De Stelpost....
Raadsvergadering Wissenkerke
r-
N
1
L
1
1
1
H
1
1
1
R
door Cees Giesbeek
21
22
25
31
52
57
70
Burgemeester P. Wisse heette op 11 febr.
j.l. de gemeenteraadsleden, die uitgezon
derd dhr. A. Koole en P. de Regt, die met
kennisgeving afwezig waren, hartelijk wel
kom en betrok hierin ook de pers en de
ene aanwezige op de publieke tribune.
Na het gebruikelijke ambtsgebed werden
de eerste 10 punten van de agenda vlot
afgewerkt.
Het betrof o.a. rapporten van de brand
weer te Kamperland en Wissenkerke; voor
schotten aan de Chr. Kleuterscholen te
Wissenkerke en Kamperland; een voorstel
tot vaststelling van de eerste herziening
van het bestemmingsplan "Kamperland".
In dit bestemmingsplan waren een 12-tal
dubbele bejaardenwoningen opgenomen.
Gebleken is echter dat de markt voor
deze woningen momenteel verzadigd is in
de kern Kamperland.
Het is de bedoeling dat in elke strook
twee bungalows zullen worden gebouwd.
Voor het bestemmingsplan Wissenkerke
„Zuid-West" is door de dienst gemeente
werken Walcheren/Noord-Beveland, een her
ziening van de grondprijzen tot stand ge
komen. Voor eengezinswoningen in blokken
van maximaal 6 of S woningen of vrijstaand
bedraagt de prijs 39.30, excl. BTW; voor
eengezinswoningen in blokken van 2 wo
ningen ƒ41.20, excl. BTW; voor eengezins
woningen in blokken zonder maximum
36.50, excl. BTW. en voor bungalows
41.20, excl. BTW.
Punt 11 op de agenda was bepaald het
onderwerp waarop iedereen had zitten
wachten.
Van de Prov. Bibliotheekcentrale was er
een mondeling verzoek binnengekomen of
de gemeente wil deelnemen aan de biblio
bus, zoals die ook al in diverse andere
gemeenten werkt. Uit een gesprek dat b.
en w. met enkele vertegenwoordigers van
de Bibliotheekcentrale hadden gehad, bleek
dat de bibliobus in een grote behoefte
voorziet. De bus bevat een uitgebreide
collectie boeken op allerlei gebied. De kos
ten voor degene die van de bibliobus ge
bruik maken, bedragen per kalenderjaar
voor volwassenen 10.—, voor jeugd tot
18 jaar 3.50 en per gezin maximaal 25.—.
Ook de schooljeugd maakt in die ge
meenten waar de bibliobus reeds is, veel
gebruik van deze mogelijkheid. Volwassenen
kunnen meenemen 2 romans en 2 andere
boeken (bijv. boeken over fotografie, sport,
planten en dieren, knutselen, geschiedenis,
enz.). De uitleentijd bedraagt 3 weken.
De kosten die de gemeente moet. betalen
bedragen 1000.per staanuur per jaar.
Na uitvoerig overleg zijn b. en w. tot
het besluit gekomen om voor te stellen
de 3 kommen aan de bibliobus te laten
deelnemen.
Hierna ontspon zich een lange discussie.
I. A. de Regt, sprekend namens een groot
gedeelte van A.R. en C.H.U.: „We hebben
contact gehad met mensen van de bibliothe
ken. Vooral de bibliotheek in Wissenkerke
is goed gevuld, 3000.— subsidie vinden
we een te hoog bedrag. De eigen biblio
theken zouden door de bibliobus de nek
worden omgedraaid en dat zou jammer
zijn. We stellen voor om die 3000.te
verdelen onder de bibliotheken, zodat zij
hun boekenvooraad kunnen uitbreiden. We
zijn blij met een eigen bibliotheek in het
dorp."
Ook de heren P. v. d. Maas en A. B.
de Groote stonden op dit standpunt.
J. Remeijnse: „Laten we het eens 1 jaar
met de bibliobus proberen. Als het niet
bevalt, kunnen we altijd nog bijv. een jaar
lijkse subsidie aan de eigen bibliotheken
geven."
