De Stelpost.... De wereld der liefde tfV VERKCUDKEID EN YII/IIYI-i QTj door Gees Giesbeek EEN NATUURLIJK VERSCHIJNSEL MET VELE FACETTEN In de natuur speelt evenals in onze men senwereld de liefde de grote rol. Liefde is een bijzonder moeilijk te omschrijven iets, daar hebben de grootste geesten van onze wereld reeds hun krachten aan gegeven en het blijkt, dat woorden ontoereikend zijn om deze abstraktheid te concreti seren. Wij moeten beslist niet denken, dat „liefde" iets typisch menselijks is, want dan vergissen we ons. Het is iets, dat in de gehele levende natuur voorkomt en wan neer we daar eens op gaan letten, iets meer over lezen en van zien, dan staan we perplex over de vele vormen die de natuur ons op dat gebied laat zien. Vooral de laatste tijd hebben veel wetenschappelijke onderzoekers van dit onderwerp een speciale studie gemaakt en zo zijn er een groot aan tal merkwaardige en bijzonder interessante details ontdekt met betrekking tot wat men het liefdeleven zou kunnen noemen van een groot aantal dieren. Bij het grootste deel van de hogere die ren zien we een liefdeleven dat niet zo bijzonder veel verschilt van dat van de mens. Het komt er althans in grote lijnen mee overeen. Bij de vogels is er al wat meer variatie, vooral in de diverse manieren waarop in de paartijd de mannetjes trachten een vrouwtje te veroveren. Maar bijzonder interessant wordt het in de insektenwereld. Van verschillende insekten wist men reeds, dat zij elkaar aantrekken door geluiden. Zo bijvoorbeeld de sprinkhanen. Aanvankelijk was men er nog niet zeker van, totdat een Oostenrijks onderzoeker de volgende proef nam, die wel bewijst, dat het de zang van het krekelmannetje is die het wijfje lokt. Hij plaatste een mannetjeskrekel tezamen met een microfoon in een kamer en een vrouw tjeskrekel met een luidspreker in een andere ruimte. Toen het vrouwtje het mannetje hoorde tsjirpen, ging zij zo snel mogelijk op de luidspeker af, verwachtend dat haar partner daar zou zijn. Verdere onderzoekingen wezen uit, dat elke soort spinkhaan of krekel een eigen specifieke toon heeft, welke geluiden wij dikwijls nauwelijks van elkaar kunnen on derscheiden, doch die door de dieren zelf wel degelijk uiteen gehouden worden. Een vrouwtje gaat slechts op een geluid' af, dat gemaakt wordt door een mannetje van haar eigen soort. De techniek heeft ons een handje gehol pen bij het ontleden van die voor ons zo gelijksoortige geluiden. De geluiden kunnen namelijk via elektronische apparatuur om gezet worden in beelden, welke beelden ge filmd of gefotografeerd kunnen worden, waardoor het mogelijk wordt de kleine specifieke verschillen te ontdekken in de beelden. Bij vlinders is het een geheel andere oorzaak die de verliefdheid doet ontstaan. Reeds lang wist men dat bij vlinders ge luiden vermoedelijk geen rol spelen, men had ze tenminste niet kunnen ontdekken, ook niet toen men de beschikking kreeg over moderne apparatuur, waarmee het moge lijk werd geluiden op te nemen die door ons oor normaal niet kunnen worden ge hoord. Bij vlinders moest er dus een ander aantrekkingsmiddel zijn. Maar welk? Naarstig toog men op onderzoek, om ten slotte tot de conclusie te komen, dat het geuren zijn, die door het wijfje uitgestoten worden en die het vlindermannetje razend van liefde maken. We hebben ze allemaal wel eens gezien, twee van die uitgelaten, om elkaar dartelende vlinders; dat is hun liefdesdans, veroorzaakt door de minieme liefdesparfumwolkjes van het vrouwtje en die een mannetje van heel grote afstand kunnen aantrekken. De samenstelling van het „parfum" bleek bij elke soort anders te zijn. Ook hier rea geert een