Het kind
met een
„lui oog"
WISSE - Kortgene
Beroerte en bloeddruk
Sterven in de herfst
Onze mysterieuze hersenen
EEN KEUR VAN GESCHENKEN
drukkerij mmm te wissemerke
Tweede blad van het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad d.d. 22 november 1973 no. 3581
U heeft een grote keuze uit:
Speciale prijzen
een agent-bezorger(ster) voor dit blad
Lange tijd heeft men aangenomen, dat
een beroerte altijd het gevolg was van een
trombose in de hersenen. Om een en ander
iets duidelijker te stellen; zou door een
bloedpropje een adertje in de hersenen
verstopt raken, waardoor een bepaald deel
van de hersenen geen bloedtoevoer meer
kreeg, me.t als gevolg dat dit deel uitviel,
hetgeen leidt tot verlammingen, het be
kende uiterlijke verschijnsel van de be
roerte.
Reeds geruime tijd weten de medici echter,
dat' deze klassieke gang van zaken slechts
opgaat voor ongeveer de helft van de ge
vallen. Bij die andere insulten moest er
een andere oorzaak zijn. Bovendien viel op,
dat veel aanvallen in de nacht optreden en
dat moet toch een bepaalde reden hebben.
Het is te danken aan de onderzoekingen
van proffessor dr. Zülch en dr. Hossmann
van het Max-Planck-Instituut voor hersen
onderzoek, dat daar enig licht in is ge
komen. Zij hebben namelijk een onderzoek
ingesteld naar de 24-uur-ritmiek van de
bloeddruk en daaruit zijn bijzonder inte
ressante konklusies te trekken, die wijzen
naar de fatale kombinatie van door ar-
teriosclerose verharde bloedvaten en een
tijdelijke lage bloeddruk, die oorzaak wor
den van een bloedtekort in bepaalde delen
van de hersenen, waardoor verlammingen
ontstaan.
De onderzoekers namen voor hun proeven
120 mensen met een kerngezonde bloed
circulatie en bij deze proefpersonen werd
elk uur de bloeddruk gemeten. De resul
taten van de bevindingen waren bijzonder
interessant, want hieruit bleek, dat er zich
gedurende de 24 uur van de dag belangrijke
verschillen in de bloeddruk voordoen, die
een bepaald patroon vormen, dat voor de
gemiddelde mens geldt.
Zo kwam vast te staan, dat er hoge pie
ken zijn in de bloeddruk omstreeks 12 uur
in de middag en rond 18 uur (zes uur tegen
de avond), terwijl er een uitgesproken laag-
De hersenen, de grijze cellenmassa onder
het schedeldak, is het meest esentiële deel
van elk hoger ontwikkeld leven en toch is
het juist dat deel van het levend organisme,
waarvan de wetenschap nog betrekkelijk
weinig weet. Oh zeker, er zijn in de wereld
veel geleerden die de hersenen naarstig
bestuderen, maar slechts heel langzaam
weten zij door te dringen in deze mys
terieuze wereld.
Het is wel eens interessant een beter
beeld te krijgen van deze mysterieuze her
senen en enige ontdekkingen van de laatste
tepunt is bij ongeveer 14 uur (2 uur in de
middag) en in de nacht om plusminus 3
uur. Het laatste is wel het grootste diep
tepunt.
Het dieptepunt in de vroege middag, zo
rond 2 uur, leidt bij veel mensen tot een
gevoel van moe zijn met behoefte aan
slaap. Vandaar het veelvuldig voorkomende
middagslaapje.
Het dieptepunt in de nacht beleven de
meeste mensen, wanneer ze slapen en daar
hebben ze dus geen weet van. Mensen die
bijvoorbeeld nachtdienst hebben weten er
echter wel over mee te praten, want rond
die periode hebben ze de grootste moeite
om tegen de slaap te vechten en aktief te
blijven.