J. C. Kouwer: „Ik vind het ook wel be
langrijk dat er bibliotheken in de dorpen
zijn, maar als er iets beters voor in de
plaats komt, dan wil ik daar toch graag
aan meehelpen. Als we alleen al letten
op het belang voor het onderwijs, dan
zou ik blij zijn als de bibliobus in onze
gemeente zou komen. De bibliobus biedt
veel mogelijkheden, die een dorpsbiblio
theek nooit kan verwezenlijken. Daarom,
graag die bibliobus."
De gemeenteraadsleden Meulenberg en
Dieleman wilden graag hun eigen biblio
theken de hand boven het hoofd houden.
De burgemeester zei hierop het volgende:
„Je kunt door subsidie te geven aan de
bibliotheken nooit het peil bereiken van
een bibliobus. We hebben de kans om een
stukje cultuur aan de mensen te geven,
maar als ik zo iedereen aan het woord
heb gehoord, dan zit het er niet in en
zal b. en w. het voorstel terugnemen, hoe
wel we het betreuren."
De raad ging wel akkoord met het voor
stel tot ombouw van de c.v.-installatie van
de openbare en bijzondere basisschool te
Wissenkerke. een voorstel tot verhuur van
grond aan de heer M. A. Schrier te Kam
perland, een voorstel tot aankoop van div.
percelen grond ten behoeve van het bouw
rijp maken van de volgende fase van het
bestemmingsplan ten westen van de Veer-
weg, een voorstel tot aankoop van een
aantal te saneren woningen in de kom
Wissenkerke en een voorstel tot overname
van het erfpachtsrecht van een perceel
aan de Dorpsdijk te Wissenkerke, wat tot
openbaar groen zal worden gecreëerd, het
geen Meulenberg een grote verbetering
noemt.
Hierna kwam de rondvraag.
J. C. Kouwer vraagt de aandacht van
heel de raad voor de gevaarlijke kruising
die gaat ontstaan bij de Molenweg
Noordstraat te Kamperland. „We moeten
niet afwachten tot er ongelukken zijn ge
beurd en dan maatregelen gaan nemen. Nu
kunnen er nog, met minder moeite, goede
voorzieningen getroffen worden. Laten voor
al ook de kinderen en de bejaarden niet
het slachtoffer worden van de gevaarlijke
situatie die gaat ontstaan."
De voorzitter zegt toe, dat dit advies
doorgegeven zal worden aan de commissie
die dat uitwerkt en dat er aandacht aan
geschonken zal worden.
Vervolgens vraag Kouwer of er beter op
toegezien kan worden dat de woningen in
de bebouwde kommen niet in de recreatie
gaan. „Op allerlei slinkse manieren pro
beren sommigen door de mazen van de
wet te glippen, zeer tot ongenoegen van
degenen die hun woning niet voor recreatie
kwijt kunnen. We hebben in onze gemeente
nu een regeling, laten we die dan ook aan
houden voor iedereen."
Als derde punt stelt het gemeenteraadslid
Kouwer voor een telegram te sturen naar
de Tweede Kamer om namens de gemeente
raad aan te dringen op afsluiting van de
Oosterschelde. „Natuurlijk ben ik voor een
gezond milieu, maar ik vind dat de veilig
heid van onze mensen voorop moet staan.
Er wordt" door de tegenpartij een hoop
reclame gemaakt voor een open Ooster
schelde, laten wij nu ook eens zien dat
wij de veiligheid voorop stellen en de Oos
terschelde dicht willen, dit ook zeker na
de laatste dijkvallen en stormen die we
gehad hebben."
De voorzitter vindt dit een goed voorstel
en alle andere gemeenteraadsleden voelen
veel voor dit idee. De andere dag zal het
telegram verstuurd worden naar de Tweede
Kamer.
I. A. de Regt feliciteert de burgemeester
met zijn herbenoeming tot burgemeester
van Wissenkerke.
De burgemeester stelt deze felicitatie
zeer op prijs.
De Regt vraagt aan b. en w. of men
goed in de gaten wil houden waar de
nieuwe woningen voor de volgende bouw-
stroom gebouwd gaan worden. Niet zo
maar bouwen, maar alleen daar waar er
behoefte aan is.
Na de rondvraag sluit de burgemeester,
onder dank aan allen, de vergadering en
leest zijn ambtsgebed voor.