mannetje alleen op de geur van de eigen soort. In de natuur heeft Amor een eigen taal, bestaande uit duizenden dialekten en elk verstaat slechts het eigen dialekt. GEVAREN NIET MEER ZO GROOT ALS VROEGER Longontsteking is een ziekte, die men heus niet alleen in de herfst of winter kan oplopen. De kansen zijn uiteraard wel groter, maar ook in het warmer jaarge tijde bestaat de kans om longontsteking te krijgen, als gevolg van kouvatten, of als complicatie bij bepaalde ziekten, e.d. Longontsteking heeft vooral onder de ouderen nog altijd een zeer slechte faam. Dat is ook wel begrijpelijk, want vroeger was het een ziekte, waaraan velen over leden. Longontsteking was een gevaarlijke ziekte en dat speelt nu nog steeds mee in de beoordeling van deze ziekte door oudere mensen. Bovendien is zelfs nu, in onze tijd van de geweldige ontwikkeling van de me dische wetenschap, longontsteking voor be jaarden altijd nog een gevaarlijke zaak, omdat zij minder weerstand in het lichaam hebben dan jongeren. Er is echter sinds vroeger wel het een en ander veranderd en de prachtige ontwik keling van de medische wetenschap demon streert zich ook duidelijk in de bestrijding van deze ziekte, die tegenwoordig zeker niet meer zo levensgevaarlijk is als voor heen en wel dank zij de moderne anti biotica, waarover de medici beschikken. Dit kan in veel gevallen een prettige weten schap zijn. Daar komt nog bij, dat longontsteking en longontsteking niet altijd dezelfde ziekte behoeft te zijn. We kennen namelijk twee typen longontsteking. De eerste is een ont steking van de longkwab, die veroorzaakt wordt door een bacterie, die bekend staat onder de naam pneumococcus. Interessant is te weten, dat ook een ge zond mens normaal deze bacteriën met zich meedraagt, doch slechts onder bepaalde om standigheden krijgen ze de gelegenheid hun slechte invloed te doen gelden. Opvallend is ook echter, dat deze ziekte tweemaal zoveel voorkomt bij mannen als bij vrou wen. Het is de longontsteking, waarbij de patiënt hoge koortsen heeft, die ruim een week aanhouden, waarna de „crisis" in treedt en als de patiënt dit alles heeft doorstaan, dan gaat de koorts zakken en treedt langzamerhand herstel in. In dit geval van Pneumonie is er sprake van een ontstoken longkwab, waarin zich veel water ophoopt. Dit vocht maakt de kwab hard, terwijl hij geen deel meer neemt aan de zuurstofopname. Hierdoor lijkt het. alsof de patiënt in ademnood verkeert. Hij ademt snel en stotend terwijl de hoest droog is. Dank zij de moderne antibiotica, verloopt de ziekte sneller, zodat men tegen woordig soms nog maar weinig van de bo vengeschetste oude verschijnselen bemerkt. Dit soort longontsteking komt zelden voor bij kinderen. Het zijn meestal vol wassenen, die hiervan het slachtoffer wor den. Een andere longontsteking vinden we wel bij kinderen. Die staat bekend met de naam „bronchopneumonie". Populair gezegd heb ben we hier te maken met een verwaar loosde bronchitus. De ontsteking in de bronchi (de pijpen, die naar de longkwab ben lopen), zijn dan ontstoken, ook dikwijls weer als gevolg van een verwaarloosde verkoudheid. De ontsteking heeft zich dan uitgebreid tot verschillende plekjes in de longen. De ziekte is bij kinderen dikwijls een complicatie bij mazelen, difterie en griep. Ook hier is de ademhaling moeilijk, de temperatuur hoog en de patiënt voelt zich echt goed ziek. Evenals bij de hiervoor be sproken vorm van longontsteking, werkt de arts ook hier met antibiotica en verder met diverse middelen om de slijmafvoer goed op gang te brengen, zoals dat ook gebeurt bij de gewone bronchitus. Dikwijls vergt de longontsteking, in weer wil van