles
is mogelijk. En van die mogelijkheid is
geducht gebruik gemaakt. Bovendien, ver
volgt Van der Maas, zijn er meer over
heidsmaatregelen die onrechtvaardig aan
doen.
Moeten wij het recht van de particulier
beschermen? Maar wij zitten hier toch ook
om het belang van de gemeenschap te
dienen! Die beide belangen druisen vaak
tegen elkaar in. En dit is des te schrijnender,
nu een aantal jaren lang diverse mensen
de vruchten geplukt hebben van het ont
breken van zulk een verordening.
Een aantal vragen resten Van der Maas
nog. Zo o.a.: vallen de nu in de recreatieve
sector zittende woningen nooit meer onder
deze verordening? Hoe wordt er gehandeld
met gelijkwaardige woningen in een straat,
waarvan er al een paar in de recreatie
verdwenen zijn en andere op het punt
staan verkocht te worden? Hoe wordt ge
handeld met objecten, die men op dit mo
ment bezig is te verkopen? Zijn of worden
er overgangsmaatregelen getroffen? Deze
en nog wel meer vragen wil hij door het
college beantwoord zien.
Hierna verkrijgt Klaassen het woord, die
het volgende zegt:
Mijnheer de voorzitter, mijne heren.
Wij staan als raad van onze gemeente,
nu op deze vergadering voor een ingrijpende
beslissing. De reden waarom wij als fractie
van de C.H.U. hier en nu ons standpunt
nog eens uiteen zetten is niet om de be
slissing zelf, want die staat nu na rijp
beraad wel vast. Het is veel meer om de
visie op bepaalde aspecten van deze ge
bruiksverordening dat wij daar wat nader
op in willen gaan.
Uit het verslag van de vergadering van
de commissie voor ruimtelijke ordening en
recreatie, maar ook uit de begeleidende
toelichting op deze verordening (mogelijk
komen beide van dezelfde samensteller?),
zou af te leiden zijn dat het merendeel
van de commissie voor ruimtelijke ordening
en recreatie zich te lang en te veel achter
de belangen van eigenaren van huizen op
gesteld heeft, alsof wij geen oog zouden
hebben voor de leefbaarheid van de dorpen,
dus voor het totale gemeenschapsbelang.
Niets is natuurlijk minder waar, maar
dat betekent niet, dat wij de eigenaren van
woningen, ook al is het dan een vrij gering
aantal, steeds willen betrekken bij de over
weging van de totale belangenbehartiging.
Ook al zullen wij deze gebruiksverordening
aanvaarden, toch blijven wij dit besluit zien
als een ingreep in het bezit, in het eigen
domsrecht van de eigenaar van een goede
woning, hoewel het woordje „goed", dan nog
een willekeurig begrip blijft.
Veel minder moeite hebben wij om van
daag weer eens vast te stellen, dat wij als
gemeentelijke overheid al enkele jaren op
dit terrein gefaald hebben. Dit is een harde
beoordeling van ons eigen beleid, maar
daar schaam ik mij persoonlijk niet voor dit
te erkennen.
Te lang hebben wij toegestaan, dat die
gene die zich wel in één van onze dorpen
wilde vestigen, moest uitwijken naar een
qnderc gemeente, omdat er in onze dorpen
geen goede, maar ook geen voldoende wo
ningen waren. Dat is nu wel wat veranderd
door het bouwen van een behoorlijk aantal
nieuwe woningen, hoewel over de verdeling
in de dorpskernen nog wel een en ander
te zeggen zou zijn. Waarom moet b.v. de
kleinste dorpskern persé met gegadigden
komen voor ze gebouwd worden, terwijl al
gebleken is dat wanneer een aantal huizen
in aanbouw zijn, er ook voldoende gega
digden zijn.
Maar er zijn meer aspecten dan alleen
nieuwe woningen, die nu en al veel langer
mee hebben gespeeld, n.l. de vraag en
aanbod van gegadigden voor een tweede
woning. Nu gaat het niet meer om minder
goede woningen, maar om woningen die
goed zijn voor permanente bewoning of
bruikbaar gemaakt kunnen worden, maar
die onttrokken worden aan gegadigden
voor permanente bewoning door de ab
normale prijzen die betaald worden door
gegadigden voor een tweede woning.
Waar wij ook aan meegewerkt hebben
als gemeentebestuur, dat is aan diegene die
hun eigen huis duur hebben verkocht in
de recreatiesector en met overheidssubsidie
een nieuwe hebben gebouwd, dit kunnen
wij moeilijk belanghebbenden verwijten,
maar wij menen dat wij als overheidsbe-
stuurders dit niet hadden mogen bevorderen.
Dit alles hadden wij kunnen voorkomen,
wanneer wij deze verordening wat serieuzer
en wat positiever hadden bekeken, dan
was de gebruiks- en de genotwaarde van de
woningen niet zo uit de hand gelopen, dan
was de klap voor een bepaalde groep in
onze gemeente niet zo hard aangekomen
met het aanvaarden van deze gebruiks
verordening.