Aan de hand van de resultaeten van dit
onderzoek heeft men het vermoeden, dat het
vooral dat nachtelijk dieptepunt is in de
bloeddruk, dat een belangrijke rol speelt
bij de nachtelijke beroerte.
Het vermoeden krijgt nog steun, door de
klachten die veel artsen op het spreek
uur te horen krijgen, dat patiënten 's nachts
wel wakker worden en dan het gevoel heb
ben dat armen en benen „slapen", (ge
voelloos en moeilijk te bewegen), zonder dat
er sprake is van vertoring van de bloed
circulatie door andere oorzaken, zoals
een ongelukkige houding e.d. Bij beoor
deling hiervan moet men namelijk heel
voorzichtig zijn, want dergelijke „slapende"
ledematen zijn veelal het gevolg van het
feit, dat het betreffende lichaamsdeel tijdens
de slaap in de klem heeft gezeten. Hier
boven wordt echter gedoeld op het genoem
de verschijnsel, terwijl het lichaam in een
normale houding heeft gelegen. In dat ge
val is er geen sprake van afklemming als
gevolg van een gedrongen houding en dan
is het verstandig om daar eens met uw
huisarts over te spreken. De mogelijkheid
bestaat dan, dat de medicus eventueel
therapeutische maatregelen kan nemen, om
erger te voorkomen.
jaren op dit gebied onder de loep te
nemen.
Zo heeft bijvoorbeeld de Fransman, Min
kowski, een onderzoek ingesteld naar de
vraag, hoe het menselijk zenuwstelsel zich
eigenlijk ontwikkelt. Hierbij bleek, dat bij
een te vroeg geboren kind, de hersenont-
wikkeling normaal doorgaat, alsof het kind
nog niet was geboren en veertig weken
oud, gerekend vanaf de conceptie, is het
kind even normaal als elk ander kind, dat
wil zeggen wat betreft de reacties en re
flexen. De herseninhoud is echter iets klei
ner dan normaal, maar daar merkt men in
de praktijk weinig van.
Ook blijkt uit een onderzoek van de
Amerikaan, Rosenzweig, dat de omgeving
van het jonge kind van grote invloed is op
de herseninhoud. Door een stimulerende
omgeving, met bijvoorbeeld speelgoed e.d.
kan het jonge wezen zich gemakkelijk verder
ontwikkelen, terwijl kinderen die hiertoe
niet in de gelegenheid waren, achter ble
ven wat de herseninhoud betreft. Het aan
tal cellen was in beide gevallen dezelfde,
doch bij de wezens die zich hadden kunnen
ontwikkelen, waren de cellen stuk voor stuk
groter.
Ook bleek deze onderzoekers, dat de her
senen van de mens in de eerste zes jaar van
zijn leven bijzonder snel groeien en dan
reeds ongeveer negentig procent van hun
totale volume bereiken. Over die resterende
tien procent, doet de mens echter de vol
gende twintig jaar en dan is de top van
de hersencapaciteit bereikt.
Daarna gaan de hersenen weliswaar lang
zaam, de weg terug. In de opgaande lijn
bij een kind ziet men een leer- en wenproces,
doch bij de ouder wordende menst ziet men
langzaam een vergeet- en ontwennings
proces zich voltrekken.
Na het volgroeien van de hersenen treden
op den duur degeneratieverschijnselen aan
de hersenen op. Aanvankelijk bemerkt men
daar weinig van, doch bij de een vroeger,
bij de ander later, meestal zo rond het vijf-
De schoonheid van een mooie herfstdag
is iets, waarvan vele mensen intens kunnen
genieten. Dikwijls stemt de herfst ons wee
moedig, want op het afsterven in de herfst
in een scala van kleuren, volgt de „schijn
dood" van de winter.
Inderdaad mogen we spreken van „schijn
dood", want ook in de winter gaat het
leven voort. Op terreinen waarvan wij wei
nig of niets bemerken, wordt hard gewerkt
aan de voorbereidingen voor het nieuwe le
ven in het voorjaar.