het feit, dat de ziekte veel van zijn boosaardigheid heeft verloren, een lange periode van herstel. WINTERTIJD IS VERKOUDHEIDSTIJD. Het is reeds geruime tijd bekend, dat vitamine-C een gunstig effect heeft ter voorkoming of genezing van verkoudheid. Tot nog toe meende men echter, dat het niet in staat was een echte fikse verkoud heid werkelijk zelfstandig te genezen. Vi tamine-C droeg tot de genezing bij. Nobelprijswinnaar professor Linus Pau ling, van de Stanford-universiteit in de Verenigde Staten, die specialist is op het gebied van onderzoekingen op scheikundig, biologisch, geneeskundig terein, is echter een andere mening toegedaan. Hij meent, dat wanneer men voldoende vitamine-C (ascorbinezuur) tot zich neemt, dit de mens beschut tegen verhoudheid, terwijl een reeds aanwezige verhoudheid ook goed met ascorbinezuur te genezen zou zijn. Zoals bekend, komt vitamine-C onder meer voor in groente en fruit. De hoeveel heid die wij normaal via ons voedsel ver krijgen is echter volgens professor Pauling onvoldoende om verkoudheid te voorkomen of te genezen. Ook bij proefondernemingen door medici, waarbij aan de proefpersonen maximaal 200 milligram per dag werd ver strekt, was volgens de professor de hoe veelheid te gering. Volgens de onderzoeker zou men moeten werken met doses van één tot vier gram per dag om werkelijk effectieve resultaten te ver krijgen. Is men reeds flink verkouden, dan zou men elke dag ongeveer een halve thee lepel ascorbinezuur in poedervorm moeten innemen om te genezen. Is er een ver koudheid op komst, dan kan men volstaan met een kwart lepeltje per dag. De eerste verschijnselen zouden dan binnen enkele uren verdwijnen. Na het verdwijnen van deze verschijnselen moet men toch nog enige dagen doorgaan met innemen, omdat ge bleken zou zijn, dat bij te vroeg stoppen met het innemen van ascorbinezuur de verkoudheid achteraf toch nog komt op zetten. Ascorbinezuur heeft overigens een laxe rend effekt en daarom doet men er, volgens professor Pauling goed aan, het middel na de maaltijden in te nemen. Men kan de dagelijkse hoeveelheden ook heel goed in een aantal kleinere doses verdelen, die men dan na elkaar in de loop van de dag in neemt. Professor Pauling schrijft in zijn boek „Vitamine-C en verkoudheid", dat hij een voorstander is van het gebruik van ascor binezuur, omdat dit een natuurlijke sub stantie is, die door het lichaam goed wordt opgenomen, dit in tegenstelling tot diverse andere middelen, die voor de behandeling van de verkoudheid worden gebruikt en die schadelijk kunnen zijn voor het men selijk lichaam. Reeds heel lang geleden wist men, dat er zich in diverse groenten en fruit een stof bevond, die voor ons lichaam op de een of andere wijze van groot belang was. Wanneer men onvoldoende verse groente en fruit kreeg trad er scheurbuik op, een ziekte waaraan vroeger duizenden zeelieden op hun lange reizen over de wereldzeeën stierven. Later ontdekte men, dat het hier ging om een vitamine en wel vitamine-C, die onontbeerlijk is voor de mens, doch die hij in tegenstelling tot de meeste levende wezens niet in eigen lichaam produceert. Vitamine-C moet de mens dus van buiten af betrekken. In 1928 gelukte het de wetenschap, om voor het eerst vitamine-C te isoleren en kort daarop presteerde men het ook deze belangrijke vitamine synthetisch te berei den. Vanaf dat moment behoefde de mens niet meer te lijden onder een tekort aan vitamine-C. Wanneer de methode v^n professor Pau ling inderdaad juist zou zijn, dan moet het mogelijk zijn, om de gewone verkoudheid bij het optreden van de eerste verschijnselen door middel van het gebruik van vitamine- C