De Stelpost....
De wereld der liefde
tfV
VERKCUDKEID
EN YII/IIYI-i
QTj
door Gees Giesbeek
EEN NATUURLIJK VERSCHIJNSEL MET VELE FACETTEN
In de natuur speelt evenals in onze men
senwereld de liefde de grote rol. Liefde is
een bijzonder moeilijk te omschrijven iets,
daar hebben de grootste geesten van onze
wereld reeds hun krachten aan gegeven
en het blijkt, dat woorden ontoereikend
zijn om deze abstraktheid te concreti
seren.
Wij moeten beslist niet denken, dat
„liefde" iets typisch menselijks is, want dan
vergissen we ons. Het is iets, dat in de
gehele levende natuur voorkomt en wan
neer we daar eens op gaan letten, iets
meer over lezen en van zien, dan staan we
perplex over de vele vormen die de natuur
ons op dat gebied laat zien. Vooral de
laatste tijd hebben veel wetenschappelijke
onderzoekers van dit onderwerp een speciale
studie gemaakt en zo zijn er een groot aan
tal merkwaardige en bijzonder interessante
details ontdekt met betrekking tot wat men
het liefdeleven zou kunnen noemen van een
groot aantal dieren.
Bij het grootste deel van de hogere die
ren zien we een liefdeleven dat niet zo
bijzonder veel verschilt van dat van de
mens. Het komt er althans in grote lijnen
mee overeen.
Bij de vogels is er al wat meer variatie,
vooral in de diverse manieren waarop in de
paartijd de mannetjes trachten een vrouwtje
te veroveren. Maar bijzonder interessant
wordt het in de insektenwereld.
Van verschillende insekten wist men reeds,
dat zij elkaar aantrekken door geluiden. Zo
bijvoorbeeld de sprinkhanen. Aanvankelijk
was men er nog niet zeker van, totdat een
Oostenrijks onderzoeker de volgende proef
nam, die wel bewijst, dat het de zang van
het krekelmannetje is die het wijfje lokt. Hij
plaatste een mannetjeskrekel tezamen met
een microfoon in een kamer en een vrouw
tjeskrekel met een luidspreker in een andere
ruimte. Toen het vrouwtje het mannetje
hoorde tsjirpen, ging zij zo snel mogelijk
op de luidspeker af, verwachtend dat haar
partner daar zou zijn.
Verdere onderzoekingen wezen uit, dat
elke soort spinkhaan of krekel een eigen
specifieke toon heeft, welke geluiden wij
dikwijls nauwelijks van elkaar kunnen on
derscheiden, doch die door de dieren zelf
wel degelijk uiteen gehouden worden. Een
vrouwtje gaat slechts op een geluid' af,
dat gemaakt wordt door een mannetje van
haar eigen soort.
De techniek heeft ons een handje gehol
pen bij het ontleden van die voor ons zo
gelijksoortige geluiden. De geluiden kunnen
namelijk via elektronische apparatuur om
gezet worden in beelden, welke beelden ge
filmd of gefotografeerd kunnen worden,
waardoor het mogelijk wordt de kleine
specifieke verschillen te ontdekken in de
beelden.
Bij vlinders is het een geheel andere
oorzaak die de verliefdheid doet ontstaan.
Reeds lang wist men dat bij vlinders ge
luiden vermoedelijk geen rol spelen, men
had ze tenminste niet kunnen ontdekken,
ook niet toen men de beschikking kreeg over
moderne apparatuur, waarmee het moge
lijk werd geluiden op te nemen die door
ons oor normaal niet kunnen worden ge
hoord. Bij vlinders moest er dus een ander
aantrekkingsmiddel zijn. Maar welk?
Naarstig toog men op onderzoek, om ten
slotte tot de conclusie te komen, dat het
geuren zijn, die door het wijfje uitgestoten
worden en die het vlindermannetje razend
van liefde maken. We hebben ze allemaal
wel eens gezien, twee van die uitgelaten,
om elkaar dartelende vlinders; dat is hun
liefdesdans, veroorzaakt door de minieme
liefdesparfumwolkjes van het vrouwtje en
die een mannetje van heel grote afstand
kunnen aantrekken.
De samenstelling van het „parfum" bleek
bij elke soort anders te zijn. Ook hier rea
geert een mannetje alleen op de geur van
de eigen soort.
In de natuur heeft Amor een eigen taal,
bestaande uit duizenden dialekten en elk
verstaat slechts het eigen dialekt.