De in de herfst gevallen bladeren dekken
de bodem met een zacht tapijt. In loofbossen
met niet minder dan ongeveer vierduizend
kilo afgevallen blad per hectare. Maar na
enige tijd verdwijnt het blad en velen zul
len zich afvragen hoe dat zogenaamde ver
rotten nu toch wel in zijn werk gaat.
Een van de belangrijkste produkten van
het verrottingsproces is de humes, die voor
een gezonde ontwikkeling van het planten
leven en voor het instandhouden van de
juiste bodemstruktuur onontbreerlijk is.
Voordat echter de humus uit de rottende
plantenstof komt, vindt er een lange reeks
van biochemische processen plaats. Het in
teressante is wel, dat het hier niet alleen
om ontbinding in kooldioxyde, water en
mineralen, maar ook om nieuwe verbin
dingen gaat, dus afbraak en opbouw.
Vroeger meende men, dat dit het werk
was van alleen maar micro-organismen,
maar toen men laboratoriumproeven nam.
tigste jaar, worden deze verschijnselen aan
toonbaar.
Dat behoeft echter nog helemaal niet te
betekenen, dat oudere mensen maatschap
pelijk onbruikbaar zouden zijn. De Zwit
ser, De Ajuriaguerra, heeft hier met nadruk
op gewezen. De maatschappelijke bruikbaar
heid van .deze oudere mensen ligt juist in
hun grote ervaring en wijsheid, die meestal
bij de jongeren ontbreekt. Wat de ouderen
enerzijds tegen hebben door de langzame
achteruitgang van de hersenen, wordt an
derzijds ruimschoots gecompenseerd door
die feiten van onschatbare waarde, zoals
ervaring en wijsheid, die bij de jongeren nu
eenmaal logischer wijze moeten ontbreken,
omdat ze nog geen gelegenheid hebben ge
had een en ander in voldoende mate op te
doen.
In de gehele wereld zijn de deskundigen
van mening, dat de kennis die vergaard
is met betrekking tot de hersenen, nog
uiterst fragmentarisch is. Er zal in de toe
komst nog veel onderzoek moeten worden
verricht, voordat men in staat is, zich een
aanmerkelijk beter beeld te vormen van dat
wat zich onder het schedeldak van de mens
en van het dier eigenlijk precies afspeelt.
De hersenen zijn een terrein in de medische
wetenschap, waarvan men tot nu toe be
trekkelijk weinig weet. Een onbekende we
reld, waarin de wetenschap slechts lang-,
zaam kan doordringen.
waarbij afgevallen bladeren slechts door
deze micro-organismen werden bewerkt,
bleek, dat zelfs na een periode van 7
maanden de massa nauwelijks enige struk-
tuurverandcring had endergaan en men
bereikte niet het resultaat, zoals we dat uit
de natuur kennen.
Men kwam tenslotte tot de ontdekking,
dat het niet alleen de micro-organismen
zijn, die voor het „ombouwproces" zorgen,
doch dat dit het werk is van een geheel
samenstel van dierlijk leven in de bodem.
In één kubieke decimeter (1 liter) van de
gemiddelde midden-Europese bos- en weide
grond, vindt men namelijk ongeveer een
miljard eencellige diertjes, 30.000 draad
wormen, 2.000 maden, 1.000 springstaartjes,
500 rader- en beerdiertjes, 100 kleine spin
netjes, duizendpoten en diverse insekten, 50
borstelwormen en 2 regenwormen. Dit be
tekent, dat we op slechts écn kubieke
decimeter grond toch nog altijd, ongeveer
één miljoen levende wezentjes vinden!
In deze immense bevolking moeten we de
arbeiders zoeken, die het grote werk ver
richten. Alleen al diverse soorten duizend
en miljoenpoten verwerken ongeveer 25 °/o
van de gevallen bladeren, anderen doen de
rest. Het nut van de dierenwereld in de
bodem, beperkt zich dus niet alleen tot
het omwerken en luchtig hquden van de
grond, zoals vroeger werd verondersteld.