effectief te bestrijden en zelfs een reeds aanwezige verkoudheid op korte termijn te genezen. FEUILLETON „Allicht, meneer Treep", antwoordde de kraandrijver. „In orde. Knappen jullie je op. Met een half uurtje rijden we weg." In het kantoortje gekomen, zag Gert, dat de envelop verdwenen was. Hij knikte tevreden. We begrijpen elkaar. Als het nog eens nodig is, zal ik op zijn medewerking kunnen rekenen. En dat is heel belangrijk. Wat Diephuis heeft verknoeid, is door de firma Matsers weer rechtgetrokken. Precies zo zei hij het die zaterdagavond bij Kees Matsers thuis, waar hij een sum mier verslag uitbracht over de gebeurte nissen der laatste twee dagen. De oude baas antwoordde, dat hij Diephuis goed de waar heid had gezegd en dat hij zelf in de ko mende week een dag kwam kijken. „En dan ben ik er om vóór zevenen, Gert. En wee de Diephuizen, als er geen van hen aanwezig is. Dan zal ik ervoor zorgen, dat Brasemsveld op zijn grondvesten staat te trillen, dat verzeker ik je!" Zondagsavonds was Gert Treep weer bij tijds in Brasmesveld terug. Waarschijnlijk had Rinie Schollenberg gehoord, dat hij de sleutel in het slot stak, want ze stond hem in de deuropening op te wachten. „Hallo, Gert, wat ben je fijn vroeg!" Hij keek haar verrast aan, zijn koffer neerzettend. „Had je me nog niet verwacht?" „Nee, doorgaans kom je pas om een uur of elf. En het is nu net tien uur. Kom gauw verder, maak ik koffie klaar, ja?" „Dat doen we, meid. En? Hoe is het met je moeder?" „O, die gaat goed vooruit, gelukkig. Ik moet je vooral hartelijk danken voor de plant. Ik heb van jouw tientje een bloeiende plant gekocht. Ze neemt hem mee naar huis, als ze uit het ziekenhuis mag." „Eleeft ze nog pijn?" „Ja, wel wat. Maar daarvoor krijgt ze injecties. Zeg, ik heb alles in huis. Voor de rijsttafel. Wachteerst de koffie." Hij stak een sigaret op, toen ze naar de keuken was gegaan. Is die even in een paar dagen vlotter geworden! En ze heeft ook een kortere rok aan. Gert wees ernaar, toen ze de koffie voor hem neerzette. „Moderner geworden?" Ze begon te kleuren. „Staat het me? Ik wil hem morgen aantrekken naar m'n werk." Hij keek nog eens. „Ga es zitten." Ze deed het, nog dieper blozend. Goed keurend knikkend, zei hij: „Prima. Laat je benen gerust zien, kind, ze zijn best de moeite waard. Heeft je moeder niets ge zegd?" „Mama heeft het niet gezien. Ik had een regemantcl aan." „Hou' het maar zo." Ze zaten nog een poosje gezellig te pra ten, tot Gert overeind kwam en verklaarde, dat hij moe was. „Morgen is het weer vroeg dag. Ik heb slaap, 't Is een eind, hoor, van Velp af. En het" was ontzettend druk op de autoweg. Bij Oudenrijn zat ik wel een half uur in een file. Allemaal dagjesmensen, die weer naar huis reden." In het voorbijgaan naar de deur streelde hij vluchtig haar wang en merkte langs z'n neus weg op „Koop eens een betere beha, Rienie. En laat je haar wat bijpunten. Dan kun je meedoen aan een schoonheidswed strijd. Je zou beslist geen gek figuur slaan." Ze hapte naar adem en werd rood van verontwaardiging. Maar Gert was al ver dwenen. Ze hoorde hem fluitend naar boven lopen. Koop eens een betereWaar hij al niet naar kijkt! Toen ze wist, dat hij op zijn kamer was, sloop ze naar de keuken en bekeek zichzelf in de spiegel. Hoewel ze op ditzelfde moment nog woedend was op de commesaal wat een inpertinentie! moest ze hem in haar hart gelijk geven. Misschien had ze morgenavond na werktijd wel even gelegenheid. Maar toch De volgende morgen werd meteen het onderbroken werk voortgezet. Voorlopig hield Gert een oogje in het zeil, tot om half acht de wagen van Piet Diephuis het terrein kwam oprijden. Hoewel