GEVAREN NIET MEER ZO GROOT ALS VROEGER
Longontsteking is een ziekte, die men
heus niet alleen in de herfst of winter
kan oplopen. De kansen zijn uiteraard wel
groter, maar ook in het warmer jaarge
tijde bestaat de kans om longontsteking
te krijgen, als gevolg van kouvatten, of
als complicatie bij bepaalde ziekten, e.d.
Longontsteking heeft vooral onder de
ouderen nog altijd een zeer slechte faam.
Dat is ook wel begrijpelijk, want vroeger
was het een ziekte, waaraan velen over
leden. Longontsteking was een gevaarlijke
ziekte en dat speelt nu nog steeds mee in
de beoordeling van deze ziekte door oudere
mensen. Bovendien is zelfs nu, in onze tijd
van de geweldige ontwikkeling van de me
dische wetenschap, longontsteking voor be
jaarden altijd nog een gevaarlijke zaak,
omdat zij minder weerstand in het lichaam
hebben dan jongeren.
Er is echter sinds vroeger wel het een en
ander veranderd en de prachtige ontwik
keling van de medische wetenschap demon
streert zich ook duidelijk in de bestrijding
van deze ziekte, die tegenwoordig zeker
niet meer zo levensgevaarlijk is als voor
heen en wel dank zij de moderne anti
biotica, waarover de medici beschikken.
Dit kan in veel gevallen een prettige weten
schap zijn.
Daar komt nog bij, dat longontsteking
en longontsteking niet altijd dezelfde ziekte
behoeft te zijn. We kennen namelijk twee
typen longontsteking. De eerste is een ont
steking van de longkwab, die veroorzaakt
wordt door een bacterie, die bekend staat
onder de naam pneumococcus.
Interessant is te weten, dat ook een ge
zond mens normaal deze bacteriën met zich
meedraagt, doch slechts onder bepaalde om
standigheden krijgen ze de gelegenheid hun
slechte invloed te doen gelden. Opvallend
is ook echter, dat deze ziekte tweemaal
zoveel voorkomt bij mannen als bij vrou
wen. Het is de longontsteking, waarbij de
patiënt hoge koortsen heeft, die ruim een
week aanhouden, waarna de „crisis" in
treedt en als de patiënt dit alles heeft
doorstaan, dan gaat de koorts zakken en
treedt langzamerhand herstel in.
In dit geval van Pneumonie is er sprake
van een ontstoken longkwab, waarin zich
veel water ophoopt. Dit vocht maakt de
kwab hard, terwijl hij geen deel meer neemt
aan de zuurstofopname. Hierdoor lijkt het.
alsof de patiënt in ademnood verkeert. Hij
ademt snel en stotend terwijl de hoest
droog is. Dank zij de moderne antibiotica,
verloopt de ziekte sneller, zodat men tegen
woordig soms nog maar weinig van de bo
vengeschetste oude verschijnselen bemerkt.
Dit soort longontsteking komt zelden
voor bij kinderen. Het zijn meestal vol
wassenen, die hiervan het slachtoffer wor
den.
Een andere longontsteking vinden we wel
bij kinderen. Die staat bekend met de naam
„bronchopneumonie". Populair gezegd heb
ben we hier te maken met een verwaar
loosde bronchitus. De ontsteking in de
bronchi (de pijpen, die naar de longkwab
ben lopen), zijn dan ontstoken, ook dikwijls
weer als gevolg van een verwaarloosde
verkoudheid. De ontsteking heeft zich dan
uitgebreid tot verschillende plekjes in de
longen. De ziekte is bij kinderen dikwijls
een complicatie bij mazelen, difterie en
griep.
Ook hier is de ademhaling moeilijk, de
temperatuur hoog en de patiënt voelt zich
echt goed ziek. Evenals bij de hiervoor be
sproken vorm van longontsteking, werkt
de arts ook hier met antibiotica en verder
met diverse middelen om de slijmafvoer
goed op gang te brengen, zoals dat ook
gebeurt bij de gewone bronchitus.
Dikwijls vergt de longontsteking, in weer
wil van het feit, dat de ziekte veel van zijn
boosaardigheid heeft verloren, een lange
periode van herstel.
WINTERTIJD IS VERKOUDHEIDSTIJD.
Het is reeds geruime tijd bekend, dat
vitamine-C een gunstig effect heeft ter
voorkoming of genezing van verkoudheid.
Tot nog toe meende men echter, dat het
niet in staat was een echte fikse verkoud
heid werkelijk zelfstandig te genezen. Vi
tamine-C droeg tot de genezing bij.