In grove lijnen komt het er op neer, dat
de grotere dieren eerst beginnen met het
klein maken van de gevallen plantendelen.
Hierdoor krijgt het kapotgemaakte mate
riaal meer vlakken, waarop organismen
zich kunnen werpen. Daarnaast wordt het
vermogen om vocht op te nemen vergroot,
terwijl door de vele kleine stukjes er ook
een betere doorluchting ontstaat. Hierdoor
ontstaat een ideale omstandigheid voor het
optreden van de kleinere diertjes. Eerst zijn
dat diertjes van een grootte tussen 1 en 5
millimeter en daarna wordt het werk voort
gezet door de allerkleinsten de micro
organismen. Op deze wijze wordt tenslotte
uit de gevallen bladeren een voedingrijke
laag gevormd, die op zijn beurt weer bij
draagt tot nieuwe groei.
Het werk dat al deze miljarden kleine
diertjes in slechts enkele maanden verricht,
is in wezen geweldig. Het is de gehele le
vensgemeenschap van op en in de bodem
levende dieren, die het materiaal dat in de
herfst afsterft, verwerkt en ombouwt tot
die onontbeerlijke stoffen, die een nieuw
leven in het voorjaar mogelijk maken.
TIJDIG DE DOKTER RAADPLEGEN
IS ZEER BELANGRIJK.
Wie baby's serieus observeert, zal bemer
ken. dat het bij hen dikwijls voorkomt,
dat bij het kijken plotseling één oog af
zwaait, waardoor we de indruk krijgen dat
de kleine verschrikkelijk scheel kijkt. Dat
is ook een feit en op zo'n moment ziet
het kind met zijn twee ogen ook twee ver?
schillende beelden.
Nu is dit bij baby's een normaal ver
schijnsel, want zij moeten nog leren de
oogspieren onder controle te houden en keu
rig met beide ogen bewust naar een be
paald objekt te zien. Normaal ontyikkelt
zich deze samenwerking van oogspieren in
het eerste levensjaar en wanneer ze dat
eenmaal hebben geleerd, is het afgelopen
met het scheelzien.
Jammer genoeg is er een kleine groep
kinderen, waarbij dit niet lukt. Wanneer
deze kinderen geruime tijd naar één be
paald punt moeten kijken, zien we dat één
oog na verloop van enige tijd gaat afdwa
len. Het gevolg hiervan is, dat het kind met
dit oog iets anders ziet, dan met het oog
dat het punt blijft fixeren en het kind ziet
dan dubbel.
Nu is dit in de praktijk van ons zien
iets bijzonder onaangenaams en automa
tisch gaat het kind proberen dat beeld
dat door het afdwalende oog wordt opge
vangen te verwaarlozen en uit te schakelen.
Hierbij gaat tenslotte de natuur een handje
helpen, want de gezichtsscherpte van dit
afdwalende oog wordt steeds minder, waar
door het beeld vager en minder scherp
wordt en dus minder stoort. Het gevolg is
dan, dat het kind een „slecht" oog krijgt,
dat aanmerkelijk minder ziet dan het nor
male gezonde oog. Zo'n afdwalend oog
wordt een „lui oog" genoemd.
Wanneer men bij een kleuter iets derge
lijks konstateert, dan doet men er goed
aan met het kind naar de huisarts te gaan
of een oogarts te consulteren.