Gert zich erover verwonderde, liet hij niets merken. Waarschijnlijk nieuwsgierig naar onze kraan, dacht hij. Natuurlijk een stuk beter en mo derner dan de hunne. Ze gaven elkaar automatisch de hand. Piet bleef een poosje staan kijken. „Die is beter dan de onze," moest hij tenslotte toe geven. „Nieuwer fabrikaat," lichtte Gert toe. „We hebben er zo nog twee. Wat vooral belangrijk is: ze zijn stormbestendig. Tot windkracht negen bemerk je boven vrijwel niets. Wordt het sterker, dan halen we de machinist naar beneden, maar hij is ge garandeerd voor tien. De konstruktie is anders." Piet knikte. „Ik zie het." Er klonk jaloezie in zijn stem. Om half elf gingen ze naar het kantoortje om koffie te drinken. Gert vroeg: „Hoe is het vrijdag eigenlijk afgelopen? Ik bedoel: met de politie?" „Ze hebben proces-verbaal opgemaakt. Ernstige nalatigheid noemden ze het." Hij haalde verachtelijk zijn schouders op. „Dat versiert de ouwe wel, dat is hem best toe vertrouwd. Let eens op mijn woorden: uit eindelijk blijft er een gewoon bedrijfsongeval over. Onvoorzichtigheid tijdens het manoeu vreren." „Maar dat was het niet," weerlegde Gert, enigszins geschokt. „Wat geeft dat? Komen die kerels toch niet te weten." „Ergens deugt het niet. Piet." De man haalde zijn schouders op. „Er deugt zoveel niet in deze wereld. Wat heb je aan een boete? Dat wordt dan zeker op z'n minst duizend gulden. En dan moeten jullie meebetalen. We hebben het nageke ken in het kontrakt. Zal je baas leuk vin den." „Je vergeet de ontsnappingsclausule. Piet, in het aanhangsel, waarin sprake is van ieders persoonlijke verantwoordelijkheid. En jullie waren persoonlijk verantwoordelijk voor die kraan, zo goed als wij het zijn voor deze." Hij wees naar buiten. „Nou, ik weet dat zo net nog niet. In elk geval behoef je je hierover geen zorgen te maken. Dat komt op de gebruikelijke wijze in orde. Laat dat maar aan mijn vader over, want dat is voor ons beiden het beste." Gert besloot er niet verder op in te gaan. Wel zei hij nog: „Ik ben vrijdagavond naar het ziekenhuis geweest. Die twee maken het redelijk goed. Je gaat er zeker een dezer avonden ook heen?" De man fronste zijn wenkbrauwen. „Zal wel zien, als ik zin heb. Die Gorissen komt niet meer terug; op hem behoeven we dus niet te rekenen. Ik zorg wel voor een ander." Gert begon zich op te winden. „Ik kan niet zeggen, dat jullie erg meelevend zijn, he?" „Man, maak er niet zo'n drukte over. Bedrijfsongevallen komen altijd en overal voor. Bij jullie en bij ons. Stel je voor, dat je elke keer naar het ziekenhuis moet gaan om te kijken, hoe men het maakt. Daar is toch geen beginnen aan? Vader zal wel wat sturen." „Zo? Nou, ik heb gezorgd voor een paar ruikers bloemen. Staat op de onkostenre- kening." „Mij best. Wij kijken niet op een paar honderdjes meer of minder." Gert begon er spijt van te krijgen, dat hij er in toegestemd had samen met aan nemer Diephuis aan het werk te gaan. Va der en zoon Diephuis waren keiharde za kenlieden, die het nauwelijks interesseerden, of er iemand een ongeluk kreeg. Dat was het risico, waarmee ze in zoverre te maken hadden, dat andere mannen hun plaatsen moesten innemen. Hetzij tijdelijk, hetzij per manent. Plus het extra administratieve werk, dat daar weer aan vast zat. Voor de rest bekommerde men zich niet om de mensen. Daar is geen beginnen aan, is de stelregel van de Diephuizen. Mooie moraal. 