Nobelprijswinnaar professor Linus Pau
ling, van de Stanford-universiteit in de
Verenigde Staten, die specialist is op het
gebied van onderzoekingen op scheikundig,
biologisch, geneeskundig terein, is echter
een andere mening toegedaan.
Hij meent, dat wanneer men voldoende
vitamine-C (ascorbinezuur) tot zich neemt,
dit de mens beschut tegen verhoudheid,
terwijl een reeds aanwezige verhoudheid
ook goed met ascorbinezuur te genezen
zou zijn.
Zoals bekend, komt vitamine-C onder
meer voor in groente en fruit. De hoeveel
heid die wij normaal via ons voedsel ver
krijgen is echter volgens professor Pauling
onvoldoende om verkoudheid te voorkomen
of te genezen. Ook bij proefondernemingen
door medici, waarbij aan de proefpersonen
maximaal 200 milligram per dag werd ver
strekt, was volgens de professor de hoe
veelheid te gering.
Volgens de onderzoeker zou men moeten
werken met doses van één tot vier gram per
dag om werkelijk effectieve resultaten te ver
krijgen. Is men reeds flink verkouden, dan
zou men elke dag ongeveer een halve thee
lepel ascorbinezuur in poedervorm moeten
innemen om te genezen. Is er een ver
koudheid op komst, dan kan men volstaan
met een kwart lepeltje per dag. De eerste
verschijnselen zouden dan binnen enkele
uren verdwijnen. Na het verdwijnen van
deze verschijnselen moet men toch nog enige
dagen doorgaan met innemen, omdat ge
bleken zou zijn, dat bij te vroeg stoppen
met het innemen van ascorbinezuur de
verkoudheid achteraf toch nog komt op
zetten.
Ascorbinezuur heeft overigens een laxe
rend effekt en daarom doet men er, volgens
professor Pauling goed aan, het middel na
de maaltijden in te nemen. Men kan de
dagelijkse hoeveelheden ook heel goed in
een aantal kleinere doses verdelen, die men
dan na elkaar in de loop van de dag in
neemt.
Professor Pauling schrijft in zijn boek
„Vitamine-C en verkoudheid", dat hij een
voorstander is van het gebruik van ascor
binezuur, omdat dit een natuurlijke sub
stantie is, die door het lichaam goed wordt
opgenomen, dit in tegenstelling tot diverse
andere middelen, die voor de behandeling
van de verkoudheid worden gebruikt en
die schadelijk kunnen zijn voor het men
selijk lichaam.
Reeds heel lang geleden wist men, dat
er zich in diverse groenten en fruit een
stof bevond, die voor ons lichaam op de
een of andere wijze van groot belang was.
Wanneer men onvoldoende verse groente en
fruit kreeg trad er scheurbuik op, een ziekte
waaraan vroeger duizenden zeelieden op
hun lange reizen over de wereldzeeën
stierven. Later ontdekte men, dat het hier
ging om een vitamine en wel vitamine-C,
die onontbeerlijk is voor de mens, doch die
hij in tegenstelling tot de meeste levende
wezens niet in eigen lichaam produceert.
Vitamine-C moet de mens dus van buiten
af betrekken.
In 1928 gelukte het de wetenschap, om
voor het eerst vitamine-C te isoleren en
kort daarop presteerde men het ook deze
belangrijke vitamine synthetisch te berei
den. Vanaf dat moment behoefde de mens
niet meer te lijden onder een tekort aan
vitamine-C.
Wanneer de methode v^n professor Pau
ling inderdaad juist zou zijn, dan moet het
mogelijk zijn, om de gewone verkoudheid
bij het optreden van de eerste verschijnselen
door middel van het gebruik van vitamine-
C effectief te bestrijden en zelfs een reeds
aanwezige verkoudheid op korte termijn
te genezen.
FEUILLETON
„Allicht, meneer Treep", antwoordde de
kraandrijver.
„In orde. Knappen jullie je op. Met een
half uurtje rijden we weg."
In het kantoortje gekomen, zag Gert,
dat de envelop verdwenen was. Hij knikte
tevreden. We begrijpen elkaar. Als het nog
eens nodig is, zal ik op zijn medewerking
kunnen rekenen. En dat is heel belangrijk.
Wat Diephuis heeft verknoeid, is door de
firma Matsers weer rechtgetrokken.