Meestal zal de behandelende geneesheer
dan het goede oog op de een of andere
manier afdekken, waardoor het kind wordt
gedwongen met het zogenaamde „luie oog"
te zien. De bedoeling hiervan is, dat het
kind op die manier weer leert het oog te
gebruiken. Meestal lukt het wel om de ge
zichtsscherpte van dit oog na verloop van
tijd weer op redelijk peil te krijgen, omdat
het op die manier voortdurend geoefend
wordt in bewust zien. Een en ander is
echter wel afhankelijk van de tijd dat het
oog als het ware uit de circulatie was. Hoe
langer dit heeft geduurd, hoe moeilijker het
is, om het oog weer in goede conditie te
brengen. Hieruit volgt, dat men er goed
aan doet zo snel mogelijk in te grijpen,
wanneer een kleuter een afdwalend oog
heeft. Natuurlijk zal een oogarts het al
tijd proberen, want zolang een kind jong
is, bestaat er nog steeds de mogelijkheid,
om een en ander weer in goede banen te
leiden.
Is de gezichtsscherpte van het „luie oog"
weer op een redelijk niveau gebracht, dan
treedt een nieuwe fase in. Dan moet het
oog worden geoefend. Het kind moet dan
leren met beide ogen naar één bepaald punt
te kijken, zonder dat het „luie oog" weer
gaat afdwalen. Meestal vergt dit veel tijd
en geduld en de behandelende medicus
zal hierbij gebruik maken van diverse hulp
middelen om het kind te dwingen met beide
ogen naar een bepaald punt te kijken.
Soms zal de arts een bril voorschrijven,
wanneer hij daar succes van verwacht, maar
dat zal niet altijd het geval zijn.
Wanneer na alle pogingen tenslotte geen
resultaten worden verkregen, staat als laats
te mogelijkheid altijd nog een operatieve
ingreep op het programma, waarbij men
tracht de oogspieren zo te corrigeren, dat
het kind de mogelijkheid krijgt om wel
netjes met beide ogen te zien.
Men kan over het algemeen de beste
resultaten op korte termijn verwachten,
wanneer men tijdig met het kind de oog
arts consulteert.
VINDT U BIJ ONS
ONZE VOORRAAD IS ZO GROOT OAT U BETER ZELF KAN KOMEN
KIJKEN
ELEKTRISCHE APPARATEN (ZIE ONZE MOULINEX COLLECTIE]
VERLICHTING (ZOWEL MODERN ALS KLASSIEK)
LUXE- EN HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN (VELE SPECIALE AAN
BIEDINGEN)
LEDERWAREN (WAARONDER DAMES- EN HERENPORTEMON
NEES - SCHOUDERTASSEN REEDS VANAF 17,95)
NOG ENKELE MODELLEN GASHAARDEN EN GEVELKACHELS
MET 25 KORTING
GASKOOKPLATEN (4-VLAMS) MET AFDEKPLAAT SLECHTS
f 145.
CENTRIFUGES 2800 TOEREN NU ƒ165-
ATAG AFZUIGKAPPEN TEGEN SPECIALE PRIJS
KOMT U OOK EVEN KIJKEN BIJ
TELEFOON 01108-221
DEELNEMER WINKELAKTiE (VAN 22 NOV. T.E.M. 5 DEC.)
EEN BEROERTE KOMT DIKWIJLS IN DE NACHT.
Enkhuizer Almanakken Zakagenda's Succes-agenda's
Puzzelwoordenboeken Kluitmanboeken
Dikke Viltstiften in etui 4 kleuren balpennen
Patronen vulpennen Puzzels Speelkaarten
Telefoonklappers Perforators Hechtmachientjes
Tafelbijbels Het nieuwe liedboek, ook in zwart en bruin
Kleurenboeken Prentenboeken Vouwblaadjes
Kleurpotloden Doosjes correspondentiekaarten met ge
voerde enveloppen
Grote collectie vis- en jachtmessen
WISSENKERKE VOORSTRAAT 7 - TELEF. 01107 - 3 08
MET INGANG VAN 1 JANUARI A.S. VRAGEN WIJ VOOR CO-
LIJNSPLAAT
AANMELDINGEN WORDEN GAARNE ZO SPOEDIG MOGELIJK
INGEWACHT BIJ
WAAR BLIJVEN DE GEVALLEN .BLADEREN
Langzaam dringt de wetenschap door in een onbekende wereld.