VOOROORDELEN JEGENS OUDERE WERKNEMERS
Boven de veertig afgeschreven?
Voor vele mannelijke werknemers blijkt de leeftijd van 40 jaar zo langzamer
hand een fatale leeftijd te worden. Volgens een recent rapport van de interna
tionale arbeidsorganisatie (ILO) zouden mensen van 40 jaar en ouder bijzonder
slechte kansen op een nieuwe werkkring maken, wanneer zij onverhoopt hun
oude werkkring zouden verliezen. Dit verschijnsel doet zich niet alleen voor in
Nederland, maar in alle westerse, geïndustrialiseerde landen.
In de meeste landen vormt de groep werknemers boven de 40 jaar daarom
het leeuwendeel van het aantal werklozen, die reeds langer dan een half jaar
zonder werk zit. We hebben hier te maken met een verontrustend sociaal
verschijnsel, waarvan te verwachten valt dat het zich in de naaste toekomst
nog op veel grotere schaal zal manifesteren.
Ook overheid "diskrimineert".
Veel werkgevers zien blijkbaar weinig heil
in het in dienst nemen van werknemers die
de leeftijd van veertig jaar zijn gepasseerd.
Heel merkwaardig als we bedenken dat bij
diezelfde werkgever soms een groot aantal
oudere werknemers werkt, die veelal tot de
steunpilaren van zijn bedrijf behoren. Ook
bij de overheid (rijk, gemeente, provincie)
kom je er boven de veertig jaar nauwelijks
meer in, vaak wordt die leeftijdsgrens in
de personeelsadvertenties zelfs duidelijk ge
steld. Je zou haast gaan denken dat mensen
van een jaar of 4045 over het algemeen
al stokoude stumperds zijn, die je maar het
beste in een bejaardentehuis zou kunnen
opbergen.
Het is een goede zaak dat in het rapport
van de internationale arbeidsorganisatie
scherp stelling wordt genomen tegen deze
mentaliteit. Het rapport spreekt van dis-
kriminatie en vooroordelen jegens oudere
arbeidskrachten en deze woorden lijken hier
inderdaad duidelijk op zijn plaats. Kenne
lijk gaat men er van uit dat oudere werk
nemers minder produceren, dat zij minder
snel iets kunnen aanleren, dat zij zich min
der soepel kunnen omschakelen enz. Er be
staat weliswaar geen enkel wetenschappe
lijk geschrift, waarin dergelijke feiten wor
den vermeld, maar in het koesteren van
ongerijmde vooroordelen zijn de mensen
vaak heel sterk, waarbij irrationele gevoe
lens het meestal winnen van de logika.
Overigens blijven wij die vooroordelen
tegen oudere werkkrachten een "merkwaar
dige zaak vinden. Want wij kennen menig
werkgever, die alsmaar klaagt over het feit
dat de jongere werkkrachten niet meer het
verantwoordelijkheidsbesef hebben van een
oudere generatie. Kortom, vele werkgevers
waarderen de ervaring en het verantwoor
delijkheidsgevoel, waarover juist zovele ou
dere werkkrachten beschikken. En toch ne
men zij bij voorkeur geen oudere werkne
mers in dienst. Woord en daad zijn hier
nogal eens met elkaar in tegenspraak.
Minder fysieke inspanning.
Dat werknemers van 40 jaar en ouder
fysiek niet meer tot topprestaties in staat
zouden zijn, wordt in het rapport van de
ILO tegengesproken. Volgens het rapport
is er de afgelopen jaren sprake geweest van
een geweldige verbetering van de gezond
heidszorg. Niet alleen is hierdoor de gemid
delde levensduur verlengd, maar is ook de
kwaliteit ervan in de rijpere jaren aanzien
lijk verbeterd.
Bovendien hebben de technologische ver
beteringen tot minder lichamelijke inspan
ning tijdens het werk geleid. Je behoeft niet
meer de 100 meter horden te kunnen lopen
om nog geschikt te zijn om funkties in het
moderne bedrijfsleven te kunnen uitoefenen.