Precies zo zei hij het die zaterdagavond
bij Kees Matsers thuis, waar hij een sum
mier verslag uitbracht over de gebeurte
nissen der laatste twee dagen. De oude baas
antwoordde, dat hij Diephuis goed de waar
heid had gezegd en dat hij zelf in de ko
mende week een dag kwam kijken. „En
dan ben ik er om vóór zevenen, Gert. En
wee de Diephuizen, als er geen van hen
aanwezig is. Dan zal ik ervoor zorgen,
dat Brasemsveld op zijn grondvesten staat
te trillen, dat verzeker ik je!"
Zondagsavonds was Gert Treep weer bij
tijds in Brasmesveld terug. Waarschijnlijk
had Rinie Schollenberg gehoord, dat hij de
sleutel in het slot stak, want ze stond hem
in de deuropening op te wachten. „Hallo,
Gert, wat ben je fijn vroeg!"
Hij keek haar verrast aan, zijn koffer
neerzettend. „Had je me nog niet verwacht?"
„Nee, doorgaans kom je pas om een uur
of elf. En het is nu net tien uur. Kom gauw
verder, maak ik koffie klaar, ja?"
„Dat doen we, meid. En? Hoe is het met
je moeder?"
„O, die gaat goed vooruit, gelukkig. Ik
moet je vooral hartelijk danken voor de
plant. Ik heb van jouw tientje een bloeiende
plant gekocht. Ze neemt hem mee naar
huis, als ze uit het ziekenhuis mag."
„Eleeft ze nog pijn?"
„Ja, wel wat. Maar daarvoor krijgt ze
injecties. Zeg, ik heb alles in huis. Voor
de rijsttafel. Wachteerst de koffie."
Hij stak een sigaret op, toen ze naar de
keuken was gegaan. Is die even in een paar
dagen vlotter geworden! En ze heeft ook
een kortere rok aan.
Gert wees ernaar, toen ze de koffie voor
hem neerzette. „Moderner geworden?"
Ze begon te kleuren. „Staat het me? Ik
wil hem morgen aantrekken naar m'n werk."
Hij keek nog eens. „Ga es zitten."
Ze deed het, nog dieper blozend. Goed
keurend knikkend, zei hij: „Prima. Laat je
benen gerust zien, kind, ze zijn best de
moeite waard. Heeft je moeder niets ge
zegd?"
„Mama heeft het niet gezien. Ik had een
regemantcl aan."
„Hou' het maar zo."
Ze zaten nog een poosje gezellig te pra
ten, tot Gert overeind kwam en verklaarde,
dat hij moe was. „Morgen is het weer vroeg
dag. Ik heb slaap, 't Is een eind, hoor, van
Velp af. En het" was ontzettend druk op de
autoweg. Bij Oudenrijn zat ik wel een half
uur in een file. Allemaal dagjesmensen, die
weer naar huis reden."
In het voorbijgaan naar de deur streelde
hij vluchtig haar wang en merkte langs z'n
neus weg op „Koop eens een betere beha,
Rienie. En laat je haar wat bijpunten. Dan
kun je meedoen aan een schoonheidswed
strijd. Je zou beslist geen gek figuur slaan."
Ze hapte naar adem en werd rood van
verontwaardiging. Maar Gert was al ver
dwenen. Ze hoorde hem fluitend naar boven
lopen.
Koop eens een betereWaar hij al
niet naar kijkt! Toen ze wist, dat hij op zijn
kamer was, sloop ze naar de keuken en
bekeek zichzelf in de spiegel. Hoewel ze
op ditzelfde moment nog woedend was op
de commesaal wat een inpertinentie!
moest ze hem in haar hart gelijk geven.
Misschien had ze morgenavond na werktijd
wel even gelegenheid. Maar toch
De volgende morgen werd meteen het
onderbroken werk voortgezet. Voorlopig
hield Gert een oogje in het zeil, tot om
half acht de wagen van Piet Diephuis het
terrein kwam oprijden. Hoewel Gert zich
erover verwonderde, liet hij niets merken.
Waarschijnlijk nieuwsgierig naar onze kraan,
dacht hij. Natuurlijk een stuk beter en mo
derner dan de hunne.
Ze gaven elkaar automatisch de hand.
Piet bleef een poosje staan kijken. „Die is
beter dan de onze," moest hij tenslotte toe
geven.
„Nieuwer fabrikaat," lichtte Gert toe.