Wij kunnen ons er moeilijk van vrij
pleiten dat dit onderwerp in de loop der
jaren niet aan de orde is geweest.
Het meest doorslaggevende bij onze over
weging is misschien wel het feit: de ge
deeltelijke sanering van de dorpskom Co
lijnsplaat. Wil daar ooit iets van tot stand
gebracht worden, dan zal daar overheids
geld in gestopt moeten worden en dan kan
de rijksoverheid het gemeentebestuur wel
eens dwingen tot deze verordening.
Mijnheer de voorzitter, bij de aanvaar
ding van deze nieuwe verordening zijn wij
als fractie van de C.H.U. niet overtuigd,
dat wij nu een instrument in de hand heb
ben om alle hindernissen en problemen
voor de leefbaarheid van onze dorpskernen
op te lossen, want wij verwachten dat bij
de uitvoering van deze verordening zich
weer nieuwe problemen zullen ontwikkelen.
Het samenstellen van wetten en veror
deningen is mensenwerk. Ook aan deze ver
ordening zal een jurist ontsnappingsmoge
lijkheden weten te vinden. Dit is geen pes
simisme, maar volle realiteit, want een
mens is van nature niet zo volgzaam de
goede dingen na te leven.
Maar als we altijd zoeken naar hoe we
er onderuit kunnen komen, dan is er nooit
iets zinvols te bereiken.
Ik speculeer op een heel concrete moge
lijkheid, dacht ik, n.l. u heeft gezegd: juri
disch is er geen enkel verhaal op deze ver
ordening. Daar tegen over stik ik de vraag:
heeft de gemeente wel juridisch verhaal
op iemand die een goede woning koopt als
tweede woning en zegt er permanent te
komen wonen. Vervult alle verhuisfacili-
teiten, komt af en toe in deze woning, maar
blijft toch voor z'n werk eigenlijk in z'n
eerste woning wonen.
Dit lijkt misschien een gemeen vraagje
aan u, waar u mogelijk geen sluitend ant
woord op zal kunnen geven, ik verwacht
dat bok niet, maar wel wil ik hiermee
aantonen, dat als wij deze verordening in
het leven roepen, wij althans de naleving
zo objectief mogelijk moeten trachten te
vervullen.
Dit alles overwegende zullen wij als fractie
niet uit vreugde of met uitgestoken hand,
maar uit pure noodzaak het voorstel van
b. en w. tot invoering van een gebruiks
verordening aanvaarden.
De Smit zegt slechts enkele opmerkingen
te hebben. Hij vindt dat het beleid steeds
bijgesteld moet worden. Wat gisteren gold,
is misschien morgen niet meer haalbaar.
Toch is hij niet zo erg ongelukkig met
het verdwijnen van de krotten in de recrea
tie. Maar hij vindt het nu toch tijd worden
aan de ongebreidelde vrijheid een eind te
maken, daar hij anders ook nieuwe wonin
gen in de recreatieve sector ziet verdwijnen.
En daar zijn ze toch niet voor gebouwd.
Hij vindt het een gemeenschappelijk be
lang en eventuele ontheffingen dienen
nauwkeurig en nauwgezet te worden beke
ken.
Het antwoord van de voorzitter, de ver
dere behandeling van dit agendapunt en
de rest van de agenda, zullen wij in het
volgend nummer publiceren.
VOLLEYBAL
Het hcrenteam van Wiska behaalde za
terdag in Heinkenszand een 1—3 overwin
ning op Blok '73 3.
Deze overwinning kwam bijzonder moei
zaam tot stand, omdat de aanval van Wiska
volledig faalde. Ook Blok '73 had geen
sterke aanval, zodat er geen mooi, maar
wel spannend volleybal te zien was.
De verdediging van Wiska bleek uitein
delijk toch de betere te zijn, zodat Wiska
de wedstrijd winnend kon afsluiten. Set
standen: 16—14, 8—15, 11—15 en 13—15.
De dames van Wiska 1 moesten in Goes
aantreden tegen Blok '73 2. Het werd een
3—0 nederlaag voor Wiska. Ondanks dat
het 3—0 werd, heeft Wiska uitstekend ge
speeld.
In de eerste twee sets gingen de ploegen
gelijk op tot 10—10, maar door een hardere
aanval wist Blok '73 in beide sets door te
drukken (15—11, 15—10). In de derde set
probeerde Wiska van alles, maar Blok '73
had het beste van het spel en won met
15—7 (3—0).
Programma voor a.s. zaterdag 30 maart.
Dames le klas: Wiska 1 E.V.V.C/M 2
om 14.00 uur te Wissenkerke.
Dames 2e klas A: Wiska 2 - E.V.V.C/M 3
om 15.15 uur te Wissenkerke.
Heren 2e klas A: Blok '73 4 Wiska om
16.00 uur te Heinkenszand.