Over de mate van aanpassing van oudere
werkgevers aan nieuwe werkomstandigheden
bestaat volgens het ILO-rapport veel mis
verstand. Natuurlijk stamt de opleiding van
oudere werknemers uit een vroeger tijd
perk, vanzelfsprekend zullen zij veelal ge
werkt hebben met gereedschap dat inmid
dels door nieuwe apparatuur is vervangen,
maar men onderschat het aanpassingsver
mogen van oudere werkkrachten wel heel
erg als men er bij voorbaat van uitgaat
dat zij zich geen nieuwe werkmethoden
eigen kunnen maken.
Kantoorpersoneel.
Nochtans is iemand die op veertigjarige
of oudere leeftijd werkloos wordt, so
ciaal uitermate kwetsbaar geworden. In
sommige landen is rond 65% van degenen
die langer dan zes maanden werkloos zijn
ouder dan 50 jaar. Het percentage werklozen
onder oudere vrouwen is er zelfs nog hoger
dan voor mannen. Ook alweer een vooroor
deel: oudere vrouwen, zo denkt men, zijn
fysiek sneller afgetakeld.
Volgens het ILO-rapport worden hand
arbeiders het zwaarst getroffen door deze
vooroordelen. Maar meer en meer wordt het
bijvoorbeeld ook voor kantoormensen uiterst
moeilijk om na hun veertigste nog een nieu
we baan te krijgen. Deze zaak is des te
ernstiger als men bedenkt dat door de voort
durende mechanisering en automatisering
er de komende jaren in de administratieve
sektor wel de nodige klappen zullen vallen.
Het „witte-boorden-proletariaat" zit op de
wip en voor de oudere werknemers wordt
het zeer moeilijk om dan nog weer ergens
te worden aangenomen.
In ons land heeft men oudere werknemers,
die werkloos zijn geworden, via wettelijke
maatregelen een betere solücitatiekans wil
len geven. Wanneer zij door een werkgever
worden aangenomen, kan deze werkgever
voor een bepaalde termijn een soort loon
subsidie ontvangen, die kan oplopen tot
30% van het door de betreffende werknemer
verdiende loon. Wc moeten afwachten of
deze maatregel in de praktijk effekt sor
teert. Naast het nemen van dergelijke maat
regelen dient er gestreefd te worden naar
een mentaliteitsverandering in brede kring.
Vooroordelen als zouden oudere werk
krachten minder produceren, lichamelijk
zwakker zijn en over minder aanpassings
vermogen beschikken dienen ter diskussie
te worden gesteld.
Mr. A. Bronsbergen.
Kruiswoordpuzzel no. 362
1
2
3
j4
3
8
9
10
11
12
13
15
16
17
19
30
23
24
26
27
28
30
32
33
3,
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
47
48
49
50
51
53
55
56
58
60
61
62
63
54
66
68
59
71
72
73
74
75
Horizontaal: 1. onderwijzer - 7. oneer - 13.
uitroep - 14. oosterse titel - 15. collektieve
arbeidsovereenkomst (afk.) - 16. deel van
de dag - 17. de onbekende (afk.) - 18. meis
jesnaam - 19. Europeaan - 20. slede - 22.
aanw. vooornaamwoord - 24. voormalig
eiland in Nederland - 26. verharde huid
29. werpstrik - 31. dichtbij - 33. enig - 35.
plaats in België - 36. bevel - 37. zangnoot
38. vogeleigenschap - 40. hoofddeksel - 41.
vervoerbedrijf (afk.) - 42. plaats in Iran
43. of dergelijke (afk.) - 45. danskoor - 46.
gegraven gat - 48. administratie troepen
(afk.) - 50. dier - 52. niet raak - 54. planeet
56. reus - 57. voorschrift - 59. draai, om
wenteling - 60. aanw. voornaamwoord - 61
jongensnaam - 63. de oudere (afk.) - 65
bijb. naam - 66. ijzerhoudende aarde - 67
zangnoot - 68. kraan - 70. fr. lidwoord - 72
plaats in Gelderland - 73. insckt - 74. bege
leiding - 75. groente.
Verticaal: 1. beroep - 2. lidwoord - 3. vogel-
produkt - 4. deel van het gebit - 5. effen
6. rondhout - 7. scandium (afk.) - 8. plaats
in Egypte - 9. meetkundeterm - 10. bijwoord
11. spoedig - 12. vroeger - 21. oosterse
jongensnaam - 23. stapel - 24. deel van
Amerika (afk.) - 25. laboratorium (afk.)