„We hebben er zo nog twee. Wat vooral
belangrijk is: ze zijn stormbestendig. Tot
windkracht negen bemerk je boven vrijwel
niets. Wordt het sterker, dan halen we de
machinist naar beneden, maar hij is ge
garandeerd voor tien. De konstruktie is
anders."
Piet knikte. „Ik zie het." Er klonk jaloezie
in zijn stem.
Om half elf gingen ze naar het kantoortje
om koffie te drinken. Gert vroeg: „Hoe is
het vrijdag eigenlijk afgelopen? Ik bedoel:
met de politie?"
„Ze hebben proces-verbaal opgemaakt.
Ernstige nalatigheid noemden ze het." Hij
haalde verachtelijk zijn schouders op. „Dat
versiert de ouwe wel, dat is hem best toe
vertrouwd. Let eens op mijn woorden: uit
eindelijk blijft er een gewoon bedrijfsongeval
over. Onvoorzichtigheid tijdens het manoeu
vreren."
„Maar dat was het niet," weerlegde Gert,
enigszins geschokt.
„Wat geeft dat? Komen die kerels toch
niet te weten."
„Ergens deugt het niet. Piet."
De man haalde zijn schouders op. „Er
deugt zoveel niet in deze wereld. Wat heb
je aan een boete? Dat wordt dan zeker op
z'n minst duizend gulden. En dan moeten
jullie meebetalen. We hebben het nageke
ken in het kontrakt. Zal je baas leuk vin
den."
„Je vergeet de ontsnappingsclausule. Piet,
in het aanhangsel, waarin sprake is van
ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. En
jullie waren persoonlijk verantwoordelijk
voor die kraan, zo goed als wij het zijn voor
deze." Hij wees naar buiten.
„Nou, ik weet dat zo net nog niet. In
elk geval behoef je je hierover geen zorgen
te maken. Dat komt op de gebruikelijke
wijze in orde. Laat dat maar aan mijn vader
over, want dat is voor ons beiden het beste."
Gert besloot er niet verder op in te gaan.
Wel zei hij nog: „Ik ben vrijdagavond naar
het ziekenhuis geweest. Die twee maken
het redelijk goed. Je gaat er zeker een dezer
avonden ook heen?"
De man fronste zijn wenkbrauwen. „Zal
wel zien, als ik zin heb. Die Gorissen komt
niet meer terug; op hem behoeven we dus
niet te rekenen. Ik zorg wel voor een ander."
Gert begon zich op te winden. „Ik kan
niet zeggen, dat jullie erg meelevend zijn,
he?"
„Man, maak er niet zo'n drukte over.
Bedrijfsongevallen komen altijd en overal
voor. Bij jullie en bij ons. Stel je voor, dat
je elke keer naar het ziekenhuis moet gaan
om te kijken, hoe men het maakt. Daar
is toch geen beginnen aan? Vader zal wel
wat sturen."
„Zo? Nou, ik heb gezorgd voor een paar
ruikers bloemen. Staat op de onkostenre-
kening."
„Mij best. Wij kijken niet op een paar
honderdjes meer of minder."
Gert begon er spijt van te krijgen, dat
hij er in toegestemd had samen met aan
nemer Diephuis aan het werk te gaan. Va
der en zoon Diephuis waren keiharde za
kenlieden, die het nauwelijks interesseerden,
of er iemand een ongeluk kreeg. Dat was
het risico, waarmee ze in zoverre te maken
hadden, dat andere mannen hun plaatsen
moesten innemen. Hetzij tijdelijk, hetzij per
manent. Plus het extra administratieve werk,
dat daar weer aan vast zat. Voor de rest
bekommerde men zich niet om de mensen.
Daar is geen beginnen aan, is de stelregel
van de Diephuizen. Mooie moraal.
's Avonds genoten Gert en Rienie van de
rijsttafel, die ze samen gereedgemaakt had
den. Het was weliswaar half negen, voor
ze aan tafel zaten, maar toen was ook alles
kant en klaar. Na het diner liep Gert naar
boven en kwam even later terug met een
half gevulde cognacfles en twee glaasjes.
„Doe je mee?"
„Wat is dat?" vroeg ze verbaasd kijkend.
„Cognac. Lust je toch wel?"
„Nooit gedronken."
„Ga wegWerkelijk niet?"
„Nee, natuurlijk niet. Smaakt het lekker?"
„Ik vind van wel. Probeer het eens." Hij
goot een bodempje in het glas en vulde
daarna het andere, waarna hij het ophief
en zei: „Op een spoedig algeheel herstel
van je moeder."