's Avonds genoten Gert en Rienie van de rijsttafel, die ze samen gereedgemaakt had den. Het was weliswaar half negen, voor ze aan tafel zaten, maar toen was ook alles kant en klaar. Na het diner liep Gert naar boven en kwam even later terug met een half gevulde cognacfles en twee glaasjes. „Doe je mee?" „Wat is dat?" vroeg ze verbaasd kijkend. „Cognac. Lust je toch wel?" „Nooit gedronken." „Ga wegWerkelijk niet?" „Nee, natuurlijk niet. Smaakt het lekker?" „Ik vind van wel. Probeer het eens." Hij goot een bodempje in het glas en vulde daarna het andere, waarna hij het ophief en zei: „Op een spoedig algeheel herstel van je moeder." Ze klonk met hem, waarna voorzichtig proevend. Meteen trok ze een vies gezicht. „GadverDat is toch niet lekker!" Hij nam eveneens een teugje. „Probeer het nog eens. Niet teveel tegelijk. En dan proeven." Het meisje deed voorzichtig een nieuwe poging, maar zette het andermaal hoofd schuddend neer. „Jasses, zegdat je zo iets lekker kunt noemen." Glimlachend keek hij haar aan. Meteen had hij gezien, dat ze anders gekleed was. Bovendien had ze het haar anders opge maakt, zodat ze er jeugdiger uitzag. Met welgevallen constateerde hij, dat ze zijn raad toch had opgevolgd. (Wordt vervolgd). Kruiswoordpuzzel no. 361 Horizontaal: 1. beslissing, slotsom - 7. uitdrukkingsbewegingen - 13. houding - 14. loods - 15. vogel - 18. opstootje - 20. bol vormig gewas - 22. ledig - 25. uitroep - 27. oorspronkelijk bewoner van Amerika - 29. anno (afk.) - 30. baan voor balspel - 32. water in Friesland - 33. selenium (afk.) - 34. openbaar vervoermiddel - 35. mannelijk dier 37. godin - 39. plaats in België - 41. of der gelijke (afk.) - 42. uitmuntend - 43. rege- rings-regelement (afk.) - 45. kledingsstuk 47. snijwerktuig - 48. roofdier - 50. op de wijze van - 52. soort onderwijs (afk.) - 54. ten laatste (afk.) - 55. klopje - 57. jongens naam - 58. arme mensen - 61. geheel de uwe (Lat. afk.) - 62. voorzetsel - 63. slot 65. vrouwelijk dier - 66. glansloos - 68. strafwerktuig - 70. telwoord - 72. deel v: e. huis - 73. vogel. Verticaal: 2. verlaagde toon - 3. bevel - 4. vaartuig - 5. eenstemmig - 6. hetzelfde (afk.) 8. getij - 9. dame van adel - 10. godheid 11. vogel - 12. maanstand (afk.) - 16. oud (afk.) - 17. nagerecht - 19. steenmassa 21. Eng. telwoord - 23. Franse ondergrondse strijdkrachten - 24. kleur - 26. heer (afk.) 28. innige - 29. uitroep van pijn - 31. plaats in Zwitserland - 34. beschadiging 36. voetbalvereniging - 37. behoeftig - 38. plaats in Duitsland - 40. voor - 44. stel 46. deel v. e. muziekinstrument - 48. insekt 49. bewijsstuk - 51. loco-burgemeester (afk.) 53. vreemde munt - 54. steundraad - 56. hetzelfde (afk.) - 59. mevrouw (Eng. afk.) 60. waterdoorlatend - 62. windrichting - 64. bestuurder van Venetië - 65. ijzerhoudende aarde - 67. sprookjesfiguur - 68. persoonlijk voornaamwoord - 69. Fr. lidwoord - 70. normaalpeil - 71. bijwoord. Oplossing kruiswoordpuzzel no. 360 Horizontaal: 1. beest - 4. Epe - 7. koets 10. toedienen - 13. dank - 14. leek - 16. Eva - 18. tas - 20. ave - 22. dom - 23. bankier - 25. lek - 26. oe - 27. oer - 28. kr - 29. sr - 30. alm - 32. Ane - 34. te 36. portiek - 37. naderen - 38. An - 39. mts 41. rek - 42. lg - 43. di - 45. - eet - 47. 11 - 48. men - 49. nassaal - 50. oei - 52. Urk - 53. PSV - 54. end - 55. Adam - 59. maat - 62. onberoerd - 65. thans - 66. ets - 67. kerel. Verticaal: 1. breed - 2. sta - 3. ton - 4. Ed - 5. pinakel - 6. Ee 7. kee - 8. one 9. Sneek - 11. ek - 12. nl - 13. dame - 15. kalk - 17. vooronder - 18. tno - 19. sir 21. vertellen - 23. Biliton - 24. rondeel 29. Spa - 30. atm - 31. mes - 32. aar - 33. eek - 35. eng 40. ressort - 44. inka - 45. esp - 46. tav - 47. loet - 48. mulat - 51. idool - 56. don - 57. Ans - 58. mb - 59. me - 60. ark - 61. ade - 63. Ee 64. os.

Krantenbank Zeeland

Noord-Bevelands Nieuws- en advertentieblad | 1974 | | pagina 2