27. een zekere - 28. sekonde - 30. weldra
31. visgerei - 32. waardebriefje - 34. keu
kengerei - 36. plaats in Italië - 39. lopend
touw - 40. voedsel - 43. mil. rang - 44.
spaanse titel - 45. elasticiteit - 47. geheel
de uwe (fr. afk.) - 48. groet - 49. grondig
51. ijle stof - 52. voorzetsel - 53. droog
(van wijnen) - 55. zeehond - 57. vrolijk en
bekoorlijk - 58. noodgebouw, keet - 60.
deel van een huis - 62. smalle strook
64. soort - 67. deel van het lichaam - 69.
permanente commissie (afk.) - 71. water in
Friesland - 72. en anderen (afk.) - 73.
titel (afk.).
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 361
Horizontaal: 1. besluit - 7. gebaren - 13.
stand - 14. barak - 15. ara - 18. rel - 20.
knol - 22. loos - 25. oh - 27. indiaan - 29. ao
30. tra - 32. Ee - 33. se - 34. bus - 35. ram
37. Ate - 39. Spa - 41. od - 42. prima
Verticaal: 2. es - 3. sta - 4. lark - 5.
unaniem - 6. id - 8. eb - 9. barones - 10.
Ares - 11. ral - 12. ek - 16. old - 17. vla
19. rots - 21. one - 23. OAS - 24. rose
26. hr - 28. intieme - 29. au - 31. arosa
43. rr - 45. sok - 47. mes - 48. vos - 50. 34. barst - 36. ADO - 37. arm - 38. Ems
ala - 52. lo - 54. tl - 55. tik - 57. Ab - 58.
armelui - 61. tt - 62. over - 63. eind - 65.
ooi - 66. dof - 68. gesel - 70. negen - 72.
vertrek - 73. spreeuw.
40. pro - 44. paar - 46. klavier - 48. vlinder
49. akte - 51. lb - 53. ore - 54. tui - 56. it
59. mrs - 60. lek - 62. oost - 64. doge
65. oer - 67. fee - 68. ge - 69. Ie - 70. np
71. nu.
FEUILLETON
„Vooruit, Rienie, drie keer is scheeps
recht. Cognac moet je leren drinken. Hei-
is echte Franse. De beste kwaliteit. Nou,
doe je nog één keer mee?"
Met enige tegenzin bracht ze het glas
opnieuw naar haar mond. Ze rook eens aan
de inhoud, keek naar de jongen, die zijn
glas nu leegdronk en nam met de moed der
wanhoop een flinke teug. Gelijk zette ze
het glas neer en kreeg een hoestbui. „Gad-
sieuche, uchewat is dat
uchescherp. Uche, uchehet brandt
uchein je keel. Uche, uche. Dat je
zoiets lekker kunt vinden."
„Je neemt teveel tegelijk."
Ze snoot haar neus, het glas van zich
afschuivend. „Kan wel zijn, maar ik hoef
niet meer. Ik neem wel wat cola." Ze kwam
overeind en liep naar de keuken om even
later terug te komen met een glas cola.
Wat later wasten ze samen af in de keu
ken. Dat wil zeggen: het meisje waste af
en hij droogde. „Dat doe ik thuis ook wel
eens", verduidelijkte hij. „Bijvoorbeeld zon
dagsmiddags. Mijn zus wast dan af. Heeft
moeder het ook wat gemakkelijker, snap je?"
„Vertel eens wat van je thuis. Hoeveel
broers en zusters heb je?"
„Twee zusters. De oudste is getrouwd
en Lydia is twee en twintig. Ze is nog thuis,
maar heeft verkering met een banketbakker
uit ons dorp. Een fijne knul; een humorist.
Vader is inkoper voor het Rijk. Rijdt stad
en land af. Moeder is een schat. Trouwens,
dat zijn alle moeders, nietwaar?"
Rienie knikte. „Werkt je jongste zus nog?''
„Bij de girodienst in Arnhem. Volgend
jaar zullen ze wel gaan trouwen. Lydia en
Henk."
„En jij? Heb jij geen meisje?"