Ze klonk met hem, waarna voorzichtig
proevend. Meteen trok ze een vies gezicht.
„GadverDat is toch niet lekker!"
Hij nam eveneens een teugje. „Probeer
het nog eens. Niet teveel tegelijk. En dan
proeven."
Het meisje deed voorzichtig een nieuwe
poging, maar zette het andermaal hoofd
schuddend neer. „Jasses, zegdat je zo
iets lekker kunt noemen."
Glimlachend keek hij haar aan. Meteen
had hij gezien, dat ze anders gekleed was.
Bovendien had ze het haar anders opge
maakt, zodat ze er jeugdiger uitzag. Met
welgevallen constateerde hij, dat ze zijn
raad toch had opgevolgd.
(Wordt vervolgd).
Kruiswoordpuzzel no. 361
Horizontaal: 1. beslissing, slotsom - 7.
uitdrukkingsbewegingen - 13. houding - 14.
loods - 15. vogel - 18. opstootje - 20. bol
vormig gewas - 22. ledig - 25. uitroep - 27.
oorspronkelijk bewoner van Amerika - 29.
anno (afk.) - 30. baan voor balspel - 32.
water in Friesland - 33. selenium (afk.) - 34.
openbaar vervoermiddel - 35. mannelijk dier
37. godin - 39. plaats in België - 41. of der
gelijke (afk.) - 42. uitmuntend - 43. rege-
rings-regelement (afk.) - 45. kledingsstuk
47. snijwerktuig - 48. roofdier - 50. op de
wijze van - 52. soort onderwijs (afk.) - 54.
ten laatste (afk.) - 55. klopje - 57. jongens
naam - 58. arme mensen - 61. geheel de
uwe (Lat. afk.) - 62. voorzetsel - 63. slot
65. vrouwelijk dier - 66. glansloos - 68.
strafwerktuig - 70. telwoord - 72. deel v: e.
huis - 73. vogel.
Verticaal: 2. verlaagde toon - 3. bevel - 4.
vaartuig - 5. eenstemmig - 6. hetzelfde (afk.)
8. getij - 9. dame van adel - 10. godheid
11. vogel - 12. maanstand (afk.) - 16. oud
(afk.) - 17. nagerecht - 19. steenmassa
21. Eng. telwoord - 23. Franse ondergrondse
strijdkrachten - 24. kleur - 26. heer (afk.)
28. innige - 29. uitroep van pijn - 31.
plaats in Zwitserland - 34. beschadiging
36. voetbalvereniging - 37. behoeftig - 38.
plaats in Duitsland - 40. voor - 44. stel
46. deel v. e. muziekinstrument - 48. insekt
49. bewijsstuk - 51. loco-burgemeester (afk.)
53. vreemde munt - 54. steundraad - 56.
hetzelfde (afk.) - 59. mevrouw (Eng. afk.)
60. waterdoorlatend - 62. windrichting - 64.
bestuurder van Venetië - 65. ijzerhoudende
aarde - 67. sprookjesfiguur - 68. persoonlijk
voornaamwoord - 69. Fr. lidwoord - 70.
normaalpeil - 71. bijwoord.
Oplossing kruiswoordpuzzel no. 360
Horizontaal: 1. beest - 4. Epe - 7. koets
10. toedienen - 13. dank - 14. leek - 16.
Eva - 18. tas - 20. ave - 22. dom - 23.
bankier - 25. lek - 26. oe - 27. oer - 28.
kr - 29. sr - 30. alm - 32. Ane - 34. te
36. portiek - 37. naderen - 38. An - 39. mts
41. rek - 42. lg - 43. di - 45. - eet - 47.
11 - 48. men - 49. nassaal - 50. oei - 52.
Urk - 53. PSV - 54. end - 55. Adam - 59.
maat - 62. onberoerd - 65. thans - 66.
ets - 67. kerel.
Verticaal: 1. breed - 2. sta - 3. ton - 4.
Ed - 5. pinakel - 6. Ee 7. kee - 8. one
9. Sneek - 11. ek - 12. nl - 13. dame - 15.
kalk - 17. vooronder - 18. tno - 19. sir
21. vertellen - 23. Biliton - 24. rondeel
29. Spa - 30. atm - 31. mes - 32. aar - 33.
eek - 35. eng 40. ressort - 44. inka - 45.
esp - 46. tav - 47. loet - 48. mulat - 51.
idool - 56. don - 57. Ans - 58. mb - 59.
me - 60. ark - 61. ade - 63. Ee 64. os.