„Nee. Dat is te zeggenik ben vorige
week een avond uit geweest met een Leidse
schone. Dat brengt me op een idee. Wan
neer gaan wij dansen?"
Ze schudde haar hoofd. „Niet zolang
mama in het ziekenhuis ligt. Dat vind ik
niet reëel."
„Juist. En daarna durf je het niet meer,
want dan is je moeder alleen, sloompie."
„Dank je wel." Ze keek verstoord voor
zich.
„Ja, natuurlijk. Ben jij een flinke jonge-
vrouw? Je bent een kasplantje. Ga es een
keer fijn aan de boemel, zet de bloemetjes
buiten. Je bent maar één keer jong. Ergens
ben je een stommeling, he? Want je ver
langt er naar. Om te leven. Werkelijk te
leven! Dat weet ik zeker. Je verlangt naar
gezelligheid, jonge mensen om je heen, mu
ziek, een dansje, een drankje. En misschien
een aardige jongen, die je kust en tot leven
brengt. Je hebt vanzelf geen vriendinnen
meer, dat ligt voor de hand. Inplaats van
het leven te genieten, sluit je jezelf op in
deze kamer. Met een boek. En boven, op je
slaapkamer stiekum een sigaret, want je
moeder houdt er niet van, dat je rookt.
Nou, ik ben gek op mijn moeder, hoor, dat
verzeker ik je. Maar als ze zou zeggen: blijf
thuis, anders ben ik zo alleen, zou ik ant
woorden: zet dan de teevee maar aan, of
de radio. Of neem een handwerkje, want
ik ga uit. Ik ben jong. Dat deed u vroeger
ook. Maar mijn moeder is een verstandig
mens en laat mij m'n gang gaan."
Hij droogde de laatste schaal af en zette
hem op de keukentafel. Toen hun blikken
elkander ontmoetten, zag hij, dat ze pioen-
rood was geworden. „Je durft nogal wat
te zeggen!" siste ze, spinnijdig.
„Het is de waarheid, Rienie, en die klinkt
niet altijd even aangenaam. Je hebt je rok
ingekort; moet je eens in de spiegel zien,
hoe charmant het je staat. Enkel die vier
of vijf centimeter stof minder doet je ver
anderen in een vlottere meid. Zo, dat wou
ik maar zeggen. Ik mag je, daarom wijs ik
je op je feilen. Voor je eigen bestwil. Je
zult in de toekomst toch wel eens een keer
willen trouwen, niet? Zorg er dan voor,
dat je er aantrekkelijk uitziet, zodat de
jongens je opmerken."
Hij hing de droogdoek op het rek en
keek in het rond. Ze was zwijgend bezig
het aanrecht schoon te maken. Nog altijd
had ze een hoogrode kleur van verontwaar
diging. Maar dat kon hem niet schelen.
Op zijn horloge kijkend, zei hij: „Het is
nog geen half tien. Als je klaar bent, gaan
we nog een uurtje toeren."
„Toer jij maar alleen. Ik ga niet mee.
Wat denk je wel van me?"
„Dat je een stumperd bent. Dan ga ik
wel alleen. Even naar boven, m'n sigaretten
halen. En m'n cognac wegzetten. Als je je
soms nog bedenkt
Ze snoof enkel, zodaat hij de keuken
verliet en fluitend naar boven ging. Opzet
telijk bleef hij nog een paar minuten treu
zelen en vroeg zich af, of ze wel eens door
een jongen gezoend was. Maar toen hij
beneden kwam, bleef alles stil. Zodat hij
naar buiten liep en in zijn wagen stapte.
Wegrijdend zag hij haar in de salon staan,
met de rug naar het raam gekeerd. Dat ze
stond te huilen van spijt over haar koppig
heid, wist hij niet.
Gedurende twee dagen was er een soort
van gewapende vrede tussen hem en Rienie.
Ze spraken nauwelijks tegen elkaar. Hij
had trouwens elke dag naar de toestand
van haar moeder geinformeerd en stereotiep
hetzelfde antwoord gekregen: „Dank je.
Ze maakt het goed."
Het kon hem verder weinig schelen. Al
leen had hij bemerkt, dat ze naar de kapper
was geweest. En een andere jurk aan had,
waarvan de rok iets korter gemaakt was.
Het is loch niet voor niets geweest, dacht
hij. Zul je haar moeder horen, als die te
zijner tijd thuiskomt. Die krijgt meteen een
flauwte van schrik.
Dinsdagsavonds was hij om half acht
aan de Turfmarkt en belde aan. Riek deed
open. Toen ze hem zag, lichtte haar blik
opgetogen op. „Hallo! Fijn, dat je er bent.
Ga je even mee naar binnen? Ze willen je
zien."
Wat onwillig volgde hij het meisje naar
een kleine kamer, waar een vrouw en twee
mannen zaten. Riek stelde voor: „Mijn vader,
mijn moeder en m'n oudste broer Jan. Dit
is Gert Treep. Hij bouwt iets groots in
Brasemsveld."
Gert drukte handen. „Nou, dat bouwen
doe ik niet alleen, hoor. Ik heb enkel het
opzicht."
De broer knikte. „Ik ben vorige week
door Brasemsveld gereden. Ze zijn met het
stalen skelet bezig, niet?
„Ja, we zijn zo ongeveer halfweg."
„Kop koffie, meneer Treep?"
„Zegt u maar Gert. De koffie sla ik na
tuurlijk niet af. Is ze net zo lekker als bij
Riek in het restaurant?" vroeg hij ondeu
gend.
„Dat moet je zelf maar beoordelen,"
antwoordde het meisje gevat.
Een poosje later reed hij met haar naast
zich door de stad. „Niet meer bang?"
Ze schudde haar hoofd. „Nee, ik geloof
van niet. Waar wil je heen?"
Hij keek haar één ogenblik aan. „Jij mag
het zeggen. Zandvoort? Katwijk? Den Haag?
Of de Haarlemmermeer in. Hoe laat moet
je weer thuis zijn?"
Ze keek hem een beetje verontwaardigd
aan. „Zeg, ik ben geen zeventien meer. Ik
heb zelf een huissleutel, hoor. Maar morgen
heb ik vroeg."
„Hoe vroeg?"
„Negen uur."
Hij proestte het uit. „Noem je dat vroeg?
Ik begin elke morgen om zeven uur."
„Jaja, dat ken ik, want om een uur of
vijf is meneer natuurlijk al klaar. Maar ik
tuin door tot half zeven. Met af en toe
een kwartiertje om wat te eten. En dan nog
in de stille tijd. Man, je hebt een prinsen
leven bij mij vergeleken. Moet je zaterdags
komen, als ik laat heb. En zondags. Begin
ik om\éên uur en ben ik twaalf uur later
klaar. Klokje rond. Moet je 's nachts m'n
voeten eens voelen."
„Goed, ik kom zaterdagnacht wel even
aan op de Turfmarkt. Om een uur of drie,
schikt dat?"
Ze schoot in een lach. „Jan duvelde je
vierkant de deur uit. Hij is toch al zo agres
sief."
„Waarom?"
„O, dat weet ik niet. Zo is zijn aard
misschien."
„En jij?"
„Ik heb nagels aan m'n vingers, meneer
tje."
„Wel, wel, laat eens voelen."
Ze kwam met gekromde vingers naar zijn
gezicht, maar vlakbij gekomen streek ze
hem een keer over zijn wang. „Jij niet. Jij
bent lief," zei ze zacht.
Hij glimlachte. „Je zult ze bij mij niet
nodig hebben, kindlief. Die nagels, bedoel
ik."
„Daar ben ik van overtuigd. Waar gaan
we nu heen?"
„Geen voorkeur?"
„De zee is me nu te koud. Ach, wat geeft
het ook. Rij' zo maar een eind weg."
„Hoe laat uiterlijk thuis?"
„Dat steekt niet zo krap." antwoordde
ze, schouderophalend. „Twaalf uur? Is dat
niet te laat voor jou?"
„Welneedan weet ik wel wat."
Een klein uur later waren ze in een buiten
wijk van Utrecht. Hij zette de wagen nabij
een restaurant neer en ging met het meisje
naar binnen. „Hier kunnen we dansen,"
zei hij. „Daar heb ik zin in."
„Zomaar? Waarom?"
„Ik wil je nu wel eens een keer in mijn
armen voelen."
(Vyordt vervolgd).